453464
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/370
Pagina verder
De specificaties en de afmetingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
OPKR00105/DUT Copyright © HOYA CORPORATION 2010
FOM 01.09.2010 Printed in Europe
HOYA CORPORATION
PENTAX Imaging Systems Division
2-36-9, Maeno-cho, Itabashi-ku, Tokyo 174-8639, JAPAN
(http://www.pentax.jp)
PENTAX Europe Imaging Systems S.A.S.
(European Headquarters) 112 Quai de Bezons - BP 204,
95106 Argenteuil Cedex, FRANCE
(HQ - http://www.pentaxeurope.com)
(France - http://www.pentax.fr )
PENTAX Imaging Systems GmbH
Julius-Vosseler-Strasse, 104, 22527 Hamburg, GERMANY
(http://www.pentax.de )
PENTAX Imaging Systems Limited
PENTAX House, Heron Drive, Langley, Slough,
Berks SL3 8PN, U.K.
(http://www.pentax.co.uk)
PENTAX Imaging Company
A Division of PENTAX of America, Inc.
(Headquarters)
600 12th Street, Suite 300 Golden, Colorado 80401, U.S.A.
(PENTAX Service Department)
250 North 54th Street Chandler, AZ 85226, U.S.A.
(http://www.pentaximaging.com)
PENTAX Canada Inc. 1770 Argentia Road Mississauga, Ontario L5N 3S7, CANADA
(http://www.pentax.ca)
PENTAX Trading (SHANGHAI) Limited
23D, Jun Yao International Plaza, 789 Zhaojiabang Road,
Xu Hui District, Shanghai, 200032 CHINA
(http://www.pentax.com.cn)
Bedieningshandleiding
Lees de bedieningshandleiding door voordat u de camera
in gebruik neemt. Dat garandeert een optimale prestatie.
Digitale spiegelreflexcamera
Bedieningshandleiding
K-r_cover_dut.fm Page 1 Thursday, September 23, 2010 4:02 PM
Bedankt dat u hebt gekozen voor deze PENTAX W Digital Camera. Lees deze
handleiding vóór gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen
benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle
mogelijkheden van de camera. Bewaar deze handleiding daarom op een veilige plaats.
Geschikte objectieven
Op deze camera kan in het algemeen gebruik worden gemaakt van DA-, DA L-,
D FA-en FA J-objectieven en objectieven met een positie s (Auto) op de diafragmaring.
Zie p.59 en p.323 als u andere objectieven en accessoires wilt gebruiken.
Auteursrechten
Opnamen die zijn gemaakt met de W en voor elk ander doel dan strikt persoonlijk
gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens
de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het
volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan
beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties.
Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook
niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven
in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient u rekening te houden.
Handelsmerken
PENTAX, W en smc PENTAX zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION.
PENTAX Digital Camera Utility en SDM zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION.
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation
in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Vista is een wettig gedeponeerd
handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd
in de Verenigde Staten en andere landen.
Het SDHC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van
Adobe Systems Incorporated.
Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van
Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
De handelsmerken IrSimple™ en IrSST™ zijn het eigendom van
de Infrared Data Association
®
.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende bedrijven. De aanduidingen TM of ® worden in deze
handleiding echter niet in alle gevallen gebruikt.
Dit apparaat ondersteunt PRINT Image Matching III. Wanneer digitale fototoestellen,
printers en software worden gebruikt die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen
beelden worden gemaakt die beter overeenstemmen met hetgeen de fotograaf wil
bereiken. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die niet compatibel zijn
met PRINT Image Matching III.
Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden.
PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
K-r_OPM_DUT.book Page 0 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
1
Aan de gebruikers van deze camera
Gebruik deze camera niet in de buurt van apparatuur die krachtige magnetische
velden of straling genereert. Krachtige statische ontladingen of het magnetisch veld
dat wordt gegenereerd door apparatuur zoals radiozenders kunnen de werking van
de monitor storen, opgeslagen gegevens beschadigen, of gevolgen hebben voor
de elektronica in de camera en een goed functioneren verstoren.
Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem
hoge-precisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger
is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht
of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het
opgenomen beeld.
De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen
afwijken van die van het feitelijke product.
In deze handleiding wordt de algemene term “computer(s)” gebruikt voor zowel
Windows-pc’s als Macintosh-computers.
In de camera kan gebruik worden gemaakt van de batterij D-LI109 of de optionele
batterijhouder D-BH109 met vier AA-batterijen. In deze handleiding wordt hierna met
de term “batterij” zowel de D-LI109 als de D-BH109 bedoeld.
In deze handleiding heeft de algemene term “batterij(en)” betrekking op elk type
batterij dat met deze camera en accessoires wordt gebruikt, behalve wat hierboven
is beschreven.
We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van
dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale
aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen.
Waarschuwing
Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat
onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische
schokken bestaat.
Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera
valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan,
aangezien er gevaar is voor een elektrische schok.
Voor een veilig gebruik van de camera
Waarschuwing
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze
waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze
waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk
letsel of materiële schade kan veroorzaken.
Over de camera
K-r_OPM_DUT.book Page 1 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
2
Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera als daar een teleobjectief op is
gemonteerd, omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht beschadiging kunnen
oplopen. Kijk niet recht in de zon door een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot
blindheid.
Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde
geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterij of de
netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde
PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of een elektrische
schok veroorzaken.
Leg uw vingers niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. U loopt dan gevaar
op brandwonden.
Dek de flitser niet af met kleding wanneer u deze gebruikt. Er bestaat een risico
van verkleuring.
Verzend gegevens niet via infraroodtransmissie terwijl u de infraroodpoort van
de camera naar de ogen van een persoon gericht houdt. Als u dat wel doet, kan
de persoon oogletsel of ander letsel oplopen.
Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke
onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen.
Mocht de monitor beschadigd raken, pas dan op voor glasdeeltjes. Vermijd ook elk
contact van de vloeistofkristallen met uw huid, ogen en mond.
Afhankelijk van individuele gevoeligheden en uw fysieke conditie kan het gebruik
van de camera jeuk, uitslag en blaren veroorzaken. Als zich in die zin iets bijzonders
voordoet, mag u de camera niet langer gebruiken en dient u onmiddellijk een arts
te raadplegen.
Waarschuwing
Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader
en netvoeding met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een
batterijlader en netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven
voor dit product, of gebruik van de exclusief voor dit product ontwikkelde batterijlader
en netvoeding met een niet juist gespecificeerd vermogen of spanning kan brand,
elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken. De voorgeschreven
spanning is 100- 240 V wisselstroom.
Probeer het product niet te demonteren of te veranderen. Dit kan resulteren in brand
of een elektrische schok.
Als het product gaat roken of een vreemde geur afgeeft, of in het geval van welke
andere onregelmatigheid dan ook, houdt u onmiddellijk op de camera te gebruiken
en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder
gebruik van het product kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Mocht er water binnendringen in het product, neem dan contact op met een
PENTAX Service Center. Verder gebruik van het product kan brand of een
elektrische schok veroorzaken.
Als het tijdens het gebruik van de batterijlader of de netvoedingsadapter gaat
onweren, haal het netsnoer dan uit het stopcontact en gebruik het product niet verder.
Als u het product toch verder gebruikt, kan dit resulteren in beschadiging van
de apparatuur, brand of een elektrische schok.
Over de batterijlader en de netvoedingsadapter
K-r_OPM_DUT.book Page 2 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
3
Veeg de stekker van het netsnoer schoon als deze met stof bedekt is. Opgehoopt stof
kan brand veroorzaken.
Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/
UL-certificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan
het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMA-
configuratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een
gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig
stroomsnoer.
Pas op
Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer en buig het netsnoer niet overmatig.
Het snoer kan daardoor beschadigd raken. Neem contact op met een servicecentrum
van PENTAX als het snoer beschadigd is.
Raak de aansluiting voor netsnoer niet aan als het netsnoer is aangesloten en vermijd
kortsluiting.
Sluit het netsnoer niet met vochtige handen aan op het stopcontact. Dit kan resulteren
in een elektrische schok.
Laat de camera niet vallen en stel haar ook niet bloot aan hevige schokken. Dat kan
ertoe leiden dat de camera defect raakt.
Gebruik de batterijlader uitsluitend voor het opladen van de oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI109. Het opladen van andere batterijen kan oververhitting, explosies
of schade aan de batterijlader veroorzaken.
Waarschuwing
Mocht het lekkende materiaal van de batterij in contact komen met uw ogen, wrijf
ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
Gebruik alleen de aangegeven batterij in deze camera. Het gebruik van andere
batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken.
Demonteer de batterij nooit. Het demonteren van batterijen kan leiden tot een
explosie of lekkage.
Pas op dat u zichzelf niet verbrandt bij het verwijderen van de batterij. Sommige delen
van de camera worden tijdens het gebruik heet.
Houd snoeren, haarspeldjes en andere metalen voorwerpen uit de buurt van de plus-
en minpolen van de batterij.
Sluit de batterij nooit kort en stel deze niet bloot aan vuur. De batterij kan exploderen
of vlam vatten.
Mocht lekkend materiaal van de batterij in contact komen met uw huid of kleding, dan
kan de huid geïrriteerd raken. Was de betroffen gebieden grondig schoon met water.
Batterijgebruik D-LI109
GEBRUIK ALLEEN DE AANGEGEVEN BATTERIJOPLADER.
- NIET VERBRANDEN.
-NIET DEMONTEREN.
- NIET KORTSLUITEN.
- NIET BLOOTSTELLEN AAN HOGE TEMPERATUREN (60°C).
Over de oplaadbare lithium-ionbatterij
K-r_OPM_DUT.book Page 3 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
4
Waarschuwing
Mocht het lekkende materiaal van de batterijen in contact komen met uw ogen, wrijf
ze dan niet uit. Spoel uw ogen met schoon water en ga onmiddellijk naar een arts.
Pas op
Bij gebruik van de optionele AA-batterijhouder D-BH109 kan gebruik worden gemaakt
van vier AA-alkalinebatterijen, AA-lithiumbatterijen of AA Ni-MH-batterijen. Gebruik
geen ander type batterij dan het hier genoemde. Gebruik van een ander type batterij
kan tot gevolg hebben dat de camera slecht functioneert, batterijen exploderen
of brand wordt veroorzaakt.
AA-alkalinebatterijen en AA-lithiumbatterijen kunt u niet opladen. Demonteer
de batterijen niet. Als u probeert niet-oplaadbare batterijen op te laden of de batterijen
te demonteren, kan dit een explosie of lekkage tot gevolg hebben.
De batterijen dienen correct te worden geplaatst volgens de poolaanduidingen (+ en –)
op de batterijen. Onjuiste plaatsing van de batterijen kan een explosie of brand
veroorzaken.
Combineer bij vervanging van de batterijen geen batterijen van verschillende merken,
types of capaciteiten. Combineer ook geen oude batterijen met nieuwe. Hierdoor
kunnen de batterijen exploderen of brand veroorzaken.
Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer
de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten.
Laad geen andere batterijen op dan oplaadbare Ni-MH-batterijen. Andere batterijen
kunnen exploderen of vlam vatten. U kunt geen andere AA-batterijen opladen dan
de Ni-MH-batterijen die in deze camera kunnen worden gebruikt.
Als het lekkende materiaal van de batterijen in contact komt met uw huid of kleding,
kan de huid geïrriteerd raken. Was in dat geval de betreffende gebieden grondig
schoon met water.
Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit
de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij.
Waarschuwing
Bewaar de camera en accessoires niet binnen bereik van kleine kinderen.
1. Als het product valt of per ongeluk wordt bediend, kan dit ernstig letsel tot
gevolg hebben.
2. Als de riem om de nek wordt gewikkeld, kan dit leiden tot verstikking.
3. Houd kleine accessoires, zoals SD-geheugenkaarten of batterijen, buiten bereik
van kleine kinderen om te voorkomen dat deze accessoires per ongeluk worden
ingeslikt. Mocht dit toch gebeuren, roep dan onmiddellijk de hulp van een arts in.
Over het gebruik van AA-batterijen
Houd de camera en accessoires altijd
buiten bereik van kleine kinderen.
K-r_OPM_DUT.book Page 4 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
5
Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel
uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, controleer dan of alles nog goed werkt,
vooral als u belangrijke opnamen wilt maken (bijvoorbeeld bij een huwelijk of op reis).
Als uw camera of opnamemedium (SD-geheugenkaart) een defect vertoont, kunt
u er niet zeker van zijn dat beelden correct worden opgenomen of afgespeeld
of ongeschonden naar een computer worden gekopieerd.
Als de batterij volledig opgeladen wordt weggeborgen, kan dat tot verlies van
prestaties leiden. Vermijd met name opslag bij hoge temperaturen.
Als de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt terwijl een batterij
is geplaatst, kan de batterij te ver ontladen, wat ten koste gaat van de levensduur.
Het verdient aanbeveling de batterij een dag voor gebruik, of op de dag van gebruik
zelf op te laden.
Het bij de camera geleverde netsnoer dient uitsluitend te worden gebruikt voor
de batterijlader D-BC109. Gebruik het netsnoer niet voor andere apparaten.
Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat
de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur zeer
hoog kan oplopen.
Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen
om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip.
Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40°C (32°F tot 104°F).
Het scherm kan bij hoge temperaturen zwart worden, maar werkt weer normaal bij
een normale omgevingstemperatuur.
De reactiesnelheid van het scherm kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt
aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect.
Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan
de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een
plastic zak en haal hem er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera
en de omgeving minimaal is geworden.
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien
de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera
komen, veeg deze dan weg.
Druk niet met kracht op het scherm. Het risico bestaat dat het scherm hierdoor gaat
barsten of niet meer naar behoren functioneert.
Draai de bevestigingsbout niet te vast aan wanneer u de camera op een statief plaatst.
Aandachtspunten tijdens het gebruik
Voor u de camera gaat gebruiken
Over de batterij en de batterijlader
Voorzorgsmaatregelen voor het dragen
en gebruiken van de camera
K-r_OPM_DUT.book Page 5 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
6
Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner,
alcohol of wasbenzine.
Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een
lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief
hierdoor beschadigd kan raken.
Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele reiniging
van de CMOS-sensor (hieraan zijn kosten verbonden).
Berg de camera niet op in de nabijheid van conserveermiddelen of chemicaliën.
Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan
schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een
droge en goed geventileerde plaats op.
Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het
product op peil te houden.
Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.56) voor
meer informatie over de SD-geheugenkaart.
Als u gegevens wist die zijn opgeslagen op een SD-geheugenkaart, of een
SD-geheugenkaart formatteert, dan worden de originele gegevens niet volledig
verwijderd. U dient zich hiervan bewust te zijn. Er is in de handel software verkrijgbaar
waarmee anderen de door u gewiste, wellicht privacygevoelige, bestanden kunnen
terughalen.
De camera schoonmaken
De camera opbergen
Andere voorzorgsmaatregelen
Informatie over registratie van uw product
Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk
om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde
cd-rom of op de website van PENTAX. Zie p.311 voor bijzonderheden. Bij voorbaat
dank voor uw medewerking.
K-r_OPM_DUT.book Page 6 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
7
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 7 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
8
Voor een veilig gebruik van de camera................................................ 1
Aandachtspunten tijdens het gebruik................................................... 5
Inhoudstafel ......................................................................................... 8
Samenstelling van de handleiding ..................................................... 15
Voordat u de camera gaat gebruiken 17
Kenmerken van de W-camera ...............................................18
De inhoud van het pakket controleren .......................................21
Namen en functies van de onderdelen.......................................22
Opnamestand .................................................................................... 23
Weergavestand.................................................................................. 25
Weergave van indicaties..............................................................27
Monitor ............................................................................................... 27
Zoeker................................................................................................ 36
Functie-instellingen wijzigen.......................................................38
Richtingsknoppen gebruiken.............................................................. 38
Het bedieningspaneel gebruiken ....................................................... 39
De menu’s gebruiken ......................................................................... 40
Voorbereidingen 43
Draagriem bevestigen ..................................................................44
De batterij plaatsen ......................................................................45
De lithium-ionbatterij gebruiken ......................................................... 45
Gebruik van de AA-batterijen............................................................. 48
Indicatie batterijniveau ....................................................................... 51
Geschatte opslagcapaciteit en weergavetijd (batterij volledig
opgeladen/nieuwe AA-batterijen)....................................................... 52
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) ................................ 53
Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen............................55
Opnameresolutie en Kwaliteitsniveau................................................ 57
Een objectief aansluiten ..............................................................59
De zoekerdioptrie corrigeren.......................................................61
De camera aan- en uitzetten ........................................................62
Basisinstellingen ..........................................................................63
De weergavetaal instellen.................................................................. 63
Datum en tijd instellen........................................................................ 67
Inhoudstafel
K-r_OPM_DUT.book Page 8 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
9
Basisbediening 69
Basishandelingen bij opnamen...................................................70
De camera vasthouden...................................................................... 70
De camera de optimale instellingen laten bepalen ............................ 71
Werken met een zoomobjectief...................................................76
Gebruik van de ingebouwde flitser.............................................77
De flitsfunctie instellen ....................................................................... 78
Corrigeren van de flitsintensiteit......................................................... 84
Opnamen weergeven ...................................................................85
Opnamen weergeven......................................................................... 85
Eén enkele opname wissen ............................................................... 86
Opnamefuncties 89
Werken met de opnamefuncties .................................................90
Items instellen met richtingsknoppen................................................. 90
Onderdelen van het menu Opnamemodus........................................ 91
Onderdelen van het menu Persoonlijke instelling.............................. 93
De juiste opnamestand kiezen ....................................................95
Picture-standen.................................................................................. 96
H-standen....................................................................................... 97
Opnamefuncties................................................................................. 99
Belichting instellen.....................................................................100
Effect van diafragma en sluitertijd.................................................... 100
Gevoeligheid instellen...................................................................... 102
Beeldruis reduceren (Ruisreductie) ................................................. 104
De belichtingsfunctie wijzigen .......................................................... 107
De lichtmeetmethode selecteren ..................................................... 118
Belichting corrigeren ........................................................................ 121
De belichting vergrendelen voordat de opname wordt gemaakt
(Belichtingsgeheugen) ..................................................................... 125
Scherp stellen .............................................................................127
Autofocus gebruiken ........................................................................ 127
De AF-modus instellen..................................................................... 130
AF-aanpassing................................................................................. 132
Het scherpstelgebied selecteren (AF-punt) ..................................... 134
De scherpstelling vergrendelen (Scherpstelling vergrendelen) ....... 137
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherp stellen)....... 139
Compositie, belichting en scherpstelling controleren
vóór de opname (Voorbeeld).....................................................142
De Voorbeeld-functie toewijzen aan de knop Snelinstelling ............ 142
Optisch voorbeeld weergeven ......................................................... 144
Digitaal voorbeeld weergeven.......................................................... 145
K-r_OPM_DUT.book Page 9 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
10
De functie Shake Reduction gebruiken om camerabewegingen
te verminderen............................................................................146
Foto’s maken met de functie Shake Reduction ............................... 146
Opnamen maken met de zelfontspanner......................................... 150
Opnamen maken met de afstandsbediening (Optioneel) ................ 152
Continuopnamen maken............................................................155
Continuopname................................................................................ 155
Intervalopnamen .............................................................................. 157
Dubbelopnamen............................................................................... 159
Opnamen maken met digitale filters.........................................162
Opnamen maken met Live weergave........................................166
Live weergave instellen.................................................................... 167
Foto’s maken ................................................................................... 169
Video-opnamen maken ..............................................................172
De video-instellingen wijzigen.......................................................... 172
Video opnemen................................................................................ 174
Video weergeven ............................................................................. 176
Video-opnamen bewerken ............................................................... 178
De flitser gebruiken 181
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie .......................182
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken ................................... 182
2e sluitergordijn-synchronisatie gebruiken....................................... 184
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser .........................................................186
Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser ...............188
Gebruik van een externe flitser (optioneel)..............................189
Gebruik van de functie Automatisch P-DDL-flitsen.......................... 190
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie ........................................ 191
Draadloos flitsen .............................................................................. 192
Een externe flitser aansluiten met het verlengsnoer........................ 196
Meerdere flitsers met verlengsnoeren ............................................. 197
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie .................................... 198
Opname-instellingen 199
Een bestandsindeling instellen.................................................200
JPEG-opnameresolutie instellen...................................................... 200
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen ................................................ 201
De bestandsindeling instellen .......................................................... 202
De functie van de knop Snelinstelling selecteren ...................205
De witbalans instellen ................................................................208
Witbalans handmatig aanpassen..................................................... 211
Fijnafstemming van de witbalans..................................................... 213
De kleurruimte instellen ................................................................... 214
K-r_OPM_DUT.book Page 10 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
11
Opnamen corrigeren ..................................................................215
De helderheid aanpassen ................................................................ 215
Objectiefcorrectie ............................................................................. 219
De afwerking van de opname instellen ....................................221
Aangepaste opname instellen.......................................................... 221
Cross-processing instellen............................................................... 224
Weergavefuncties 227
Bediening van weergavefuncties..............................................228
Items van het weergavepalet ........................................................... 228
Items van het menu Weergeven ...................................................... 229
De weergavemethode instellen .................................................231
Opnamen vergroten ...................................................................233
Weergave van meerdere opnamen ...........................................234
Scherm voor weergave van meerdere opnamen............................. 234
Opnamen weergeven aan de hand van de mapnaam..................... 235
Opnamen weergeven op basis van opnamedatum
(Kalenderweergave)......................................................................... 236
Opnamen vergelijken ....................................................................... 238
Opnamen samenvoegen (Index) ..................................................... 239
Opnamen continu weergeven ...................................................242
Diavoorstelling instellen ................................................................... 242
De diavoorstelling starten ................................................................ 243
Opnamen roteren........................................................................245
Meerdere opnamen wissen........................................................246
Geselecteerde opnamen wissen...................................................... 246
Een map wissen............................................................................... 247
Alle opnamen wissen ....................................................................... 249
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) .....................250
Eén opname beveiligen ................................................................... 250
Alle opnamen beveiligen.................................................................. 251
De camera aansluiten op een audiovisueel apparaat .............252
Opnamegegevens uitwisselen met andere apparaten............254
Opnamegegevens verzenden en ontvangen
via infraroodtransmissie ................................................................... 254
Een duelspel spelen met gebruik van uw opnamen
(Opnamen vergelijken)..................................................................... 257
Opnamen verwerken 259
Het opnameformaat wijzigen.....................................................260
De opnameresolutie en het kwaliteitsniveau wijzigen (Resize) ....... 260
Uitsneden maken (Cropping) ........................................................... 262
K-r_OPM_DUT.book Page 11 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
12
Opnamen bewerken met digitale filters....................................264
Het digitale filter toepassen.............................................................. 266
Filtereffecten kopiëren ..................................................................... 268
Zoeken naar de oorspronkelijke opname......................................... 269
RAW-opnamen ontwikkelen ......................................................270
Eén RAW-opname ontwikkelen ....................................................... 270
Meerdere RAW-opnamen ontwikkelen ............................................ 271
Parameters opgeven........................................................................ 273
Andere instellingen wijzigen 275
Werken met het menu Set-up ....................................................276
Items van het menu Set-up.............................................................. 276
Een SD-geheugenkaart formatteren .........................................278
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal, de datum
en tijd en de weergavetaal .........................................................279
Het geluidssignaal instellen ............................................................. 279
De datum- en tijdweergave wijzigen ................................................ 280
Wereldtijd instellen........................................................................... 280
De weergavetaal instellen................................................................ 283
Weergave van monitor en menu’s aanpassen.........................284
Het tekstformaat instellen ................................................................ 284
De tijd voor weergave van het hulpdisplay instellen ........................ 284
Instellen welke menutab als eerste wordt weergegeven ................. 285
De statusschermweergave instellen ................................................ 286
De weergave voor Momentcontrole instellen................................... 286
De helderheid van de monitor aanpassen ....................................... 287
De kleur van de monitor aanpassen ................................................ 288
Map/bestandsnummer instellen................................................289
De mapnaaminstelling wijzigen........................................................ 289
Nieuwe mappen aanmaken ............................................................. 289
Bestandsnummer instellen............................................................... 290
De stroominstellingen selecteren .............................................291
Automatisch uitschakelen instellen .................................................. 291
Het batterijtype selecteren ............................................................... 292
Fotograafgegevens instellen.....................................................293
De DPOF-instellingen uitvoeren................................................295
Corrigeren van defecte pixels
in de CMOS-sensor (Pixeluitlijning)..........................................297
Instellingen selecteren om op te slaan in de camera
(Geheugen)..................................................................................298
K-r_OPM_DUT.book Page 12 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
13
De camera aansluiten op een computer 301
Gemaakte opnamen bewerken op een computer....................302
Opnamen opslaan op de computer ..........................................303
De USB-aansluitfunctie instellen...................................................... 303
Opnamen opslaan door de camera aan te sluiten op de computer . 305
Gebruik van de bijgeleverde software......................................306
De software installeren .................................................................... 306
Schermen van de PENTAX Digital Camera Utility 4........................ 308
Bijlage 313
Standaardinstellingen ................................................................314
De menu’s resetten ....................................................................321
De menu’s Opnamemodus/Weergeven/Instellen resetten .............. 321
Menu Persoonlijke instellingen herstellen........................................ 322
Beschikbare functies bij verschillende
objectiefcombinaties..................................................................323
Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken] ........................... 325
De CMOS-sensor reinigen .........................................................327
Stof verwijderen door de CMOS-sensor te schudden...................... 327
Stof detecteren op de CMOS-sensor (Stofalarm) ............................ 328
Stof verwijderen met een blaaskwastje............................................ 330
Optionele accessoires ...............................................................332
Foutberichten..............................................................................338
Problemen oplossen ..................................................................341
Belangrijkste technische gegevens..........................................345
Verklarende woordenlijst...........................................................352
Index ............................................................................................358
GARANTIEBEPALINGEN ...........................................................366
K-r_OPM_DUT.book Page 13 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
14
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 14 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
15
Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken.
Samenstelling van de handleiding
1 Voordat u de camera gaat gebruiken
Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van
de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen
Beschrijft de eerste stappen van de aankoop van de camera tot het maken van
opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
Beschrijft de procedures voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
Beschrijft de functies voor het maken van opnamen.
5 De flitser gebruiken
Beschrijft het gebruik van de ingebouwde en de externe flitsers.
6 Opname-instellingen
Beschrijft de procedures voor het configureren van beeldbewerking en het instellen
van de bestandsindeling.
7 Weergavefuncties
Beschrijft de procedures voor het weergeven, verwijderen en beveiligen
van opnamen.
8 Opnamen verwerken
Beschrijft de procedures voor het wijzigen van het opnameformaat, het toepassen
van digitale filters en het ontwikkelen van opnamen die zijn gemaakt in de
RAW-indeling.
9 Andere instellingen wijzigen
Beschrijft de procedures voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld
die voor de monitor en de conventies voor de naamgeving van beeldmappen.
10 De camera aansluiten op een computer
Beschrijft hoe u de camera aansluit op een computer; bevat bovendien installatie-
instructies en een algemeen overzicht van de meegeleverde software.
11 Bijlage
Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk
verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
1
5
4
3
2
6
10
9
8
7
11
K-r_OPM_DUT.book Page 15 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
16
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna
uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen
voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel.
Geeft nuttige informatie.
Geeft aan dat bij gebruik van de camera voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen.
K-r_OPM_DUT.book Page 16 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
1 Voordat u de camera
gaat gebruiken
Controleer de inhoud van het pakket en de namen
en functies van de diverse onderdelen voordat u de camera
in gebruik neemt.
Kenmerken van de W-camera .......................18
De inhoud van het pakket controleren ...............21
Namen en functies van de onderdelen ..............22
Weergave van indicaties .....................................27
Functie-instellingen wijzigen ..............................38
K-r_OPM_DUT.book Page 17 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
18
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Kenmerken van de W-camera
Voorzien van een CMOS-sensor van 23,6×15,8 mm met effectief
12,4 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot
dynamisch bereik.
Uitgerust met Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren
van onscherpte door het bewegen van de sensor. Daarmee kunt
u scherpe opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door
het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief.
Uitgerust met een zoeker die vergelijkbaar is met die van een
conventionele kleinbeeldcamera, met een vergroting van ca. 0,85
en een beeldveld van ca. 96% om gemakkelijker beeldcomposities
te maken en comfortabeler handmatig scherp te stellen. Bovendien
uitgerust met een functie die de actieve AF-punten in de zoeker rood
doet oplichten.
Voorzien van een grote monitor van 3,0 inch met ca. 921.000 pixels,
een grote beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een
zo nauwkeurig mogelijke weergave.
Behalve dat u gebruik kunt maken van de oplaadbare lithium-ionbatterij
D-LI109, kunt u met de optionele AA-batterijhouder D-BH109 ook
de commercieel verkrijgbare AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH
batterijen of AA-alkalinebatterijen gebruiken.
Voorzien van een Live weergavefunctie voor het maken van opnamen
bij gelijktijdige real-time weergave van het onderwerp op de monitor.
U kunt video-opnamen maken door gebruik te maken van
de eigenschappen van het objectief. De camera kan ook een Composite
Video-signaal uitvoeren, zodat u gemaakte opnamen en video kunt
weergeven op een monitor zoals een tv-scherm.
Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen
van de camera. Grote tekst, een monitor met een hoog contrast
en gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera
eenvoudiger.
Op de CMOS-sensor is een speciale SP-coating aangebracht die
voorkomt dat stof aan de sensor blijft kleven. Bij toepassing van
de functie Sensor stofvrij maken wordt de CMOS-sensor tevens
geschud om stof te verwijderen.
Uitgerust met digitale filters voor het bewerken van de opname in de
camera. Tijdens het maken van opnamen kunt u digitale filters toepassen
zoals Kleur of Soft, maar u kunt er opnamen ook achteraf mee bewerken.
K-r_OPM_DUT.book Page 18 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
19
Met de functie Aangepaste opname kunt u instellingen aanpassen
terwijl een voorbeeld van het eindresultaat wordt weergegeven, zodat
u meer greep krijgt op wat u met de opname wilt bereiken.
Opnamen worden opgeslagen in de veelzijdige JPEG-indeling of de
kwalitatief hoogwaardige en volledig bewerkbare RAW-indeling. U kunt
ook JPEG+RAW selecteren en tegelijkertijd opnamen maken met beide
indelingen. Opnamen die zijn gemaakt met de RAW-indeling, kunnen
gemakkelijk intern door de camera worden verwerkt.
Voorzien van de Gevoeligheidsvoorkeuze K die automatisch het
diafragma en de sluitertijd aanpast aan een ingestelde gevoeligheid.
Ondersteunt infraroodtransmissie (IrSimple/IrSS) waarmee
u beeldgegevens kunt verzenden en ontvangen naar en vanaf mobiele
telefoons en printers.
Shake Reduction (SR)
Shake Reduction (SR) op de W is een origineel PENTAX-systeem
waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge
snelheid wordt bewogen om camerabewegingen te compenseren.
De camera kan enig geluid voortbrengen als deze heen en weer
wordt geschud, bijvoorbeeld bij het wijzigen van compositie.
Dit is normaal en geen defect.
Een opname ook opslaan als een RAW-opname
Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is,
en de gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig
zijn, kunt u de opname ook opslaan in de RAW-indeling door tijdens
weergave op de knop mc te drukken.
Als de opname werd gemaakt met een van de volgende instellingen,
dan wordt de RAW-opname opgeslagen op de aangeduide wijze.
Cross-processing RAW-opname zonder Cross-processing
Digitaal filter RAW-opname zonder filtereffect
HDR-opname RAW-opname met standaardbelichting
Dubbelopnamen RAW-opname met Dubbelopnamen
K-r_OPM_DUT.book Page 19 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
20
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij
de W- en 35 mm-kleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer
hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat de formaten van
kleinbeeldfilm en een CMOS-sensor verschillen.
Afmetingen van kleinbeeldfilm en CMOS-sensor
35 mm-kleinbeeldfilm: 36×24 mm
CMOS-sensor W: 23,6×15,8 mm
De brandpuntsafstand van een objectief dat wordt gebruikt met een 35 mm-
camera, is circa 1,5 keer langer dan die van de W. Om opnamen te maken
met een beeldhoek die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt u de brandpuntsafstand
van het 35 mm-objectief door 1,5.
Voorbeeld: Om dezelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief
op een kleinbeeldcamera
150÷1,5=100
Gebruik een 100 mm-objectief met de W.
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de
W worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een
35 mm-camera te bepalen.
Voorbeeld: Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op de W
300×1,5=450
De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op een
kleinbeeldcamera.
K-r_OPM_DUT.book Page 20 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
21
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
De inhoud van het pakket controleren
Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd.
Controleer of alle accessoires zijn bijgeleverd.
Flitsschoenbeschermer FK
(gemonteerd op de camera)
Oogschelp F
Q
(op de camera bevestigd)
Dop cameravatting
(gemonteerd op de camera)
USB-kabel I-USB7 Draagriem O-ST53 Oplaadbare
lithium-ionbatterij D-LI109
Batterijlader D-BC109 Netsnoer Software (Cd-rom)
S-SW110
Handleiding
(deze handleiding)
Zie p.332 voor informatie over optionele accessoires.
K-r_OPM_DUT.book Page 21 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
22
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Namen en functies van de onderdelen
* In de tweede afbeelding wordt de camera weergegeven zonder oogschelp FQ.
Statiefaansluiting
Batterijklep
Ontgrendelknop
van de batterijklep
Zelfontspannerlampje/
Afstandsbedienings-
sensor
AF-koppeling
Spiegel
Ontgrendelknop
voor het objectief
Contactpunten
voor
objectiefinformatie
Kaartklep
Riembevestiging
Flitsschoen
Index
objectiefvatting
(rode punt)
Ingebouwde flitser
PC/AV-aansluiting
Dioptriecorrectie-
knop
Klepje voor
aansluitingen
Zoeker
LED voor lezen
van/schrijven
naar kaart
Monitor
AF-hulplicht
Luidspreker
Microfoon
Indicatie beeldvlak
Infraroodpoort
K-r_OPM_DUT.book Page 22 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
23
Functies van knoppen die bij het maken van opnamen worden gebruikt.
Opnamestand
Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop
kunnen instellingen worden gewijzigd.
3
4
1
7
0
d
6
9
8
e
5
2
a
b
c
f
K-r_OPM_DUT.book Page 23 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
24
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
1 Knop | (Snelinstelling)
U kunt aan deze knop een
functie toewijzen. (p.205)
2 Ontspanknop
Indrukken om opnamen
te maken. (p.74)
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera
uit en aan te zetten. (p.62)
4 Ontgrendelknop voor
het objectief
Indrukken om een objectief
te verwijderen. (p.60)
5 Knop mc
Waarden voor belichtingscor-
rectie en diafragma instellen.
(p.108, p.114, p.121)
6 Functiekiezer
Opnamestand wijzigen. (p.95)
7 Scherpstelfunctieknop
Schakelen tussen automatisch
(p.127) en handmatig
scherpstellen. (p.139)
8 Knop K/i
Indrukken om de ingebouwde
flitser uit te klappen. (p.77)
9 e-knop
De sluitertijd, het diafragma,
de gevoeligheid en de
belichtingscorrectie instellen.
0 Knop =/L
U kunt met deze knop scherp
stellen op het onderwerp
of de belichtingswaarde
vergrendelen. (p.116,
p.125, p.128)
a Knop Q
Hiermee wordt de weergave-
stand geactiveerd. (p.85)
b Knop U
Toont een opname die
is gemaakt met Live
weergave. (p.166)
c Knop M
Hiermee activeert u het
statusscherm (p.28)
Schakelt over naar het
bedieningspaneel tijdens
weergave van het
statusscherm. (p.29)
d Knop 4
Druk tijdens weergave van
het bedieningspaneel of een
menuscherm op deze knop
om het geselecteerde item
te bevestigen.
Als het scherpstelgebied
ingesteld is op S
(Selecteren), druk dan
op deze knop als u wijziging
van het AF-punt wilt in-
of uitschakelen. (p.134)
e Vierwegbesturing
(2345)
Toont het instelmenu
voor de Transportstand/
Flitsinstelling/Witbalans/
Gevoeligheid (p.90).
Als het bedieningspaneel
of een schermmenu wordt
weergegeven, verplaatst
u de cursor of wijzigt u een
item met de vierwegbesturing.
Wijzigt het AF-punt als het kan
worden gewijzigd.
f Knop 3
Hiermee wordt het menu
[A Opnamemodus 1]
weergegeven (p.91).
Druk vervolgens op de
vierwegbesturing (5)
om submenu’s weer te geven.
K-r_OPM_DUT.book Page 24 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
25
Functies van knoppen die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt.
Weergavestand
3
4
2
9
6
0
7
8
a
5
1
K-r_OPM_DUT.book Page 25 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
26
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
In deze bedieningshandleiding wordt
op de volgende manier verwezen naar
de knoppen van de vierwegbesturing.
1 Knop | (Snelinstelling)
Indrukken om instellingen
te wijzigen, zoals het resetten
van waarden. (p.205)
2 Ontspanknop
Halverwege indrukken
om over te gaan naar
de opnamestand.
3 Hoofdschakelaar
Bewegen om de camera uit
en aan te zetten. (p.62)
4 Knop mc
Als JPEG de bestandsindeling
is van de laatst gemaakte
opname, en de gegevens
hiervan nog in het
buffergeheugen aanwezig
zijn, kunt u op deze knop
drukken om de opname
ook op te slaan
in de RAW-indeling. (p.86)
5 Knop K/i
Indrukken om opnamen
te verwijderen. (p.86)
6 e-knop
Een opname uitvergroten
(p.233) of meerdere
opnamen tegelijkertijd
weergeven. (p.234)
7 Knop Q
Hiermee activeert
u de opnamestand.
8 Knop M
Hiermee geeft
u opnamegegevens weer
op de monitor. (p.30)
9 Knop 4
Bevestigt de instelling die
u hebt geselecteerd in het
menu of weergavescherm.
0 Vierwegbesturing
(2345)
Gebruik deze om de cursor
te verplaatsen of items
te wijzigen in menu’s of het
weergavescherm.
Druk op de vierwegbesturing
(3) om het weergavepalet
op te roepen. (p.228)
a Knop 3
Hiermee geeft u het menu
[Q Weergeven 1] weer
(p.229). Druk vervolgens
op de vierwegbesturing (5)
om submenu’s op te roepen.
Verwijzingen naar knoppen
K-r_OPM_DUT.book Page 26 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
27
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Weergave van indicaties
Afhankelijk van de camerastatus
worden de hieronder beschreven
gegevens op de monitor
weergegeven.
Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden
(standaardinstelling) weergegeven op de monitor als de camera
wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt.
Monitor
De helderheid en de kleur van de monitor kunnen worden aangepast.
(p.287, p.288)
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer
1 Opnamestand (p.95) 3 Actuele datum en tijd (p.67)
2 Wereldtijd (p.280) (alleen indien
ingesteld op Bestemmingstijd)
Als u geen bedieningsaanwijzingen op het scherm wilt weergeven,
stel [Hulpdisplay] dan in op [Uit] in het menu [R Instellen 1]. (p.284)
Monitor
09/09/2010 10:30AM
P
Programma
Automatische belichting
P
1
23
K-r_OPM_DUT.book Page 27 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
28
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Tijdens het maken van opnamen wordt het statusscherm weergegeven
waarin de huidige instellingen van de opnamefunctie worden getoond.
U kunt een ander scherm kiezen door op de knop M te drukken.
Statusscherm
(Alle items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan
er iets anders worden weergegeven.)
Opnamestand
P
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
125 5.6F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
200
JPEG
12M
[
37
]
Aangepaste opname
Helder
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
Statusscherm
M
Bedieningspaneel Leeg
MM
12
910
88
11 12
14
8
15 16
22 23 24 25 26
17
18 19 20
21
13
34 5 67
P
SHIFT
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
2000 2.8
±1.0
G1A1
F
1122+3-3
AWB
12
M
[
37
]
1600
JPEG
1 Opnamestand (p.95)
2 Belichtingsgeheugen (p.125)
3 Intervalopname (p.155)/
Dubbelopnamen (p.159)/Digitaal
filter (p.162)/HDR-opname (p.217)/
Cross-processing (p.224)
4 Aangepaste opname (p.221)/
Cross-processing (p.224)
5 Scherpstelstand (p.127)
6 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.118)
7 Batterijniveau (p.51)
8 Hulp e-knop
9 Sluitertijd
10 Diafragmawaarde
11 ISO AUTO
12 Gevoeligheid (p.102)
13 Belichtingscorrectie (p.121)/
Belichtingsbracketing (p.122)
14 LW-balk
15 Flitsbelichtingscorrectie (p.84)
16 Fijnafstemming witbalans (p.213)
17 Transportstand (p.90)
18 Witbalans (p.208)
19 AF-punt selecteren (p.134)
20 Gevoeligheid (p.102)
21 Flitsinstelling (p.78)
22 Bestandsindeling (p.202)
23 JPEG-resolutie (p.200)
24 JPEG-kwaliteit (p.201)
25 Shake Reduction (p.146)
26 Resterende opslagcapaciteit/
aanduiding knop |
K-r_OPM_DUT.book Page 28 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
29
Het bedieningspaneel
Druk op de knop M in het statusscherm om het bedieningspaneel weer
te geven en instellingen te wijzigen.
Instellingen die niet gewijzigd kunnen worden bij de huidige configuratie van
de camera, kunnen niet worden geselecteerd.
Op het statusscherm wordt de instelling die momenteel wordt gewijzigd
of wordt de bedieningsaanwijzing voor de knoppen die kunnen worden
bediend, weergegeven in een blauwe kleur (wanneer [Statusscherm] in het
menu [R Instellen 1] ingesteld is op [Weerg. kleur 1]).
Het statusscherm verdwijnt als er binnen 30 seconden geen
bedieningshandeling heeft plaatsgevonden. Druk op de knop M als u het
scherm weer op wilt roepen.
Als er op het bedieningspaneel 30 seconden lang geen bedieningshandeling
heeft plaatsgevonden, verschijnt het statusscherm weer.
Als [Display opname-info] ingesteld is op O (Aan) bij [Geheugen] (p.298)
in het menu [A Opnamemodus 4] en het lege scherm geselecteerd wordt,
dan wordt bij de volgende inschakeling van de camera eerst het lege
scherm getoond.
[9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven
op het statusscherm en op het bedieningspaneel. Zelfs als 10.000
of meer opnamen kunnen worden gemaakt, wordt [9999] weergegeven.
1
2
18 19
43 567
98101112
1413 15 16 17
12
M
[
37
]
Aangepaste opname
Helder
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
1 Functienaam
2 Instelling
3 Aangepaste opname (p.221)
4 Cross-processing (p.224)
5 Digitaal filter (p.162)
6 HDR-opname (p.217)
7 Shake Reduction (p.146)
8 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.118)
9 AF-modus (p.130)
10 AF-punt selecteren (p.134)
11 Correctie van hoge lichten (p.215)
12 Schaduwcorrectie (p.216)
13 Bestandsindeling (p.202)
14 JPEG-resolutie (p.200)
15 JPEG-kwaliteit (p.201)
16 Vervormingscorrectie (p.219)
17 Correctie laterale chromatische
aberratie (p.219)
18 Actuele datum en tijd
19 Resterende opslagcapaciteit
K-r_OPM_DUT.book Page 29 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
30
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Telkens wanneer u tijdens weergave op de knop M drukt, toont
de camera andere informatie.
Weergavestand
Standaard
Op het scherm worden de gemaakte opname,
de bestandsindeling en de bedieningsaanwijzingen
weergegeven.
Histogramweergave
Op het scherm worden de opname en het histogram
(Helderheid/RGB) weergegeven. Niet beschikbaar tijdens
weergave van video. (p.33)
Weergave van
detail-info
Op het scherm worden details van de opname-instellingen
en het tijdstip van de opname weergegeven. (p.31)
Geen infoweergave Alleen de opname wordt weergegeven.
De informatie die tijdens weergave als eerste wordt getoond, is dezelfde als
die van de laatste weergave in de vorige sessie. Als [Display weergave-info]
ingesteld is op P (Uit) bij [Geheugen] (p.298) in het menu [A Opnamemodus
4], wordt bij inschakeling van de camera als eerste altijd het scherm
[stand.] getoond.
2000 F5.6
JPEG
1/
100-0001
100-0001
RAW
RAW
200
ISO
2000 F5.6
JPEG
1/
1 00-0001
100-0001
RAW
RAW
200
ISO
P
09/09/2010
10:00AM
100-0001
1/
2000
AF.A
12
M
G2
200
ISO
24
m
m
±0
±0
±0
±0
±0
JPEG
AdobeRGB
A1
F5.6 +1.5 -0.5
DR
DR
200
200
Standaard
M
M
M
M
Geen infoweergave Weergave van detail-info
Histogramweergave
K-r_OPM_DUT.book Page 30 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
31
Weergave van detail-info
Ga van de ene naar de andere pagina met de vierwegbesturing (23).
P
09/09/2010
10:00AM
09/09/2010
10:00AM
100-0001
1/
2000
AF.A
12M
G2
200
ISO
24
mm
±0
±0
±0
±0
±0
JPEG
AdobeRGB
A1
F2.8
F2.8
+1.5 -0.5
100-0001
100-0001
DR
DR
200
200
G2MONO
Movie
10
min
10
sec
±0
±0
±0
±0
±0
A1
OFF
OFF
3
2
2
2
3
45
4
34
35 36
37 13 38
5
6
30
7
8
9
10 11
12 13 14 15 18
19
19
1716
20
23
23
24
24
25 26 27 28 29
2725 26 29
31
30
31
3332
32
21
22
1
45
39
40
41
39
1
Pagina 1
Foto
Video
Foto/Video
Pagina 2
2
3
2
3
K-r_OPM_DUT.book Page 31 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
32
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
* Bij opnamen die zijn gemaakt met Live weergave wordt de autofocusmethode
weergegeven voor indicatie 9.
* De indicaties 7 en 21 worden alleen weergegeven bij opnamen die zijn
gemaakt met de flitser.
* De indicaties 13, 14, 15, 16 en 24 worden alleen weergegeven bij opnamen
die zijn gemaakt terwijl de bijbehorende functie was ingeschakeld.
* De indicaties 26 en 27 worden niet weergegeven bij RAW-opnamen.
1 Rotatie-informatie (p.245)
2 Gemaakte opname
3 Opnamestand (p.95)
4 Beveiligen (p.250)
5 Mapnummer-
bestandsnummer (p.289)
6 Transportstand (p.90)
7 Flitsinstelling (p.78)
8 Brandpuntsafstand objectief
9 AF-punt (p.134)/
Autofocusmethode (p.167)
10 Scherpstelstand (p.127)
11 Lichtmeting bij automatische
belichting (p.118)
12 Sluitertijd
13 Digitaal filter (p.162)
14 HDR-opname (p.217)/
Dubbelopnamen (p.159)/
Cross-processing (p.224)
15 Correctie van hoge lichten (p.215)
16 Schaduwcorrectie (p.216)
17 Vervormingscorrectie (p.219)
18 Instelling laterale chromatische
aberratie (p.219)
19 Diafragmawaarde
20 Belichtingscorrectie (p.121)
21 Flitsbelichtingscorrectie (p.84)
22 Gevoeligheid (p.102)
23 Witbalans (p.208)
24 Fijnafstemming witbalans (p.213)
25 Bestandsindeling (p.202)
26 Resolutie (p.172, p.200)
27 Kwaliteitsniveau (p.172, p.201)
28 Kleurruimte (p.214)
29 Shake Reduction (p.146, p.173)
30 Beeldtint (p.221)
31 Parameters aangepaste
opname (p.221)
32 Opnamedatum en -tijd
33 DPOF-instelling (p.295)
34 Opnametijd
35 Geluidsinstelling (p.173)
36 Geluidstype (p.172)
37 Transportstand
(afstandsbediening)
38 Cross-processing (p.224)
39 Waarschuwing dat integriteit
van informatie is geschonden
40 Fotograaf (p.293)
41 Copyrighthouder (p.293)
K-r_OPM_DUT.book Page 32 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
33
Histogramweergave
De volgende histogrammen kunnen worden weergegeven bij weergave
van foto-opnamen. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van
helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van kleurintensiteit.
Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen
Helderheidshistogram en RGB-histogram.
* Indicatie 2 wordt alleen weergegeven voor beveiligde opnamen.
* Indicatie 4 wordt alleen weergegeven als de bestandsindeling van de laatst
gemaakte opname JPEG is, en de gegevens van deze opname nog in het
buffergeheugen aanwezig zijn. (p.86)
Als [Licht/donker geb] (p.231) in het menu [Q Weergeven 1] ingesteld is op
O (Aan), dan gaan gebieden met heldere of donkere gedeelten knipperen
(behalve bij weergave van het RGB-histogram en weergave van detail-info).
2000 F5.6 200
100-0001
100-0001
1/
2000 F5.6
100-0001
100-0001
1/
ISO
200
ISO
RAW
RA W
97 8 10 6 7 8 9 106
5
11
4
12
13
5
1
1 3232
Helderheidshistogram RGB-histogram
23
23
1 Histogram (Helderheid)
2 Beveiligen
3 Mapnummer-bestandsnummer
4 Een opname tevens opslaan
in de RAW-indeling
5 Schakelen tussen RGB-histogram/
Helderheidshistogram
6 Bestandsindeling
7 Sluitertijd
8 Diafragmawaarde
9 Gevoeligheid
10 DPOF-instelling
11 Histogram (R)
12 Histogram (G)
13 Histogram (B)
K-r_OPM_DUT.book Page 33 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
34
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Een histogram toont
de helderheidsverdeling van
een opname. De horizontale
as vertegenwoordigt helderheid
(donker aan de linkerzijde
en licht aan de rechterzijde)
en de verticale as vertegenwoordigt
het aantal pixels.
De vorm en indeling van het
histogram vóór en na de opname
maken duidelijk of het belichtingsniveau en het contrast al dan niet goed
zijn. Op basis hiervan bepaalt u of de belichting moet worden gewijzigd
en u de foto opnieuw moet maken.
1 Belichting corrigeren (p.121)
1 De helderheid aanpassen (p.215)
Inzicht in helderheid
Als de helderheid goed is en er geen excessief lichte of excessief donkere
gebieden zijn, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname
te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is, bevindt
de piek zich rechts.
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere
gedeelten zonder detail) en als de opname te licht is, wordt het gedeelte
rechts afgesneden (heldere gedeelten zonder detail).
Lichte gedeelten knipperen rood en donkere gedeelten knipperen geel
op de monitor als [Licht/donker geb] ingesteld is op O (Aan).
1 Opnamen weergeven (p.85)
1 De weergavemethode instellen (p.231)
1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.286)
Werken met het histogram
Aantal pixels
Helderheid (Donker) (Licht)
Donkere gedeelten Lichte gedeelten
Donkere opname Opname met weinig donkere
en heldere gebieden
Lichte opname
K-r_OPM_DUT.book Page 34 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
35
Inzicht in kleurbalans
De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven
in het RGB-histogram. De rechterkant van de grafieken ziet er hetzelfde
uit voor opnamen waarvoor ook de witbalans wordt aangepast. Als één
kleur links disproportioneel aanwezig is, is die kleur te intens.
1 De witbalans instellen (p.208)
Op de monitor worden met de hieronder getoonde indicaties de toetsen,
knoppen en e-knop aangeduid die op dat moment kunnen worden gebruikt.
Voorbeeld)
Bedieningsindicaties
2 Vierwegbesturing (2) Knop 3
3 Vierwegbesturing (3) M-knop
4 Vierwegbesturing (4) Knop =/L
5 Vierwegbesturing (5) | Knop Snelinstelling
4-knop mmc-knop
S E-knop K/i-knop
Ontspanknop
K-r_OPM_DUT.book Page 35 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
36
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
De volgende informatie wordt weergegeven in de zoeker.
Zoeker
1 AF-kader (p.61)
2 Spotmeetkader (p.119)
3 AF-punt (p.134)
4 Flitserstatus (p.77)
Brandt: flitser is gereed.
Knippert: gebruik van de flitser wordt aangeraden, maar deze is nog niet
ingeschakeld of wordt opgeladen.
5 Pictogram voor Picture-stand (p.96)
Het pictogram voor de geselecteerde Picture-stand verschijnt.
U (Normale stand van I), = (Portret), s (Landschap), q (Macro),
\ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht)
6 Shake Reduction (p.146)
Wordt weergegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd.
7 Sluitertijd
Sluitertijd bij het maken van opnamen of afstellen.
Wordt onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met
de e-knop.
Het aftellen van de verwerkingstijd wordt weergegeven als
de ruisreductiefunctie is geactiveerd. (p.104)
8 Diafragmawaarde
Diafragmawaarde bij opname of instelling.
Wordt onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan worden gewijzigd
met de e-knop.
[nr] knippert als de ruisreductiefunctie is geactiveerd. (p.104)
4 5
12
7910116 8
1
2
1
3
K-r_OPM_DUT.book Page 36 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
37
9 Scherpstelindicatie (p.72)
Brandt: als het onderwerp is scherpgesteld.
Knippert: er is niet scherpgesteld op het onderwerp.
10 Beschikbaar aantal opnamen/Belichtingscorrectiewaarde
Geeft het aantal opnamen weer dat nog kan worden gemaakt met het
huidige kwaliteitsniveau en de huidige opnameresolutie.
Het verschil met de juiste belichtingswaarde wordt weergegeven wanneer
de functiekiezer ingesteld is op a. (p.115)
m: Belichtingscorrectie (p.121)
Wordt onderstreept wanneer de belichtingscorrectiewaarde kan
worden gewijzigd met de e-knop terwijl de knop mc wordt ingedrukt.
o: Gevoeligheid
Wordt onderstreept wanneer de gevoeligheid kan worden gewijzigd
met de e-knop.
11 Scherpstelstand (p.127)
Wordt weergegeven indien ingesteld op \.
12 Belichtingsgeheugen (p.125)
Wordt weergegeven als de functie Belichtingsgeheugen is geactiveerd.
De AF-punten die worden gebruikt voor autofocus, worden weergegeven
in rood (AF-punt weergeven) als de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt. (p.134)
[9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven
in de zoeker. Zelfs als meer dan 10.000 opnamen kunnen worden gemaakt,
wordt [9999] weergegeven.
Als [AF/AE-L-knop] ingesteld is op [AF uitschakelen] in het menu
[A Opnamemodus 4], dan wordt \ weergegeven in de zoeker terwijl
de knop =/L wordt ingedrukt. (p.128)
K-r_OPM_DUT.book Page 37 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
38
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
Functie-instellingen wijzigen
Functie-instellingen kunt u wijzigen met de richtingsknoppen,
het bedieningspaneel of de menu’s.
In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen
van functie-instellingen.
In de opnamestand kunt u de transportstand, flitsfunctie, witbalans
en gevoeligheid instellen door de vierwegbesturing (2345)
in te drukken. (p.90)
Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [Flitsinstelling]
wordt ingesteld.
1
Druk op de vierwegbesturing
(3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2
Selecteer een flitsinstelling met
de vierwegbesturing (45).
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van
een opname.
Richtingsknoppen gebruiken
OK
MENU
0.0
Flitsinstelling
Annul. OK
Auto ontladen flitser
K-r_OPM_DUT.book Page 38 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
39
Tijdens het maken van opnamen kunt u de dan geldende instellingen
controleren in het statusscherm. U kunt ook overschakelen naar het
bedieningspaneel en instellingen wijzigen.
Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [JPEG
kwaliteitsniveau] wordt ingesteld.
1
Controleer het statusscherm
en druk vervolgens
op de knop M.
Het bedieningspaneel wordt
weergegeven.
Druk op de knop M als het
statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Selecteer met
de vierwegbesturing (2345)
een item waarvoor u de instelling
wilt wijzigen.
U kunt geen items selecteren waarvan
u de instelling niet kunt wijzigen.
Als bediening met richtingsknoppen ingeschakeld is, dan worden in het
statusscherm de bedieningsindicaties voor de richtingsknoppen weergegeven.
Bediening met richtingsknoppen is niet mogelijk wanneer het AF-punt wordt
gewijzigd terwijl het scherpstelgebied ingesteld is op S (Selecteren). Druk
in dat geval op de knop 4 en houd deze knop ingedrukt. (p.135)
Het bedieningspaneel gebruiken
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
20 5.6
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
JPEG
800
AUTO
PICT
12M
[
37
]
Aangepaste opname
Helder
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 39 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
40
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
3
Druk op de knop 4.
Het instellingenvenster van het
geselecteerde item wordt weergegeven.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(45) of de e-knop om een
instelwaarde te selecteren.
5
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het bedieningspaneel en is gereed voor het
maken van een opname.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe de menu’s [A Opnamemodus],
[Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling] worden gebruikt.
Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld beschreven hoe [Ruisond. lange
sltrtijd] wordt ingesteld in het menu [A Opnamemodus 2].
U kunt de instelling ook wijzigen door aan de e-knop te draaien nadat
u in stap 2 het item hebt geselecteerd dat u wilt wijzigen. Gedetailleerde
instellingen zoals parameters kunt u wijzigen nadat u op knop 4
hebt gedrukt.
Het statusscherm en het bedieningspaneel worden niet weergegeven
wanneer Live weergave (p.166) is geactiveerd. Verricht of wijzig vooraf
de benodigde instellingen in het menu [A Opnamemodus].
De menu’s gebruiken
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
JPEG kwaliteitsniveau
OFF
OFF
MENU
128
OK
OK
JPEG kwaliteitsniveau
Annul.
K-r_OPM_DUT.book Page 40 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
41
1
Druk op de knop 3
in de opnamestand.
Het menu [A Opnamemodus 1]
wordt weergegeven op de monitor.
Als u in de weergavestand op de
knop 3 drukt, wordt het menu
[Q Weergeven 1] weergegeven. Als
u de functiekiezer instelt op H (Scène),
wordt in plaats hiervan het menu [H Scène] weergegeven.
2
Druk op de
vierwegbesturing (5).
Steeds als u op de vierwegbesturing
(
5
) drukt, wordt in de volgorde hierna
steeds een ander menu geopend:
[
A
Opnamemodus 2], [
A
Opnamemodus 3],
[
A
Opnamemodus 4], [
Q
Weergeven 1] ···
[
A
Opnamemodus 1].
U kunt ook de e-knop gebruiken om van menu naar menu te gaan.
3
Kies een onderdeel met
de vierwegbesturing (23).
4
Druk op de
vierwegbesturing (5).
Beschikbare instellingen worden
weergegeven.
Het kader wordt verplaatst naar het
submenu als er een bestaat. Als er een
submenu is, dan wordt dit weergegeven.
JPEG
Einde
MENU
1 234
Bestandsindeling
Aangepaste opname
JPEG-resolutie
JPEG kwaliteitsniveau
12M
AF-modus AF.A
Autom. lichtmeting
Selecteer AF-punt
Cross-processing
Digitaal filter
HDR-opname
Dubbelopnamen
Intervalopname
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijd
Einde
MENU
1 2
3
4
OFF
OFF
OFF
OFF
ISO
NR
AUTO
NR
AUTO
HDR
HDR
OFF
OFF
MENU
1 2
3
4
OFF
OFF
OFF
OFF
ISO
NR
AUTO
NR
AUTO
HDR
HDR
OFF
OFF
Cross-processing
Digitaal filter
HDR-opname
Dubbelopnamen
Intervalopname
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijd
Einde
K-r_OPM_DUT.book Page 41 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
42
Voordat u de camera gaat gebruiken
1
5
Selecteer een instelling met
de vierwegbesturing (23).
6
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
Druk op de knop 3 als een
submenu wordt weergegeven.
Stel vervolgens andere items in.
7
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven
voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Als u op de 3-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt
verkeerd uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterij wordt uitgenomen
terwijl de camera aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
U kunt instellen of eerst de menutab moet worden weergegeven
die u de laatste keer had geselecteerd, of dat altijd eerst het menu
[A Opnamemodus 1] moet worden weergegeven. (p.285)
Raadpleeg de pagina’s hierna voor meer informatie over elk menu.
Het menu [A Opnamemodus] 1 p.91
Het menu [Q Weergeven] 1 p.229
Het menu [R Instellen] 1 p.276
Het menu [A Pers.instelling] 1 p.93
Annul. OK
OK
MENU
1 2
3
4
Cross-processing
Digitaal filter
HDR-opname
Dubbelopnamen
OFF
OFF
OFF
OFF
Intervalopname
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijd
ISO
NR
AUTO
HDR
HDR
OFF
OFF
NR
OFF
NR
ON
NR
AUTO
K-r_OPM_DUT.book Page 42 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
2 Voorbereidingen
In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop
van de camera tot het maken van opnamen beschreven.
Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle
aanwijzingen op.
Draagriem bevestigen ..........................................44
De batterij plaatsen ..............................................45
Een SD-geheugenkaart plaatsen/verwijderen ... 55
Een objectief aansluiten ......................................59
De zoekerdioptrie corrigeren ..............................61
De camera aan- en uitzetten ................................62
Basisinstellingen ..................................................63
K-r_OPM_DUT.book Page 43 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
44
Voorbereidingen
2
Draagriem bevestigen
1
Trek het uiteinde van de riem
door de riembevestiging en maak
de riem vast aan de binnenkant
van de gesp.
2
Bevestig het andere uiteinde van
de riem eveneens op de hiervoor
beschreven manier.
K-r_OPM_DUT.book Page 44 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
45
Voorbereidingen
2
De batterij plaatsen
Plaats de lithium-ionbatterij of AA-batterijen in de camera.
Gebruik alleen de speciale batterij D-LI109.
Laad de batterij op als u die voor het eerst gebruikt, of als de batterij lange
tijd niet is gebruikt, of als het bericht [Batterij leeg] verschijnt.
1
Sluit het netsnoer aan op de batterijlader.
2
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
De lithium-ionbatterij gebruiken
De batterij opladen
Indicatielampje
Batterijlader
Netsnoer
K-r_OPM_DUT.book Page 45 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
46
Voorbereidingen
2
3
Houd de markering 2 op de
speciale batterij naar boven
gericht en plaats de batterij
in de batterijlader.
Plaats de batterij eerst in een hoek,
zoals getoond in de afbeelding,
en druk de batterij vervolgens naar
beneden totdat deze vast klikt.
Het indicatielampje brandt tijdens
het opladen en gaat uit als de batterij
volledig is opgeladen.
4
Neem de batterij uit de batterijlader als de batterij volledig
is opgeladen.
Gebruik de batterijlader D-BC109 uitsluitend voor het opladen van
de oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109. Het opladen van andere
batterijen kan schade en hitte veroorzaken.
De batterij is defect als de batterij op de juiste manier in de batterijlader
is geplaatst, maar het indicatielampje niet brandt. Gebruik dan een nieuwe
batterij in de camera.
De maximale oplaadtijd is circa 240 minuten (dit hangt af van de temperatuur
en resterende batterijcapaciteit). Laad de batterij op in een ruimte waar
de temperatuur tussen 0°C en 40°C ligt.
Als de batterij op de juiste wijze is opgeladen, maar de gebruikstijd van
de batterij te kort is, dan heeft de batterij het einde van zijn levensduur
bereikt. Gebruik dan een nieuwe batterij in de camera.
K-r_OPM_DUT.book Page 46 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
47
Voorbereidingen
2
1
Schuif de ontgrendelknop op de
klep van het batterijcompartiment
in de richting van de pijl (1)
om de klep te openen (2).
2
Houd de markering 2 op de
batterij naar de buitenzijde
van de camera gericht, duw
de vergrendelknop in de richting
van de pijl (3) en plaats
de batterij.
Als u de batterij wilt verwijderen,
duw dan de vergrendelknop van het
batterijcompartiment in de richting van de pijl (3). Neem de batterij
uit het compartiment nadat de batterij iets omhoog is gekomen.
De batterij plaatsen/uitnemen
Open de batterijklep niet en neem de batterij niet uit het compartiment als
de camera aan staat.
Neem de batterij uit de camera als u die langere tijd niet gebruikt. De batterij
kan anders gaan lekken.
Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u een nieuwe batterij in de camera
plaatst en veel tijd is verstreken nadat de batterij eerder werd verwijderd, volg
dan de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.67).
Plaats de batterij op de juiste manier. Als de batterij verkeerd wordt geplaatst,
kunt u deze mogelijk niet meer verwijderen. Veeg de contactpunten van
de batterij met een zachte, droge doek schoon alvorens de batterij te plaatsen.
Wees voorzichtig omdat de camera of de batterij heet kan worden bij
langdurig continu gebruik van de camera.
1
2
3
K-r_OPM_DUT.book Page 47 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
48
Voorbereidingen
2
3
Sluit de batterijklep.
Als u gebruikmaakt van AA-batterijen, zorg er dan voor dat u de optionele
AA-batterijhouder D-BH109 gebruikt. (p.332)
Gebruik vier AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH-batterijen
of AA-alkalinebatterijen.
Gebruik van de AA-batterijen
Geschikte batterijen Kenmerken
AA-lithiumbatterijen Aanbevolen bij gebruik van de camera in koude klimaten.
AA Ni-MH
oplaadbare batterijen
Deze batterijen zijn oplaadbaar en voordelig.
Voor het opladen is een in de handel verkrijgbare
batterijlader vereist die compatibel is met deze batterijen.
AA-alkalinebatterijen
U kunt dit type batterijen overal verkrijgen wanneer
de batterijen die u normaal gebruikt leeg zijn.
Ze ondersteunen echter mogelijk niet alle camerafuncties
onder bepaalde omstandigheden. We raden het gebruik
ervan dan ook af, uitgezonderd in noodgevallen en om
te controleren of de camera naar behoren werkt.
K-r_OPM_DUT.book Page 48 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
49
Voorbereidingen
2
1
Plaats de AA-batterijen volgens
de poolaanduidingen +/–
in de batterijhouder.
2
Schuif de ontgrendelknop op de
klep van het batterijcompartiment
in de richting van de pijl (1)
om de klep te openen (2).
De spanningskenmerken van nikkelmangaan-batterijen kunnen storingen
veroorzaken. Om die reden wordt het gebruik ervan afgeraden.
AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen, die in deze camera kunnen
worden gebruikt, zijn niet oplaadbaar.
Open de klep van het batterijcompartiment niet en verwijder de batterijen niet
terwijl de camera aan staat.
Als u verwacht de camera langere tijd niet te gebruiken, verwijder dan
de batterijen. Als de batterijen lange tijd in de camera blijven zitten, kunnen
ze gaan lekken.
Als de datum en tijd niet juist zijn wanneer u nieuwe batterijen in de camera
plaatst en veel tijd is verstreken nadat de batterijen eerder werden
verwijderd, volg dan de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.67).
Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn
geplaatst, kan de camera beschadigd raken. Veeg de contactpunten van
de batterijen schoon alvorens de batterijen te plaatsen.
Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillend
type of merk, of oude met nieuwe. Anders kunnen er storingen ontstaan,
bijvoorbeeld een onjuiste weergave van het batterijvermogen.
1
2
K-r_OPM_DUT.book Page 49 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
50
Voorbereidingen
2
3
Plaats de batterijhouder
in het batterijcompartiment.
Duw de vergrendelknop van het
batterijcompartiment in de richting van
de pijl (3) en plaats de batterijhouder
totdat deze vast klikt.
Als u de batterijhouder wilt verwijderen,
duw dan met uw vinger de
vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van
de pijl (3). Neem de batterijhouder uit het compartiment nadat
de batterijhouder iets omhoog is gekomen.
4
Sluit de batterijklep.
Als u AA-batterijen gebruikt, stel dan het type AA-batterij in bij [AA-batterij]
in het menu [R Instellen 3] voordat u de camera in gebruik neemt. (p.292)
Als u van plan bent de camera langdurig te gebruiken, dan is gebruik
van de optionele netvoedingsadapterset K-AC109 (optioneel) aan
te bevelen. (p.53)
Controleer of de batterijen correct zijn geplaatst als de camera niet goed werkt.
3
K-r_OPM_DUT.book Page 50 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
51
Voorbereidingen
2
U kunt het resterende batterijniveau aflezen aan het symbool
w op het
statusscherm.
Indicatie batterijniveau
Statusscherm Batterijniveau
w (groen) Batterij is vol.
x (groen) Batterij is bijna vol. (Alleen D-LI109)
f (oranje) Batterij raakt leeg. (Alleen D-BH109)
y (geel) Batterij raakt leeg. (Alleen D-LI109)
z (rood) Batterij is bijna leeg.
[Batterij leeg] Nadat dit bericht is verschenen, wordt de camera uitgeschakeld.
Zelfs als de batterijcapaciteit nog toereikend is, wordt mogelijk f, y
of z (rood) weergegeven als de camera wordt gebruikt bij een lage
temperatuur of als u langdurig continuopnamen maakt. Schakel in deze situatie
de camera uit en weer in. Als w (groen) wordt weergegeven, kunt u de
camera weer gebruiken.
K-r_OPM_DUT.book Page 51 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
52
Voorbereidingen
2
De beeldopslagcapaciteit (normaal opnamen maken en flitsergebruik van 50%)
is gebaseerd op meetcondities die in overeenstemming zijn met CIPA-normen,
terwijl andere gegevens zijn gebaseerd op onze meetcondities. In de praktijk
kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie
en opnameomstandigheden.
Geschatte opslagcapaciteit en weergavetijd
(batterij volledig opgeladen/nieuwe
AA-batterijen)
Batterij Temperatuur
Normaal
opnamen
maken
Flitsfotografie
Weergavetijd
50%
gebruik
100%
gebruik
D-LI109
23°C
560
opnamen
470
opnamen
400
opnamen
300 minuten
0°C
420
opnamen
340
opnamen
280
opnamen
240 minuten
AA
lithiumbatterijen
23°C
1600
opnamen
1000
opnamen
890
opnamen
620 minuten
Oplaadbare AA
Ni-MH batterijen
(1900mAh)
23°C
610
opnamen
400
opnamen
300
opnamen
330 minuten
AA
alkalinebatterijen
23°C
200
opnamen
120
opnamen
90
opnamen
270 minuten
De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk
afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra
batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken
van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal.
Zorg ervoor dat u extra batterijen bij u hebt als u naar het buitenland gaat,
opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
K-r_OPM_DUT.book Page 52 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
53
Voorbereidingen
2
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de netvoedingsadapterset
K-AC109 (optioneel) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera
aansluit op een pc of een AV-apparaat.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Open de batterijklep.
Zie stap 1 op p.47.
Verwijder de batterij als deze
in de camera is geplaatst.
3
Schuif het
gelijkstroomkoppelstuk in
het batterijcompartiment.
Duw de vergrendelknop van het
batterijcompartiment in de richting
vandepijl (1) en plaats het
gelijkstroomkoppelstuk totdat
dit vast klikt.
Als u het gelijkstroomkoppelstuk wilt verwijderen, duw dan met uw vinger
de vergrendelknop van het batterijcompartiment in de richting van de pijl
(1). Neem het gelijkstroomkoppelstuk uit het batterijcompartiment
nadat het gelijkstroomkoppelstuk iets omhoog is gekomen.
4
Sluit de batterijklep.
De aansluitkabel van het
gelijkstroomkoppelstuk wordt uit de klep
van het batterijcompartiment getrokken.
Gebruik van de netvoedingsadapter
(optioneel)
1
2
1
K-r_OPM_DUT.book Page 53 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
54
Voorbereidingen
2
5
Verbind het DC-aansluitpunt van de netvoedingsadapter
met het DC-aansluitpunt op het gelijkstroomkoppelstuk,
met de markeringen 2 op één lijn tegenover elkaar.
6
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter.
7
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact.
Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan
te sluiten of los te maken.
Zorg ervoor dat de kabels goed aangesloten zijn op de aansluitpunten.
De SD-geheugenkaart of gegevens kunnen beschadigd raken indien
de verbinding wordt verbroken terwijl er gegevens op de kaart worden
opgeslagen of aangesproken.
De aansluitkabel steekt uit de klep van het batterijcompartiment terwijl
de netvoedingsadapter wordt gebruikt. Wees voorzichtig omdat u de camera
niet rechtop op een tafel, etc. kunt zetten.
Lees vóór gebruik van de netvoedingsadapterset K-AC109 eerst
de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
5
6
7
K-r_OPM_DUT.book Page 54 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
55
Voorbereidingen
2
Een SD-geheugenkaart plaatsen/
verwijderen
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHC-
geheugenkaart (in de winkel verkrijgbaar). Beide kaarten worden hierna
aangeduid als SD-geheugenkaart. Zorg ervoor dat de camera uit staat
alvorens de SD-geheugenkaart te plaatsen of te verwijderen.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Schuif de klep van het
kaartcompartiment in de richting
van de pijl en open vervolgens
de klep (12).
3
Breng de kaart volledig
in met het etiket van
de SD-geheugenkaart naar
de monitor gericht.
Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/
lezen van de kaart brandt.
Als de klep van het kaartcompartiment wordt geopend terwijl de stroom
ingeschakeld is, wordt de camera uitgeschakeld. Open de klep niet terwijl
de camera in gebruik is.
Gebruik deze camera om SD-kaarten te formatteren (initialiseren) die nog
niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn
gebruikt. Raadpleeg “Een SD-geheugenkaart formatteren” (p.278) voor
informatie over formatteren.
Gebruik een snelle geheugenkaart als u video opneemt. Als de snelheid
waarmee wordt geschreven, achterblijft bij de snelheid waarmee wordt
opgenomen, kan het schrijven tijdens het opnemen worden afgebroken.
2
1
K-r_OPM_DUT.book Page 55 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
56
Voorbereidingen
2
Duw de SD-geheugenkaart iets naar
binnen om deze uit te nemen.
4
Sluit de klep van het
kaartcompartiment (3) en schuif
de klep vervolgens in de richting
van de pijl (4).
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
De SD-geheugenkaart is voorzien van een
schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer
u het schuifje van de schrijfbeveiliging
op LOCK zet, kunnen geen nieuwe
gegevens worden weggeschreven naar
de kaart, kunnen bestaande gegevens op de
kaart niet worden gewist en kan de kaart niet worden geformatteerd door
de camera of een computer.
De SD-geheugenkaart kan heet zijn als u de kaart onmiddellijk na gebruik van
de camera verwijdert.
Verwijder de SD-geheugenkaart niet en schakel de stroom niet uit terwijl
er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken. Anders kunnen
gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken.
Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar deze niet op een plaats met
een hoge temperatuur.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan
hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
4
3
Schuifje voor
schrijfbeveiliging
K-r_OPM_DUT.book Page 56 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
57
Voorbereidingen
2
Kies voor de opnamen de opnameresolutie (grootte) en het
kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) die passen bij wat u met
de opnamen wilt gaan doen.
Opnamen met een hogere opnameresolutie of meer sterren (E) worden
scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het
aantal opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt echter kleiner
bij grotere bestanden.
Onder de volgende omstandigheden kunnen gegevens op de
SD-geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele
aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens
(1) Als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker.
(2) Als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit
of elektrische storingen.
(3) Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt.
(4) Als de SD-geheugenkaart of de batterij wordt verwijderd terwijl er gegevens
op de kaart worden opgeslagen of aangesproken.
Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens
op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van
belangrijke gegevens op een computer op.
Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit
of elektrische storingen kan worden blootgesteld.
Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar ze wordt blootgesteld aan
rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie.
Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt ook
voor SD-geheugenkaarten die in andere camera’s zijn gebruikt.
1 Een SD-geheugenkaart formatteren (p.278)
Het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart is volledig voor
eigen risico.
Opnameresolutie en Kwaliteitsniveau
Als JPEG de bestandsindeling is
K-r_OPM_DUT.book Page 57 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
58
Voorbereidingen
2
De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau,
de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren.
Dat betekent dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid
pixels hoeft te kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt
afdrukken, is i (1728×1152) voldoende. Geef voor de opnameresolutie
en het kwaliteitsniveau de instellingen op die tegemoetkomen aan het doel
van de opname.
1 JPEG-opnameresolutie instellen (p.200)
1 Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.201)
JPEG-opnameresolutie, JPEG-kwaliteit en geschatte
opslagcapaciteit
(Bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 2 GB)
De opslagcapaciteit voor opnamen kan variëren, al naar gelang het onderwerp,
opnameomstandigheden, opnamefunctie, SD-geheugenkaart, e.d.
Met de W kunt u opnamen opslaan in de flexibele JPEG-indeling
of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als
RAW-indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van
PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital
Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-geheugenkaart
met een capaciteit van 2 GB kunt u maximaal 98 opnamen opslaan
in PEF-indeling of DNG-indeling.
1 De bestandsindeling instellen (p.202)
JPEG kwal niveau
JPEG-resolutie
C
Best
D
Beter
E
Goed
E (4288×2848) 281 495 975
J (3936×2624) 332 585 1138
P (3072×2048) 543 945 1807
i
(1728×1152) 1617 2793 5121
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden
opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie
Belichtingsbracketing echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map
opgeslagen totdat u klaar bent met het maken van opnamen, zelfs als daardoor
meer dan 500 opnamen in één map terechtkomen.
Als RAW de bestandsindeling is
K-r_OPM_DUT.book Page 58 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
59
Voorbereidingen
2
Een objectief aansluiten
Sluit een passend objectief aan op de body van de camera.
Als u met de W een van de volgende objectieven gebruikt, zijn alle
opnamestanden van de camera beschikbaar.
(a) DA-, DA L-, D FA-, FA J-objectieven
(b) Objectieven met een stand s (Auto) als de stand s wordt gebruikt
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de dop van de
cameravatting (1) en de dop
van de objectiefvatting (2).
Zet een los objectief altijd met de vatting
omhoog neer om beschadiging van
de objectiefvatting te voorkomen.
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen
om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
Als objectieven die bij (b) zijn beschreven, worden gebruikt in een stand
anders dan s, zijn sommige functies beperkt bruikbaar. Zie “Opmerkingen
over [22. Diafragmaring gebruiken]” (p.325).
Bij de fabrieksinstellingen werkt de camera niet met andere objectieven dan
die boven zijn genoemd en accessoires. Stel [22. Diafragmaring gebruiken]
in op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 4] om deze wel te
gebruiken. (p.325)
K-r_OPM_DUT.book Page 59 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
60
Voorbereidingen
2
3
Zorg dat de indextekens
(de rode puntjes: 3) van
de objectiefvatting op de camera
en het objectief tegenover elkaar
liggen. Draai vervolgens het
objectief met de klok mee tot
het vast klikt.
Draai het objectief, nadat u het op de
body hebt bevestigd, tegen de klok in om
te controleren of u het goed hebt gemonteerd.
4
Haal de frontdop van het
objectief door de aangegeven
delen naar binnen te duwen.
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt
u de ontgrendelknop voor het objectief
(4) ingedrukt en draait u het objectief
tegen de wijzers van de klok in.
Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen
en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een
ander merk.
De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten
en een AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het
elektrische systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt
de contacten indien nodig reinigen met een zachte, droge doek.
De dop van de cameravatting (1) is een dop die krassen en stof voorkomt
tijdens het transport. Dop K voor de cameravatting (Body Mount Cap K) wordt
separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
3
4
K-r_OPM_DUT.book Page 60 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
61
Voorbereidingen
2
De zoekerdioptrie corrigeren
Pas de zoekerdioptrie aan uw gezichtsvermogen aan.
Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift
u de dioptriecorrectieknop opzij.
U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 tot +1,5 m
–1
.
1
Kijk door de zoeker en schuif
de dioptriecorrectieknop naar
links of naar rechts.
Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot
het AF-kader in de zoeker zo scherp
mogelijk zichtbaar is.
Richt de camera op een witte muur of een
ander effen en helder verlicht oppervlak.
De oogschelp FQ is op de zoeker aangesloten wanneer de camera vanuit
de fabriek wordt verzonden. De dioptrie-instelling kan worden gewijzigd
met aangesloten oogschelp F
Q, hoewel dit gemakkelijker kan worden
gedaan wanneer u de oogschelp verwijdert.
De oogschelp F
Q verwijdert u door deze
in de richting van de pijl naar buiten
te trekken. De oogschelp F
Q bevestigt
u door deze in de groef op de zoeker
te drukken.
Het kan gebeuren dat u de
zoekerinformatie niet goed kunt zien, zelfs
als u de dioptriecorrectieknop hebt
ingesteld. Gebruik dan de optionele
dioptriecorrectielensadapter M. U kunt
die adapter echter alleen gebruiken als
u de oogschelp F
Q verwijdert. (p.335)
AF-kader
K-r_OPM_DUT.book Page 61 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
62
Voorbereidingen
2
De camera aan- en uitzetten
1
Zet de hoofdschakelaar op [ON].
De camera wordt ingeschakeld.
Zet de hoofdschakelaar in de stand [OFF]
om de camera uit te zetten.
Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er gedurende bepaalde
tijd geen bedieningshandelingen zijn verricht. De camera kunt u opnieuw
activeren door deze weer in te schakelen of een van de volgende
handelingen te verrichten.
- Druk de ontspanknop tot halverwege in.
- Druk op de knop Q, 3 of M.
Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut
inactiviteit. U kunt die instelling wijzigen met de optie [Auto Uitsch.]
in het menu [R Instellen 3]. (p.291)
K-r_OPM_DUT.book Page 62 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
63
Voorbereidingen
2
Basisinstellingen
De eerste keer dat de camera na aankoop
wordt aangezet, verschijnt het scherm
[Language/u] op de monitor. Volg
de onderstaande procedure om de
weergavetaal en de actuele datum en tijd
in te stellen. Als deze instellingen eenmaal
zijn verricht, hoeven deze niet opnieuw
te worden uitgevoerd nadat u de volgende
keer de camera aanzet.
Als bij inschakeling van de camera het
scherm [Datum instellen] verschijnt, volgt
u de procedure in “Datum en tijd instellen”
(p.67) om de datum en tijd in te stellen.
U kunt de taal kiezen waarin de menu’s, foutberichten, etc. worden
weergegeven. U kunt een van de volgende talen kiezen: Engels, Frans,
Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins,
Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans,
Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees en Japans.
1
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om de gewenste taal
te selecteren.
De weergavetaal instellen
Cancel OK
OK
MENU
MENU
00 00
:
24h
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
Annul.
// 20100101
dd/mm/jj
Annul.
MENU
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 63 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
64
Voorbereidingen
2
2
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt
in de geselecteerde taal.
Druk twee keer op de vierwegbesturing
(3) en ga verder bij stap 10 op p.65 als
u
W (Thuistijd) niet hoeft aan te passen.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [W Thuistijd] wordt weergegeven.
5
Selecteer met de
vierwegbesturing (45)
een plaats.
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Zomertijd].
7
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
8
Druk op de knop 4.
Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3).
De cursor gaat naar [Tekstformaat].
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
Annul.
MENU
Stand.
Nederlands
Thuistijd
Zomertijd
Amsterdam
Annul.
MENU
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 64 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
65
Voorbereidingen
2
10
Druk op de vierwegbesturing (5)
en selecteer [stand.] of [Groot]
met de vierwegbesturing (23).
Door [Groot] te selecteren wordt
de tekstgrootte van de geselecteerde
menu-items groter.
11
Druk op de knop 4.
12
Selecteer [instellingen voltooid]
met de vierwegbesturing (3).
13
Druk op de knop 4.
Het scherm [Datum instellen] verschijnt.
In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven met
[Tekstformaat] ingesteld op [Stand.].
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
Nederlands
Annul.
MENU
OK
OK
Stand.
Groot
MENU
Basisinstellingen
Amsterdam
Tekstformaat
instellingen voltooid
Annul.
Stand.
Nederlands
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 65 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
66
Voorbereidingen
2
Als u een verkeerde taal heeft ingesteld
Als u in het scherm [Language/u] per abuis de verkeerde taal heeft
geselecteerd en verder gaat met het scherm [Datum instellen], kunt
u met de procedure hieronder weer de juiste taal kiezen.
Als u de opnamestand van de camera al hebt geactiveerd (en de camera
gereed is voor het maken van een opname), voert u de volgende
handelingen vanaf stap 2 uit om de juiste taal in te stellen.
1
Druk één keer op de
knop 3 om de Hulpdisplay
weer te geven op de monitor.
Het scherm rechts is een voorbeeld
van de weergave van de Hulpdisplay.
Wat precies wordt weergegeven
is afhankelijk van de geselecteerde taal.
Bedieningsaanwijzingen worden
gedurende 3 seconden weergegeven
op de monitor.
2
Druk één keer op de knop 3.
[A 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand.
H wordt weergegeven als de functiekiezer is ingesteld op H.
3
Druk vijf keer op de vierwegbesturing (5).
[R 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand.
Druk zes keer op de vierwegbesturing (5) als de functiekiezer
is ingesteld op H.
4
Druk op de vierwegbesturing (3) om [Language/u]
te selecteren.
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Language/u] verschijnt.
6
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing
(2345) en druk op de knop 4.
Het menu [R Instellen 1] wordt weergegeven in de geselecteerde taal.
Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor
[Thuistijd] en datum en tijd in te stellen.
Thuistijd wijzigen: “Wereldtijd instellen” (p.280)
Datum en tijd wijzigen: “De datum- en tijdweergave wijzigen” (p.280)
01/01/2010 00:00
P
Program
Automatic Exposure
P
K-r_OPM_DUT.book Page 66 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
67
Voorbereidingen
2
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de datumnotatie
te kiezen.
Kies [mm/dd/jj], [dd/mm/jj] of [jj/mm/dd].
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs
weergave) of 12h (12-uurs
weergave) met de
vierwegbesturing (23).
5
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
6
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het kader wordt verplaatst naar [Dat,].
Als de thuistijd en de datum en tijd niet worden ingesteld, zal het scherm
[Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] wederom worden
weergegeven als u de volgende keer de camera weer aanzet.
Als u nog niet bent verdergegaan naar het scherm [Datum instellen],
kunt u in het scherm [Language/u] opnieuw een taal kiezen met
de vierwegbesturing (5).
Datum en tijd instellen
MENU
/
00 00
:
/
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
Annul. OK
OK
// 20100101
24h
dd/mm/jj
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
Annul. OK
OK
MENU
/
// 2010
00 00
:
0101
/
dd/mm/jj
24h
K-r_OPM_DUT.book Page 67 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
68
Voorbereidingen
2
7
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het kader gaat naar de maand.
8
Stel de maand in met de
vierwegbesturing (23).
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in.
Stel vervolgens de tijd in.
Als u [12h] hebt geselecteerd bij stap 4,
verandert de aanduiding in am
(vóór 12:00 uur ’s middags) of pm
(na 12:00 uur ’s middags), al naar
gelang de tijd.
9
Selecteer [instellingen voltooid]
met de vierwegbesturing (3).
10
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het
maken van een opname.
Als u de datum en tijd instelt vanuit het menu, keert het scherm terug
naar het menu [R Instellen 1]. Druk in dit geval op de knop 3.
Door op de knop 3 te drukken terwijl u de datum en tijd instelt, worden
de instellingen geannuleerd die tot dat moment zijn verricht en schakelt
de camera over op de opnamestand. Nadat de basisinstellingen zijn
uitgevoerd en de camera wordt uitgezet voordat de datum- en tijdinstellingen
voltooid zijn, dan zal het scherm [Datum instellen] als eerste verschijnen
wanneer de volgende keer de camera weer wordt aangezet. In dit geval kunt
u de datum en tijd ook later vanuit het menu instellen. (p.280)
Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, dan wordt de waarde van de seconden
op 0 gezet. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer
het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 0 seconden aangeeft.
U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen vanuit het menu.
(p.280, p.283)
MENU
00 00
:
OK
Datumnotatie
Datum instellen
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
Annul.
OK
24h
dd/mm/jj
// 20100101
MENU
00 00
:
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
OK
OK
Annul.
24h
// 20100909
dd/mm/jj
K-r_OPM_DUT.book Page 68 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
3 Basisbediening
In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd
voor het maken van opnamen. Zet de functiekiezer
op I (Auto Picture) om succesvol opnamen te maken.
Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor
informatie over geavanceerde functies en instellingen
voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ..........................70
Werken met een zoomobjectief ..........................76
Gebruik van de ingebouwde flitser ....................77
Opnamen weergeven ...........................................85
K-r_OPM_DUT.book Page 69 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
70
Basisbediening
3
Basishandelingen bij opnamen
Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen.
Houd de camera stevig vast met beide handen en houd uw ellebogen
dicht bij het lichaam.
Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een
opname maakt.
De camera vasthouden
Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname,
kunt u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld
een tafel, muur of boom).
Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de langst
mogelijke sluitertijd voor een in de hand gehouden camera over het
algemeen 1/(brandpuntsafstand ×1,5). De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75
seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm en 1/150 seconde bij een
brandpuntsafstand van 100 mm. Gebruik een statief of de functie Shake
Reduction bij gebruik van langere sluitertijden. (p.146)
Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief
te gebruiken dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera
en het objectief, voorkomt u dat de camera beweegt.
Gebruik de functie Shake Reduction niet als u een statief gebruikt. (p.147)
Horizontale positie Verticale positie
K-r_OPM_DUT.book Page 70 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
71
Basisbediening
3
De W is uitgerust met verschillende opnamestanden,
scherpstelstanden en transportstanden om tegemoet te komen aan al uw
wensen op het gebied van fotografie. In dit gedeelte wordt beschreven hoe
u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken.
1
Zet de functiekiezer op I.
De camera bepaalt de meest geschikte
opnamestand voor het onderwerp.
1 De juiste opnamestand kiezen (p.95)
2
Zet de scherpstelfunctieknop
op =.
De scherpstelfunctie verandert
in = (Autofocus).
Wanneer in = de ontspanknop tot
halverwege wordt ingedrukt, stelt
de camera automatisch scherp. (p.127)
De camera de optimale instellingen
laten bepalen
K-r_OPM_DUT.book Page 71 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
72
Basisbediening
3
3
Kijk door de zoeker voor een
beeld van het onderwerp.
U kunt een zoomlens gebruiken om de
grootte van het onderwerp in de zoeker
te wijzigen. (p.76)
4
Breng het onderwerp binnen
het AF-kader en druk
de ontspanknop tot
halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in
werking. De scherpstelindicatie
] verschijnt in de zoeker zodra het
onderwerp scherp is gesteld.
In de stand I (Autom. opname)
wordt automatisch de optimale
opnamestand geselecteerd uit
de standen U (stand.), = (Portret),
s (Landschap), q (Macro),
\ (Bewegend onderw.)
en . (Portret bij nacht).
De ingebouwde flitser klapt automatisch
uit wanneer dit nodig is.
1 De ontspanknop gebruiken (p.74)
1 Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden scherpgesteld (p.75)
1 Gebruik van de ingebouwde flitser (p.77)
1 Het scherpstelgebied selecteren (AF-punt) (p.134)
MF
AF
Scherpstelindicatie
Flitserstatus
K-r_OPM_DUT.book Page 72 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
73
Basisbediening
3
5
Druk de ontspanknop
helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Deze actie wordt “het ontspannen van
de sluiter” of “het ontspannen” genoemd.
6
Bekijk de opname op de monitor.
Na de opname wordt deze gedurende
één seconde op de monitor weergegeven
(Momentcontrole).
1 De weergave voor Momentcontrole
instellen (p.286)
Tijdens de momentcontrole kunt
u de opname uitvergroten door
te drukken op de e-knop. (p.233)
Tijdens Momentcontrole kunt
u de opname wissen door op K/i
te drukken.
1 Eén enkele opname wissen (p.86)
U kunt de camera ook zo instellen dat er automatisch wordt scherpgesteld
als u op de knop =/L drukt, op dezelfde manier als bij het tot
halverwege indrukken van de ontspanknop. (p.128)
U kunt een voorbeeld van de te maken opname bekijken in de zoeker
of op de monitor, en de compositie, belichting en scherpstelling beoordelen
voordat u opnamen maakt. (p.142)
Wissen
Wissen
K-r_OPM_DUT.book Page 73 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
74
Basisbediening
3
De ontspanknop gebruiken
De ontspanknop heeft twee standen.
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand), worden
de indicaties in de zoeker weergegeven en werkt het
autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede
stand), wordt de opname gemaakt.
Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop
voorzichtig indrukken om camerabeweging te voorkomen.
Oefen het tot halverwege/helemaal indrukken van de ontspanknop
goed in om te leren waar de eerste positie is.
De zoekerindicaties worden weergegeven terwijl u de ontspanknop
tot halverwege indrukt. Nadat u de knop heeft losgelaten, blijven
de indicaties nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar
als de timer voor de belichtingsmeting ingeschakeld is. (p.36, p.120)
Niet ingedrukt Half ingedrukt
(eerste positie)
Helemaal
ingedrukt
(tweede stand)
K-r_OPM_DUT.book Page 74 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
75
Basisbediening
3
Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan
worden scherpgesteld
Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk
zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden.
Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met
de scherpstelindicatie ] in de zoeker.
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast, zoals een
witte muur, binnen het scherpstelkader
(b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het
scherpstelkader
(c) Onderwerpen die snel bewegen
(d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond)
(e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen het
scherpstelkader vallen
(f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen
het scherpstelkader
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het
onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt
u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker
scherp te stellen op het onderwerp. (p.140)
Wanneer (e) en (f) hierboven van toepassing zijn, is het onderwerp
mogelijk niet scherpgesteld, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie)
wordt weergegeven.
K-r_OPM_DUT.book Page 75 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
76
Basisbediening
3
Werken met een zoomobjectief
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast
(groothoek) met een zoomobjectief. Stel het onderwerp in op de gewenste
grootte en maak de opname.
1
Draai de zoomring rechtsom
of linksom.
Draai de zoomring met de klok mee naar
de telestand of tegen de klok in naar
de groothoekstand.
De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt.
Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot.
Power Zoom-functies (Image Size Tracking, Zoom Clip en Auto Zoom Effect)
zijn niet compatibel met deze camera.
MF
AF
Groothoek Tele
K-r_OPM_DUT.book Page 76 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
77
Basisbediening
3
Gebruik van de ingebouwde flitser
Gebruik de volgende procedures als u opnamen wilt maken bij weinig licht
of tegenlicht en wanneer u de ingebouwde flitser wilt gebruiken.
De ingebouwde flitser werkt optimaal voor een onderwerp op een afstand
van circa 0,7 m tot 5 m. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt
de belichting niet juist ingesteld en kan er vignettering optreden
(de hoeken van de opname worden zwart vanwege een gebrek aan licht;
deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief
en de ingestelde gevoeligheid (p.186)).
Zie de “De flitser gebruiken” (p.181) voor meer informatie over de ingebouwde
flitser en instructies voor het maken van opnamen met een externe flitser.
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan
vignettering optreden. Wij raden u aan een testopname te maken
om de compatibiliteit te controleren.
1 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser (p.188)
Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt.
De ingebouwde flitser flitst volledig bij gebruik van objectieven die geen
functie hebben om de diafragmaring op het objectief op s (Auto)
te zetten.
K-r_OPM_DUT.book Page 77 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
78
Basisbediening
3
De flitsfunctie instellen
Flitsinstelling Functie
C
Auto ontladen
flitser
De camera meet automatisch het omgevingslicht
en bepaalt of de ingebouwde flitser wordt gebruikt.
Indien nodig klapt de flitser automatisch uit en flitst deze
automatisch, bijvoorbeeld als u een sluitertijd gebruikt
waarbij het risico groot is dat de camera wordt bewogen
of bij opnamen met tegenlicht (uitgezonderd in de
stand s (Landschap), \ (Bewegend onderw.)
of l (Nachtsnapshot) van de stand H (Scène)).
De flitser kan uitklappen zonder daarna te flitsen
als de camera constateert dat flitsen niet nodig is.
b
Handmatig
ontsteken
Hiermee flitst u handmatig. De flitser werkt alleen
wanneer deze is uitgeklapt.
i
Auto + Anti
Rode Ogen
Hiermee gaat eerst een voorflits af om rode ogen tegen
te gaan. Daarna gaat de automatische flits af.
D
Handmatig +
Anti Rode Ogen
Hiermee flitst u handmatig. Eerst gaat een voorflits
af om rode ogen tegen te gaan. Daarna gaat
de hoofdflits af.
G
Lange-
sluitertijdsync
Afhankelijk van het omgevingslicht wordt een langere
sluitertijd ingesteld. Gebruik deze functie bijvoorbeeld
als u een portretopname maakt tegen een
zonsondergang; persoon en zonsondergang komen
dan beide tot hun recht.
H
Lange-sltrtd +
Anti Rode Ogen
Eerst gaat een voorflits af om rode ogen tegen te gaan.
Daarna gaat de hoofdflits af met Lange-
sluitertijdsynchronisatie.
I
k
2e sluitergordijn-
sync
Geeft een flits af onmiddellijk voordat het sluitergordijn
wordt gesloten. Daarmee maakt u opnamen van
bewegende onderwerpen die een lichtspoor achter zich
laten. (p.184)
r
Draadloze
bediening
U kunt een speciale externe flitser synchroniseren
(AF540FGZ of AF360FGZ) zonder
synchronisatiesnoer. (p.192)
K-r_OPM_DUT.book Page 78 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
79
Basisbediening
3
Welke flitsfuncties kunnen worden geselecteerd, is afhankelijk van
de opnamestand.
*1 Deze kan worden geselecteerd in de stand Q (Strand & sneeuw), K (Eten & drinken),
l (Nachtsnapshot), R (Kinderen) en Y (Huisdier) van de stand H.
1
Druk op de vierwegbesturing
(3) in de opnamestand.
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
Op het scherm verschijnen de
flitsfuncties die voor de ingestelde
opnamestand kunnen worden gebruikt.
2
Selecteer een flitsfunctie met
de vierwegbesturing (45).
Draai aan de e-knop om
de flitsbelichtingscorrectie
in te stellen. (p.84)
3
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken
van een opname.
Opnamestand Selecteerbare flitsfunctie
I/=/s/q/\/./H
*1
C/b/i/D/r
e/K/c E/F/G/H/I/r
b/a E/F/k/r
OK
MENU
0.0
Flitsinstelling
Annul. OK
Auto ontladen flitser
K-r_OPM_DUT.book Page 79 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
80
Basisbediening
3
1
Zet de functiekiezer op I, =, q, . of H.
De flitser wordt uitgeschakeld als A (Nachtopname),
K (Zonsondergang), n (Podiumbelichting), Z (HDR nachtbeeld),
U (Kaarslicht) of E (Museum) is geselecteerd in de stand H (Scène).
De ingebouwde flitser klapt niet uit als l (Nachtsnapshot)
is geselecteerd in de stand H (Scène).
2
Druk de ontspanknop tot
halverwege in.
De ingebouwde flitser klapt indien nodig
uit en wordt opgeladen. Wanneer
de flitser volledig is opgeladen, verschijnt
b in de zoeker. (p.36)
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
4
Druk op het gedeelte dat wordt
afgebeeld in de illustratie om de
ingebouwde flitser in te klappen.
Gebruik van de Automatische flitsfunctie C,
i
(Automatisch uitklappen van de flitser)
Kies tussen C (Auto ontladen flitser) en b (Handmatig ontsteken) door
op K/i te drukken terwijl de ingebouwde flitser uitgeklapt is.
K-r_OPM_DUT.book Page 80 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
81
Basisbediening
3
1
Druk op de knop K/i.
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt
opgeladen. De stand b wordt gebruikt
ongeacht de instelling van de flitsfunctie.
Als de flitser volledig opgeladen is, wordt
in de zoeker b weergegeven. (p.36)
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De flitser gaat af en de opname wordt gemaakt.
3
Duw de flitser omlaag om deze in te klappen.
Gebruik van de Handmatige flitsfunctie
b
,
D
Als de functiekiezer ingesteld is op a (Filtser UIT), klapt de ingebouwde flitser
niet open, zelfs niet als u op de knop K/i drukt.
K-r_OPM_DUT.book Page 81 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
82
Basisbediening
3
Flitsen met Anti Rode Ogen gebruiken
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden
gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit
wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser
in het netvlies.
Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker
wijder zijn.
U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende
maatregelen kunt u er wel iets tegen doen.
Maak de omgeving lichter voor de opname.
Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij
wanneer u een zoomobjectief gebruikt.
Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt.
Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver
mogelijk weg van de camera.
De functie Anti Rode Ogen van deze camera vermindert het
rode-ogeneffect door tweemaal te flitsen. Met Anti Rode Ogen
wordt er een voorflits gegeven net voordat de sluiter ontspant. Dit
vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits wordt vervolgens
gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor het
rode-ogeneffect afneemt.
Als u de functie Anti Rode Ogen wilt gebruiken in de Picture-stand
of de stand H (Scène), selecteer dan D of F. Stel de functie
in op F of H in andere standen.
K-r_OPM_DUT.book Page 82 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
83
Basisbediening
3
Opnamen maken met daglichtsynchronisatie
Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto
maakt van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van
de flitser op deze manier wordt daglichtsynchronisatie genoemd.
De stand b (Handmatig ontsteken) wordt gebruikt als u opnamen
maakt met daglichtsynchronisatie.
Opnamen maken
1 Klap de ingebouwde flitser handmatig uit en controleer of de
flitsfunctie ingesteld is op E. (p.81)
2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen.
3 Maak een opname.
Zonder daglichtsynchronisatie Met daglichtsynchronisatie
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
K-r_OPM_DUT.book Page 83 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
84
Basisbediening
3
U kunt de flitsintensiteit wijzigen binnen een bereik van –2,0 tot +1,0.
Op basis van het stapinterval dat ingesteld is bij [1. LW-stappen] (p.122)
in het menu [A Pers.instelling 1] kunt u de volgende flitscorrectiewaarden
instellen.
1
Draai aan de e-knop in het scherm
[Flitsinstelling].
De flitscorrectiewaarde wordt
weergegeven. Druk op de knop | als
u de correctiewaarde van de flitsintensiteit
wilt resetten naar 0,0. (Alleen beschikbaar
als [Knop Snelinstelling] is toegewezen
aan de knop | in de stand [Knop
Snelinstelling] van het menu [A Opnamemodus 4]) (p.205)).
Corrigeren van de flitsintensiteit
Stapinterval Flitscorrectiewaarde
1/3LW
–2,0, –1,7, –1,3, –1,0, –0,7, –0,3, 0,0, +0,3, +0,7, +1,0
1/2LW
–2,0, –1,5, –1,0, –0,5, 0,0, +0,5, +1,0
Als de flitsintensiteit het maximum overschrijdt, zal de correctie geen effect
hebben, zelfs als de correctiewaarde wordt ingesteld naar de pluszijde (+).
Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het
onderwerp te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is.
De correctie van de flitsintensiteit werkt ook bij gebruik van externe flitsers
die automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
MENU
+0.3
OK
OK
Flitsinstelling
Annul.
Handmatig ontsteken
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig
is met opladen
U kunt de camera zo instellen dat
opnamen kunnen worden gemaakt
terwijl de flitser nog wordt opgeladen.
Stel [16. Ontspant bij opladen] in op [Aan]
in het menu [A Pers.instelling 3] (p.94).
Standaard staat de camera zo ingesteld
dat geen foto’s kunnen worden gemaakt
terwijl de flitser wordt opgeladen.
16.
1
2
MENU
OK
OK
Ontspant bij opladen
Uit
Aan
Ontspannen mogelijk
Annul.
tijdens opladen
van ingebouwde flitser
K-r_OPM_DUT.book Page 84 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
85
Basisbediening
3
Opnamen weergeven
U kunt gemaakte opnamen weergeven op het scherm.
1
Druk op de Q knop.
De weergavestand wordt geactiveerd
en de laatst gemaakte opname (die met
het hoogste bestandsnummer) wordt
weergegeven op de monitor (bij video
wordt het eerste frame van de video
weergegeven op de monitor).
Druk tijdens weergave op de
knop M als u wilt overschakelen
naar weergave van andere informatie,
bijvoorbeeld opnamegegevens
van de weergegeven opname.
Zie p.30 voor meer informatie over
de informatieweergaves.
2
Druk op de
vierwegbesturing (45).
4: Geeft de vorige opname weer.
5: Geeft de volgende opname weer.
Opnamen weergeven
Gebruik de bijgeleverde software “PENTAX Digital Camera Utility 4”
om opnamen weer te geven op de pc. Raadpleeg “Gebruik van de bijgeleverde
software” (p.306) voor meer informatie over de software.
K-r_OPM_DUT.book Page 85 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
86
Basisbediening
3
U kunt opnamen één voor één wissen.
1
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt
wissen met de vierwegbesturing (45).
2
Druk op de knop K/i.
Het scherm voor bevestiging van het
wissen verschijnt.
Zie “Weergavefuncties” (p.227) voor verdere bijzonderheden over
de functies van de weergavestand.
Als de bestandsindeling van de laatst gemaakte opname JPEG is, en de
gegevens van de opname nog in het buffergeheugen aanwezig zijn, kunt
u de opname ook in de RAW-indeling opslaan door op de knop mc
te drukken.
Als de opname werd gemaakt met een van de volgende instellingen,
dan wordt de RAW-opname opgeslagen op de aangeduide wijze.
Dubbelopnamen RAW-opname met Dubbelopnamen
Digitaal filter RAW-opname zonder filtereffect
HDR-opname RAW-opname met standaardbelichting
Cross-processing RAW-opname zonder Cross-processing
Eén enkele opname wissen
Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. (p.250)
K-r_OPM_DUT.book Page 86 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
87
Basisbediening
3
3
Selecteer [Wissen] met
de vierwegbesturing (23).
Selecteer een bestandsindeling die
u wilt wissen bij opnamen die zijn
gemaakt in de indeling RAW+.
1
4
Druk op de knop 4.
De opname wordt gewist.
JPEG wissen
Alleen de JPEG-opname
wordt gewist.
RAW wissen
Alleen de RAW-opname
wordt gewist.
RAW+JPEG
wissen
Wist opnamen in beide
bestandsindelingen.
Zie “Meerdere opnamen wissen” (p.246) voor het wissen van meerdere
opnamen in één keer.
100-0105
100-0105
OK
Annuleren
Wissen
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 87 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
88
Basisbediening
3
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 88 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
4 Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde
opnamefuncties van de W beschreven.
Werken met de opnamefuncties .........................90
De juiste opnamestand kiezen ............................95
Belichting instellen ............................................100
Scherp stellen .....................................................127
Compositie, belichting en scherpstelling
controleren vóór de opname (Voorbeeld) ........142
De functie Shake Reduction gebruiken
om camerabewegingen te verminderen ...........146
Continuopnamen maken ...................................155
Opnamen maken met digitale filters ................162
Opnamen maken met Live weergave ...............166
Video-opnamen maken ......................................172
K-r_OPM_DUT.book Page 89 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
90
Opnamefuncties
4
Werken met de opnamefuncties
U kunt opname-instellingen wijzigen met de richtingsknoppen,
het bedieningspaneel, het menu [A Opnamemodus] of het menu
[A Pers.instelling].
Druk in de opnamestand op de
vierwegbesturing (2345) om de
volgende instellingen op te geven.
Zie “De menu’s gebruiken” (p.40) voor meer informatie over het werken met
de menu’s.
Items instellen met richtingsknoppen
Knop Onderdeel Functie Pagina
2
Transportstand
Selecteert Continuopname, Zelfontspanner,
Afstandsbediening of Belichtingsbracketing.
p.155
p.150
p.152
p.122
3
Flitsinstelling Hiermee stelt u de flitsmethode in. p.78
4
Witbalans
Wijzigt de kleurbalans in overeenstemming
met de kleur van de lichtbron die het
onderwerp verlicht.
p.208
5
Gevoeligheid Hiermee stelt u de ISO-waarde in. p.102
K-r_OPM_DUT.book Page 90 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
91
Opnamefuncties
4
De hieronder genoemde functies
kunnen worden ingesteld in de menu’s
van [A Opnamemodus 1-4].
Druk in de opnamestand op de
knop 3 om het menu
[A Opnamemodus 1] op te roepen.
Onderdelen van het menu Opnamemodus
Menu Onderdeel Functie Pagina
A1
Aangepaste
opname
*1
Stelt de afwerking van de opname in met
betrekking tot bijvoorbeeld kleur en contrast
voordat de opname wordt gemaakt.
p.221
Bestandsindeling
*1
Stelt de bestandsindeling in. p.202
JPEG-resolutie
*1
Stelt de opnamegrootte in van opnamen die
worden opgeslagen in de JPEG-indeling.
p.200
JPEG
kwaliteitsniveau
*1
Stelt de kwaliteit in van opnamen die worden
opgeslagen in de JPEG-indeling.
p.201
AF-modus
*1
Selecteert de autofocusstand. p.130
Autom. lichtmeting
*1
Selecteert het gedeelte van de zoeker dat
moet worden gebruikt voor lichtmeting
en het bepalen van de belichting.
p.118
Selecteer AF-punt
*1
Selecteert het gedeelte van de zoeker
waarop moet worden scherp gesteld.
p.134
A2
Cross-processing
*1
Wijzigt de tinten en het contrast door digitale
cross-processing uit te voeren.
p.224
Digitaal filter
*1
Past een digitaal filtereffect toe bij het
maken van opnamen.
p.162
HDR-opname
*1
Maakt het maken van opnamen bij een groot
dynamisch bereik mogelijk.
p.217
Dubbelopnamen
Creëert een samengesteld beeld door
meerdere opnamen te maken.
p.159
Intervalopname
Maakt opnamen met een ingesteld interval
vanaf een vastgesteld tijdstip.
p.157
Ruisond. hoge
ISO-wrd
Stelt in of ruis moet worden onderdrukt bij
een hoge ISO-gevoeligheid.
p.104
Ruisond. lange
sltrtijd
Stelt in of ruisonderdrukking moet worden
gebruikt bij opnamen met een lange sluitertijd.
p.106
K-r_OPM_DUT.book Page 91 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
92
Opnamefuncties
4
*1 Kan worden ingesteld op het bedieningspaneel.
A3
Video Stelt de video-instellingen in. p.172
Live weergave
Stelt de weergave-instellingen van Live
weergave in.
p.167
Momentcontrole
Stelt de weergave-instellingen van
Momentcontrole in.
p.286
Instelling D-range
*1
Breid het dynamisch bereik uit en voorkomt
over- en onderbelichte gebieden.
p.215
p.216
Objectiefcorrectie
*1
Corrigeert vervormingen en chromatische
vergrotingsaberraties die optreden als
gevolg van de eigenschappen van het
objectief.
p.219
A4
Kleurruimte Stelt de te gebruiken kleurruimte in. p.214
RAW-formaat
Selecteert de bestandsindeling van
opnamen die worden opgeslagen
in de RAW-indeling.
p.204
Knop Snelinstelling
Wijst de functie toe die moet worden
opgeroepen als de knop | (Snelinstelling)
wordt ingedrukt.
p.205
AF/AE-L-knop
Wijst de functie toe die moet worden
opgeroepen als de knop =/L wordt
ingedrukt.
p.125
p.128
Geheugen
Bepaalt welke instellingen moeten worden
opgeslagen wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
p.298
Shake Reduction
*1
Activeert de functie Shake Reduction. p.147
Inv brandp afstand
Stelt de brandpuntsafstand in bij het gebruik
van een objectief dat niet automatisch
objectiefinformatie kan doorgeven.
p.148
Menu Onderdeel Functie Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 92 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
93
Opnamefuncties
4
Stelt de menu’s van [A Pers.instelling 1-4] in om optimaal te profiteren van
de functies van de spiegelreflexcamera.
Onderdelen van het menu Persoonlijke
instelling
Menu Onderdeel Functie Pagina
A1
1. LW-stappen Stelt de aanpassingsstappen voor de belichting in. p.122
2. Gevoeligheids-
stappen
Stelt de aanpassingsstappen voor
de ISO-gevoeligheid in.
p.103
3. Uitgebreide
gevoeligheid
Vergroot de onderste en bovenste
gevoeligheidslimiet.
p.103
4. Bedrijftijd
lichtmtr
Stelt de bedrijftijd voor de timer van
de belichtingsmeting in.
p.120
5. AE-L met
AF lock
Stelt in of de belichtingswaarde moeten worden
vergrendeld nadat scherp gesteld is.
p.138
6. Koppelt
belicht.+ AF
Stelt in of de belichtingswaarde en het AF-punt
in het scherpstelgebied tijdens meervlaksmeting
moeten worden gekoppeld.
p.119
7. Volgorde A
Bracketing
Stelt de volgorde in voor het maken van
opnamen met Belichtingsbracketing.
p.122
A2
8. AF-punt
weergeven
Stelt in of het geselecteerde AF-punt in de zoeker
al dan niet moet worden weergegeven.
p.135
9. AF.S-instelling
Stelt de prioriteit van acties in voor wanneer
de stand = is ingesteld op l en de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
p.130
10. AF.C-
instelling
Stelt de prioritieit van acties in voor
Continuopname wanneer de stand =
is ingesteld op k.
p.131
11. AF-hulplicht
Stelt in of het AF-hulplicht moet worden gebruikt
tijdens automatische scherpstelling op donkere
locaties.
p.132
12. WB bij flitsen
Instellen van de witbalans bij gebruik van
de flitser.
p.209
13. AWB bij
lamplicht
Stelt in of de kleurtoon van lamplicht al dan niet
moet worden aangepast als de witbalans
is ingesteld op F (Automatische witbalans).
14. AF met
afstands-
bediening
Stelt in of autofocus moet worden gebruikt bij het
maken van opnamen met de afstandsbediening.
p.154
K-r_OPM_DUT.book Page 93 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
94
Opnamefuncties
4
A3
15. Afst bed bij
tijdopname
Stelt in dat bediening met de afstandsbediening
mogelijk is terwijl de sluitertijd is ingesteld
op h.
p.118
16. Ontspant bij
opladen
Stelt in of de sluiter al dan niet kan worden
ontspannen terwijl de ingebouwde flitser
nog bezig is met opladen.
p.84
17. Draadloos
flitsen
Stelt de flitsmethode in van de ingebouwde flitser
bij draadloze bediening.
p.193
18. Rotatie-info
opslaan
Stelt in of tijdens het maken van opnamen al dan
niet rotatie-informatie moet worden opgeslagen.
p.245
19. Menulocatie
opslaan
Stelt in of de laatste menutab die op de monitor
wordt weergegeven, moet worden opgeslagen
en opnieuw moet worden weergegeven als de
volgende keer de knop 3 wordt ingedrukt.
p.285
20. Catch-in
focus
Indien deze functie ingesteld is op [Aan]
en [AF-modus] ingesteld is op f of l
en een objectief met handmatige scherpstelling
wordt gebruikt, is het maken van catch-in
focus opnamen mogelijk en wordt de sluiter
automatisch ontspannen op het moment
dat scherp is gesteld op het onderwerp.
p.141
21. AF-
aanpassing
Past de positie van het AF-punt aan. p.132
A4
22.
Diafragmaring
gebruiken
Stelt in of de sluiter al dan niet kan worden
ontspannen wanneer de diafragmaring
in een andere stand staat dan s.
p.325
Reset
pers.instellingen
Zet alle instellingen in de menu’s van
[A Pers.instelling 1-4] terug naar
de standaardinstelling.
p.322
Menu Onderdeel Functie Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 94 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
95
Opnamefuncties
4
De juiste opnamestand kiezen
U kunt een opnamestand kiezen door een pictogram op de functiekiezer
tegenover de functie-indicatie te zetten.
De W is uitgerust met verschillende opnamestanden, zodat
u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie
op fotografie.
De camera is uitgerust met de volgende opnamestanden.
Opnamestand Stand Pagina
Opnamefuncties
I (Autom. opname)/ = (Portret)/ s (Landschap)/
q (Macro)/ \ (Bewegend onderw.)/ . (Portret bij
nacht)/ a (Filtser UIT) (Bij het maken van opnamen
met Live weergave kunnen d (Blue Sky)
en K (Zonsondergang) ook worden geselecteerd
in de stand I.)
p.96
H (Scène)-
standen
A (Nachtopname)/ Q (Strand & sneeuw)/
K (Eten & drinken)/ K (Zonsondergang)/
n (Podiumbelichting)/ l (Nachtsnapshot)/
Z (HDR nachtbeeld)/ R (Kinderen)/ Y (Huisdier)/
U (Kaarslicht)/ E (Museum)
p.97
Belichtingsstanden
e (Programma)/ K (Gevoel. voorkeuze)/ b (Sl.tijd
voorkeuze)/ c (Diafr. voorkeuze)/ a (Manueel)
p.99
Videostand C (Video) p.172
Functie-indicatie
K-r_OPM_DUT.book Page 95 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
96
Opnamefuncties
4
Stel de functiekiezer in op =, s, q, \, . of a als u in de stand
I (Autom. opname) de gewenste opname niet kunt maken.
De opnamestanden hebben de volgende kenmerken.
Picture-standen
Stand Kenmerken
I Autom. opname
De optimale opnamestand wordt automatisch gekozen
uit de standen U (stand.), = (Portret), s (Landschap),
q (Macro), \ (Bewegend onderw.) en . (Portret bij
nacht). Bij het maken van opnamen met Live weergave
kunt u ook d (Blue Sky) en K (Zonsondergang)
selecteren.
=
Portret
Optimaal voor het maken van portretten. Produceert
natuurlijke huidtinten.
s
Landschap
Verdiept het scherpstelbereik, benadrukt contouren
en verzadiging van bomen en lucht, en zorgt voor een
levendige opname.
q
Macro
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van bloemen
en andere kleine onderwerpen op korte afstand.
\
Bewegend
onderw.
Hiermee kunt u scherpe opnamen maken van een snel
bewegend onderwerp, zoals bij sportevenementen.
De transportstand is vast ingesteld
op g (Continuopname (snel)).
.
Portret bij nacht
Hiermee kunt u opnamen van mensen tegen een
nachtelijke achtergrond of tijdens de schemering.
a
Filtser UIT
De flitser is uitgeschakeld. Andere instellingen zijn
gelijk aan U (stand.) in I.
In de stand . zal de camera, ook al wordt de flitser wel gebruikt, lange
sluitertijden gebruiken zodat de achtergrond buiten het bereik van de flitser ook
correct belicht op de opname komt (1 Lange-sluitertijdsynchronisatie (p.182)).
Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat
de camera beweegt.
Als \ automatisch wordt geselecteerd in I, worden opnamen gemaakt
met de transportstand die eerder was ingesteld.
K-r_OPM_DUT.book Page 96 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
97
Opnamefuncties
4
Als u de functiekiezer op H (Scène) zet, kunt u kiezen uit de volgende
11 opnamestanden.
H-standen
Stand Kenmerken
A Nachtopname
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief o.i.d
om beweging te voorkomen.
Q Strand & sneeuw
Voor opnamen van verblindende achtergronden, zoals
besneeuwde bergen.
K Eten & drinken
Opnamen van voedsel. Hoge kleurverzadiging voor
aantrekkelijke weergave.
K Zonsondergang
Voor opnamen van zonsopgang of zonsondergang
in mooie kleuren.
n Podiumbelichting
Voor opnamen van bewegende onderwerpen onder
slechte belichtingsomstandigheden.
l Nachtsnapshot
Voor het maken van opnamen onder slechte
belichtingsomstandigheden.
Z HDR nachtbeeld
Maakt 3 opnamen om één HDR beeld te genereren.
Belichting geoptimaliseerd voor weinig licht.
R Kinderen
Voor het maken van opnamen van bewegende
kinderen. Produceert natuurlijke huidtinten.
De transportstand is vast ingesteld
op g (Continuopname (snel)).
Y Huisdier
Voor het maken van opnamen van huisdieren.
De transportstand is vast ingesteld
op g (Continuopname (snel)).
U Kaarslicht Voor opnamen bij kaarslicht.
E Museum Voor opnamen op plaatsen waar flitsen verboden is.
De flitser wordt uitgeschakeld bij A, K, n, Z, U en E. Gebruik de functie
Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
K-r_OPM_DUT.book Page 97 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
98
Opnamefuncties
4
1
Zet de functiekiezer op H.
Het statusscherm van de scènestanden wordt weergegeven.
2
Druk op de knop M.
Op het bedieningspaneel wordt het
pictogram van de op dat moment
geselecteerde opnamestand
weergegeven.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om [Scènemodus]
te selecteren en druk op de
knop 4.
Het scherm voor keuze van de scène
verschijnt.
4
Selecteer met
de vierwegbesturing (2345)
of e-knop de gewenste scène.
Een opnamescène selecteren
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
15 4.0
F
1122+3-3
AWB
12M
[
123
]
JPEG
1600
12M
[
37
]
Scènemodus
Nachtopname
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
Annul.
Voor nachtopnamen
OK
OK
MENU
Gebruik statief o.i.d om
beweging te voorkomen
Nachtopname
Nachtopname
SCN
K-r_OPM_DUT.book Page 98 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
99
Opnamefuncties
4
5
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar het bedieningspaneel en is gereed voor het
maken van een opname.
Gebruik de belichtingsfuncties om de gevoeligheid, de sluitertijd en het
diafragma aan te passen, zodat u opnamen kunt maken die helemaal
passen binnen uw visie op fotografie.
Als de knop 3 wordt ingedrukt terwijl
de functiekiezer op H (Scène) staat, dan
verschijnt het menu [H Scene]. Druk
op de vierwegbesturing (3) om het scherm
voor keuze van de scène op te roepen,
waarna u een scène kunt selecteren
op dezelfde wijze als staat beschreven
in stap 4.
Opnamefuncties
Stand Kenmerken
Pagina
e Programma
Stelt automatisch de sluitertijd en diafragmawaarde in
voor het maken van opnamen met de juiste belichting
in overeenstemming met de Programmalijn.
p.107
K
Gevoel.
voorkeuze
Stelt automatisch de sluitertijd en diafragmawaarde
in om een juiste belichting te verkrijgen in
overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
b
Sl.tijd
voorkeuze
Laat u de gewenste sluitertijd instellen om de
beweging van het onderwerp te bevriezen of te
benadrukken. Maak opnamen van snel bewegende
onderwerpen alsof die stil lijken te staan of maak
opnamen van onderwerpen die een gevoel van
beweging overbrengen.
c
Diafr.
voorkeuze
Laat u de gewenste diafragmawaarde instellen voor
controle over de scherptediepte. Gebruik deze
instelling voor een onscherpe of scherpe achtergrond.
a Manueel
Laat u de sluitertijd en diafragmawaarde instellen
voor het maken van creatieve opnamen.
MENU
Einde
Voor nachtopnamen
Gebruik statief o.i.d om
beweging te voorkomen
Nachtopname
K-r_OPM_DUT.book Page 99 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
100
Opnamefuncties
4
Belichting instellen
De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie van sluitertijd
en diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte combinaties van
sluitertijd-diafragmawaarde mogelijk, die telkens weer een ander resultaat
opleveren.
Met het wijzigen van de sluitertijd kunt u bepalen hoe tijd wordt uitgedrukt
in de opnamen die u maakt. In tegenstelling tot het beeld dat het blote oog
vangt, kan in een opname een fractie van een seconde, maar ook een heel
tijdsverloop worden vastgelegd, zodat de opname een heel andere
uitstraling krijgt.
Gebruik van de functie b (Sl.tijd voorkeuze).
Een langere sluitertijd kiezen
Als het onderwerp beweegt, wordt
de opname onscherp omdat de sluiter
langer open blijft.
Het is mogelijk het effect van beweging
(bijvoorbeeld een rivier, een waterval
of golven) te verbeteren door met opzet
een langere sluitertijd te kiezen.
Een kortere sluitertijd kiezen
Bij keuze van een kortere sluitertijd kan
de actie van een bewegend onderwerp
worden bevroren.
Een kortere sluitertijd helpt
camerabeweging te voorkomen.
Effect van diafragma en sluitertijd
Effect van sluitertijd
K-r_OPM_DUT.book Page 100 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
101
Opnamefuncties
4
Met het wijzigen van het diafragma bepaalt u de diepte van het gebied dat
op een opname scherp wordt weergegeven (de scherptediepte). Door
scherp te stellen op een punt dat u wilt benadrukken, of juist scherp
te stellen op een groot gebied, kunt u grote invloed uitoefenen op de
uitstraling van de opname.
Gebruik de functie c (Diafr. voorkeuze).
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen)
Voorwerpen die dichterbij of verder weg
zijn dan het onderwerp waarop is scherp
gesteld, worden minder scherp. Als
u bijvoorbeeld een opname maakt van een
bloem tegen een landschapsachtergrond
met een grote diafragmaopening, wordt
het landschap voor en achter de bloem
onscherp, waardoor alleen de bloem wordt geaccentueerd.
Het diafragma sluiten (diafragmawaarde verhogen)
Het scherptegebied neemt zowel dichtbij
als veraf toe. Als u bijvoorbeeld een opname
maakt van een bloem tegen een
landschapsachtergrond met een kleine
diafragmaopening, is ook het landschap
voor en achter de bloem scherp.
Effect van diafragma
K-r_OPM_DUT.book Page 101 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
102
Opnamefuncties
4
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht.
De gevoeligheid kan worden ingesteld op [AUTO] of binnen een
gevoeligheidsbereik tussen ISO 200 en 12800. De standaardinstelling
is [AUTO].
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Gevoeligheid] wordt weergegeven.
Gevoeligheid instellen
Diafragma en Scherptediepte
De volgende tabel laat zien hoe de instelling voor diafragma van
invloed is op de scherptediepte.
De scherptediepte is ook afhankelijk van het gebruikte objectief
en de afstand tot het onderwerp.
De scherptediepte van de W is afhankelijk van het objectief.
Maar vergeleken met een kleinbeeldcamera is de waarde globaal
één diafragmastop kleiner (het scherpstelbereik wordt kleiner).
Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het
onderwerp is, hoe groter de scherptediepte (sommige
zoomobjectieven hebben geen schaal voor de scherptediepte
vanwege hun bouwwijze).
Diafragma
Open
(kleinere waarde)
Dicht
(grotere waarde)
Scherpte-
diepte
Klein Groot
Scherpte-
gebied
Smal Groothoek
Brandpunts-
afstand
objectief
Langer
(Tele-opname)
Korter (Groothoek)
Afstand tot
onderwerp
Dichtbij Veraf
K-r_OPM_DUT.book Page 102 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
103
Opnamefuncties
4
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [AUTO-instelling]
of [Vaste waarde] te selecteren.
3
Gebruik de vierwegbesturing (45) om de
ISO-gevoeligheid te wijzigen.
Wijzig voor [AUTO-instelling] de maximale gevoeligheid.
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Als de opnamestand ingesteld is op n (Podiumbelichting),
l (Nachtsnapshot) of Z (HDR nachtbeeld) van de stand H (Scène),
of wanneer de functiekiezer is ingesteld op C (Video), dan wordt
de gevoeligheid vast ingesteld op AUTO en kan deze niet worden gewijzigd.
Als de opnamestand ingesteld is op K (Gevoel. voorkeuze)
of a (Manueel), dan wordt [AUTO-instelling] niet weergegeven.
Het gevoeligheidsbereik kan worden uitgebreid naar een waarde van ISO 100
tot 25600 als [3. Uitgebreide gevoeligheid] in het menu [A Pers.instelling 1]
(p.93) ingesteld is op [Aan]. De minimale gevoeligheid is echter ISO 200
wanneer [Hooglichtcorrectie] (p.215) ingesteld is op [Aan].
Bij een hogere gevoeligheidsinstelling kunnen opnamen meer ruis vertonen.
U kunt ruis terugdringen door [Ruisond. hoge ISO-wrd] te selecteren in het
menu [A Opnamemodus 2]. (p.104)
U kunt selecteren of de gevoeligheid wordt ingesteld in stappen van 1 LW
of in overeenstemming met de instelling voor LW-belichtingsstappen (p.122).
Dit kan worden ingesteld in [2. Gevoeligheidsstappen] van het menu
[A Pers.instelling 1] (p.93).
OK
MENU
ISO
ISO
AUTO
200
1600
200
Annul.
Gevoeligheid
OK
AUTO-instelling
K-r_OPM_DUT.book Page 103 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
104
Opnamefuncties
4
Bij het maken van opnamen met een digitale camera doet zich beeldruis
(ruwe of ongelijkmatige opnamen) voor in de volgende situaties.
- Bij het maken van opnamen met een lange belichting
- Bij het maken van opnamen met een hoge gevoeligheidsinstelling
- Als de temperatuur van de CMOS-sensor hoog is
U kunt ruis terugdringen met behulp van ruisonderdrukking. Het duurt
echter langer om opnamen op te slaan die worden gemaakt met
ruisonderdrukking.
Onderdrukt ruis bij hoge (ISO-) waarden voor gevoeligheid.
1
Selecteer [Ruisond. hoge ISO-wrd] in het menu
[A Opnamemodus 2] en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Ruisond. hoge ISO-wrd] verschijnt.
Beeldruis reduceren (Ruisreductie)
Ruisonderdrukking bij hoge ISO NR
Dynamisch bereik uitbreiden
Het dynamisch bereik is het getal waarmee het lichtniveau wordt
aangeduid dat door de CMOS-sensorpixels wordt uitgedrukt van
lichte tot donkere gebieden. Hoe groter het getal, des te beter wordt
het hele bereik tussen licht en donker weergegeven op de opname.
Door het dynamische bereik te vergroten,kunt u het lichtniveau
uitbreiden dat door de CMOS-sensorpixels wordt uitgedrukt, zodat
overbelichting minder gemakkelijk voorkomt op de opname.
U kunt het dynamisch bereik uitbreiden met [Instelling D-range] in het
menu [A Opnamemodus 3]. (p.215)
K-r_OPM_DUT.book Page 104 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
105
Opnamefuncties
4
2
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Auto], [Uit], [Zwak],
[Normaal], [Sterk] of [Aangepast]
te selecteren.
3
Druk op de knop 4.
Als u [Auto], [Uit], [Zwak], [Normaal] of [Sterk] selecteert, ga dan verder
met stap 7.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Instelling]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm verschijnt waarin op basis van de gevoeligheid het
ruisreductieniveau kan worden ingesteld.
5
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een
gevoeligheidswaarde
te selecteren en gebruik
de vierwegbesturing (45)
om het ruisreductieniveau in te
stellen dat wordt toegepast op de
geselecteerde gevoeligheid.
Draai aan de e-knop als u het scherm [Ruisond. hoge ISO-wrd 2] wilt
oproepen.
Druk op de knop | als u de instellingen wilt resetten.
Welke gevoeligheidswaarden worden weergegeven, hangt af van
de instellingen voor [1. LW-stappen] en [2. Gevoeligheidsstappen] in het
menu [A Pers.instelling 1] (p.93).
Auto
Past in het gehele ISO-bereik optimaal berekende
ruisreductieniveaus toe. (Standaardinstelling).
Uit Past in geen enkele ISO-instelling ruisreductie toe.
Zwak/Normaal/Sterk
Past in het gehele ISO-bereik een constant,
gekozen ruisreductieniveau toe.
Aangepast
Past voor elke ISO-instelling een door de gebruiker
ingesteld ruisreductieniv. toe.
Ruisond. hoge ISO-wrd
Annul. OK
OK
MENU
Uit
Zwak
Normaal
Auto
Aangepast
Sterk
ISO
NR
AUTO
ISO
NR
CUSTOM
ISO
NR
OFF
ISO
NR
ISO
NR
ISO
NR
MENU
100
ISO
200
ISO
400
ISO
1600
ISO
3200
ISO
6400
ISO
800
ISO
1 2
ISO
NR
OFF
ISO
NR
OFF
ISO
NR
OFF
ISO
NR
ISO
NR
ISO
NR
ISO
NR
Ruisond. hoge ISO-wrd
Reset
K-r_OPM_DUT.book Page 105 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
106
Opnamefuncties
4
6
Druk op de knop 3.
Opnieuw verschijnt het scherm dat werd weergegeven in stap 2.
7
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Onderdrukt ruis bij lange belichtingstijden.
1
Selecteer [Ruisond. lange sltrtijd] in het menu
[A Opnamemodus 2] en druk op de vierwegbesturing (5).
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [AUTO], [ON] of [OFF]
te selecteren, en druk op de
knop 4.
3
Druk op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd
AUTO
Bepaalt de omstandigheden zoals sluitertijd, gevoeligheid
en interne temperatuur, en past op basis daarvan automatisch
ruisonderdrukking toe indien dat nodig is. (Standaardinstelling).
ON Past ruisreductie toe als de belichtingstijd langer is dan 1 seconde.
OFF Past geen ruisreductie toe.
De verwerking van een opname kan even duren als opnamen worden gemaakt
wanneer ruisonderdrukking bij lange sluitertijd ingesteld is op [ON]. Er kunnen
geen nieuwe opnamen worden gemaakt terwijl een opname wordt verwerkt.
Als de ruisreductiefunctie is geactiveerd, knippert [nr] op het statusscherm
en in de zoeker waar normaliter de diafragmawaarde wordt weergegeven,
en wordt het aftellen van de verwerkingstijd weergegeven waar normaliter
de sluitertijd wordt weergegeven.
Annul. OK
OK
MENU
1 2
3
4
Cross-processing
Digitaal filter
HDR-opname
Dubbelopnamen
OFF
OFF
OFF
OFF
Intervalopname
Ruisond. hoge ISO-wrd
Ruisond. lange sltrtijd
ISO
NR
AUTO
HDR
HDR
OFF
OFF
NR
OFF
NR
ON
NR
AUTO
K-r_OPM_DUT.book Page 106 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
107
Opnamefuncties
4
Deze camera heeft de volgende vijf belichtingsfuncties. Gebruik
de functiekiezer om de belichtingsfunctie te wijzigen. (p.95)
Bij elke belichtingsfunctie zijn de volgende instellingen mogelijk.
(z: Beschikbaar #: Beperkt × : Niet beschikbaar)
*1 [Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 4] kunt u zo instellen dat
de sluitertijd en/of diafragmawaarde kunnen worden gewijzigd met de e-knop. (p.109)
De belichtingsfunctie wijzigen
Belichtings-
functie
Beschrijving
Belichtings-
correctie
Sluitertijd
wijzigen
Diafragma
wijzigen
Gevoeligheid
wijzigen
Pagina
e
Programma
Stelt automatisch
de sluitertijd en
diafragmawaarde
in voor het maken
van opnamen
met de juiste
belichting in
overeenstemming
met de
Programmalijn.
z #
*1
#
*1
z p.108
K
Gevoel.
voorkeuze
Stelt automatisch
de sluitertijd en
diafragmawaarde
in om een juiste
belichting te
verkrijgen in
overeenstemming
met de ingestelde
gevoeligheid.
z ××
Anders dan
AUTO
p.110
b
Sl.tijd
voorkeuze
Instelling van
de gewenste
sluitertijd voor het
vastleggen van
bewegende
onderwerpen.
zz × z p.111
c
Diafr.
voorkeuze
Instelling van het
diafragma voor
controle over de
scherptediepte.
z × zzp.112
a
Manueel
Laat u de
sluitertijd en
diafragmawaarde
instellen voor
het maken
van creatieve
opnamen.
× zz
Anders dan
AUTO
p.114
K-r_OPM_DUT.book Page 107 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
108
Opnamefuncties
4
Stelt automatisch de sluitertijd en diafragmawaarde in voor het maken
van opnamen met de juiste belichting in overeenstemming met
de Programmalijn.
U kunt ook de e-knop gebruiken om de sluitertijd en diafragmawaarde
te wijzigen terwijl de juiste belichting blijft gehandhaafd (p.109).
1
Zet de functiekiezer op e.
2
Draai, terwijl u de knop mc
indrukt, aan de e-knop om de
belichting te wijzigen.
Gebruik van de stand e (Programma)
Gebruik van een objectief met een diafragmaring
Als u gebruikmaakt van een objectief
met een diafragmaring, zet het
diafragma dan in de stand s (AUTO)
terwijl u de knop voor automatische
vergrendeling op het objectief
ingedrukt houdt.
A
22
16
11
85.6
K-r_OPM_DUT.book Page 108 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
109
Opnamefuncties
4
De belichtingscorrectiewaarde wordt
weergegeven in het statusscherm
en de zoeker.
De belichtingscorrectiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3 LW
of 1/2 LW. Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.122)
De juiste belichting wordt met de geselecteerde sluitertijd
en diafragmawaarde mogelijk niet verkregen als de gevoeligheid is ingesteld
op [Vaste waarde] (p.102).
P
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
125 5.6
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
200
JPEG
Belichtingscorrectiewaarde
e-knop in Programma
U kunt de functie van de e-knop instellen
die moet worden uitgevoerd als de stand
e is gekozen. Stel deze functie in bij
[Knop Snelinstelling] in het menu
[A Opnamemodus 4]. (Dit kan alleen
als [Knop Snelinstelling] is toegewezen
aan de knop |.) (p.205)
Als de knop | wordt ingedrukt nadat
u aan de e-knop heeft gedraaid, keert de camera terug naar
de normale stand e.
P SHIFT
Stelt de sluitertijd en diafragmawaarde automatisch zo in dat een
juiste belichting wordt verkregen (Program shift).
(Standaardinstelling)
b Stelt de sluitertijd in.
c Stelt het diafragma in.
OFF Schakelt werking van de e-knop uit als de stand e is geselecteerd.
MENU
OK
OK
Knop Snelinstelling
Actie in M-modus
Knop Snelinstelling
E-knop in Programma
Wijzigen van de combinatie
Annul.
van diafragma en sluitertijd
voor juiste belichting
Tv
Av
OFF
P SHIFT
K-r_OPM_DUT.book Page 109 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
110
Opnamefuncties
4
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van de belichting van het
onderwerp.
Sluitertijd en diafragma worden automatisch ingesteld overeenkomstig
de ingestelde gevoeligheid om een juiste belichting te verkrijgen.
1
Zet de functiekiezer op K.
2
Draai aan de e-knop om de
gevoeligheid te wijzigen.
De ingestelde waarden worden
weergegeven in het statusscherm
en de zoeker.
De stand K (Gevoeligheidsvoorkeuze) gebruiken
U kunt de gevoeligheid instellen op een waarde die overeenkomt met
ISO 200 tot ISO 12800. [AUTO] is niet beschikbaar.
Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de
belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.121)
De gevoeligheid kan worden ingesteld in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW.
Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.122)
AF.A
1/
ISO
ISO
30 4.5
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
200
JPEG
Sv
K-r_OPM_DUT.book Page 110 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
111
Opnamefuncties
4
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van de beweging
van bewegende onderwerpen. Bij het maken van opnamen van snel
bewegende onderwerpen kunt u met een kortere sluitertijd het onderwerp
bevriezen en met een langere sluitertijd de beweging van het onderwerp
laten zien.
Op basis van de sluitertijd wordt de diafragmawaarde automatisch
zo ingesteld dat de juiste belichting wordt verkregen.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.100)
1
Zet de functiekiezer op b.
2
Draai aan de e-knop
om de sluitertijd te wijzigen.
De sluitertijd kan worden ingesteld
binnen een bereik van 1/6000 tot
30 seconden.
De ingestelde waarden worden
weergegeven in het statusscherm
en de zoeker.
Gebruik van de stand b (Sluitertijdvoorkeuze)
Tv
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
125 5.6
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
JPEG
400
K-r_OPM_DUT.book Page 111 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
112
Opnamefuncties
4
Stel de diafragmawaarde in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen.
De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker)
wanneer het diafragma op een hoge waarde, een kleine objectiefopening,
wordt ingesteld. De scherptediepte is kleiner (voorgrond en achtergrond
zijn vager) wanneer het diafragma op een lagere waarde, een grotere
objectiefopening, wordt ingesteld.
Aan de hand van de diafragmawaarde wordt de sluitertijd automatisch
op de juiste belichting ingesteld.
1Effect van diafragma en sluitertijd (p.100)
Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de
belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.121)
De sluitertijd kan worden ingesteld in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW.
Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.122)
De juiste belichting kan met de geselecteerde sluitertijd mogelijk niet worden
verkregen als de gevoeligheid ingesteld is op [Vaste waarde] (p.102).
Gebruik van de stand c (Diafragmavoorkeuze)
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker
is, begint de diafragmawaarde
te knipperen in het statusscherm
en in de zoeker. Is het onderwerp
te licht, kies dan een kortere sluitertijd. Bij een te donker onderwerp
kiest u een langere sluitertijd. Wanneer de diafragmawaarde ophoudt
met knipperen, kunt u de opname maken met de juiste belichting.
Gebruik een in de handel verkrijgbaar ND-fliter (Neutral Density) als het
onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
K-r_OPM_DUT.book Page 112 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
113
Opnamefuncties
4
1
Zet de functiekiezer op c.
2
Draai aan de e-knop om de
diafragmawaarde te wijzigen.
De ingestelde waarden worden
weergegeven in het statusscherm
en de zoeker.
Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de
belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.121)
Het diafragma kan worden ingesteld in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW.
Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.122)
De juiste belichting wordt met de geselecteerde diafragmawaarde mogelijk
niet verkregen als de gevoeligheid ingesteld is op [Vaste waarde] (p.102).
Av
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
30 4.5
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
JPEG
400
K-r_OPM_DUT.book Page 113 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
114
Opnamefuncties
4
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen. Dit is een geschikte
belichtingsfunctie wanneer u diverse opnamen met dezelfde combinatie
van sluitertijd en diafragma wilt maken of met opzet onderbelichte
(donkerder) of overbelichte (lichtere) foto’s wilt maken.
1 Effect van diafragma en sluitertijd (p.100)
1
Zet de functiekiezer op a.
2
Draai aan de e-knop om
de sluitertijd te wijzigen.
De sluitertijd kan worden ingesteld
binnen een bereik van 1/6000 tot
30 seconden.
Gebruik van de stand a (Manueel)
Belichtingswaarschuwing
Als het onderwerp te licht of te donker
is, knippert de sluitertijd in het
statusscherm en in de zoeker. Is het
onderwerp te licht, kies dan een kleinere objectiefopening (hogere
waarde). Is het onderwerp te donker, kies dan een grotere
objectiefopening (lagere waarde). Zodra het knipperen ophoudt, kunt
u de opname maken met de juiste belichting.
Gebruik een in de handel verkrijgbaar ND-fliter (Neutral Density) als het
onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
K-r_OPM_DUT.book Page 114 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
115
Opnamefuncties
4
3
Draai aan de e-knop terwijl
u op de knop mc drukt
om het diafragma te wijzigen.
De ingestelde waarden worden
weergegeven in het statusscherm
en de zoeker.
In het statusscherm wordt
de e-knopindicator weergegeven naast
de sluitertijd of het diafragma, afhankelijk
van welke waarde wordt aangepast.
De waarde van sluitertijd en diafragma
die wordt aangepast, is onderstreept
in de zoeker.
Terwijl u de sluitertijd of diafragmawaarde
wijzigt, wordt het verschil met de juiste
belichting (LW-waarde) in de zoeker
weergegeven. De juiste belichting
is ingesteld wanneer [0,0] verschijnt.
In de zoeker gaat de
belichtingscorrectiewaarde knipperen
als het verschil met de juiste belichting
±3,0 of groter wordt.
Als de gevoeligheid ingesteld is op [AUTO] en de functiekiezer ingesteld
wordt op a, wordt de gevoeligheid ingesteld op de laatst ingestelde waarde.
De sluitertijd en het diafragma kunnen worden ingesteld in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW. Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het
menu [A Pers.instelling 1]. (p.122)
Het diafragma kan ook worden gewijzigd door eenmaal op de knop mc
te drukken, de knop los te laten en aan de e-knop te draaien. In dit geval
wordt het diafragma ingesteld als de knop mc nogmaals ingedrukt wordt
of wanneer de bedrijftijd van de timer van de belichtingsmeting (p.120)
verstrijkt.
AF.A
1/
ISO
ISO
125 5.6
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
JPEG
200
M
Afwijking van de juiste
belichting
K-r_OPM_DUT.book Page 115 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
116
Opnamefuncties
4
Het belichtingsgeheugen gebruiken
Wanneer [AF/AE-L-knop] in het menu [A Opnamemodus 4]
ingesteld is op [Belichtingsgeheugen] en de belichting wordt
vergrendeld (p.125) door de knop =/L in te drukken in de stand
a, en de sluitertijd of diafragmawaarde wordt gewijzigd, dan
verandert de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde terwijl de
belichtingswaarde blijft behouden.
Voorbeeld) Als de sluitertijd 1/125 sec. en het diafragma F5.6
is en deze instellingen zijn vergrendeld met
de knop =/L, wordt het diafragma automatisch
gewijzigd in F11 als de sluitertijd met de e-knop wordt
gewijzigd in 1/30 sec.
Actie in de stand a
U kunt een functie toewijzen aan
de knop |. Deze functie kan dan later
met deze knop worden uitgevoerd als
de camera in de stand a staat. Wijs deze
functie toe aan [Knop Snelinstelling]
in het menu [A Opnamemodus 4].
(Dit is alleen mogelijk als [Knop
Snelinstelling] is toegewezen aan
de knop |. (p.205))
P LINE
Stelt de diafragmawaarde en sluitertijd zo in dat
in overeenstemming met de Programmalijn een juiste
belichting wordt verkregen. (Standaardinstelling)
Tv SHIFT
Stelt bij een vast ingesteld diafragma de sluitertijd zo in dat
een juiste belichting wordt verkregen.
Av SHIFT
Stelt bij een vast ingestelde sluitertijd de diafragmawaarde
zo in dat een juiste belichting wordt verkregen.
OFF
Schakelt de werking van de knop | uit als deze wordt
ingedrukt in de stand a.
MENU
OK
OK
Knop Snelinstelling
Actie in M-modus
Knop Snelinstelling
E-knop in Programma
Stelt diafragma en
Annul.
sluitertijd in op
programmalijn
OFF
TvSHIFT
P LINE
AvSHIFT
K-r_OPM_DUT.book Page 116 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
117
Opnamefuncties
4
Deze instelling is geschikt voor het maken van nacht- en vuurwerkopnamen
met een lange belichting.
1
Zet de functiekiezer op a.
2
Draai de e-knop naar links (f)
en stel de sluitertijd in op h.
h wordt weergegeven na de langste
sluitertijd (30 sec.).
3
Druk op de ontspanknop.
De sluiter blijft open zo lang de ontspanknop wordt ingedrukt.
Gebruik van Tijdopname
De volgende functies zijn niet beschikbaar in de stand Tijdopname.
- Belichtingscorrectie
- Belichtingsbracketing
- Continuopname
- Intervalopname
- HDR-opname
M
AF.A
ISO
ISO
Bulb
5.6
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
JPEG
200
K-r_OPM_DUT.book Page 117 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
118
Opnamefuncties
4
Selecteer het gedeelte van de zoeker dat moet worden gebruikt voor
lichtmeting en het bepalen van de belichting. De volgende drie methoden
zijn mogelijk.
L Meervlaks lichtmeting (standaardinstelling)
Bij meervlaks lichtmeting wordt het beeld
in de zoeker gemeten in 16 verschillende
zones. Zelfs bij opnamen met tegenlicht
wordt bij deze functie automatisch
bepaald welk gedeelte welk
helderheidsniveau heeft en wordt
de belichting automatisch aangepast.
Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de diafragmawaarde
te wijzigen.
Het diafragma kan worden ingesteld in stappen van 1/3 LW of 1/2 LW.
Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.122)
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld bij het maken
van tijdopnamen.
Gebruik een stevig statief om camerabeweging te voorkomen bij het maken
van tijdopnamen.
Om de ontspanknop van de afstandsbediening te gebruiken, stelt u deze
functie in bij [15. Afst bed bij tijdopname] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.94).
U kunt beeldruis (ruwe of ongelijkmatige beelden) reduceren die wordt
veroorzaakt door een lange sluitertijd. Stel deze functie in bij [Ruisond. lange
sltrtijd] in het menu [A Opnamemodus 2]. (p.106)
Als de gevoeligheid ingesteld is op [AUTO] en de sluitertijd ingesteld wordt
op h, wordt de gevoeligheid ingesteld op de laatst ingestelde waarde.
De bovengrens voor gevoeligheid bij tijdopnamen is ISO 1600.
Er is geen grens aan de belichtingstijd bij tijdopnamen. We raden u echter
aan de optionele netvoedingsadapterset K-AC109 te gebruiken als
u opnamen maakt met een lange belichtingstijd omdat stroom van
de batterijen wordt verbruikt als de sluiter open blijft staan. (p.53)
De lichtmeetmethode selecteren
De methode voor meervlaks lichtmeting is niet beschikbaar bij het gebruik van
andere objectieven dan DA-, DA L-, D FA-, FA J-, FA-, F of A-objectieven,
of als de diafragmaring in een andere positie staat dan s.
K-r_OPM_DUT.book Page 118 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
119
Opnamefuncties
4
M Lichtmeting met nadruk op het midden
De meting legt de nadruk op het midden van
de zoeker. Gebruik deze meting wanneer
u de belichting wilt corrigeren op basis van
ervaring, in plaats van dit over te laten aan
de camera. In de afbeelding ziet u dat
de gevoeligheid groter wordt wanneer het
patroon hoger wordt (midden). Deze functie
corrigeert niet automatisch opnamen met tegenlicht.
N Spotmeting
Bij spotmeting wordt de helderheid slechts
in een klein gebied in het midden van
de zoeker gemeten. U kunt deze functie
combineren met het belichtingsgeheugen
(p.125) wanneer het onderwerp uitzonderlijk
klein is en een correcte belichting moeilijk
te realiseren is.
AE-punt koppelen aan de automatische
scherpstelling tijdens meervlaks lichtmeting
Bij [6. Koppelt belicht.+ AF] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.93)
kunt u de belichting koppelen aan het AF-punt tijdens meervlaks
lichtmeting.
1
Uit
De belichting wordt onafhankelijk van het AF-punt ingesteld.
(Standaardinstelling)
2
Aan De belichting wordt op basis van het AF-punt ingesteld.
K-r_OPM_DUT.book Page 119 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
120
Opnamefuncties
4
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [Autom. lichtmeting] met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm [Autom. lichtmeting]
verschijnt.
3
Selecteer een lichtmeetmethode
met de vierwegbesturing (45).
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1].
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
Autom. lichtmeting
Meervlaks
OFF
OFF
MENU
OK
OK
Autom. lichtmeting
Meervlaks
Annul.
Lichtmetingstijd instellen
U kunt de bedrijftijd van de timer van de belichtingsmeting instellen
op [10sec] (standaardinstelling), [3sec] of [30sec] bij [4. Bedrijftijd
lichtmtr] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.93).
K-r_OPM_DUT.book Page 120 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
121
Opnamefuncties
4
Hiermee kunt u met opzet overbelichte (lichte) of onderbelichte (donkere)
opnamen maken.
U kunt voor de belichtingsstappen kiezen tussen 1/3 LW en 1/2 LW bij
[1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1].
U kunt de belichtingscorrectiewaarde instellen tussen –3 en +3 (LW).
1
Draai aan de e-knop terwijl
u de knop mc indrukt.
De belichting wordt aangepast.
m wordt tijdens de correctie
weergegeven in het statusscherm
en in de zoeker.
Belichting corrigeren
Belichtingscorrectie is niet beschikbaar als de functiekiezer in de stand
a (Manueel) staat.
De belichtingscorrectie wordt niet geannuleerd als u de camera uitzet of een
andere opnamestand kiest.
Als [Knop Snelinstelling] is toegewezen aan de knop | bij [Knop
Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 4] (p.205), wordt
de correctiewaarde teruggezet naar 0,0 als u op de knop | drukt.
U kunt de belichtingscorrectie ook wijzigen door eenmaal op de knop mc
te drukken, de knop los te laten en aan de e-knop te draaien. In dit geval
wordt de belichtingscorrectie ingesteld als nogmaals op de knop mc wordt
gedrukt of de bedrijftijd van de timer van de belichtingsmeting (p.120) verstrijkt.
mc-knop
Av
AF.A
1/
ISO
ISO
AUTO
30 4.5
F
1122+3-3
AWB
12M
[
37
]
JPEG
400
Correctiewaarde
K-r_OPM_DUT.book Page 121 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
122
Opnamefuncties
4
Stel de belichtingscorrectie in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW in bij [1. LW-stappen]
in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.93).
U kunt achtereenvolgens drie continuopnamen maken met drie
verschillende belichtingen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
De eerste opname wordt belicht zonder correctie, de tweede wordt
onderbelicht (negatieve correctie) en de derde wordt overbelicht (positieve
correctie).
U kunt [7. Volgorde A Bracketing] instellen in het menu
[A Pers.instelling 1] (p.93).
De belichtingsstappen wijzigen
Stapinterval Belichtingswaarde
1/3LW ±0,3, ±0,7, ±1,0, ±1,3, ±1,7, ±2,0, ±2,3, ±2,7, ±3,0
1/2LW ±0,5, ±1,0, ±1,5, ±2,0, ±2,5, ±3,0
Automatisch belichting wijzigen tijdens het maken
van opnamen (Belichtingsbracketing)
Standaardbelichting Onderbelichting Overbelichting
1 0 - + Standaard ´ Onderbelicht ´ Overbelicht (standaardinstelling)
2 - 0 + Onderbelicht ´ Standaard ´ Overbelicht
3 + 0 - Overbelicht ´ Standaard ´ Onderbelicht
4 0 + - Standaard ´ Overbelicht ´ Onderbelicht
1.
1
2
MENU
OK
OK
LW-stappen
1/3 LW Stap
1/2 LW Stap
Stappen belichting
Annul.
ingesteld op 1/3 LW
K-r_OPM_DUT.book Page 122 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
123
Opnamefuncties
4
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer l met
de vierwegbesturing (45).
3
Draai aan de e-knop om de bracketwaarde in te stellen.
U kunt de volgende bracketwaarden instellen overeenkomstig het
stappeninterval dat u hebt ingesteld bij [1. LW-stappen] (p.122) in het
menu [A Pers.instelling 1].
Beschikbare bewerkingen
Belichtingsbracketing is niet beschikbaar in de volgende situaties.
- als de opnamestand ingesteld is op \ (Bewegend onderw.),
of R (Kinderen)/Y (Huisdier)/Z (HDR nachtbeeld) van de stand
H (Scène)
- wanneer de sluitertijd ingesteld is op h
Belichtingsbracketing en Dubbelopnamen kunnen niet tegelijkertijd worden
gebruikt. De laatst geselecteerde functie wordt gebruikt.
Stapinterval Bracketwaarde
1/3LW ±0,3, ±0,7, ±1,0, ±1,3, ±1,7, ±2,0, ±2,3, ±2,7, ±3,0
1/2LW ±0,5, ±1,0, ±1,5, ±2,0, ±2,5, ±3,0
Knop mc + e-knop Stelt de belichtingscorrectie in als alleen onderbeli-
chte of onderbelichte opnamen worden gemaakt met
Belichtingsbracketing. Opnamen worden gemaakt
met een belichtingscorrectiewaarde die is ingesteld
op 0 (tussenliggende waarde).
knop | Zet de correctiewaarde terug naar ±0. (Alleen
beschikbaar wanneer [Knop Snelinstelling]
toegewezen is aan de knop | bij [Knop Snelinstelling]
in het menu [A Opnamemodus 4] (p.205)).
MENU
112233
±0.5EV
OK
OK
Transportstand
Annul.
Belichtingsbracketing
K-r_OPM_DUT.book Page 123 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
124
Opnamefuncties
4
4
Druk op de knop 4.
De waarde voor de eerste opname knippert op de monitor.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De scherpstelindicatie ] wordt weergegeven in de zoeker, en de
belichtingscorrectiewaarde wordt weergegeven in het statusscherm
en de zoeker op het moment dat scherp is gesteld.
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
Blijf op de ontspanknop drukken totdat drie opnamen zijn gemaakt.
Er worden achtereenvolgens drie opnamen gemaakt in de volgorde
die is ingesteld bij [7. Volgorde A Bracketing] in het menu
[A Pers.instelling 1] (p.93).
Wanneer [AF-modus] ingesteld is op l (Eén opname), wordt
de scherpstelling vergrendeld bij de eerste opname en wordt deze gebruikt
voor de volgende opnamen uit de reeks.
Als u tijdens Belichtingsbracketing uw vinger van de ontspanknop haalt, blijft
de belichtingsinstelling twee keer zo lang actief als de bedrijftijd van de timer
van de belichtingsmeting (de standaardinstelling is circa 20 seconden)
(p.120) en kunt u een opname maken met de volgende correctiewaarde.
In dit geval werkt de autofocus voor elke opname. Na een tijdsduur van circa
twee keer die van de bedrijftijd van de timer van de belichtingsmeting gaat
de camera terug naar de instellingen voor de eerste opname.
U kunt Belichtingsbracketing combineren met de ingebouwde flitser of een
externe flitser (alleen automatische P-DDL-flitsers) om alleen de hoeveelheid
flitslicht doorlopend te wijzigen. Bij gebruik van een externe flitser bestaat
echter het risico dat bij het ingedrukt houden van de ontspanknop voor het
maken van drie opeenvolgende opnamen, de tweede en derde opname
worden gemaakt voordat de flitser volledig is opgeladen. Maak altijd pas
een opname nadat u hebt gecontroleerd of de flitser is opgeladen.
K-r_OPM_DUT.book Page 124 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
125
Opnamefuncties
4
Het belichtingsgeheugen is een functie die de belichting vasthoudt zoals
die is vóór het maken van de opname. Gebruik deze functie wanneer het
onderwerp te klein is of wanneer er sprake is van tegenlicht, waardoor een
goede lichtmeting niet mogelijk is.
1
Selecteer [AF/AE-L-knop] in het menu
[A Opnamemodus 4] en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF/AE-L-knop] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Belichtingsgeheugen].
te selecteren.
3
Druk op de knop 4.
4
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Stel de belichting in en druk
op de knop =/L.
De camera vergrendelt de belichting
(helderheid) van dat moment.
@ wordt weergegeven in het
statusscherm en de zoeker
wanneer het belichtingsgeheugen
is geactiveerd.
De belichting vergrendelen voordat
de opname wordt gemaakt
(Belichtingsgeheugen)
Vergrendelt belichtingsw.
MENU
als op AF/AE-L-knop
wordt gedrukt
AF/AE-L-knop
Annul. OK
OK
AF1
AF2
AE-L
AF
AF1 inschakelen
AF2 inschakelen
AF uitschakelen
Belichtingsgeheugen
K-r_OPM_DUT.book Page 125 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
126
Opnamefuncties
4
De belichting wordt in het geheugen vastgehouden zolang
de knop =/L ingedrukt wordt gehouden of de ontspanknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden. De belichting wordt in het geheugen
vastgehouden gedurende een periode van tweemaal de bedrijftijd van
de timer van de belichtingsmeting (p.120), zelfs nadat u uw vinger van
de knop =/L heeft losgelaten.
Er klinkt een geluidssignaal wanneer de knop =/L wordt ingedrukt.
Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld. (p.279)
Belichtingsgeheugen is niet beschikbaar als de sluitertijd is ingesteld
op h.
Als u één van de volgende handelingen verricht, wordt het
Belichtingsgeheugen geannuleerd.
- u drukt nogmaals op de knop =/L
- u drukt op de knop Q, 3 of M
- u draait aan de functiekiezer
- u verwisselt het objectief
- een objectief met een diafragmastand s (Auto) wordt in een andere stand
dan s gezet
Ook wanneer Belichtingsgeheugen is geactiveerd, is de combinatie van
sluitertijd en diafragmawaarde afhankelijk van de zoompositie wanneer een
zoomobjectief wordt gebruikt waarvan de maximale diafragmawaarde
afhankelijk is van de brandpuntsafstand. De belichtingswaarde verandert
echter niet en een opname wordt gemaakt met het ingestelde
helderheidsniveau als Belichtingsgeheugen is geactiveerd.
De belichting kan ook worden vergrendeld wanneer de scherpstelling
is vergrendeld. Stel deze functie in bij [5. AE-L met AF lock] in het menu
[A Pers.instelling 1]. (p.138)
K-r_OPM_DUT.book Page 126 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
127
Opnamefuncties
4
Scherp stellen
U kunt op de volgende manieren scherp stellen.
U kunt ook de volgende autofocusstanden selecteren: l (Eén
opname) waarbij de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt
om scherp te stellen op het onderwerp en de scherpstelling op die stand
wordt vastgehouden, en k, (Continustand), waarbij continu wordt
scherp gesteld op het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden, en f (Auto) waarbij automatisch tussen
l en k wordt overgeschakeld. De standaardinstelling is f.
1 De AF-modus instellen (p.130)
1
Zet de scherpstelfunctieknop
op =.
=
Autofocus
De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp
wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
\
Handmatig
scherpstellen
Stel handmatig scherp.
Autofocus gebruiken
K-r_OPM_DUT.book Page 127 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
128
Opnamefuncties
4
2
Kijk door de zoeker en druk
de ontspanknop tot
halverwege in.
Wanneer op het onderwerp is scherp
gesteld, verschijnt de scherpstelindicatie
] en klinkt er een geluidssignaal.
(Als de indicatie knippert, is er niet
scherp gesteld op het onderwerp.)
1 Onderwerpen waarop moeilijk
automatisch kan worden
scherpgesteld (p.75)
U kunt de camera zo instellen dat er wordt scherp gesteld wanneer
uopde knop =/L drukt. Gebruik deze instelling als u geen behoefte
hebt aan automatisch scherp stellen als de ontspanknop tot halverwege
wordt ingedrukt.
1
Selecteer [AF/AE-L-knop] in het menu
[A Opnamemodus 4] en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [AF/AE-L-knop] verschijnt.
De knop =/L gebruiken om scherp
te stellen op het onderwerp
Scherpstelindicatie
K-r_OPM_DUT.book Page 128 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
129
Opnamefuncties
4
2
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om [AF1 inschakelen]
of [AF2 inschakelen]
te selecteren.
3
Druk op de knop 4.
4
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Druk op de knop =/L terwijl
u door de zoeker kijkt.
Er word automatisch scherp gesteld.
AF1 inschakelen
Er wordt automatisch scherp gesteld met behulp
van de knop =/L of de ontspanknop.
(Standaardinstelling).
AF2 inschakelen
Er wordt alleen automatisch scherp gesteld
wanneer u op de knop =/L drukt, en niet
wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
AF uitschakelen
\ wordt weergegeven in de zoeker terwijl u op de
knop =/L drukt. Automatisch scherp stellen
wordt niet geactiveerd als u de ontspanknop
indrukt. (Laat de knop =/L los om terug
te keren naar de normale autofocusstand.)
Belichtingsgeheugen
De belichtingsinstelling wordt vergrendeld als
udeknop =/L indrukt. (p.125)
AF/AE-L-knop
AF wordt uitgevoerd
Annul. OK
OK
MENU
als op AF/AE-L-knop
wordt gedrukt
AF1 inschakelen
AF2 inschakelen
AF uitschakelen
Belichtingsgeheugen
AF1
AF2
AE-L
AF
K-r_OPM_DUT.book Page 129 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
130
Opnamefuncties
4
U kunt kiezen tussen de volgende drie autofocusstanden.
De AF-modus instellen
f
Auto
Schakelt automatisch tussen de standen l en k,
afhankelijk van het onderwerp. (Standaardinstelling)
[AF-modus] is vast ingesteld op f in de stand I (Autom.
opname).
Zelfs als f is geselecteerd, wordt [AF-modus] vast ingesteld
op l als opnamen worden gemaakt met Live weergave en de
functiekiezer op e, K, b, c of a staat.
l
Eén opname
Als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt om op het
onderwerp scherp te stellen, wordt die scherpstelling op het
onderwerp vergrendeld (scherpstelvergrendeling). Als u op een
ander onderwerp wilt scherp stellen, haal dan eerst uw vinger van
de ontspanknop en druk vervolgens opnieuw de ontspanknop tot
halverwege in.
[AF-modus] wordt vast ingesteld op l bij = (Portret),
s (Landschap), q (Macro), . (Portret bij nacht)
en a (Filtser UIT) van de Picture-stand of A (Nachtopname),
Q (Strand & sneeuw), K (Eten & drinken), K (Zonsondergang),
Z (HDR nachtbeeld), U (Kaarslicht) en E (Museum) van
de stand H (Scène).
Het AF-hulplicht wordt zo nodig ingeschakeld. (p.132)
Stel bij [9. AF.S-instelling] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.93)
de prioriteit van acties in voor wanneer de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt.
1
Scherpstellings-
voorkeuze
De sluiter kan niet worden ontspannen
totdat het onderwerp scherp is gesteld.
(Standaardinstelling)
Als het onderwerp te dicht bij
de camera is, doe dan een of meer
stappen terug en maak de opname.
Als het onderwerp moeilijk scherp
te stellen is (p.75), stel dan handmatig
scherp. (p.139)
2 Sluitervoorkeuze
De sluiter kan zelfs worden ontspannen
als het onderwerp niet scherp is.
K-r_OPM_DUT.book Page 130 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
131
Opnamefuncties
4
1
Zet de scherpstelfunctieknop op =.
2
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
3
Kies [AF-modus] met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm [AF-modus] verschijnt.
k
Continu
Er wordt continu scherp gesteld op het onderwerp zolang
de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
De scherpstelindicatie ] wordt weergegeven in de zoeker
en u hoort een geluidssignaal. Zelfs als niet is scherp gesteld
op het onderwerp, kan de sluiter ontspannen wanneer
de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt.
Alleen beschikbaar als de functiekiezer op e, K, b, c of
a staat.
[AF-modus] wordt vast ingesteld op k bij \ (Bewegend
onderw.) van de Picture-stand en n (Podiumbelichting),
l (Nachtsnapshot), R (Kinderen), en Y (Huisdier) van de stand
H (Scène).
Als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, of als
de knop =/L wordt gebruikt om scherp te stellen, volgt
de camera het onderwerp automatisch als is vastgesteld dat het
een bewegend onderwerp is.
Stel bij [10. AF.C-instelling] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.93)
de prioriteit van acties in voor Continuopname.
1
Scherpstellings-
voorkeuze
Maakt opnamen waarbij prioriteit wordt
gegeven aan scherpstelling van het
onderwerp tijdens Continuopnamen.
(Standaardinstelling)
2 FPS-voorkeuze
Maakt opnamen waarbij prioriteit wordt
gegeven aan de opnamesnelheid
tijdens Continuopnamen.
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
AF-modus
AF.A
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 131 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
132
Opnamefuncties
4
4
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om een AF-modus
te selecteren.
5
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
U kunt de AF-scherpstelpositie aanpassen
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1] (p.91).
[AF-modus] kan niet worden gewijzigd als de Picture-stand of de stand
H (Scène) is geselecteerd.
Stel de camera altijd in op l als u gebruik maakt van het Quick-Shift
Focussysteem op een DA-objectief.
AF-aanpassing
Gebruik [AF-aanpassing] alleen als dat nodig is. Gebruik de functie
voorzichtig, want aanpassing van autofocus kan het moeilijk maken
om opnamen te maken met de juiste scherpstelling.
Camerabewegingen tijdens het maken van een testopname voor
AF-aanpassing kunnen het moeilijk maken om een nauwkeurige
scherpstelpositie te verkrijgen. Gebruik daarom bij het maken van
testopnamen altijd een statief.
MENU
AF.S
AF.S
AF.C
AF.C
OK
AF.A
AF.A
AF-modus
Annul. OK
U kunt bij [11. AF-hulplicht] in het menu [A Pers.instelling 2] instellen
of u tijdens de stand l het AF-hulplicht wilt gebruiken (p.93).
1Aan
Om scherpstelling te vergemakkelijken als het onderwerp
zich op een donkere plaats bevindt, wordt het AF-hulplicht
ingeschakeld als de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt. (Standaardinstelling)
2 Uit Het AF-hulplicht wordt niet gebruikt.
K-r_OPM_DUT.book Page 132 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
133
Opnamefuncties
4
1
Selecteer [21. AF-aanpassing] in het menu
[A Pers.instelling 3] en druk op de vierwegbesturing (5).
2
Selecteer [Aan] met de vierwegbesturing (23) en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [21. AF-aanpassing] verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing
(45) om de waarde aan
te passen.
Beschikbare bewerkingen
4
Druk op de knop 4.
De aanpassingswaarde wordt opgeslagen.
5
Druk op de knop 3.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
6
Maak een testopname.
U kunt het scherpstelpunt gemakkelijk controleren door de weergave uit
te vergroten tijdens Digitaal voorbeeld (p.145) of Live weergave (p.166).
Vierwegbesturing (5) Scherpstelling dichterbij halen.
Vierwegbesturing (4) Scherpstelling verder weg plaatsen.
knop | Aanpassingswaarde ±0 herstellen.
Selecteer [Uit] in stap 2 als u een effect van de aanpassingswaarde wilt
tenietdoen (hiermee wordt de waarde echter niet gereset).
21.
AF-aanpassing
MENU
±0
Annul. OK
OK
+3
K-r_OPM_DUT.book Page 133 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
134
Opnamefuncties
4
Selecteer het gedeelte van de zoeker waarop u scherp wilt stellen.
Geselecteerde AF-punten lichten rood op in de zoeker (AF-punt
weergeven).
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om [Selecteer AF-punt]
te selecteren en druk op de
knop 4.
Het scherm [Selecteer AF-punt]
verschijnt.
3
Druk op de vierwegbesturing
(45) om een scherpstelgebied
te selecteren.
Het scherpstelgebied selecteren (AF-punt)
b Auto (5 AF-punten)
De camera selecteert uit 5 AF-punten het optimale
AF-punt, zelfs als het onderwerp niet in het midden
staat. (Standaardinstelling)
c Auto (11 AF-punten)
De camera selecteert uit 11 AF-punten het
optimale AF-punt, zelfs als het onderwerp niet
in het midden staat.
S Selecteren
Hiermee wordt uit elf punten in het AF-kader het
scherpstelgebied ingesteld op het door de gebruiker
geselecteerde punt.
O Spot
Het scherpstelgebied wordt ingesteld op het midden
van de zoeker.
12M
[
37
]
Selecteer AF-punt
Auto (5 AF-punten)
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
Selecteer AF-punt
Auto (5 AF-punten)
MENU
AUTO
Annul. OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 134 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
135
Opnamefuncties
4
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
1
Stel het scherpstelgebied in
op S en druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken
van een opname.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om het AF-punt
te wijzigen.
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1] (p.91).
AF-punten worden niet in rood verlicht in de zoeker als u [Uit] hebt
geselecteerd bij [8. AF-punt weergeven] in het menu [A Pers.instelling 2].
Het scherpstelgebied wordt ongeacht deze instelling vast ingesteld op O bij
gebruik van andere objectieven dan DA, DA L, D FA, FA J, FA of F.
De scherpstelpositie instellen in het AF-kader
Selecteer AF-punt
MENU
Annul. OK
OK
Selecteren
K-r_OPM_DUT.book Page 135 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
136
Opnamefuncties
4
Het geselecteerde AF-punt wordt
weergegeven in het statusscherm.
Beschikbare bewerkingen
De AF-punten lichten rood op in
de zoeker (AF-punt weergeven) zodat
u kunt controleren waarop het AF-punt
is ingesteld.
4-knop Hiermee keert het AF-punt terug naar het
midden van het AF-kader.
Druk op de knop 4 en
houd deze knop ingedrukt.
Schakelt wijziging van het AF-punt uit en
schakelt bediening met de richtingsknoppen
van de vierwegbesturing (2345) in.
Om wijziging van het AF-punt in te schakelen,
druk dan op de knop 4 terwijl bediening met
de richtingsknoppen ingeschakeld is. U hoort
een geluidssignaal terwijl u kiest tussen
ingeschakeld en uitgeschakeld.
De gewijzigde positie van het AF-punt wordt opgeslagen zelfs als de camera
wordt uitgeschakeld of wanneer het scherpstelgebied wordt ingesteld
op b, c of O.
AF.A
1/
ISO
AUTO
20 5.6
AWB
F
1122+3-3
12M
[
37
]
JPEG
800
AUTO
PICT
OK
1
S
K-r_OPM_DUT.book Page 136 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
137
Opnamefuncties
4
Als het onderwerp buiten het bereik van het scherpstelgebied valt, kan
de camera niet automatisch scherp stellen op het onderwerp. Stel in dit
geval eerst [AF-modus] in op l (Eén opname), stel scherp op het
onderwerp in het scherpstelgebied, vergrendel de scherpstelling in die
positie (scherpstelvergrendeling) en maak opnieuw uw beeldcompositie.
1
Stel [AF-modus] in op l.
Zie p.130.
2
Kader het onderwerp
in de zoeker uit.
3
Centreer het onderwerp in de
zoeker en druk de ontspanknop
tot halverwege in.
Wanneer op het onderwerp is scherp
gesteld, verschijnt de scherpstelindicatie
] en klinkt er een geluidssignaal.
(Als de indicatie knippert, is er niet
scherp gesteld op het onderwerp).
4
Vergrendel de scherpstelling.
Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt. De scherpstelling wordt
vastgehouden.
De scherpstelling vergrendelen
(Scherpstelling vergrendelen)
Voorbeeld) Er wordt scherp
gesteld op de achtergrond
in plaats van op de persoon.
K-r_OPM_DUT.book Page 137 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
138
Opnamefuncties
4
5
Houd de ontspanknop tot
halverwege ingedrukt en kader
het onderwerp opnieuw in.
De scherpstelling is vergrendeld zolang de scherpstelindicatie ] wordt
weergegeven.
Als u aan de zoomring van het objectief draait terwijl
de scherpstelvergrendeling actief is, bestaat de kans dat het onderwerp
niet meer scherp is.
U kunt het geluidssignaal dat klinkt als is scherp gesteld, uitschakelen. (p.279)
U kunt de scherpstelling niet vergrendelen wanneer [AF-modus] ingesteld
is op k (Continuopname), of de opnamestand ingesteld is op
\ (Bewegend onderw.) van de Picture-stand, of n (Podiumbelichting),
R (Kinderen), Y (Huisdier) of l (Nachtsnapshot) van de stand H (Scène).
In die gevallen zal de autofocus scherp blijven stellen op het onderwerp
totdat op de ontspanknop wordt gedrukt (Continu autofocus).
Belichting vergrendelen wanneer scherpstelling
is vergrendeld
Selecteer [5. AE-L met AF lock]
in het menu [A Pers.instelling 1] (p.93)
om de waarde van de belichting
te vergrendelen wanneer
de scherpstelling is vergrendeld.
De belichting wordt standaard niet
vergrendeld wanneer de scherpstelling
is vergrendeld.
1
Uit
De belichting wordt niet vergrendeld wanneer de scherpstelling
is vergrendeld. (Standaardinstelling)
2
Aan
De belichting wordt vergrendeld wanneer de scherpstelling
is vergrendeld.
5.
1
2
MENU
OK
AE-L met AF lock
Uit
Aan
Auto belichting en AF
Annul.
zijn gelijktijdig
vergrendeld
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 138 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
139
Opnamefuncties
4
Bij handmatige aanpassing van de scherpstelling kunt
u de scherpstelindicatie of het matglas in de zoeker gebruiken.
De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker wanneer op het
onderwerp is scherp gesteld, zelfs bij handmatig scherp stellen.
Met de scherpstelindicatie kunt u de scherpstelling handmatig
aanpassen ].
1
Zet de scherpstelfunctieknop
op \.
2
Kijk door de zoeker, druk
de ontspanknop tot halverwege
in en draai aan de scherpstelring.
Wanneer op het onderwerp is scherp
gesteld, gaat de scherpstelindicatie
] branden en klinkt er een
geluidssignaal.
Handmatig scherpstelling wijzigen
(Handmatig scherp stellen)
De scherpstelindicatie gebruiken
MF
AF
Scherpstelindicatie
K-r_OPM_DUT.book Page 139 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
140
Opnamefuncties
4
U kunt handmatig scherp stellen met behulp van het matglas in de zoeker.
1
Zet de scherpstelfunctieknop
op \.
2
Kijk door de zoeker en draai
aan de scherpstelring totdat
het onderwerp duidelijk
zichtbaar is in de zoeker.
Stel handmatig scherp met behulp van het matglas in de zoeker als
er moeilijk op het onderwerp scherp kan worden gesteld (p.75) en de
scherpstelindicatie niet wordt weergegeven.
U kunt het geluidssignaal dat klinkt nadat scherp is gesteld,
uitschakelen. (p.279)
Het matglas in de zoeker gebruiken
MF
AF
K-r_OPM_DUT.book Page 140 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
141
Opnamefuncties
4
Opnamen maken in de stand Catch-in Focus
Als [20. Catch-in focus] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.94)
ingesteld is op [Aan], en [AF-modus] ingesteld is op f of l
en één van de volgende objectieven wordt gebruikt, is het maken van
catch-in focus-opnamen mogelijk en wordt de sluiter automatisch
ontspannen op het moment dat scherp is gesteld op het onderwerp.
Objectief met handmatige scherpstelling
DA- of FA-objectief met een =- en \-instelling op het objectief
(het objectief moet zijn ingesteld op \ voordat de opname wordt
gemaakt)
Ga als volgt te werk om opnamen te maken
1 Bevestig een geschikt objectief op de camera.
2 Zet de scherpstelfunctieknop op =.
3 Stel [AF-modus] in op f of l.
4 Stel scherp op een punt waar het onderwerp langs zal komen.
5 Druk de ontspanknop helemaal in.
De sluiter wordt automatisch ontspannen als het onderwerp het
punt bereikt waarop is scherp gesteld.
K-r_OPM_DUT.book Page 141 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
142
Opnamefuncties
4
Compositie, belichting
en scherpstelling controleren
vóór de opname (Voorbeeld)
U kunt met de voorbeeldfunctie de scherptediepte, de compositie,
de belichting en de scherpstelling controleren voordat u een opname maakt.
Er zijn twee voorbeeldmethoden.
Wijs eerst de Voorbeeld-functie toe aan de knop | .
1
Selecteer [Knop Snelinstelling]
in het menu [A Opnamemodus 4]
en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Knop Snelinstelling]
verschijnt.
Voorbeeldmethode Beschrijving
| Optisch voorbeeld
Voor het controleren van de scherptediepte door
de zoeker.
e Digitaal voorbeeld
Voor het beoordelen van compositie, belichting
en scherpstelling op de monitor.
U kunt met de functie Live weergave ook een real-time beeld op de monitor
weergeven en tijdens de weergave opname-instellingen wijzigen, en de
weergave uitvergroten om het effect van instellingen te controleren. Zie p.166
voor meer informatie.
De Voorbeeld-functie toewijzen aan
de knop Snelinstelling
Einde
MENU
12
3
4
Knop Snelinstelling
AF/AE-L-knop
Geheugen
Kleurruimte
RAW-formaat
Shake Reduction
Inv brandp afstand 35mm
sRGB
PEF
AF1
K-r_OPM_DUT.book Page 142 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
143
Opnamefuncties
4
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Optisch voorbeeld]
of [Digitaal voorbeeld]
te selecteren en druk
op de knop 4.
Als u [Optisch voorbeeld] heeft
geselecteerd, ga dan verder met stap 6.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Histogram], [Licht/
donker geb] of [Momentcontr.
vergrot.] te selecteren.
5
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
6
Druk twee keer op de knop 3.
De Voorbeeld-functie wordt toegewezen aan de knop | en de camera
is gereed voor het maken van een opname.
Tijdens het maken van opnamen met de functie Intervalopname,
Dubbelopnamen of Live weergave wordt Optisch voorbeeld gebruikt,
ongeacht de instelling.
MENU
P LINE
P SHIFT
Knop Snelinstelling
Actie in M-modus
Knop Snelinstelling
E-knop in Programma
Knop Snelinstelling
MENU
Annul. OK
OK
Aangepaste opname
Optisch voorbeeld
Digitaal voorbeeld
Knop Snelinstelling
Cross-processing
1x voor bestandsform.
RAW
Digitaal filter
Knop Snelinstelling
Digitaal voorbeeld
MENU
Histogram
Licht/donker geb
Momentcontr. vergrot.
K-r_OPM_DUT.book Page 143 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
144
Opnamefuncties
4
1
Breng het onderwerp binnen
het AF-kader en druk
de ontspanknop tot halverwege
in om op het onderwerp scherp
te stellen.
2
Druk op de knop | terwijl
u door de zoeker kijkt.
U kunt via de zoeker de scherptediepte
controleren terwijl u de knop | indrukt.
Al die tijd worden er geen
opnamegegevens weergegeven
in de zoeker en kan er geen opname
worden gemaakt.
3
Laat de knop | los.
De functie Optisch voorbeeld wordt afgesloten en de camera is gereed
voor het maken van een opname.
Optisch voorbeeld weergeven
K-r_OPM_DUT.book Page 144 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
145
Opnamefuncties
4
1
Stel scherp op het onderwerp,
kader het beeld uit in de zoeker
en druk op de knop |.
Het pictogram (|) wordt op de monitor
weergegeven gedurende de weergave
van het voorbeeld en u kunt compositie,
belichting en scherpstelling beoordelen.
Beschikbare bewerkingen
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
De functie Digitaal voorbeeld wordt afgesloten en het autofocussysteem
treedt in werking.
Digitaal voorbeeld weergeven
E-knop Het voorbeeld vergroten. (p.233)
M-knop Het voorbeeld opslaan. Selecteer [Opslaan als]
en druk op de knop 4.
De maximale duur van de weergave van het digitale voorbeeld is 60 seconden.
INFO
K-r_OPM_DUT.book Page 145 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
146
Opnamefuncties
4
De functie Shake Reduction
gebruiken om camerabewegingen
te verminderen
De functie Shake Reduction vermindert camerabewegingen die zich
kunnen voordoen als de ontspanknop wordt ingedrukt. Dit is handig
in situaties waarbij het risico groot is dat de camera wordt bewogen.
Als de functie Shake Reduction is geactiveerd, kunt u opnamen maken
met een sluitertijd die circa 4 stappen lager is zonder risico dat de camera
beweegt.
De functie Shake Reduction is ideaal voor het maken van opnamen onder
de volgende omstandigheden.
Bij het maken van opnamen op slecht verlichte locaties, bijvoorbeeld
binnenshuis, bij nacht, op bewolkte dagen en in de schaduw
Bij het maken van tele-opnamen
Foto’s maken met de functie Shake Reduction
De functie Shake Reduction compenseert geen onscherpte die het gevolg
is van een bewegend onderwerp. Als u opnamen wilt maken van bewegende
onderwerpen, verhoog dan de sluitertijd.
De functie Shake Reduction kan camerabewegingen niet altijd volledig
compenseren bij het maken van close-ups. In dat geval raden we u aan
de functie Shake Reduction uit te schakelen en een statief te gebruiken.
De functie Shake Reduction zal niet goed werken bij het maken van
opnamen met een zeer langzame sluitertijd, bijvoorbeeld tijdens “pannen”
of het maken van nachtopnamen. In dat geval raden we u aan de functie
Shake Reduction uit te schakelen en een statief te gebruiken.
Opname gemaakt met de functie
Shake Reduction (Bewegingsreductie)
Onscherpe opname
K-r_OPM_DUT.book Page 146 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
147
Opnamefuncties
4
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [Shake Reduction] met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm [Shake Reduction]
wordt weergegeven.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om k of l
te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
k wordt weergegeven in de zoeker
en de functie Shake Reduction wordt
ingeschakeld.
De functie Shake Reduction instellen
k
Gebruikt Shake Reduction.
(Standaardinstelling).
l Gebruikt geen Shake Reduction.
12M
[
37
]
Shake Reduction
Aan
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
OFF
OFF
OK
MENU
Shake Reduction
Annul. OK
Aan
K-r_OPM_DUT.book Page 147 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
148
Opnamefuncties
4
De functie Shake Reduction is voor zijn functioneren afhankelijk van
informatie over bijvoorbeeld de brandpuntsafstand die door het objectief
wordt doorgegeven.
Als op de camera een objectief DA, DA L, D FA, FA J, FA of F is bevestigd,
wordt die informatie automatisch doorgegeven als de functie
Shake Reduction wordt geactiveerd.
Als u een objectief gebruikt waarvan de informatie zoals
de brandpuntsafstand niet automatisch kan worden verkregen (p.323),
verschijnt het instelscherm [Inv brandp afstand] wanneer de camera
wordt aangezet met de functie Shake Reduction ingesteld op k.
Stel de brandpuntsafstand handmatig in het instelscherm
in [Inv brandp afstand].
Schakel de functie Shake Reduction uit als u een statief gebruikt.
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld onder
de volgende omstandigheden:
- opnamen maken met de zelfontspanner
- opnamen maken met de afstandsbediening
- wanneer de sluitertijd ingesteld is op h
- wanneer [Automatisch uitlijnen] ingesteld is op P (Uit) bij de optie
[HDR-opname]
- wanneer de flitser wordt gebruikt in de draadloze stand
De functie Shake Reduction wordt automatisch ingeschakeld als
de opnamestand ingesteld is op Z (HDR nachtbeeld) van de stand
H (Scène).
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 4] (p.92).
De functie Shake Reduction zal de eerste twee seconden na het inschakelen
van de camera of na activering uit de stand “Automatisch uitschakelen”, niet
goed werken. Wacht totdat de functie Shake Reduction is gestabiliseerd
en druk vervolgens voorzichtig op de ontspanknop. Als in de zoeker k
verschijnt wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt, is de camera
gereed om een opname te maken.
De functie Shake Reduction is beschikbaar voor elk PENTAX-objectief dat
compatibel is met de W . Als de diafragmaring echter op een andere
stand dan s (Auto) ingesteld is of als een objectief zonder de stand s wordt
gebruikt, zal de camera niet werken, tenzij [22. Diafragmaring gebruiken]
ingesteld is op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 4]. Stel dit vooraf
in. In dergelijke gevallen zullen sommige functies echter beperkt zijn. Zie
“Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken]” (p.325) voor
bijzonderheden.
De brandpuntsafstand kan niet automatisch
worden gedetecteerd
K-r_OPM_DUT.book Page 148 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
149
Opnamefuncties
4
1
Stel de brandpuntsafstand
in met de vierwegbesturing
(45) of de e-knop.
U kunt voor instelling van
de brandpuntsafstand een keuze
maken uit de volgende 34 waarden.
(De standaardinstelling is 35 mm.)
2
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Het instelscherm [Inv brandp afstand] verschijnt niet wanneer een objectief
wordt gebruikt waarvan de informatie zoals de brandpuntsafstand
automatisch kan worden verkregen.
Als u een objectief gebruikt zonder een positie s op de diafragmaring,
of als de diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s, stelt
u [22. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 4] in op
[Toegestaan]. (p.325)
Het effect van Shake Reduction is afhankelijk van de opnameafstand
en de informatie over de brandpuntsafstand. De functie Shake Reduction
werkt wellicht minder effectief dan verwacht bij het maken van opnamen
op korte afstand.
8 101215182024283035
40 45 50 55 65 70 75 85 100 120
135 150 180 200 250 300 350 400 450 500
550 600 700 800
Als de brandpuntsafstand van uw objectief hierboven niet wordt genoemd,
kiest u de waarde die het dichtst ligt bij de werkelijke brandpuntsafstand
(bijvoorbeeld: [18] voor 17 mm en [100] voor 105 mm).
Als u een zoomobjectief gebruikt, kiest u de feitelijke brandpuntsafstand bij
de zoominstelling op dezelfde manier.
Kies [Inv brandp afstand] in het menu [A Opnamemodus 4] om de instelling
voor de brandpuntsafstand te wijzigen (p.92).
Annul. OK
OK
MENU
Inv brandp afstand
135
120
100
K-r_OPM_DUT.book Page 149 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
150
Opnamefuncties
4
Deze camera heeft de volgende twee zelfontspannerfuncties.
1
Bevestig de camera
op een statief.
2
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
3
Selecteer g met de vierwegbesturing (45).
4
Druk op de vierwegbesturing (3)
en gebruik de vierwegbesturing
(45) om g of Z te selecteren.
5
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Opnamen maken met de zelfontspanner
g
Zelfontspanner
(12sec)
De sluiter ontspant na circa 12 seconden. Gebruik deze
stand om als fotograaf ook op de foto te komen.
Z
Zelfontspanner
(2sec)
Onmiddellijk nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt een
spiegel opgeklapt (functie “Spiegel omhoog vergrendelen”).
De sluiter ontspant na circa 2 seconden. Gebruik deze
functie om te voorkomen dat de camera beweegt wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
De functie Belichtingsgeheugen wordt geactiveerd en de
belichting wordt vergrendeld onmiddellijk voordat de spiegel
omhoog klapt.
OK
MENU
2s
2s
Transportstand
Annul. OK
Zelfontspanner (12sec)
K-r_OPM_DUT.book Page 150 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
151
Opnamefuncties
4
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie
] verschijnt in de zoeker zodra is scherp gesteld op het onderwerp.
7
Druk de ontspanknop
helemaal in.
Voor g begint het zelfontspannerlampje
langzaam te knipperen en knippert
vervolgens 2 seconden snel voordat
de sluiter wordt ontspannen. U hoort een
geluidssignaal en de snelheid neemt toe.
Ongeveer na 12 seconden nadat de ontspanknop helemaal werd
ingedrukt, wordt de opname gemaakt.
Bij Z wordt de opname ongeveer 2 seconden nadat de ontspanknop
helemaal is ingedrukt, gemaakt.
Opnamen maken met de zelfontspanner is niet mogelijk wanneer
de opnamestand ingesteld is op \ (Bewegend onderw.) van de Picture-
stand, en R (Kinderen) of Y (Huisdier) van de stand H (Scène).
Kies een andere instelling dan g of Z in het scherm [Transportstand] als
u het maken van zelfontspanneropnamen wilt annuleren. De instelling wordt
geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportstand] ingesteld
is op P (Uit) bij [Geheugen] (p.298) in het menu [A Opnamemodus 4].
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld als g of Z
is ingesteld.
U kunt de camera zo instellen dat het geluidssignaal niet wordt
gegeven. (p.279)
Als er licht binnendringt in de zoeker, kan dit de belichting beïnvloeden.
Gebruik de functie Belichtingsgeheugen (p.125). Het licht dat door de zoeker
binnendringt heeft geen effect op de belichting als de functiekiezer ingesteld
is op a (Manueel).
K-r_OPM_DUT.book Page 151 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
152
Opnamefuncties
4
De sluiter kan met de afstandsbediening op afstand worden
ontspannen (p.336).
U kunt voor het maken van opnamen met de afstandsbediening kiezen
uit de volgende twee opties.
1
Bevestig de camera
op een statief.
2
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
3
Selecteer h met de vierwegbesturing (45).
4
Druk op de vierwegbesturing
(3) en selecteer h of i met
de vierwegbesturing (45).
Het zelfontspannerlampje gaat knipperen
en de camera is de standby-stand.
Opnamen maken met de afstandsbediening
(Optioneel)
h
Afstandsbediening
De sluiter wordt ontspannen onmiddellijk nadat
de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt.
i
Afstandsbed.
3sec vertraging
De sluiter wordt ontspannen na circa 3 seconden nadat
de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt.
OK
MENU
Transportstand
Annul. OK
Afstandsbediening
K-r_OPM_DUT.book Page 152 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
153
Opnamefuncties
4
5
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
6
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie
] verschijnt in de zoeker zodra is scherp gesteld.
7
Richt de afstandsbediening
op de afstandsbedieningssensor
op de voorzijde van de camera
en druk de ontspanknop van
de afstandsbediening in.
De afstandsbediening kan gebruikt
worden tot een afstand van circa 4 m
vanaf de voorzijde van de camera.
Nadat een opname is gemaakt, brandt het zelfontspannerlampje
2 seconden en gaat dan weer knipperen.
4 m
K-r_OPM_DUT.book Page 153 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
154
Opnamefuncties
4
Opnamen maken met de afstandsbediening is niet mogelijk als
de opnamestand is ingesteld op \ (Bewegend onderw.) van de Picture-
stand, en R (Kinderen) of Y (Huisdier) van de stand H (Scène).
Standaard is de camera zo ingesteld dat u met de afstandsbediening niet
scherp kunt stellen. Stel eerst scherp op het onderwerp met de camera
voordat u de afstandsbediening gebruikt. Als [14. AF met afstandsbediening]
ingesteld is op [Aan] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.93), kunt u de
afstandsbediening gebruiken om scherp te stellen. (AF kan niet worden
gebruikt met de afstandsbediening tijdens Live weergave.)
Bij gebruik van de waterdichte afstandsbediening Remote Control
Waterproof O-RC1 kan AF worden geregeld met de knop S. De
{ knop kan
niet worden gebruikt.
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, klapt de ingebouwde flitser niet
automatisch uit, zelfs wanneer de camera is ingesteld op g (Auto ontladen
flitser). Druk op de knop K/i om eerst de ingebouwde flitser uit
te klappen. (p.81)
Kies een andere instelling dan h of i in het scherm [Transportstand]
als u het maken van opnamen met de afstandsbediening wilt annuleren.
De instelling wordt geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl
[Transportstand] bij [Geheugen] (p.298) in het menu [A Opnamemodus 4]
is ingesteld op P (Uit).
De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld wanneer
hof i is ingesteld.
Als er licht binnendringt in de zoeker, kan dit de belichting beïnvloeden.
Gebruik de functie Belichtingsgeheugen (p.125). Het licht dat door de zoeker
binnendringt heeft geen effect op de belichting als de functiekiezer ingesteld
is op a (Manueel).
De afstandsbediening werkt mogelijk niet bij tegenlicht.
De afstandsbediening Remote Control F heeft capaciteit voor het verzenden
van circa 30.000 afstandsbedieningssignalen. Neem contact op met een
PENTAX Service Center als u de batterij wilt vervangen (hieraan zijn kosten
verbonden).
K-r_OPM_DUT.book Page 154 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
155
Opnamefuncties
4
Continuopnamen maken
U kunt diverse opnamen achter elkaar maken door de ontspanknop
ingedrukt te houden.
U kunt op de volgende twee manieren continuopnamen maken.
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2).
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer g met de vierwegbesturing (45).
3
Druk op de vierwegbesturing
(3) en selecteer g of h met
de vierwegbesturing (45).
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van continuopnamen.
Continuopname
g
Continuopname
(snel)
Voor JPEG-opnamen met E/C worden continu tot
25 opnamen gemaakt met een snelheid van ca. 6 fps.
Het opname-interval wordt langer als het buffergeheugen
vol raakt.
h
Continuopname
(langzaam)
Voor JPEG-opnamen met E/C worden continu
opnamen gemaakt met een snelheid van ca. 2 fps totdat
de SD-geheugenkaart vol is.
Als de bestandsindeling [RAW] is geselecteerd, kunnen voor g maximaal 12
continuopnamen en voor h maximaal 36 continuopnamen worden gemaakt.
OK
MENU
Transportstand
Annul. OK
Continuopname (snel)
K-r_OPM_DUT.book Page 155 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
156
Opnamefuncties
4
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie
] verschijnt in de zoeker zodra is scherp gesteld.
6
Druk de ontspanknop helemaal in.
Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er achter
elkaar opnamen gemaakt. Haal uw vinger van de ontspanknop om de
continuopname te stoppen.
De transportstand wordt vast ingesteld op g als de opnamestand ingesteld
is op \ (Bewegend onderw.) van de Picture-stand, en R (Kinderen)
of Y (Huisdier) van de stand H (Scène).
Als [AF-modus] ingesteld is op l (Eén opname), wordt
de scherpstelpositie vergrendeld in de eerste opname en worden continu
opnamen gemaakt met hetzelfde interval.
De scherpstelling is tijdens het maken van continuopnamen continu actief als
[AF-modus] ingesteld is op k (Continustand).
Bij gebruik van de ingebouwde flitser kan pas een opname worden gemaakt
wanneer de flitser volledig is opgeladen. U kunt in het menu
[A Pers.instelling 3] bij [16. Ontspant bij opladen] opgeven dat de sluiter ook
moet ontspannen voordat de ingebouwde flitser wordt opgeladen. (p.84)
Kies een andere instelling dan g of h in het scherm [Transportstand] als
u het maken van continuopnamen wilt annuleren. De instelling wordt
geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportstand] bij
[Geheugen] (p.298) in het menu [A Opnamemodus 4] is ingesteld op P (Uit).
De opnamesnelheid kan lager liggen als [Vervormingscorrectie]
of [Aanp. Lat. Chr. Abb.] (p.219) ingesteld is op [Aan].
K-r_OPM_DUT.book Page 156 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
157
Opnamefuncties
4
Bij het maken van Intervalopnamen worden vanaf een ingesteld tijdstip
opnamen gemaakt met een ingesteld interval.
1
Kies [Intervalopname] in het menu [A Opnamemodus 2]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Intervalopname] wordt weergegeven.
2
Selecteer [Interval] met
de vierwegbesturing (23).
Stel bij het maken van twee
of meer opnamen het interval
in tussen twee opnamen.
Selecteer met de vierwegbesturing (45)
het aantal uren, minuten en seconden,
en druk op de vierwegbesturing (23)
om de tijd in te stellen.
U kunt een tijd opgeven van maximaal 24 uren,
00 minuten en 00 seconden.
3
Selecteer [Aantal opnamen] met
de vierwegbesturing (23).
Stel het aantal opnamen in dat moet worden gemaakt.
Druk op de vierwegbesturing (45) en selecteer het aantal opnamen dat
moet worden gemaakt met de vierwegbesturing (23).
U kunt kiezen tussen 1 en 999 opnamen.
Intervalopnamen
Intervalopname is niet beschikbaar in de volgende situaties.
- als de opnamestand ingesteld is op C (Video), of Z (HDR nachtbeeld)
van de stand H (Scène)
- wanneer de sluitertijd ingesteld is op h
- wanneer Digitaal filter of HDR-opname is geselecteerd
Wanneer Intervalopname wordt geselecteerd, is Dubbelopnamen niet
beschikbaar.
Intervalopname
MENU
Opnamen starten
Interval
Aantal opnamen
Int opname starten
002 opn.
Nu
Begintijd
Annul. OK
OK
00 00 00
:
'"
K-r_OPM_DUT.book Page 157 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
158
Opnamefuncties
4
4
Selecteer [Int opname starten] met
de vierwegbesturing (23).
Stel het tijdstip in wanneer de camera de eerste opname moet maken.
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [Nu] of [Tijdstip] met
de vierwegbesturing (23).
5
Selecteer [Opnamen starten] met de vierwegbesturing
(23) en druk op de knop 4.
De camera is klaar om een reeks intervalopnamen te maken.
6
Druk de ontspanknop tot
halverwege in.
De scherpstelindicatie ] verschijnt in de
zoeker wanneer op het onderwerp is
scherp gesteld.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
Als [Int opname starten] is ingesteld op [Nu], wordt de eerste opname
gemaakt. Bij de instelling [Tijdstip], wordt de eerste opname gemaakt
op het ingestelde tijdstip.
Bij het maken van meerdere opnamen worden de opnamen gemaakt
met het in stap 2 ingestelde interval.
Nadat het ingestelde aantal opnamen is gemaakt, wordt de normale
opnamestand weer geactiveerd.
Nu
Het maken van opnamen begint meteen. U kunt twee of meer
opnamen maken.
Tijdstip
Het maken van opnamen begint op de ingestelde tijd. Selecteer
[Begintijd] met de vierwegbesturing (3), selecteer de tijd met
de vierwegbesturing (45), en druk op de vierwegbesturing
(23) om het begintijdstip in te stellen.
Intervalopname
Einde
MENU
Stand-by
Rest. opnamen 100opn.
Interval
00 00 00
:
'"
K-r_OPM_DUT.book Page 158 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
159
Opnamefuncties
4
U kunt een samengesteld beeld creëren door meerdere opnamen
te maken.
De camera kan tijdens het maken van intervalopnamen niet worden bediend.
Als u het maken van intervalopnamen wilt annuleren, drukt dan op een van
de knoppen aan de achterzijde van de camera of druk op de ontspanknop
en de knop 3 om het annuleringsscherm op te roepen, en selecteer
vervolgens [Einde] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
U kunt het maken van intervalopnamen ook annuleren door de camera met
de hoofdschakelaar uit te zetten of door aan de functiekiezer te draaien.
9 (Enkelbeeldopname) wordt geselecteerd ongeacht de op dat moment
geselecteerde transportstand.
Als niet is scherp gesteld op het onderwerp in de stand l (Eén opname)
voor scherpstelinstelling, of als de instelling bij [Interval] te klein is en de
verwerking van een opname niet kan worden voltooid voordat een nieuw
opname moet worden gemaakt, wordt wellicht geen opname gemaakt.
Hoewel elke gemaakte opname wordt weergegeven op de monitor met
momentcontrole, kunnen ze niet worden uitvergroot of gewist.
De instelling [Interval] wordt uitgeschakeld als [Aantal opnamen]
is ingesteld op [1].
Er worden niet langer intervalopnamen gemaakt als
de SD-geheugenkaart vol is.
Als de camera tijdens het maken van intervalopnamen door de functie
“Automatisch uitschakelen” wordt uitgeschakeld (p.291), wordt de camera
automatisch weer ingeschakeld tegen de tijd dat de volgende opname moet
worden gemaakt.
Het verdient aanbeveling om de camera aan te sluiten op de optionele
netvoedingsadapterset K-AC109 als gedurende langere tijd intervalopnamen
worden gemaakt. (p.53)
Dubbelopnamen
Dubbelopnamen is niet beschikbaar in de volgende situaties.
- als de opnamestand ingesteld is op C (Video), of Z (HDR nachtbeeld)
van de stand H (Scène)
- wanneer Digitaal filter, HDR-opname of Cross-processing is geselecteerd
Wanneer Dubbelopnamen is geselecteerd, zijn de volgende functies niet
beschikbaar.
- Belichtingsbracketing of Intervalopname (De laatst geselecteerde functie
wordt gebruikt)
- Vervormingscorrectie of Aanpassing laterale chromatische aberratie
K-r_OPM_DUT.book Page 159 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
160
Opnamefuncties
4
1
Kies [Dubbelopnamen] in het menu [A Opnamemodus 2]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Dubbelopnamen] wordt weergegeven.
2
Selecteer [Aantal opnamen] met
de vierwegbesturing (23).
3
Druk op de vierwegbesturing (5)
en selecteer het aantal opnamen
dat moet worden gemaakt met
de vierwegbesturing (23).
Kies 2 tot 9 opnamen.
4
Druk op de knop 4.
5
Selecteer [Auto LW-instelling] met de vierwegbesturing
(23) en selecteer vervolgens O of P met
de vierwegbesturing (45).
Indien ingesteld op O(Aan), wordt de belichting automatisch aangepast
aan het aantal opnamen.
MENU
OK
2
OK
Dubbelopnamen
Annul.
Opnamen starten
Aantal opnamen
Auto LW-instelling
maal
K-r_OPM_DUT.book Page 160 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
161
Opnamefuncties
4
6
Selecteer [Opnamen starten] met de vierwegbesturing
(23) en druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
7
Maak de opname.
Het samengestelde beeld wordt steeds na het indrukken van
de ontspanknop in Momentcontrole weergegeven. Druk tijdens
Momentcontrole op de knop K/i als u opnamen wilt verwijderen
die tot dat moment zijn gemaakt en opnieuw te beginnen vanaf
de eerste opname.
De opnamen worden opgeslagen wanneer het ingestelde aantal
opnamen is gemaakt; daarna wordt opnieuw het scherm
[Dubbelopnamen] weergegeven.
Als tijdens het maken van de opnamen een van de volgende handelingen
wordt verricht, worden de tot op dat moment gemaakte opnamen opgeslagen
en wordt de functie Dubbelopnamen beëindigd.
- wanneer de knop Q, de knop 3, de vierwegbesturing (234) of de
knop M wordt ingedrukt
- wanneer aan de functiekiezer wordt gedraaid
- wanneer Belichtingsbracketing wordt ingeschakeld
Bij het maken van opnamen in de functie Dubbelopnamen met gebruik
van Live weergave wordt een semitransparant samengesteld beeld van
de gemaakte opnamen weergegeven.
K-r_OPM_DUT.book Page 161 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
162
Opnamefuncties
4
Opnamen maken met digitale filters
Tijdens het maken van opnamen kunt u een filter toepassen.
U kunt kiezen uit de volgende filters.
Filternaam Effect Parameter
Speels
Voor het maken van
opnamen die met een
speelgoedcamera lijken
te zijn gemaakt.
Niveau schaduwwerking: +1 t/m +3
Onscherpte: +1 t/m +3
Toonreductie: Rood/Groen/
Blauw/Geel
Retro
Voor het maken van
ouderwets uitziende
opnamen.
Kleur aanpassen: –3 t/m +3
Beeldinkadering: Geen/Dun/
Normaal/Dik
Sterk contrast
Voor het maken van
opnamen met sterke
contrasten.
+1 t/m +5
Kleurextractie
Voor onttrekking van twee
specifieke kleuren en om
de rest van de opname
zwart-wit te maken.
Onttrokken kleur 1: Rood/Magenta/
Blauw/Cyaan/Groen/Geel
Onttrekbaar kleurbereik 1: –2 t/m +2
Onttrokken kleur 2: Rood/Magenta/
Blauw/Cyaan/Groen/Geel/OFF
Onttrekbaar kleurbereik 2: –2 t/m +2
Soft
*1
Voor het maken van
opnamen met een soft
focus in het gehele beeld.
Soft focus: +1 t/m +3
Schaduwonscherpte: OFF/ON
Sterren
*1
Voor nachtopnamen
of opnamen van door water
gereflecteerd licht met een
speciale schittering die
wordt bereikt door aan
de lichte gebieden extra
glitter toe te voegen.
Vorm: Kruis/Ster/Sneeuw Kristal/
Hart/Muzieknoot
Aantal lichtbronnen: Klein/
Normaal/Groot
Formaat: Klein/Normaal/Groot
Hoek: 0°/30°/45°/60°
Fisheye
*1
Voor het maken van
opnamen die met een
fish-eye-objectief lijken
te zijn gemaakt.
Zwak/Normaal/Sterk
K-r_OPM_DUT.book Page 162 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
163
Opnamefuncties
4
*1 Niet beschikbaar als de opnamestand ingesteld is op C (Video).
*2 Alleen beschikbaar als de opnamestand ingesteld is op C (Video).
Aangepast
filter
*1
Voor het maken en opslaan
van naar eigen wens
gemaakte filters.
Sterk contrast: OFF/+1 t/m +5
Soft-focus: OFF/+1 t/m +3
Toonreductie: OFF/Rood/Groen/
Blauw/Geel
Schaduwtype: 6 typen
Schaduwniveau: –3 t/m +3
Vervormingstype: 3 typen
Mate van vervorming: OFF/Zwak/
Normaal/Sterk
Kleur inverteren: OFF/ON
Kleur
*2
Voor het maken van
opnamen met het
geselecteerde kleurfilter.
Kies uit 18 filters
(6 kleuren ×3 tonen).
Kleur: Rood/Magenta/Blauw/
Cyaan/Groen/Geel
Kleurdichtheid:
Licht/Normaal/Donker
Digitaal filter is niet beschikbaar in de volgende situaties.
- als de opnamestand ingesteld is op Z (HDR nachtbeeld) van de stand
H (Scène)
- wanneer de bestandsindeling ingesteld is op [RAW] of [RAW+]
(vast ingesteld op [JPEG])
Als Digitaal filter geselecteerd is, zijn de volgende functies niet beschikbaar
- Continuopname, Intervalopname of Dubbelopnamen
- HDR-opname (de laatst geselecteerde functie wordt gebruikt)
Afhankelijk van het toegepaste filter kan het opslaan van opnamen
langer duren.
Filternaam Effect Parameter
K-r_OPM_DUT.book Page 163 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
164
Opnamefuncties
4
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [Digitaal filter] met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm voor het selecteren
van een filter verschijnt.
Nadat de voeding is ingeschakeld,
wordt de laatst gemaakte opname
weergegeven als achtergrond.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om een filter te kiezen.
4
Selecteer met de
vierwegbesturing (23)
de parameter, en pas met
de vierwegbesturing (45)
de waarde van de parameter aan.
Beschikbare bewerkingen
mc-knop Gebruikt Digitaal voorbeeld om een voorbeeld te tonen van
het achtergrondbeeld met het toegepaste filtereffect. (Niet
beschikbaar als de opnamestand ingesteld is op C (Video)).
M-knop Het voorbeeld opslaan. Selecteer [Opslaan als] en druk
op de knop 4.
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
Digitaal filter
Geen toepassing van filters
OFF
OFF
Sterren
Annul.
Voorbeeld
OK
OK
MENU
INFO
OFF
OFF
Vorm
MENU
INFO
Annul.
Voorbeeld
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 164 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
165
Opnamefuncties
4
5
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
U kunt de instellingen ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 2]. (p.91)
Verricht de instelling bij [Video] in het menu [A Opnamemodus 3] als
de opnamestand ingesteld is op C (Video). (p.172)
Selecteer [Geen toepassing van filters] in stap 3 als u niet langer opnamen
wilt maken met het digitale filter.
U kunt ook in de weergavestand digitale filters toepassen op JPEG/RAW-
opnamen nadat u de opnamen hebt gemaakt. (p.264)
K-r_OPM_DUT.book Page 165 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
166
Opnamefuncties
4
Opnamen maken met Live weergave
U kunt een foto-opname maken terwijl het beeld live wordt weergegeven
op de monitor.
Het beeld dat in Live weergave wordt weergegeven op de monitor kan
afwijken van de uiteindelijke opname als de lichtomstandigheden afwijken
van normaal (te veel of te weinig licht).
Als de lichtbron tijdens de Live weergave fluctueert, kan het beeld flikkeren.
Als de stand van de camera tijdens Live weergave snel wordt gewijzigd,
wordt het beeld wellicht niet met de juiste helderheid weergegeven. Wacht
dan tot het beeld stabiliseert, voordat u een opname maakt.
Onder omstandigheden met weinig licht kan er ruis ontstaan in het beeld van
de Live weergave.
Live weergave kan tot 5 minuten lang worden weergegeven. Als Live
weergave na het verstrijken van 5 minuten eindigt, kan Live weergave
opnieuw worden gestart door op de knop U te drukken.
Als u gedurende langere tijd opnamen maakt met Live weergave, neemt
de temperatuur in de camera mogelijk toe, met opnamen van mindere
kwaliteit als gevolg. We raden u aan om Live weergave uit te schakelen
als u geen opnamen maakt. Laat de camera - om te voorkomen dat
de beeldkwaliteit verslechtert - steeds lang genoeg afkoelen als u opnamen
met een lange belichtingstijd maakt of tijdens het maken van video-opnamen.
Als de interne temperatuur van de camera hoog wordt, verschijnt l
(temperatuurwaarschuwing) op de monitor en is Live weergave mogelijk niet
beschikbaar.
Als u Live weergave gebruikt op plaatsen waar de camera heet kan worden,
bijvoorbeeld in rechtstreeks zonlicht, kan l (temperatuurwaarschuwing)
worden weergegeven op de monitor. Annuleer Live weergave als de interne
temperatuur van de camera oploopt.
Als u Live weergave blijft gebruiken nadat l (temperatuurwaarschuwing)
is verschenen, wordt Live weergave wellicht beëindigd voordat de 5 minuten
zijn verstreken. Als Live weergave wordt beëindigd, kunt u nog wel opnamen
maken met de zoeker.
Hoe hoger de gevoeligheidswaarde, des te meer ruis en kleurinstabiliteit kan
er optreden in het beeld van Live weergave en/of de gemaakte opname.
Tijdens Live weergave wordt er niets in de zoeker weergegeven.
De camera kan bewegingen maken als u opnamen maakt met de camera
in de hand en naar de monitor kijkt. Het verdient aanbeveling dan een statief
te gebruiken.
Live weergave is niet beschikbaar als gegevens worden opgeslagen op een
SD-geheugenkaart.
K-r_OPM_DUT.book Page 166 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
167
Opnamefuncties
4
Voor Live weergave kunt u instellen welke items worden weergegeven
en de autofocusmethode selecteren.
1
Kies [Live weergave] in het menu [A Opnamemodus 3]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Live weergave] wordt weergegeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om een autofocusmethode
te selecteren.
Live weergave instellen
I Gezichtsherkenning AF
Geeft autofocusprioriteit aan herkende
gezichten en voer autofocus uit op basis
van contrast. Een geel kader wordt om het
belangrijkste gezicht geplaatst (witte kaders
om de andere gezichten), en autofocus
en automatische belichting worden
uitgevoerd voor het belangrijkste gezicht.
(Standaardinstelling)
Gezichtsherkenning wordt niet uitgevoerd
als de scherpstelstand ingesteld is op \
(behalve in de stand I (Autom. opname)).
i Contrast-AF
Live weergave wordt geactiveerd
en autofocus wordt uitgevoerd op basis van
de informatie die de beeldsensor oplevert.
S Faseverschil AF
Live weergave wordt uitgeschakeld
en autofocus wordt uitgevoerd met
de AF-sensor.
Als tijdens Live weergave de ontspanknop
tot halverwege wordt ingedrukt, verdwijnt
het beeld van Live weergave en wordt het
autofocus-systeem geactiveerd. Nadat
scherp is gesteld, verschijnt het beeld
van Live weergave weer.
MENU
Live weergave
Infoweergave
Raster weergeven
Histogram
Licht/donker geb
Autofocusstand
Annul. OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 167 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
168
Opnamefuncties
4
3
Druk op de knop 4.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Raster weergeven]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
5
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een
rasterweergavetype te selecteren
en druk op de knop 4.
Kies tussen [Uit] (standaardinstelling),
e (Raster 4×4), f (Gulden snede)
of g (Schaal).
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Infoweergave],
[Histogram] of [Licht/donker geb] te selecteren.
7
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
8
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Het kost meer tijd scherp te stellen op het onderwerp bij gebruik van I of i
dan bij gebruik van S. Het is bovendien moeilijk om scherp te stellen op de
volgende onderwerpen (of onder de volgende omstandigheden).
- onderwerpen met weinig contrast
- onderwerpen zonder verticaal contrast, bijvoorbeeld horizontale lijnen
- onderwerpen waarvan de helderheid, de vorm of de kleur steeds verandert,
zoals bij een fontein
- onderwerpen die zich niet constant op dezelfde afstand tot de camera
bevinden
- kleine onderwerpen
- onderwerpen die zowel op de voorgrond als de achtergrond voorkomen
- bij het gebruik van een speciaal filter
- onderwerpen aan de rand van het scherm
Live weergave
MENU
Infoweergave
Raster weergeven
Histogram
Licht/donker geb
Autofocusstand
Annul. OK
OK
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 168 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
169
Opnamefuncties
4
1
Selecteer een opnamestand.
Zet de functiekiezer in een andere stand dan C.
2
Druk op de knop U.
De spiegel klapt omhoog en er wordt een real-time beeld weergegeven
op de monitor. Druk opnieuw op de knop U om Live weergave weer
te verlaten.
Foto’s maken
[
1234
]
+1.0
+1.0
2000 F2.8 3200
P
P
1122+3-3
ISO
[
37
]
2000 F2.8 400
P
P
ISO
SHIFT
SHIFT
12345678
12
13
17161514 18 19 20 21
11
9
10
Live weergave
(Alle indicaties zijn hier alleen voor uitlegdoeleinden weergegeven.)
1 Opnamestand
2 Flitsinstelling
3 Transportstand
4 Witbalans
5 Aangepaste opname
6 Dubbelopnamen/
Intervalopname/Digitaal filter/
HDR-opname
7 Aantal opnamen met gebruik
van Dubbelopnamen/
Cross-processing
8 Batterijniveau
9 Temperatuurwaarschuwing
10 Contrast AF-kader
11 Faseverschil AF-kader/AF-punt
K-r_OPM_DUT.book Page 169 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
170
Opnamefuncties
4
* Indicatie 11 (Faseverschil AF-kader) wordt tijdens Live weergave wit
weergegeven. Als het onderwerp scherp is gesteld, wordt in plaats
hiervan een vierkant groen kader weergegeven. Het kader wordt rood
als niet op het onderwerp scherp is gesteld. Het kader wordt niet
weergegeven wanneer de scherpstelstand ingesteld is op \.
* Wanneer 15, 16 en 18 kunnen worden gewijzigd, wordt 5 weergegeven
naast de ingestelde waarde.
* De indicaties 20 en 21 worden weergegeven als [Autofocusstand]
ingesteld is op I en de camera een gezicht (of meerdere gezichten)
herkent. (Er worden maximaal 16 gezichtsherkenningskaders
weergegeven op de monitor.)
Beschikbare bewerkingen
4-knop Als het scherpstelgebied ingesteld is op S (Selecteren)
en [Autofocusstand] ingesteld is op i of S, druk dan
op deze knop om bediening met de richtingsknoppen
van de vierwegbesturing (2345) uit te schakelen
en wijziging van het AF-punt in te schakelen.
Vierwegbesturing
(2345)
Wijzigt het AF-punt als het AF-punt kan worden gewijzigd.
Druk op de knop 4 als u het AF-punt wilt terugzetten
naar het midden van het AF-kader.
Druk op de
knop 4
en houd deze
knop ingedrukt.
Schakelt wijziging van het AF-punt uit en schakelt
bediening met de richtingsknoppen van
de vierwegbesturing (2345) in.
M-knop Hiermee wordt het beeld 2, 4 of 6 maal vergroot
(als de scherpstelstand ingesteld is op \, wordt
het beeld 2, 4, 6, 8 of 10 maal vergroot). Gebruik
de vierwegbesturing (2345) als u het weergavegebied
wilt verplaatsen, en druk op de knop | als u het
weergavegebied naar het midden wilt doen terugkeren.
(Alleen beschikbaar als [Knop Snelinstelling]
is toegewezen aan de knop | bij [Knop Snelinstelling]
in het menu [A Opnamemodus 4] (p.205)).
12 Belichtingscorrectie
13 Histogram
14 Belichtingsgeheugen
15 Sluitertijd
16 Diafragmawaarde
17 LW-balk
18 Gevoeligheid
19 Resterende opslagcapaciteit
20 Detectiekader belangrijkste
gezicht (Gezichtsherkenning AF)
21 Gezichtsherkenningskader
(Gezichtsherkenning AF)
K-r_OPM_DUT.book Page 170 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
171
Opnamefuncties
4
3
Maak de beeldcompositie op de monitor en druk
de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking.
Als de scherpstelstand ingesteld is op \, draait u aan de scherpstelring
tot het onderwerp scherp op het scherpstelscherm wordt weergegeven.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
De opname wordt gemaakt.
Als [AF-modus] ingesteld is op k en [Autofocusstand] ingesteld is op
I of i, stelt de camera scherp op het midden van het scherm wanneer
autofocus in werking treedt; als daarna is scherp gesteld op het onderwerp,
wordt dat automatisch gevolgd.
Opnamen die worden gemaakt bij een vergroot scherm, worden op normale
grootte opgenomen.
Als [Optisch voorbeeld] of [Digitaal voorbeeld] is toegewezen aan
de knop | bij [Knop Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 4], kunt
u met de knop | in de zoeker de scherptediepte controleren. (p.142)
Het statusscherm en bedieningspaneel kunnen niet worden weergegeven
tijdens Live weergave. Druk op de knop 3 als u de instellingen wilt
wijzigen, en wijzig deze in elk menu.
K-r_OPM_DUT.book Page 171 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
172
Opnamefuncties
4
Video-opnamen maken
U kunt video-opnamen maken met gebruik van Live weergave.
U kunt video opnemen met een beeldsnelheid (het aantal beeldjes per
seconde) van 25 fps (frames per seconde), samen met monogeluid,
in de bestandsindeling AVI.
1
Kies [Video] in het menu [A Opnamemodus 3] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Video] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om de te selecteren,
en druk op de knop 4.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Kwaliteitsniveau]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om het
kwaliteitsniveau te selecteren en druk op de knop 4.
Maak een keuze uit C (Best; standaardinstelling), D (Beter)
en E (Goed).
Bij wijziging van de opnameresolutie en het kwaliteitsniveau wordt
de beschikbare opnametijd bij die nieuwe instellingen rechts boven
in het scherm weergegeven.
De video-instellingen wijzigen
Resolutie Pixels Verhoudingen
b (standaardinstelling) 1280×720 16:9
c 640×480 4:3
Resolutie
Kwaliteitsniveau
Geluid
Cross-processing
Digitaal filter
1280x720
Annul. OK
OK
MENU
00:00'00"
Video-diafragmabed. Vast
Shake Reduction
OFF
OFF
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 172 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
173
Opnamefuncties
4
5
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Geluid]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om g of Z
te selecteren en druk op de knop 4.
7
Wijzig zo nodig de instellingen bij [Cross-processing]
en [Digitaal filter].
Voor bijzonderheden, zie p.224 voor Cross-processing en p.162 voor
Digitaal filter.
8
Gebruik de vierwegbesturing (23)
om [Video-diafragmabed.] te selecteren
en druk op de vierwegbesturing (5).
9
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Vast] of [Auto]
te selecteren en druk op de knop 4.
10
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Shake Reduction]
te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
11
Gebruik de vierwegbesturing (23) om k of l
te selecteren en druk op de knop 4.
12
Druk twee keer op de knop 3.
De camera is gereed voor het opnemen van video.
g Neemt geluid op. (Standaardinstelling)
Z Neemt geen geluid op.
Vast
De video wordt opgenomen bij een diafragma dat werd ingesteld
voordat de opname start. (Standaardinstelling)
Auto
Het diafragma wordt automatisch ingesteld. (De diafragmawaarde
is vast ingesteld tijdens het opnemen van video, zelfs als [Auto]
is geselecteerd.)
k Gebruikt Shake Reduction.
l Gebruikt geen Shake Reduction. (Standaardinstelling)
K-r_OPM_DUT.book Page 173 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
174
Opnamefuncties
4
1
Zet de functiekiezer op C.
Live weergave voor het opnemen
van video wordt weergegeven.
Beschikbare bewerkingen
Video opnemen
E-knop Wijzigt de diafragmawaarde als [Video-diafragmabed.]
ingesteld is op [Vast]. (Standaardinstelling)
Knop | Hiermee wordt de diafragmawaarde gereset als [Knop
Snelinstelling] toegewezen is aan de knop | bij [Knop
Snelinstelling] in het menu [A Opnamemodus 4].
Toont het instelscherm als [Aangepaste opname],
[Digitaal filter] of [Cross-processing] toegewezen is aan
de knop |. (p.205)
Knop mc +
e-knop
Hiermee wordt de belichtingscorrectie aangepast
(±2 LW).
4-knop Als het scherpstelgebied ingesteld is op S (Selecteren)
en [Autofocusstand] ingesteld is op i of S, druk dan
op deze knop om bediening met de richtingsknoppen
van de vierwegbesturing (2345) uit te schakelen
en wijziging van het AF-punt in te schakelen.
00
:
30'00"F2.8
1+2-2 1
+1.5
+1.5
HD
HD
Geluid
Beschikbare opnametijd
Shake Reduction
K-r_OPM_DUT.book Page 174 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
175
Opnamefuncties
4
2
Maak de beeldcompositie op de monitor en druk
de ontspanknop tot halverwege in.
Het autofocussysteem treedt in werking.
Als de scherpstelstand ingesteld is op \, draait u aan de scherpstelring
tot het onderwerp scherp op het scherpstelscherm wordt weergegeven.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
Het opnemen van de video begint.
4
Druk de ontspanknop opnieuw in.
De opname stopt.
Vierwegbesturing
(2345)
Wijzigt het AF-punt als het AF-punt kan worden gewijzigd.
Druk op de knop 4 als u het AF-punt wilt terugzetten
naar het midden van het AF-kader.
Druk op de
knop 4
en houd deze
knop ingedrukt.
Schakelt wijziging van het AF-punt uit en schakelt
bediening met de richtingsknoppen van
de vierwegbesturing (2345) in.
M-knop Vergroot het beeld 2, 4, of 6 maal (vergroot het beeld 2,
4, 6, 8 of 10 maal als de scherpstelstand ingesteld
is op \). Gebruik de vierwegbesturing (2345)
om het weergavegebied te verplaatsen.
Als [Geluid] ingesteld is op g (Aan), worden ook de bedieningsgeluiden
van de camera opgenomen. Zet de camera bij het opnemen van video
op een statief en voer verder geen handelingen met de camera uit zolang
u opneemt.
Bij het opnemen van video wordt, ongeacht de instelling van de AF-modus,
de opname gestart als de ontspanknop volledig word ingedrukt, ook als het
onderwerp niet scherp is gesteld.
Tijdens het opnemen van video werkt het autofocussysteem niet.
De flitser is niet beschikbaar.
Als video-opnamen worden gemaakt met image processing, zoals
Digitaal filter, worden sommige beeldjes mogelijk niet opgenomen
in de video-opname.
Als de interne temperatuur van de camera tijdens het opnemen van video
te hoog oploopt, wordt het opnemen mogelijk stopgezet om de elektronica
te beschermen.
K-r_OPM_DUT.book Page 175 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
176
Opnamefuncties
4
U kunt opgenomen video weergeven in de weergavestand, op dezelfde
manier als opgeslagen foto-opnamen.
1
Druk op de knop Q.
De camera schakelt over op de weergavestand.
2
Kies met de vierwegbesturing (45) een video om weer
te geven.
Het eerste beeldje van de video wordt weergegeven op de monitor.
3
Druk op de vierwegbesturing (2).
De weergave van de video wordt gestart.
Beschikbare bewerkingen
U kunt video opnemen tot maximaal 4 GB of 25 minuten. Als de
SD-geheugenkaart vol is, stopt het opnemen en wordt de video opgeslagen.
Het beeld van Live weergave in de stand C wordt weergegeven op basis
van de gekozen instelling voor [Live weergave] (p.167) in het menu
[A Opnamemodus 3]. Het histogram en de waarschuwing voor lichte
en donkere gebieden worden echter niet weergegeven tijdens het maken
van video-opnamen.
Het verdient aanbeveling om de optionele netvoedingsadapterset K-AC109
te gebruiken als u van plan bent gedurende langere tijd op te nemen. (p.53)
U kunt voor het opnemen van video ook de optionele afstandsbediening
gebruiken. (p.152)
Tijdens het opnemen van video is ook Belichtingscorrectie beschikbaar.
De gevoeligheid is vast ingesteld op [AUTO].
Video weergeven
Vierwegbesturing (2) Last een pauze in of hervat de weergave.
E-knop Volume (6 standen)
Vierwegbesturing (5) Springt een beeldje vooruit (tijdens pauze).
Movie 10
min
00
sec
100-0001
100-0001
K-r_OPM_DUT.book Page 176 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
177
Opnamefuncties
4
Aan het einde van de video stopt de weergave en wordt het eerste
beeldje opnieuw weergegeven.
U kunt een enkel beeldje isoleren uit een video-opname en opslaan als
JPEG-foto.
1
Druk op de vierwegbesturing (2)
in stap 3 op p.176 om een pauze
in te lassen, en het beeldje
weer te geven dat u als foto
wilt opslaan.
2
Druk op de knop M.
Het bevestigingsscherm voor opslaan
verschijnt.
Houd de vierwegbesturing
(5) ingedrukt
Voor versnelde weergave vooruit terwijl
de knop ingedrukt wordt gehouden.
Vierwegbesturing (4) Geeft achteruit weer.
Springt een beeldje achteruit
(tijdens pauze).
Houd de vierwegbesturing
(4) ingedrukt
Voor versnelde weergave achteruit terwijl
de knop ingedrukt wordt gehouden.
Vierwegbesturing (3) Stopt de weergave.
Geeft het weergavepalet weer
(indien gestopt). (p.228)
M-knop Slaat het getoonde beeld op als een
JPEG-bestand.
U kunt gebruikmaken van de optionele AV-kabel I-AVC7 om op een tv of een
ander AV-apparaat video-opnamen weer te geven. (p.252)
Een beeldje uit een video isoleren als foto
Movie 10
min
00
sec
90/1800
90/1800
INFO
K-r_OPM_DUT.book Page 177 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
178
Opnamefuncties
4
3
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
Het geïsoleerde beeldje wordt als
afzonderlijk bestand opgeslagen.
Video-opnamen kunnen worden gesplitst en ongewenste segmenten
kunnen worden gewist.
1
Druk op de knop Q.
De camera schakelt over op de weergavestand.
2
Kies met de vierwegbesturing (45) een video om weer
te geven.
Het eerste beeldje van de video wordt weergegeven op de monitor.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
4
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [ (Video
bewerken) te selecteren en druk op de knop 4.
Het videobewerkingsscherm verschijnt.
5
Selecteer de punten waar
u de video-opname wilt splitsen.
Er kunnen maximaal vier punten worden
geselecteerd.
Video-opnamen bewerken
OK
Annuleren
Opslaan als
Beeld opslaan als
Beeld opslaan als
nieuw bestand
nieuw bestand
OK
00min00sec
10min00sec
MENU
Einde OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 178 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
179
Opnamefuncties
4
Beschikbare bewerkingen
6
Druk op de knop K/i als u ongewenste segmenten
wilt wissen.
Het scherm verschijnt waarin
de segmenten kunnen worden
geselecteerd die u wilt wissen.
Beschikbare bewerkingen
7
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan
verschijnt.
Vierwegbesturing (2)
Geeft de video-opname weer of last een pauze in.
Vierwegbesturing (5)
Gaat 1 seconde vooruit (tijdens pauze).
Gaat naar het volgende splitspunt (tijdens
weergave).
Vierwegbesturing (4)
Gaat 1 seconde terug (tijdens pauze).
Gaat naar het vorige splitspunt (tijdens weergave).
E-knop
Volume (6 standen)
Knop |
Bevestigt/annuleert een splitspunt.
Vierwegbesturing (45)
Het selectiekader verplaatsen.
4-knop
Bevestigt/annuleert de selectie van een
te wissen segment.
Knop 3
Hiermee verlaat u het selectiescherm.
Einde
Selecteer te verwijderen segm.
00min02sec
10min00sec
OK
MENU
00min00sec
10min00sec
MENU
Einde OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 179 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
180
Opnamefuncties
4
8
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De video-opname wordt gesplitst bij
de opgegeven punten en de ongewenste
segmenten worden hieruit gewist.
Vervolgens wordt de gesplitste video-
opname opgeslagen als afzonderlijke
bestanden en op het scherm weergegeven.
Geef de splitspunten op in chronologische volgorde vanaf het begin van
de video-opname. Als u de geselecteerde splitspunten annuleert, annuleer
deze dan elk in omgekeerde volgorde (vanaf het eind van de video-opname
naar het begin). Nadat u splitspunten hebt opgegeven, kunt u niet naar het
begin van de video-opname teruggaan om vanaf daar nieuwe splitspunten toe
te voegen of bestaande splitspunten te annuleren. U kunt dus alleen maar
vooruitgaan in de video-opname.
Annuleren
Opslaan als
Slaat gesplitste film
op als afzonderlijke bestanden
MENU
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 180 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
5 De flitser gebruiken
In dit hoofdstuk worden het gebruik van de ingebouwde
flitser van de W en het maken van opnamen met een
externe flitser besproken.
Flitseigenschappen bij
elke belichtingsfunctie ............................182
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser .................................186
Compatibiliteit objectief met
de ingebouwde flitser .......................................188
Gebruik van een externe flitser (optioneel) .....189
K-r_OPM_DUT.book Page 181 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
182
De flitser gebruiken
5
Flitseigenschappen bij
elke belichtingsfunctie
Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp kunt u de flitser
gebruiken om het onscherpte-effect te veranderen.
Voor het maken van flitsfoto’s kunt u een sluitertijd van 1/180 seconde
of langer instellen.
Het diafragma wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht.
De sluitertijd staat vast op 1/180 sec. wanneer een ander objectief dan
DA, DA L, D FA, FA J, FA of F wordt gebruikt.
Wanneer u de scherptediepte wilt wijzigen of een opname van grote
afstand wilt maken, kunt u het gewenste diafragma instellen om een
flitsfoto te maken.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht.
De sluitertijd wordt automatisch aangepast tot 1/180 s of langer (p.70)
waarbij minder camerabeweging wordt veroorzaakt. De langst
mogelijke sluitertijd hangt af van de brandpuntsafstand van het
gebruikte objectief.
De sluitertijd staat vast op 1/180 s wanneer een ander objectief dan DA,
DA L, D FA, FA J, FA of F wordt gebruikt.
U kunt lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken met . (Portret bij nacht)
van de Picture-stand of met de stand b (Sl.tijd voorkeuze) wanneer
u portretopnamen maakt met een zonsondergang op de achtergrond.
Zowel het portret als de achtergrond worden prachtig vastgelegd.
Gebruik van de flitser in b bij sluitertijdvoorkeuze
De flitser gebruiken in de stand c (Diafragmavoorkeuze)
De lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken
Een lange-sluitertijdsynchronisatie verlengt de sluitertijd. Gebruik de functie
Shake Reduction of schakel de functie Shake Reduction uit en gebruik een
statief om camerabeweging te voorkomen. De opname wordt ook onscherp
wanneer het onderwerp beweegt.
Lange-sluitertijdsynchronisatie is ook mogelijk met een externe flitser.
K-r_OPM_DUT.book Page 182 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
183
De flitser gebruiken
5
1
Zet de functiekiezer op b.
2
Gebruik de e-knop om de sluitertijd in te stellen.
De achtergrond wordt niet juist belicht wanneer de diafragmawaarde
knippert tijdens het instellen van de sluitertijd. Wijzig de sluitertijd zo,
dat de diafragmawaarde niet meer knippert.
3
Druk op de knop K/i.
De ingebouwde flitser klapt uit.
4
Maak een opname.
1
Zet de functiekiezer op e, K of c.
2
Druk op de knop K/i.
De ingebouwde flitser klapt uit.
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
4
Selecteer G of H en druk op de knop 4.
De sluitertijd wordt langer gemaakt om de achtergrond beter te belichten.
5
Maak een opname.
Gebruik van de stand b
Gebruik van de stand e/K/c
K-r_OPM_DUT.book Page 183 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
184
De flitser gebruiken
5
1
Zet de functiekiezer op a.
2
Stel de sluitertijd en diafragmawaarde zo in dat een juiste
belichting wordt verkregen.
Stel de sluitertijd in op 1/180 seconde of langer.
3
Druk op de knop K/i.
De ingebouwde flitser klapt uit.
In de stand a (Manueel) kunt u de ingebouwde flitser op elk gewenst
moment vóór het maken van de opname uitklappen.
4
Maak een opname.
2e sluitergordijn-synchronisatie geeft een flits af onmiddellijk voordat het
sluitergordijn wordt gesloten. Bij het maken van opnamen van bewegende
voorwerpen bij een lange sluitertijd, zorgen 2e sluitergordijn-synchronisatie
en lange-sluitertijdsynchronisatie voor verschillende effecten, afhankelijk
van het moment waarop de flitser afgaat.
Als u bijvoorbeeld met 2e sluitergordijn-synchronisatie een opname maakt
van een bewegende auto, dan wordt een lichtspoor vastgelegd terwijl
de sluiter openstaat, en wordt door de flitser de auto vastgelegd onmiddellijk
vóór het moment dat de sluiter wordt gesloten. Dat levert een opname op met
een scherp en helder weergegeven auto en daarachter een lichtspoor.
Gebruik van de stand a
2e sluitergordijn-synchronisatie gebruiken
Lange-sluitertijdsynchronisatie
(1e sluitergordijn-sync)
2e sluitergordijn-sync
K-r_OPM_DUT.book Page 184 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
185
De flitser gebruiken
5
1
Zet de functiekiezer op e, K, b, c of a.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
3
Selecteer I of k en druk op de knop 4.
4
Druk op de knop K/i.
De ingebouwde flitser klapt uit.
5
Maak een opname.
2e sluitergordijn-synchronisatie verlengt de sluitertijd. Gebruik de functie
Shake Reduction of zet de functie Shake Reduction uit en gebruik een statief
om camerabeweging te voorkomen.
K-r_OPM_DUT.book Page 185 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
186
De flitser gebruiken
5
Afstand en diafragma bij gebruik
van de ingebouwde flitser
Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma
en afstand op elkaar zijn afgestemd om een juiste belichting te verkrijgen.
Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitsintensiteit
onvoldoende is.
*1 Deze waarde kan worden gebruikt wanneer [3. Uitgebreide gevoeligheid] in het menu
[A Pers.instelling 1] ingesteld is op [Aan].
Met de volgende formule berekent u de flitsafstand voor
diafragmawaarden.
Maximale flitsafstand L1 = richtgetal ÷ diafragmawaarde
Minimale flitsafstand L2 = Maximale flitsafstand ÷ 5 *
* De waarde 5 in de bovenstaande formule is een vaste
waarde die alleen geldt bij gebruik van de ingebouwde flitser.
Voorbeeld)
Wanneer de gevoeligheid ISO 200 en de diafragmawaarde F4.0 is
L1 = 16 ÷ 4,0 = ca. 4 (m)
L2 = 4 ÷ 5 = ca. 0,8 (m)
De flitser kan dus worden gebruikt op een afstand van ca. 0,8 tot 4 m.
De ingebouwde flitser in deze camera kan echter niet worden gebruikt
wanneer de afstand 0,7 meter of minder is. Gebruik van de flitser binnen
deze afstand veroorzaakt vignettering in de hoeken van de opname,
een onevenwichtige lichtverdeling en mogelijk overbelichting.
Gevoeligheid
Richtgetal
ingebouwde flitser
Gevoeligheid
Richtgetal
ingebouwde flitser
ISO 100 *1 Ca. 12 ISO 3200 Ca. 64
ISO 200 Ca. 16 ISO 6400 Ca. 96
ISO 400 Ca. 24 ISO 12800 *1 Ca. 128
ISO 800 Ca. 32 ISO 25600 *1 Ca. 192
ISO 1600 Ca. 48
Berekenen van de opnameafstand op basis
van de diafragmawaarde
K-r_OPM_DUT.book Page 186 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
187
De flitser gebruiken
5
Met de volgende formule berekent u de diafragmawaarde voor
de opnameafstand.
Diafragmawaarde F = richtgetal ÷ opnameafstand
Voorbeeld)
Wanneer de gevoeligheid ISO 200 en de opnameafstand 5 meter is,
dan is de diafragmawaarde:
F = 16 ÷ 5 = 3,2
Wanneer de uitkomst (in bovenstaand voorbeeld 3.2) niet beschikbaar
is als diafragmawaarde, wordt meestal het dichtstbijzijnde lagere getal
(in bovenstaand voorbeeld 2,8) gebruikt.
Berekenen van de diafragmawaarde
op basis van opnameafstand
K-r_OPM_DUT.book Page 187 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
188
De flitser gebruiken
5
Compatibiliteit objectief met
de ingebouwde flitser
Afhankelijk van het objectief dat met de W wordt gebruikt,
is de ingebouwde flitser vanwege vignettering mogelijk niet of beperkt
beschikbaar, zelfs niet als een objectief zonder zonnekap is bevestigd.
DA-, DA L-, D FA-, FA J-, en FA-objectieven die hieronder niet worden
genoemd, kunnen zonder problemen worden gebruikt.
* De volgende objectieven werden geëvalueerd zonder gebruik van een
zonnekap.
Niet beschikbaar vanwege vignettering
Beschikbaar afhankelijk van andere factoren
Type objectief
DA FISH-EYE 10-17 mm F3.5-4.5ED (IF)
DA12-24 mm F4ED AL
DA14 mm F2.8ED (IF)
FA
300 mm F2.8ED (IF)
FA
600 mm F4ED (IF)
FA
250-600 mm F5.6ED (IF)
Type objectief Beperkingen
F FISH-EYE 17-28 mm
F3.5-4.5
Als de brandpuntsafstand minder is dan 20 mm,
kan vignettering optreden.
DA16-45 mm F4ED AL
Als de brandpuntsafstand minder is dan 28 mm of als
de brandpuntsafstand 28 mm is en de opnameafstand
kleiner dan 1 m, kan vignettering optreden.
DA
16-50 mm
F2.8ED AL (IF) SDM
Als de brandpuntsafstand minder is dan 20 mm of als
de brandpuntsafstand 35 mm is en de opnameafstand
kleiner dan 1,5 m, kan vignettering optreden.
DA17-70 mm
F4AL (IF) SDM
Als de brandpuntsafstand minder is dan 24 mm of als
de brandpuntsafstand 24 mm is en de opnameafstand
kleiner dan 1 m, kan vignettering optreden.
DA18-250 mm
F3.5-6.3ED AL (IF)
Als de brandpuntsafstand minder is dan 35 mm,
kan vignettering optreden.
FA
28-70 mm F2.8AL
Als de brandpuntsafstand 28 mm en de opnameafstand
kleiner dan 1 meter is, kan vignettering optreden.
FA SOFT 28 mm F2.8 De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig.
FA SOFT 85 mm F2.8 De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig.
K-r_OPM_DUT.book Page 188 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
189
De flitser gebruiken
5
Gebruik van een externe flitser
(optioneel)
De optionele externe flitsers AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG
en AF160FC ondersteunen diverse flitsinstellingen, zoals automatisch
P-DDL-flitsen, afhankelijk van welke externe flitser wordt gebruikt.
Zie de onderstaande tabel voor meer informatie.
(z: Beschikbaar #: Beperkt × : Niet beschikbaar)
*1 Alleen beschikbaar bij gebruik van een DA-, DA L-, D FA-, FA J-, FA-, F- of A-objectief.
*2 Sluitertijd van 1/90 s of langer.
*3 Bij combinatie met de AF540FGZ of de AF360FGZ kan 1/3 van het flitslicht worden
geproduceerd door de ingebouwde flitser en 2/3 door de externe flitser.
*4 Alleen beschikbaar in combinatie met de flitsers AF540FGZ en AF360FGZ.
*5 Meerdere AF540FGZ- of AF360FGZ-flitsers, of een combinatie van de AF540FGZ
of AF360FGZ en de ingebouwde flitser is vereist.
Flitser
Camerafunctie
Ingebouwde
flitser
AF540FGZ
AF360FGZ
AF200FG
AF160FC
Flitsen met anti rode ogen zzz
Auto ontladen flitser zzz
Na het opladen wordt automatisch
de flitssynchronisatietijd ingesteld.
zzz
Het diafragma wordt automatisch ingesteld
in de standen e en b.
zzz
Automatisch P-DDL-flitsen z
*1
z
*1
z
*1
Lange-sluitertijdsync zzz
Flitsbelichtingscorrectie zzz
AF-hulplicht van de externe flitser × z ×
2e sluitergordijn-sync
*2
zz×
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie #
*3
z #
*4
Slave-flitser × z ×
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie × z ×
Draadloos flitsen #
*4
z
*5
×
U kunt geen flitsers gebruiken met een omgekeerde polariteit (het middelste
contact van de flitsschoen is de minpool) omdat de camera en flitser anders
beschadigd kunnen raken.
K-r_OPM_DUT.book Page 189 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
190
De flitser gebruiken
5
U kunt [P-TTL Auto] gebruiken met de flitser AF540FGZ, AF360FGZ,
AF200FG of AF160FC. De flitser geeft eerst een voorflits vóór de eigenlijk
flits en controleert de kenmerken van het onderwerp (afstand, helderheid,
contrast, eventueel tegenlicht, enz.) met behulp van de sensor voor
16-segmentsmeting op de camera. De flitsintensiteit van de eigenlijke flits
wordt berekend op basis van de met de voorflits verzamelde gegevens,
zodat het mogelijk wordt flitsopnamen te maken met een belichting die
nauwkeuriger is dan met normaal DDL-Auto mogelijk is.
1
Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig
de externe flitser.
2
Zet de camera en de externe flitser aan.
3
Stel de externe flitsinstelling in op [P-TTL Auto].
Gebruik van de functie Automatisch
P-DDL-flitsen
Over het LCD-display van de AF360FGZ
De AF360FGZ heeft zelf geen functie om FORMAT in te stellen
op [DIGITAL]. Als de flitser echter wordt gebruikt met een digitale
spiegelreflexcamera, dan wordt het verschil in brandpuntsafstand
tussen een kleinbeeldcamera en de W automatisch berekend
op basis van het verschil in beeldhoek en op het display weergegeven
(bij gebruik van een DA-, DA L-, D FA-, FA J-, FA- of F-objectief).
De conversie-indicatie verschijnt en de FORMAT-indicatie verdwijnt
wanneer de timer van de belichtingsmeting van de W
ingeschakeld is. (Deze keert terug naar kleinbeeldweergave wanneer
de timer van de belichtingsmeting wordt uitgeschakeld.)
* Bij gebruik van groothoekpaneel
Brandpuntsafstand
objectief
85 mm/
77 mm
50 mm 35 mm
28 mm/
24 mm
20 mm 18 mm
Timer van de belichtings-
meting uitgeschakeld
85 mm 70 mm 50 mm 35 mm 28 mm 24 mm*
Timer van de belichtings-
meting ingeschakeld
58 mm 48 mm 34 mm 24 mm 19 mm 16 mm
*
K-r_OPM_DUT.book Page 190 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
191
De flitser gebruiken
5
4
Controleer of de externe flitser volledig is opgeladen
en maak een opname.
Met de AF540FGZ of de AF360FGZ kunt u de flitser activeren om een
opname te maken met een sluitertijd die korter is dan 1/180 s.
1
Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig
de externe flitser (AF540FGZ of AF360FGZ) op de camera.
2
Zet de functiekiezer op b of a.
3
Zet de camera en de externe flitser aan.
4
Stel de synchronisatiefunctie van de externe flitser
in op HSb (Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie).
5
Controleer of de externe flitser volledig is opgeladen
en maak een opname.
Automatisch P-DDL-flitsen is alleen beschikbaar voor de flitsers AF540FGZ,
AF360FGZ, AF200FG en AF160FC.
Wanneer de ingebouwde flitser gereed is (volledig opgeladen),
brandt b in de zoeker.
Gedetailleerde gegevens, zoals de bedieningsmethode en de effectieve
flitsafstand zijn te vinden in de handleiding van de externe flitser.
Wanneer de flitsfunctie C of i is geselecteerd, gaat de flitser niet
af wanneer het onderwerp licht genoeg is. Daarom kan de flitser in sommige
gevallen ongeschikt zijn voor opnamen met daglichtsynchronisatie.
Druk nooit op de knop K/i wanneer er een externe flitser is bevestigd
op de camera. De ingebouwde flitser botst dan tegen de externe flitser. Als
u beide flitsers tegelijk wilt gebruiken, schakel dan de functie voor draadloos
flitsen in of sluit beide flitsers op elkaar aan met de verlengkabel. (p.196)
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie
Wanneer de ingebouwde flitser gereed is (volledig opgeladen),
brandt b in de zoeker.
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is alleen beschikbaar bij een
sluitertijd die korter is dan 1/180 sec.
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is niet beschikbaar wanneer
de sluitertijd is ingesteld op h.
K-r_OPM_DUT.book Page 191 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
192
De flitser gebruiken
5
Door gebruik te maken van twee externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ)
of wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met een
of meer externe flitsers, kunt u P-DDL-flitsen zonder de flitsers aan
te sluiten met een draadverbinding.
Stel eerst het kanaal voor de externe flitser in op de camera.
1
Stel het kanaal voor de externe flitser in.
2
Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig
de externe flitser.
3
Schakel de camera en de externe flitser in en druk
de ontspanknop tot halverwege in.
De ingebouwde flitser wordt ingesteld op hetzelfde kanaal als
de externe flitser.
Draadloos flitsen
Zet de aan/uit-knop van de externe flitser in de stand WIRELESS (draadloos).
Er zijn twee of meer externe flitsers AF540FGZ/AF360FGZ vereist voor
draadloos flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie. Deze functie kan niet
worden gebruikt samen met de ingebouwde flitser.
Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser die niet
rechtstreeks is aangesloten op de camera in de stand SLAVE.
Het kanaal voor de externe flitser instellen op de camera
In de stand r wordt het huidige kanaal waarop de ingebouwde flitser
is ingesteld, gedurende 10 seconden weergegeven in de zoeker.
Stel alle flitsers in op hetzelfde kanaal. Raadpleeg de handleiding van
de AF540FGZ of de AF360FGZ voor informatie over het instellen van het
kanaal op deze flitsers.
K-r_OPM_DUT.book Page 192 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
193
De flitser gebruiken
5
Activeer de draadloze flitsfunctie van de camera als u een externe flitser
gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser.
1
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2
Selecteer r en druk twee keer
op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken
van een opname.
De ingebouwde flitser draadloos gebruiken
Als de transportstand is ingesteld op i (Afstandsbed. 3sec vertraging) of als
het diafragma van het objectief niet is ingesteld op s, kan r niet worden
geselecteerd.
Flitsinstelling
Annul. OK
OK
MENU
0.0
Draadloze bediening
De flitsmethode van de ingebouwde flitser wijzigen
U kunt de flitsmethode wijzigen die wordt gebruikt voor draadloos
flitsen met de ingebouwde flitser.
Selecteer deze functie bij [17. Draadloos flitsen] in het menu
[A Pers.instelling 3] (p.94).
1 Aan De ingebouwde flitser flitst als master. (Standaardinstelling).
2 Uit De ingebouwde flitser geeft een stuurflits.
HSb (flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie) is niet beschikbaar voor
de ingebouwde flitser.
K-r_OPM_DUT.book Page 193 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
194
De flitser gebruiken
5
Met een combinatie van de ingebouwde flitser en een externe flitser
1
Verwijder de externe flitser nadat het kanaal is ingesteld
op de camera en plaats de flitser op de gewenste plek.
2
Stel de flitsfunctie van de camera in op r en druk
op de knop K/i.
3
Controleer of beide flitsers volledig opgeladen zijn
en maak vervolgens een opname.
Met een combinatie van externe flitsers
1
Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser
op de camera in de stand [MASTER] of [CONTROL].
2
Zet de draadloze flitser in de stand [SLAVE] en selecteer
hetzelfde kanaal als het kanaal van de flitser die
rechtstreeks op de camera aangesloten is. Plaats de flitser
dan op de gewenste plek.
3
Controleer of beide flitsers volledig opgeladen zijn
en maak vervolgens een opname.
Draadloos flitsen
MASTER
Zowel de flitser die direct is aangesloten op de camera als
de draadloze flitser gaat af.
CONTROL
De flitser die is aangesloten op de camera, gaat alleen
af als een stuurflits, niet als de hoofdflits.
De functie Shake Reduction wordt in de draadloze stand automatisch
uitgeschakeld.
Als u meerdere externe flitsers van de typen AF540FGZ/AF360FGZ gebruikt
en draadloos flitst met korte-sluitertijdsynchronisatie, stelt u de flitser die
op de camera is bevestigd in op flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie.
K-r_OPM_DUT.book Page 194 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
195
De flitser gebruiken
5
Draadloze bediening van de flitser (P-DDL-flitser)
De volgende gegevens worden uitgewisseld tussen de flitsers
voordat de flits afgaat, als u externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ)
draadloos gebruikt.
Druk de ontspanknop helemaal in.
È
1 De direct op de camera bevestigde flitser geeft een stuurflits
(geeft de flitsfunctie van de camera door).
2 De externe draadloze flitser geeft een proefflits (geeft bevestiging
van het onderwerp door).
3 De direct op de camera bevestigde flitser geeft een stuurflits
(geeft flitsintensiteit door aan de externe draadloze flitser).
* De op de camera bevestigde flitser straalt hierna nog één keer een
stuurflits uit om de duur van de flits door te geven als is ingesteld
op HSb (Korte-sluitertijdsynchronisatie).
4 De draadloze externe flitser gaat af.
Als de draadloze stand van de externe flitser die rechtstreeks op de
camera is aangesloten, ingesteld is op [MASTER], of als [17. Draadloos
flitsen] (p.193) ingesteld is op [Aan] voor de ingebouwde flitser, dan
geven alle flitsers tegelijkertijd een flits.
Anti Rode Ogen
Net als bij de ingebouwde flitser is ook voor een externe flitser een
functie Anti Rode Ogen beschikbaar. Voor sommige flitsers is deze
functie mogelijk niet beschikbaar of kunnen er beperkingen gelden
voor de gebruiksomstandigheden. Zie het schema op p.189.
De functie voor Anti Rode Ogen werkt door twee maal te flitsen, ook
wanneer alleen een externe flitser wordt gebruikt. (p.82)
Als de functie anti rode ogen van de ingebouwde flitser wordt gebruikt
terwijl de externe flitser is ingesteld als slave-flitser of draadloze flitser,
zorgt de voorflits voor anti rode ogen ervoor dat de externe flitser wordt
geactiveerd. Gebruik de functie anti rode ogen daarom niet bij gebruik
van een slave-flitser.
K-r_OPM_DUT.book Page 195 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
196
De flitser gebruiken
5
Bij gebruik van de ingebouwde flitser in combinatie met een externe flitser
die geen functie voor draadloos flitsen heeft, bijvoorbeeld de AF200FG,
bevestigt u de optionele flitsschoenadapter F
G op de flitsschoen van
de camera en een optionele flitsschoenadapter F onder op de externe
flitser. Vervolgens verbindt u beide met elkaar met behulp van het
optionele verlengsnoer F5P, zoals weergegeven in de onderstaande
afbeelding. De flitsschoenadapter F kan met een statiefschroef op een
statief worden bevestigd.
In combinatie met de ingebouwde flitser kan alleen een automatische
P-DDL flitser worden gebruikt.
Combinatie met de ingebouwde flitser
Een externe flitser aansluiten met
het verlengsnoer
2e sluitergordijn-synchronisatie
Wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met
een externe flitser (AF540FGZ of AF360FGZ) die is ingesteld
op 2e-sluitergordijnsynchronisatie, dan gebruikt ook de ingebouwde
flitser deze functie. Controleer of beide flitsers volledig zijn opgeladen
alvorens de opname te maken.
K-r_OPM_DUT.book Page 196 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
197
De flitser gebruiken
5
U kunt twee of meer externe flitsers combineren (AF540FGZ, AF360FGZ
en AF200FG) of u kunt twee of meer externe flitsers gebruiken
in combinatie met de ingebouwde flitser. U kunt de aansluiting voor het
verlengsnoer op de flitser gebruiken om de AF540FGZ aan te sluiten.
U kunt AF360FGZ of de AF200FG flitsers aansluiten zoals weergegeven
in de onderstaande afbeelding. Sluit een externe flitser en de optionele
flitsschoenadapter F aan op de optionele schoenadapter F en sluit dan
nog een schoenadapter F met een externe flitser aan met behulp van het
optionele verlengsnoer F5P.
Raadpleeg de bedieningshandleiding van de externe flitser voor details.
Twee of meer externe flitsers combineren
Meerdere flitsers met verlengsnoeren
Combineer de flitsers niet met accessoires die een afwijkend aantal
contacten hebben, zoals een flitsschoengreep, omdat hierdoor storingen
kunnen optreden.
Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan dit
de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen de flitsers F540FGZ,
AF360FGZ en AF200FG te gebruiken.
Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser in combinatie met
de ingebouwde flitser gebruikt, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
K-r_OPM_DUT.book Page 197 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
198
De flitser gebruiken
5
Als u twee of meer externe flitsers combineert (AF540FGZ, AF360FGZ
of AF200FG) of een externe flitser gebruikt in combinatie met
de ingebouwde flitser, kunt u opnamen maken met meerdere flitsers
(Flitsfotografie met contrastregelingssynchronisatie). Flitsfotografie
met contrastregelingssynchronisatie is gebaseerd op het verschil in
de hoeveelheid licht die de flitsers opbrengen.
1
Sluit de externe flitser indirect aan op de camera.
Zie p.196.
2
Stel de synchronisatiefunctie voor de externe flitser
in op contrastregelingssynchronisatie.
3
Zet de functiekiezer op e, K, b, c of a.
4
Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser
volledig zijn opgeladen en maak een opname.
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie
De AF200FG moet worden gecombineerd met de AF540FGZ
of de AF360FGZ.
Combineer de flitsers niet met accessoires die een afwijkend aantal
contacten hebben, zoals een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen
kunnen optreden.
Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan
dit de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen de flitsers F540FGZ,
AF360FGZ en AF200FG te gebruiken.
Als u twee of meer externe flitsers gebruikt en de functie Flitsen met
contrastregelingssynchronisatie instelt op de externe master-flitser,
is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (master-flitser) : 1 (slave-flitsers).
Als u de externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser,
is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (externe flitser) : 1 (ingebouwde flitser).
Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser in combinatie met
de ingebouwde flitser gebruikt, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
K-r_OPM_DUT.book Page 198 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
6 Opname-instellingen
In dit hoofdstuk worden allerlei instellingen besproken,
onder andere hoe u de indeling voor het opslaan kunt
instellen.
Een bestandsindeling instellen ........................200
De functie van de knop
Snelinstelling selecteren .............................205
De witbalans instellen.........................................208
Opnamen corrigeren ..........................................215
De afwerking van de opname instellen ............221
K-r_OPM_DUT.book Page 199 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
200
Opname-instellingen
6
Een bestandsindeling instellen
U kunt voor de opnameresolutie kiezen tussen E, J, P en i.
Hoe meer pixels, hoe groter de opname en hoe groter het bestand.
De bestandsgrootte is ook afhankelijk van de instelling voor
[JPEG kwaliteitsniveau]. De standaardinstelling is E.
De papierformaten hierboven zijn de formaten voor optimale afdrukken
bij de ingestelde opnameresolutie. De kwaliteit van de opname of afdruk
hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer
en een aantal andere factoren.
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om [JPEG-resolutie]
te selecteren en druk op 4.
Het scherm [JPEG-resolutie] verschijnt.
JPEG-opnameresolutie instellen
Opnameresolutie Pixels Papierafmeting
E 4288×2848 420×594 mm / A2-papier
J
3936×2624 297×420 mm / A3-papier
P
3072×2048 210×297 mm / A4-papier
i
1728×1152 148×210 mm / A5-papier
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
JPEG-resolutie
4288x2848
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 200 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
201
Opname-instellingen
6
3
Wijzig de opnameresolutie met
de vierwegbesturing (45).
Als u de opnameresolutie wijzigt, wordt
het beschikbare aantal opnamen bij
die instelling rechts boven in het scherm
weergegeven.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
U kunt het kwaliteitsniveau (de compressieverhouding) van de opname
instellen. De bestandsgrootte is ook afhankelijk van de instelling voor
[JPEG-resolutie]. De standaardinstelling is C (Best).
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [JPEG kwaliteitsniveau] met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm [JPEG kwaliteitsniveau]
wordt weergegeven.
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1] (p.91).
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen
C Best
De opnamen zijn scherper, maar de bestandsgrootte
neemt toe.
D Beter
E Goed De opnamen zijn korreliger, maar de bestanden zijn kleiner.
JPEG-resolutie
4288x2848
MENU
10M 6M 2M12M
128
Annul. OK
OK
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
JPEG kwaliteitsniveau
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 201 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
202
Opname-instellingen
6
3
Selecteer met
de vierwegbesturing (45)
een kwaliteitsniveau.
Als u het kwaliteitsniveau wijzigt, wordt
het beschikbare aantal opnamen bij die
instelling voor kwaliteit rechts boven
in het scherm weergegeven.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
U kunt een bestandsindeling opgeven voor opnamen.
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1] (p.91).
De bestandsindeling instellen
JPEG
Opnamen worden gemaakt in JPEG-formaat (standaardinstelling).
U kunt de opnameresolutie wijzigen bij [JPEG-resolutie], en het
kwaliteitsniveau bij [JPEG kwaliteitsniveau].
RAW
De RAW-indeling is een uitvoerformaat van de CMOS-sensor dat wordt
opgeslagen zonder verdere verwerking.
Effecten zoals Witbalans, Aangepaste opname en Kleurruimte worden
niet op de gemaakte opnamen toegepast, maar worden wel als feitelijke
originele informatie opgeslagen. Met de functie RAW-ontwikkeling
(p.270) of - nadat u de RAW-gegevens hebt gekopieerd naar een
computer - met de bijgeleverde software (PENTAX Digital Camera
Utility 4) kunt u met deze effecten JPEG- beelden maken.
RAW+
Opnamen worden opgeslagen in zowel de RAW- als de JPEG-indeling.
Als [1x voor bestandsform.] is toegewezen aan de knop |, kunt u op
de knop | drukken om de bestandsindeling tijdelijk te wijzigen en een
opname in beide bestandsindelingen op te slaan. (p.206)
Als Digitaal filter, HDR-opname of Cross -processing geselecteerd is, dan
wordt de bestandsindeling vast ingesteld op [JPEG] en kan deze niet worden
gewijzigd. Als u een andere bestandsindeling wilt gebruiken, schakel deze
functies dan uit.
MENU
128
OK
OK
JPEG kwaliteitsniveau
Annul.
K-r_OPM_DUT.book Page 202 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
203
Opname-instellingen
6
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [Bestandsindeling] met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Het scherm [Bestandsindeling] wordt
weergegeven.
3
Selecteer een bestandsindeling
met de vierwegbesturing (45).
Als u de bestandsindeling wijzigt, wordt
het beschikbare aantal opnamen rechts
boven in het scherm weergegeven.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1] (p.91).
De bestandsindeling wordt vast ingesteld op [JPEG] als de opnamestand
ingesteld is op n (Podiumbelichting), l (Nachtsnapshot) of Z (HDR
nachtbeeld) van de stand H (Scène).
12M
[
37
]
JPEG
HDR
HDR
OFF
OFF
OFF
OFF
AF.A
Bestandsindeling
OFF
OFF
MENU
128
OK
JPEG
RAW+
RAW
OK
Bestandsindeling
Annul.
K-r_OPM_DUT.book Page 203 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
204
Opname-instellingen
6
U kunt de PEF- of DNG-indeling
selecteren bij [RAW-formaat] in het menu
[A Opnamemodus 4] (p.92) als opnamen
worden gemaakt in de RAW-indeling.
De RAW-bestandsindeling instellen
PEF
De oorspronkelijke RAW-bestandsindeling van PENTAX
(standaardinstelling)
DNG
Een voor algemene doeleinden bestemde, publiekelijk beschikbare
RAW-bestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems
MENU
Knop Snelinstelling
AF/AE-L-knop
Geheugen
Kleurruimte
RAW-formaat
Shake Reduction
Inv brandp afstand 35mm
sRGB
PEF
AF1
12
3
4
Annul. OK
OK
PEF
DNG
K-r_OPM_DUT.book Page 204 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
205
Opname-instellingen
6
De functie van de knop
Snelinstelling selecteren
U kunt een van de volgende functies toewijzen aan de knop |. Als u later
de functie wilt activeren, dan hoeft u alleen maar op de knop te drukken.
1
Selecteer [Knop Snelinstelling] in het
menu [A Opnamemodus 4] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Knop Snelinstelling] verschijnt.
2
Druk op de
vierwegbesturing (5).
Knop
Snelinstelling
Resetten van de waarden die worden gewijzigd.
(Standaardinstelling)
Aangepaste
opname
Instellingen opgeven voor Aangepaste opname. (p.221)
Optisch voorbeeld Weergave van het optische voorbeeld. (p.144)
Digitaal voorbeeld Weergave van het digitale voorbeeld. (p.145)
Digitaal filter Instelling van het digitale filter. (p.162)
Cross-processing Instelling van Cross-processing. (p.224)
1x voor
bestandsform.
Tijdelijke wijziging van de bestandsindeling. De opname
wordt gelijktijdig opgeslagen in zowel de JPEG- als
RAW-indeling, ongeacht de instelling bij [Bestandsindeling].
U kunt ervoor kiezen of de instelling al dan niet alleen
van toepassing is op één opname, en de bestandsindeling
selecteren als u op de knop | drukt. (p.206)
MENU
P LINE
P SHIFT
Knop Snelinstelling
Actie in M-modus
Knop Snelinstelling
E-knop in Programma
K-r_OPM_DUT.book Page 205 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
206
Opname-instellingen
6
3
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een functie
te selecteren die moet worden
toegewezen aan de knop |,
en druk op de knop 4.
4
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Als [1x voor bestandsform.] is toegewezen aan de knop |, geef dan
de instellingen op.
1
Selecteer [1x voor bestandsform.] in stap 3 van “De functie
van de knop Snelinstelling selecteren”.
2
Selecteer [Stop na 1 opname] met
de vierwegbesturing (23).
3
Selecteer O of P met
de vierwegbesturing (45).
1x voor bestandsformaat selecteren
O
Na het maken van een opname keert de camera terug naar
de oorspronkelijke bestandsindeling (standaardinstelling).
P
De instelling wordt geannuleerd als u één van de volgende
handelingen verricht.
- u drukt opnieuw op de knop |
- u drukt op de knop Q of 3
- de camera wordt uitgezet met de hoofdschakelaar
- u draait aan de functiekiezer
Knop Snelinstelling
MENU
Annul. OK
OK
Aangepaste opname
Optisch voorbeeld
Digitaal voorbeeld
Knop Snelinstelling
Cross-processing
1x voor bestandsform.
RAW
Digitaal filter
Knop Snelinstelling
Stop na 1 opname
1x voor bestandsform.
JPEG
RAW
RAW+
RAW+
RAW+
RAW+
MENU
RAW
K-r_OPM_DUT.book Page 206 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
207
Opname-instellingen
6
4
Kies met de vierwegbesturing (23) een
bestandsindeling.
Links staat de instelling voor [Bestandsindeling] en rechts
de bestandsindeling wanneer op de knop | wordt gedrukt.
5
Druk op de vierwegbesturing (5)
en selecteer een
bestandsindeling met
de vierwegbesturing (23)
terwijl u op de knop | drukt.
6
Druk op de knop 4.
7
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Knop Snelinstelling
Stop na 1 opname
1x voor bestandsform.
JPEG
RAW
RAW+
RAW+
RAW+
RAW+
RAW
MENU
Annul. OK
OK
JPEG
RAW
RAW+
K-r_OPM_DUT.book Page 207 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
208
Opname-instellingen
6
De witbalans instellen
Witbalans is een functie voor het aanpassen van kleuren van een opname
zodat witte onderwerpen ook werkelijk wit zijn. Stel de witbalans in als
u niet tevreden bent met de kleurbalans van opnamen die zijn gemaakt
met de instelling F (Auto), of als u uw opnamen een creatief tintje
wilt geven.
*1 De hierboven genoemde kleurtemperaturen (K) zijn bij benadering gegeven
en vertegenwoordigen geen exacte kleuren.
*2 CTE = Color Temperature Enhancement (kleurtemperatuurverbetering).
Onderdeel Instellingen
Kleur-
temperatuur
*1
F
Auto
De witbalans automatisch aanpassen.
(Standaardinstelling)
Ca. 4000 tot
8000K
G
Daglicht Voor het maken van opnamen bij zonlicht. Ca. 5200K
H
Schaduw
Voor het maken van opnamen in de schaduw.
Hierdoor worden blauwe kleurzwemen in een
opname verminderd.
Ca. 8000K
^
Bewolkt
Voor het maken van opnamen
op bewolkte dagen.
Ca. 6000K
J
Neonlicht
Voor het maken van opnamen bij neonlicht.
Selecteer het type neonlicht.
D Neonlicht daglicht kleuren
N Neonlicht daglicht wit
W Neonlicht koelwit
L Neonlicht warmwit
Ca. 6500K
Ca. 5000K
Ca. 4200K
Ca. 3000K
I
Lamplicht
Voor het maken van opnamen onder
gloeilampen. Hierdoor worden rode
kleurzwemen in een opname verminderd.
Ca. 2850K
L
Flitser
Voor het maken van opnamen met
de ingebouwde flitser.
Ca. 5400K
CTE
*2
Bij deze instelling handhaaft en versterkt u de
kleurtoon van de lichtbron op de opname.
K
Manueel
Gebruik deze functie om de witbalans
handmatig aan te passen op basis van het
omgevingslicht, zodat witte voorwerpen
natuurlijk wit overkomen.
De witbalans wordt vast ingesteld op F als de opnamestand ingesteld
is op de Picture-stand of de stand H (Scène), of wanneer Cross-processing
geselecteerd is.
K-r_OPM_DUT.book Page 208 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
209
Opname-instellingen
6
1
Zet de functiekiezer op e, K, b, c of a.
2
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (4).
Het scherm [Witbalans] verschijnt.
Nadat de voeding is ingeschakeld, wordt de laatst gemaakte opname
weergegeven als achtergrond.
3
Druk op de vierwegbesturing
(23) om de witbalans
te selecteren.
Beschikbare bewerkingen
4
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
mc-knop Gebruikt Digitaal voorbeeld om vooraf het achtergrondbeeld
met de toegepaste instelling te bekijken.
M-knop Het voorbeeld opslaan. Selecteer [Opslaan als] en druk
op de knop 4.
Omdat de lichtbron verandert als de flitser afgaat, kunt u de witbalans daarop
instellen. Selecteer [Autom. Witbalans], [Onveranderd] of [Flitser] bij
[12. WB bij flitsen] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.93).
Witbalans
MENU
CTE
INFO
Auto
Annul.
Voorbeeld
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 209 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
210
Opname-instellingen
6
Kleurtemperatuur
De kleur van het licht krijgt een blauwachtige kleurzweem naarmate
de kleurtemperatuur hoger wordt en een roodachtige kleurzweem
naarmate de kleurtemperatuur lager wordt. De kleurtemperatuur
beschrijft deze verandering in lichtkleur in termen van absolute
temperatuur (K: Kelvin). Bij deze camera kan de witbalans zodanig
worden ingesteld dat u onder een groot aantal verschillende
lichtomstandigheden opnamen met natuurlijke kleuren kunt maken.
Rode tint Blauwe tint
2000 3000 4000 5000 6000 8000 10000 12000
[
K
]
tint Blue
tint
Heldere lucht
Schaduw
Daglicht (Neonlicht)
Bewolkt
Flitser
Daglicht
Neutraalwit (Neonlicht)
Wit (Neonlicht)
Halogeenlamp
Lamplicht
Olielamp
Kaarslicht
K-r_OPM_DUT.book Page 210 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
211
Opname-instellingen
6
U kunt de witbalans aanpassen aan de lichtbron die aanwezig is tijdens
het maken van opnamen. Met de handmatige witbalans kan de camera
delicate kleurnuances vastleggen die niet precies kunnen worden
ingesteld met de vooraf ingestelde waarden voor de witbalans van
de camera zelf. Hierdoor stelt u de optimale witbalans in voor uw omgeving.
1
Selecteer K in stap 3
op p.209 en druk op de
vierwegbesturing (5).
2
Richt de zoeker bij het juiste omgevingslicht voor het
meten van de witbalans beeldvullend op een vel wit papier
of op een wit oppervlak.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
Zet de scherpstelfunctieknop in de stand \ wanneer de sluiter niet kan
worden ontspannen.
Het scherm voor het selecteren van het meetbereik wordt weergegeven.
4
Selecteer met de e-knop het
hele scherm of een spotgebied
als meetbereik.
Witbalans handmatig aanpassen
MENU
CTE
Annul.
Voorbeeld
OK
OK
Witbalans
Manueel
OK
MENU
Annul. OK
K-r_OPM_DUT.book Page 211 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
212
Opname-instellingen
6
5
Als u een spotgebied selecteert,
gebruikt u de vierwegbesturing
(2345) om het kader over
het gebied te plaatsen dat
uwiltmeten.
6
Druk op de knop 4.
Het scherm voor fijnafstemming van
de witbalans verschijnt als de meting
is voltooid. Pas zo nodig de witbalans
aan. (p.213)
7
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het scherm [Witbalans].
8
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt ter aanpassing van de witbalans,
wordt er geen opname gemaakt.
Het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid] verschijnt als
de meting is mislukt. Druk op de knop 4 die wordt weergegeven om de
witbalans opnieuw te meten.
Als een opname extreem over- of onderbelicht is, kan de witbalans mogelijk
niet worden aangepast. Pas in dat geval eerst de belichting aan en
vervolgens de witbalans.
Als de functiekiezer in de stand C (Video) staat, kan de witbalans niet
worden gemeten. Pas de witbalans aan in een andere opnamestand dan
C voordat u een video opneemt.
MENU
OK
Annul. OK
OK
MENU
SHUTTER
GG
BBA
A
A
MM
±0 ±0
±0
INFO
Annul.
Voorbeeld
Manueel
Instellen
OK
Witbalans
K-r_OPM_DUT.book Page 212 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
213
Opname-instellingen
6
U kunt de instelling voor witbalans heel fijn afstemmen.
1
Geef de instellingen op in stap 3 op p.209.
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het fijn afstemmen wordt weergegeven.
3
Stem de witbalans fijn af.
Langs de GM- en de BA-assen zijn zeven
niveaus (225 patronen) beschikbaar.
Beschikbare bewerkingen
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het scherm [Witbalans].
5
Druk op de knop 4.
De camera is gereed voor het maken van een opname.
Fijnafstemming van de witbalans
Vierwegbesturing (23) Aanpassing van de kleurtinten tussen
groen (G) en magenta (M).
Vierwegbesturing (45) Aanpassing van de kleurtinten tussen
blauw (B) en amber (A).
Knop | Resetten van de instelwaarde. (Alleen
beschikbaar wanneer [Knop Snelinstelling]
toegewezen is aan de knop | bij
[Knop Snelinstelling] in het menu
[A Opnamemodus 4] (p.205)).
Indien ingesteld op K, kan de witbalans ook worden gemeten door
de ontspanknop helemaal in te drukken (behalve tijdens het opnemen
van video).
Schaduw
MENU
GG
BBA
A
A
MM
G1 ±0
±0
Annul.
Voorbeeld
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 213 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
214
Opname-instellingen
6
U kunt een kleurruimte selecteren die u wilt gebruiken.
Selecteer [Kleurruimte] in het menu
[A Opnamemodus 4] (p.92).
De kleurruimte instellen
sRGB
Instellen op sRGB-kleurruimte.
AdobeRGB
Instellen op kleurruimte AdobeRGB.
Het systeem voor de mapnaaminstelling verandert al naargelang de instelling
van de kleurruimte, zie hieronder.
Voor sRGB: IMGPxxxx.JPG
Voor AdobeRGB: _IGPxxxx.JPG
“xxxx” is het bestandsnummer. Dit is een viercijferig volgnummer. (p.290)
MENU
35mm
sRGB
PEF
AF1
12
3
4
Annul. OK
OK
Knop Snelinstelling
AF/AE-L-knop
Geheugen
Kleurruimte
RAW-formaat
Shake Reduction
Inv brandp afstand
sRGB
Adobe
RGB
Kleurruimte
Kleurbereiken voor verschillende invoer-/uitvoerapparaten, zoals
digitale camera’s, monitoren en printers kunnen verschillen. Dit
kleurbereik wordt kleurruimte genoemd.
Om de verschillen in kleurruimten tussen verschillende apparaten
te overbruggen zijn er standaardkleurruimten bepaald. Deze camera
ondersteunt sRGB en AdobeRGB.
sRGB wordt vooral gebruikt voor apparaten zoals computers.
AdobeRGB bestrijkt een grotere kleurruimte dan sRGB en wordt
gebruikt voor beroepsmatig gebruik zoals industrieel drukwerk.
Een opname die is gemaakt in AdobeRGB kan er lichter uitzien dan
een opname die is gemaakt in sRGB wanneer deze wordt uitgevoerd
via een apparaat dat compatibel is met sRGB.
K-r_OPM_DUT.book Page 214 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
215
Opname-instellingen
6
Opnamen corrigeren
De eigenschappen van de camera en het objectief kunnen automatisch
worden aangepast voor het maken van opnamen.
Stelt de helderheid in en zorgt voor minder overbelichte en minder
onderbelichte gebieden.
Vergroot het dynamisch bereik, verruimt de expressie van gradaties door
de CMOS-sensor en zorgt voor minder overbelichte gebieden.
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345)
om [Hooglichtcorrectie] te selecteren en druk
op de knop 4.
Het scherm [Hooglichtcorrectie] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om [Uit] of [Aan]
te selecteren.
De helderheid aanpassen
Correctie van de hoge lichten
MENU
DR
DR
200
200
OK
OK
Hooglichtcorrectie
Annul.
Uit
K-r_OPM_DUT.book Page 215 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
216
Opname-instellingen
6
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
Vergroot het dynamisch bereik, verruimt de expressie van gradaties door
de CMOS-sensor en zorgt voor minder onderbelichte gebieden.
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345)
om [Schaduwcorrectie] te selecteren en druk
op de knop 4.
Het scherm [Schaduwcorrectie] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om [Uit], [Zwak], [Normaal]
of [Sterk] te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
Als [Hooglichtcorrectie] ingesteld is op [Aan], wordt de minimale gevoeligheid
ingesteld op ISO 400. Als [3. Uitgebreide gevoeligheid] in het menu
[A Pers.instelling 1] (p.93) ingesteld is op [Aan], wordt de gevoeligheid
ingesteld op ISO 200.
[Hooglichtcorrectie] wordt vast ingesteld op [Aan] als de opnamestand
ingesteld is op n (Podiumbelichting) of l (Nachtsnapshot) van de stand
H (Scène).
Schaduwcorrectie
U kunt de correctie van de hoge lichten en de schaduwcorrectie ook instellen
bij [Instelling D-range] in het menu [A Opnamemodus 3] (p.92).
MENU
OK
OK
Schaduwcorrectie
Annul.
Uit
K-r_OPM_DUT.book Page 216 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
217
Opname-instellingen
6
Maakt het mogelijk opnamen te maken met een groot dynamisch bereik.
Er worden drie opnamen gemaakt (–3 LW onderbelicht, standaard
(correcte belichting) en +3 LW overbelicht) waarmee één samengesteld
beeld wordt gemaakt.
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [HDR-opname]
te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm [HDR-opname] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om [Uit], [Auto], [stand.],
[Sterk 1], [Sterk 2] of [Sterk 3]
te selecteren.
HDR-opname
HDR-opname is niet beschikbaar in de volgende situaties.
- wanneer de bestandsindeling ingesteld is op [RAW] of [RAW+]
(vast ingesteld op [JPEG])
- wanneer de sluitertijd ingesteld is op h
Wanneer HDR-opname geselecteerd is, zijn de volgende functies niet
beschikbaar.
- Continuopname, Belichtingsbracketing, Intervalopname en Dubbelopnamen
- Andere flitsinstellingen dan a (Filtser UIT)
- Digitaal Filter of Cross-processing (de laatst geselecteerde functie
wordt gebruikt)
Tijdens HDR-opname worden meerdere opnamen gecombineerd tot één
enkel beeld; het kost in dit geval dus tijd om een opname op te slaan.
HDR-opname
MENU
Uit
HDR
HDR
AUTO
AUTO
HDR
HDR
OFF
OFF
HDR
HDR
HDR
HDR
HDR
HDR
HDR
HDR
Annul. OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 217 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
218
Opname-instellingen
6
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
Als u bij het maken van een HDR-opname op de knop 3 drukt terwijl
de gecombineerde opname wordt opgeslagen, wordt dat proces gestaakt
en wordt de opname opgeslagen als standaardopname.
HDR-opname wordt vast ingesteld op [Auto] en [Automatisch uitlijnen]
wordt ingesteld op O (Aan) wanneer de opnamestand ingesteld
is op Z (HDR nachtbeeld) van de stand H (Scène).
U kunt [HDR-opname] instellen in het
menu [A Opnamemodus 2] (p.91).
Als u het menu gebruikt, kunt u ook
[Automatisch uitlijnen] instellen.
Wanneer zowel [Shake Reduction] als [Automatisch uitlijnen] aangezet zijn,
let dan op het volgende.
- Zorg ervoor dat u de camera stevig vasthoudt zodat de beeldcompositie
niet verandert terwijl de drie opnamen worden gemaakt. Als de composities
van de drie opnamen in grote mate van elkaar verschillen, dan
is [Automatisch uitlijnen] mogelijk niet beschikbaar.
- Opnamen die zijn gemaakt met HDR-opname, zijn ontvankelijk voor
camerabewegingen en vaagheid. Zorg ervoor dat u een hogere sluitertijd
en een hogere ISO-gevoeligheid selecteert.
- Als de ISO-gevoeligheid wordt ingesteld op AUTO, kan de gevoeligheid
gemakkelijker dan normaal hoger worden.
- [Automatisch uitlijnen] is mogelijk niet beschikbaar voor objectieven met
een brandpuntsafstand die groter is dan 100 mm.
- Als het gehele onderwerp geruit is of een uniform oppervlak heeft,
is [Automatisch uitlijnen] mogelijk niet beschikbaar.
HDR-opname
MENU
Automatisch uitlijnen
HDR-opname
HDR
HDR
AUTO
AUTO
P
Maakt geen gebruik van
Shake Reduction, ongeacht
de Shake Reduction-instelling.
(Standaardinstelling)
O
Schakelt Shake Reduction
in of uit al naargelang
de Shake Reduction-instelling.
K-r_OPM_DUT.book Page 218 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
219
Opname-instellingen
6
Correctie van vervormingen en laterale chromatische aberratie die het
gevolg zijn van eigenschappen van het objectief.
Vervorming
Vervorming is het fenomeen waarbij het centrale deel van een opname
opgeblazen lijkt (tonvervorming) of juist samengetrokken
(kussenvervorming). Vervorming treedt sneller op bij gebruik van een
zoomobjectief of een objectief met een kleine diameter, en rechte muren
en de horizon worden op de opname gebogen weergegeven.
Laterale chromatische aberratie
Laterale chromatische aberratie is het fenomeen waarbij bij het maken
van een opname de vergroting van het beeld varieert met de kleuren
(golflengten van licht); dit kan een onscherp beeld veroorzaken.
Chromatische aberratie komt sneller voor bij korte
brandpuntsafstanden.
Objectiefcorrectie
Kussenvervorming Tonvervorming
K-r_OPM_DUT.book Page 219 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
220
Opname-instellingen
6
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345)
om [Vervormingscorrectie] of [Aanp. Lat. Chr. Abb.]
te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm [Vervormingscorrectie] of [Aanp. Lat. Chr. Abb.] wordt
weergegeven.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om [Uit] of [Aan]
te selecteren.
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
Correcties zijn alleen mogelijk met gebruik van een DA-, DA L- of D FA-
objectief of sommige FA-objectieven (p.323). U kunt [Vervormingscorrectie]
en [Aanp. Lat. Chr. Abb.] niet selecteren als een niet-compatibel objectief
aangesloten is.
[Vervormingscorrectie] wordt uitgeschakeld bij gebruik van een DA FISH-
EYE 10-17 mm.
De functie voor objectiefcorrectie wordt uitgeschakeld bij gebruik van een
accessoire zoals een close-up ring of rear converter die tussen de camera
en het objectief wordt gemonteerd.
De opnamesnelheid bij continuopnamen kan lager liggen als de functie voor
objectiefcorrectie geactiveerd is.
Het effect van objectiefcorrectie zal soms nauwelijks waarneembaar zijn als
gevolg van de opnameomstandigheden of andere factoren.
Als een compatibel objectief aangesloten is en de bestandsindeling ingesteld
is op [RAW] of [RAW+], worden de correctiegegevens opgeslagen als een
RAW-bestandsparameter en kunt u bij het ontwikkelen van de RAW-beelden
[Aan] of [Uit] selecteren. (p.273)
U kunt [Vervormingscorrectie] en [Aanp. Lat. Chr. Abb.] ook instellen bij
[Objectiefcorrectie] in het menu [A Opnamemodus 3] (p.92).
MENU
OK
OK
Vervormingscorrectie
Annul.
Uit
K-r_OPM_DUT.book Page 220 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
221
Opname-instellingen
6
De afwerking van de opname instellen
U kunt de afwerking van de opname instellen voordat u opnamen maakt
als de opnamestand ingesteld is op e (Programma), K (Gevoel.
voorkeuze), b (Sl.tijd voorkeuze), c (Diafr. voorkeuze) of a (Manueel).
Voor de afwerking van de opname kunt u een keuze maken uit
de volgende negen standen: Helder (standaardinstelling), Natuurlijk,
Portret, Landschap, Levendig, Gedempt, Bleach Bypass, Diapositiefilm
en Monochroom. Voor de beeldtint kunt u de volgende parameters instellen.
Aangepaste opname instellen
Parameter Instellingen Instelwaarden
Kleurverzadiging
Stelt de kleurverzadiging in.
Niet beschikbaar wanneer
[Diapositieffilm] of [Monochroom]
geselecteerd is.
–4 t/m +4
Tint
Stelt de kleur in.
Niet beschikbaar wanneer
[Bleach Bypass], [Diapositieffilm]
of [Monochroom] geselecteerd is.
–4 t/m +4
Hoog/laag
stemming
Wijzigt de helderheid van de opname.
Niet beschikbaar wanneer
[Diapositieffilm] geselecteerd is.
–4 t/m +4
Contrast
Stelt het beeldcontrast in.
Niet beschikbaar wanneer
[Diapositieffilm] geselecteerd is.
–4 t/m +4
Scherpte
Stelt de scherpte van de beeldcontouren
in. U kunt gebruikmaken van [Fijne
scherpte] waarmee de beeldcontouren
nóg dunner en scherper worden. Niet
beschikbaar wanneer de opnamestand
ingesteld is op C (Video).
–4 t/m +4
K-r_OPM_DUT.book Page 221 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
222
Opname-instellingen
6
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [Aangepaste
opname] te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een aangepaste opname verschijnt.
Nadat de voeding is ingeschakeld, wordt de laatst gemaakte opname
weergegeven als achtergrond.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om een afwerking
te selecteren.
Filtereffect
Wijzigt het contrast zodat het lijkt alsof
een zwart-wit-kleurenfilter is gebruikt.
Stel de filterkleur in.
Alleen beschikbaar wanneer
[Monochroom] geselecteerd is.
Geen/Groen/Geel/
Oranje/Rood/
Magenta/Blauw/
Cyaan/
Infraroodfilter
Kleur aanpassen
Stelt een kleurtoon in voor
[Bleach Bypass].
Stelt het niveau in voor de instelling van
koude kleurtinten (- richting) en warme
kleurtinten (+ richting) voor
[Monochroom].
Alleen beschikbaar wanneer
[Bleach Bypass] of [Monochroom]
geselecteerd is.
Bleach Bypass:
Uit/Groen/Geel/
Oranje/Rood/
Magenta/Paars/
Blauw/Cyaan
Monochroom:
–4 t/m +4
Als Cross-processing geselecteerd is, wordt de afwerking vast ingesteld
op [Helder] en kunnen de parameters niet worden gewijzigd.
Parameter Instellingen Instelwaarden
MENU
R
Y
G
C
B
M
R
Y
G
C
B
M
F
F
INFO
OK
OK
Helder
Helder
Annul.
Voorbeeld
K-r_OPM_DUT.book Page 222 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
223
Opname-instellingen
6
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een parameter
te kiezen die u wilt wijzigen.
5
Wijzig de instelling met de vierwegbesturing (45).
De achtergrondopname verandert overeenkomstig de instellingen.
U kunt kleurverzadiging en tint controleren met behulp van het diagram.
Beschikbare bewerkingen
6
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
E-knop Schakelen tussen [Scherpte] en [Fijne scherpte]. Als
[Fijne scherpte] is ingesteld, kunt u opnamen maken
met scherpere contouren.
Knop | Hiermee wordt de ingestelde waarde gereset. (Alleen
beschikbaar wanneer [Knop Snelinstelling] toegewezen
is aan de knop | bij [Knop Snelinstelling] in het menu
[A Opnamemodus 4] (p.205)).
mc-knop Gebruikt Digitaal voorbeeld om vooraf het
achtergrondbeeld met de toegepaste instelling
te bekijken.
M-knop Slaat het achtergrondbeeld op. Selecteer [Opslaan als]
en druk op de knop 4 (niet beschikbaar tijdens Live
weergave).
U kunt de instellingen ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 1] (p.91).
Portret
Portret
Voorbeeld
MENU
R
Y
B
M
R
Y
B
M
F
F
INFO
CC
GG
Annul. OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 223 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
224
Opname-instellingen
6
Cross-processing is de procedure waarmee een film opzettelijk wordt
verwerkt in chemicaliën van het verkeerde type om een beeld te creëren
met verschillende kleuren en verschillend contrast. Deze camera
is uitgerust met digitale cross-processing, die intern wordt uitgevoerd.
1
Druk op de knop M in het statusscherm.
Het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
Verricht de instelling bij [Video] in het menu [A Opnamemodus 3] als
de opnamestand ingesteld is op C (Video). (p.172)
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om [Cross-
processing] te selecteren en druk op 4.
Het scherm [Cross-processing] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om [Uit], [Voorkeuze
1-3], [Willekeurig] of [Favoriet
1-3] te selecteren.
Cross-processing instellen
Cross-processing is niet beschikbaar in de volgende situaties.
- als de opnamestand ingesteld is op Z (HDR nachtbeeld) van de stand
H (Scène)
- wanneer de bestandsindeling ingesteld is op [RAW] of [RAW+] (vast
ingesteld op [JPEG])
Wanneer Cross-processing geselecteerd is, zijn de volgende functies niet
beschikbaar.
- Dubbelopnamen
- HDR-opname (de laatst geselecteerde functie wordt gebruikt)
- Wijziging van de instellingen van Witbalans en Aangepaste opname
Stel de functiekiezer in op C (Video) als Cross-processing wordt gebruikt
voor video.
MENU
Cross-processing
Uit
OFF
OFF
1
1
2
2
3
3
1
1
3
3
2
2
Annul. OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 224 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
225
Opname-instellingen
6
4
Druk op de knop 4.
U keert terug naar het bedieningspaneel.
Het resultaat van Cross-processing varieert telkens wanneer een opname
is gemaakt. Als u tevreden bent over de Cross-processing-instellingen
van een bepaalde opname, kunt u deze instellingen opslaan. In totaal
kunnen 3 Cross-processing-instellingen worden opgeslagen voor foto’s
en video-opnamen.
1
Selecteer [Cross-processing] in het menu
[A Opnamemodus 2] en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Cross-processing] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Instellingen opslaan]
te selecteren en druk op de
vierwegbesturing (5).
De camera zal zoeken naar opnamen die
zijn uitgevoerd met Cross-processing
en hierbij beginnen bij de meest recente
opname. (Tijdens het zoeken wordt een
zandloperpictogram getoond) Als een opname wordt gevonden,
verschijnt een scherm waarin u de instellingen kunt opslaan.
Als er geen opnamen worden gevonden die met Cross-processing zijn
uitgevoerd, verschijnt het bericht [Geen opname met cross processed].
U kunt de instelling ook wijzigen in het menu [A Opnamemodus 2] (p.91).
De Cross-processing-instelling van een gemaakte
opname opslaan
Als u een Cross-processing-instelling voor video wilt opslaan, verricht dan
de instelling bij [Video] in het menu [A Opnamemodus 3] met de functiekiezer
ingesteld op C (Video).
Cross-processing
Cross-processing
MENU
Instellingen opslaan
OFF
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 225 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
226
Opname-instellingen
6
3
Gebruik de e-knop om een
opname te selecteren die met
Cross-processing is uitgevoerd.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Opslaan als Favoriet 1], [Opslaan als Favoriet 2]
of [Opslaan als Favoriet 3] te selecteren en druk op de
knop 4.
De instellingen voor de geselecteerde opname worden opgeslagen
onder [Favoriet 1-3].
5
Druk tweemaal op de knop 3 om de procedure
af te sluiten.
100-0001
100-0001
1
1
MENU
Opslaan als Favoriet 3
Opslaan als Favoriet 2
Opslaan als Favoriet 1
Slaat de Cross-processing-
Slaat de Cross-processing-
instellingen van deze
instellingen van deze
opname op
opname op
Annul. OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 226 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
7 Weergavefuncties
In dit hoofdstuk worden de verschillende weergavefuncties
in de weergavestand besproken.
Bediening van weergavefuncties .....................228
De weergavemethode instellen .........................231
Opnamen vergroten ...........................................233
Weergave van meerdere opnamen ...................234
Opnamen continu weergeven ...........................242
Opnamen roteren ...............................................245
Meerdere opnamen wissen ...............................246
Opnamen beveiligen tegen
wissen (Beveiligen) .................................. 250
De camera aansluiten op een
audiovisueel apparaat .......................................252
Opnamegegevens uitwisselen
met andere apparaten ........................................254
K-r_OPM_DUT.book Page 227 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
228
Weergavefuncties
7
Bediening van weergavefuncties
Instellingen voor weergave van opnamen geeft u op in het weergavepalet
of het menu [Q Weergeven].
Druk op de vierwegbesturing (3) in de
weergavestand om het weergavepalet
op te roepen.
U kunt het weergavepalet zelfs weergeven
als een video wordt onderbroken.
Zie “De menu’s gebruiken” (p.40) voor meer informatie over het werken met
de menu’s.
Items van het weergavepalet
Onderdeel Functie Pagina
s Beeldrotatie
*1
Opnamen roteren. p.245
D Digitaal filter
*1
De kleurtint van opnamen wijzigen,
de filters Soft en Vlak toepassen,
of de helderheid aanpassen.
p.264
n Formaat wijzigen
*1 *2
Opnameresolutie en kwaliteitsniveau van
een gemaakte opname wijzigen, en de
opname opslaan als een nieuw bestand.
p.260
o Bijsnijden
*1
Van de gewenste uitsnede van een opname
een nieuw opnamebestand maken.
p.262
Einde
Beeldrotatie
Rotatie van opnamen.
MENU
Handig bij weergave op tv
en andere apparatuur
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 228 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
229
Weergavefuncties
7
*1 Deze functie is uitgeschakeld bij weergave van een video-opname.
*2 De functie is uitgeschakeld bij weergave van een RAW-opname.
*3 Deze functie kan alleen worden uitgevoerd als een video-opname wordt getoond.
U kunt de volgende instellingen opgeven
in het menu [Q Weergeven].
Druk op de knop 3
in de weergavestand. Het menu
[Q Weergeven 1] wordt weergegeven.
Z Beveiligen
Opnamen beveiligen tegen
abusievelijk wissen.
p.250
u Diavoorstelling De opnamen doorlopend weergeven. p.243
p Index
Een aantal opnamen samenvoegen tot
een nieuwe opname.
p.239
h RAW-ontwikkeling
*1
RAW-opnamen converteren naar
JPEG-indeling.
p.270
[ Video bewerken
*3
Een video-opname splitsen en hieruit
segmenten onttrekken.
p.178
r DPOF
*1 *2
De DPOF-instellingen instellen. p.295
g Opnamen vergelijken
*1
Twee opnamen naast elkaar weergeven. p.238
i IrSimple
Opnamegegevens verzenden en
ontvangen via infraroodtransmissie.
p.254
j Duelbeelden
Beelden worden in dit duelspel vergeleken
met die van andere W-camera’s.
p.257
Items van het menu Weergeven
Onderdeel Functie Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 229 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
230
Weergavefuncties
7
Menu Onderdeel Functie Pagina
Q1
Diavoorstelling
De opnamen worden achter elkaar door
weergegeven. U kunt instellen hoe
de opnamen in de diavoorstelling worden
weergegeven.
p.242
Snel zoomen
De aanvankelijke vergroting instellen
tijdens het vergroten van opnamen.
p.231
Licht/donker geb
Instellen of tijdens weergave al dan niet
de waarschuwing voor heldere/donkere
gebieden moet worden weergegeven.
Auto opnamerotatie
Instellen om tijdens weergave opnamen
te roteren die zijn gemaakt met een
verticaal vastgehouden camera.
IrSimple
Instellen van infraroodinstellingen
en verzenden of ontvangen van
gegevens via infraroodtransmissie.
p.254
Alle opnamen
verwijderen
U kunt alle opgeslagen opnamen in één
keer wissen.
p.249
K-r_OPM_DUT.book Page 230 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
231
Weergavefuncties
7
De weergavemethode instellen
U kunt instellen wat tijdens vergroting van opnamen de aanvankelijke
vergroting moet zijn, instellen of de waarschuwing voor heldere/donkere
gebieden moet worden weergegeven, en instellen of opnamen die zijn
gemaakt terwijl de camera verticaal werd vastgehouden, in de
weergavestand automatisch moeten worden geroteerd.
1
Selecteer [Snel zoomen] in het menu [Q Weergeven 1]
en druk op de vierwegbesturing (5).
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de vergroting
te selecteren en druk
op de knop 4.
Maak een keuze uit [Uit]
(standaardinstelling), [×2], [×4],
[×8] of [×16].
3
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Licht/donker geb]
te selecteren, en gebruik
de vierwegbesturing (45)
om O of P te selecteren.
MENU
1
Diavoorstelling
Snel zoomen
Licht/donker geb
Auto opnamerotatie
IrSimple
Alle opnamen verwijderen
Annul. OK
OK
2
4
8
16
Uit
Diavoorstelling
Snel zoomen
Licht/donker geb
Auto opnamerotatie
IrSimple
Alle opnamen verwijderen
Einde
MENU
Uit
1
K-r_OPM_DUT.book Page 231 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
232
Weergavefuncties
7
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om
[Auto opnamerotatie] te selecteren, en gebruik
de vierwegbesturing (45) om O of P te selecteren.
5
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
O
Tijdens weergave wordt de opname automatisch geroteerd op basis
van de rotatie-informatie wanneer [18. Rotatie-info opslaan] in het
menu [A Pers.instelling 3] (p.94) ingesteld is op [Aan].
(Standaardinstelling)
P De opname wordt niet automatisch geroteerd tijdens weergave.
K-r_OPM_DUT.book Page 232 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
233
Weergavefuncties
7
Opnamen vergroten
U kunt opnamen in de weergavestand tot maximaal 16 keer vergroten.
1
Selecteer in de weergavestand
een opname met
de vierwegbesturing (45).
2
Draai de e-knop naar rechts
(in de richting van y).
De opname wordt bij elke klik vergroot
(1,2 keer tot 16 keer).
Beschikbare bewerkingen
* De standaardinstelling voor de eerste klik (minimale vergroting) is 1,2 keer. U kunt
dit wijzigen bij [Snel zoomen] in het menu [Q Weergeven 1]. (p.231)
Vierwegbesturing (2345) Het uit te vergroten gebied verplaatsen.
E-knop naar rechts (y) Vergroot de opname (tot maximaal 16 keer).
E-knop naar links (f) Verkleint de opname (tot maximaal 1,2 keer*).
4-knop De oorspronkelijke grootte herstellen.
M-knop De weergave van informatie in- of
uitschakelen.
U kunt de opname uitvergroten met behulp van dezelfde procedure die
u daarvoor gebruikt bij de Momentcontrole (p.73), Digitaal voorbeeld (p.145)
en Live weergave (p.170).
Verticale opnamen worden aanvankelijk volledig weergegeven met een
vergroting van 0,675 x die van horizontale opnamen, zodat de vergroting bij
de eerste klik in dat geval een vergroting is van 1,0 keer.
2000 F5.6
JPEG
1/
100-0001
100-0001
200
ISO
x2.4
x2.4
K-r_OPM_DUT.book Page 233 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
234
Weergavefuncties
7
Weergave van meerdere opnamen
U kunt op de monitor tegelijkertijd 4, 9, 16, 36 of 81 miniatuuropnamen
weergeven. De standaardinstelling is een weergave van 9 opnamen.
1
Draai de e-knop naar links
(naar f) in de weergavestand.
Het scherm voor weergave
van meerdere opnamen
wordt weergegeven.
Er kunnen maximaal negen
miniatuuropnamen worden
weergegeven.
Scherm voor weergave van
meerdere opnamen
INFO
100-0001
Schuifbalk
Selectiekader
K-r_OPM_DUT.book Page 234 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
235
Weergavefuncties
7
Beschikbare bewerkingen
2
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een volledige schermweergave van
de geselecteerde opname.
Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op basis van de mappen
waarin de opnamen zijn opgeslagen.
1
Draai in het scherm met
de weergave van meerdere
opnamen de e-knop opnieuw
naar links (naar f).
Het scherm Mapweergave wordt
weergegeven.
Vierwegbesturing
(2345)
Het selectiekader verplaatsen
M-knop Weergave van het scherm [Ins weerg meerd opn]. Kies
het aantal opnamen dat u tegelijkertijd wilt weergeven
met de vierwegbesturing (45).
(U kunt het Weergavetype niet selecteren als
u RAW-opnamen ontwikkelt (p.271)).
K/i-knop Selectie en verwijdering van meerdere opnamen. (p.246)
Pictogrammen zoals C en ? worden niet weergeven bij de miniaturen
in de weergave van 81 opnamen.
Opnamen weergeven aan de hand van
de mapnaam
INFO
Annul.
MENU
OK
OK
Weergavetype
Ins weerg meerd opn
K-r_OPM_DUT.book Page 235 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
236
Weergavefuncties
7
2
Kies de map waarvan u opnamen
wilt weergeven.
Beschikbare bewerkingen
3
Druk op de knop 4.
Het scherm voor weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd uit
de geselecteerde map wordt weergegeven.
Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op basis van
opnamedatum.
1
Druk in de weergave van
meerdere opnamen op de
knop M.
Het scherm [Ins weerg meerd opn] wordt
weergegeven.
Vierwegbesturing (2345) Het selectiekader verplaatsen.
K/i-knop De geselecteerde map samen
met de erin opgeslagen opnamen
wissen. (p.247)
Opnamen weergeven op basis van
opnamedatum (Kalenderweergave)
100
_
0105
12345
100 101 102
103 104 105
K-r_OPM_DUT.book Page 236 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
237
Weergavefuncties
7
2
Druk opnieuw op de knop M.
Het scherm Kalenderweergave
wordt weergegeven.
Alleen datums waarop opnamen
zijn gemaakt worden weergegeven.
Beschikbare bewerkingen
3
Druk op de knop 4.
Er verschijnt een volledige schermweergave van
de geselecteerde opname.
Vierwegbesturing (23) Een opnamedatum selecteren.
Vierwegbesturing (45) Een opname selecteren die op de
geselecteerde opnamedatum is gemaakt.
E-knop naar rechts (y) Weergave van de geselecteerde opname.
Naar links (f) draaien om terug te keren
naar de kalenderweergave.
M-knop U keert terug naar het scherm voor weergave
van verscheidene opnamen tegelijkertijd.
K/i-knop Geselecteerde opnamen wissen.
INFO
Annul.
MENU
OK
OK
Weergavetype
Ins weerg meerd opn
INFO
Wissen
9
22
24
27
10
7
10
13
16
2010.
WED
FRI
MON
THU
SUN
SUN
WED
SAT
2010.
2/5
Miniatuur
Aantal opnamen dat
op deze datum is gemaakt
Opnamedatum
K-r_OPM_DUT.book Page 237 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
238
Weergavefuncties
7
U kunt twee opnamen naast elkaar weergeven.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345)
om g (Opnamen vergelijken) te selecteren
en druk vervolgens op de knop 4.
De laatst weergegeven opname wordt twee keer zij aan zij weergegeven.
3
Selecteer met de e-knop twee
opnamen die u wilt vergelijken
en vergelijk deze links en rechts.
Beschikbare bewerkingen
4
Druk op de knop 3.
Opnamen vergelijken
4-knop Telkens als u op de knop drukt, verspringt het
selectiekader naar de rechteropname, naar beide
opnamen en naar de linkeropname.
Vierwegbesturing
(2345)
Het te vergroten gebied verplaatsen. Als met het
selectiekader beide opnamen worden geselecteerd,
kunt u beide opnamen tegelijkertijd bewerken.
Knop | Verplaatst een positie van het uitvergrote
weergavegebied terug naar het midden.
E-knop Als met het selectiekader de linkeropname
of rechteropname wordt geselecteerd, wordt de vorige
of volgende opname weergegeven. Als met
de selectiekaders beide opnamen worden
geselecteerd, kunt u beide opnamen tegelijkertijd
met dezelfde vergroting vergroten of verkleinen.
M-knop De weergave van informatie in- of uitschakelen.
K/i-knop
Als met het selectiekader de linker- of de rechteropname
wordt geselecteerd, wordt de geselecteerde opname gewist.
100-0001
100-0001
100-0001
100-0001
MENU
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 238 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
239
Weergavefuncties
7
De camera keert terug naar de normale weergavestand.
Voeg een aantal opnamen samen en geef deze weer als een indexprint.
U kunt de weergegeven indexprint ook opslaan als een nieuwe opname.
U kunt de opnamen voor een indexprint selecteren en willekeurig indelen.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om p (Index)
te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm [Index] wordt weergegeven.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
4
Selecteer een layout met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
U kunt
o
(Miniatuur),
p
(Blokje),
q
(Willekeurig 1),
r
(Willekeurig 2),
s
(Willekeurig 3) of
p
(Luchtbel) selecteren.
Opnamen worden bij o weergegeven
op basis van het bestandsnummer (vanaf
het laagste nummer), en worden bij andere layouts in willekeurige
volgorde weergegeven.
5
Selecteer [Opnamen] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (5).
6
Selecteer het aantal opnamen
met de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
U kunt 12, 24 of 36 opnamen selecteren.
Opnamen samenvoegen (Index)
MENU
OK
Index
Lay-out
Opnamen
Achtrgrd.
Selectie
Annul.
Een indexbeeld maken
OK
MENU
OK
Index
Lay-out
Opnamen
Achtrgrd.
Selectie
Annul.
Een indexbeeld maken
OK
12
24
36
K-r_OPM_DUT.book Page 239 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
240
Weergavefuncties
7
Als het aantal opgeslagen opnamen kleiner is dan het getal dat
is geselecteerd, worden lege ruimtes weergegeven wanneer [Lay-out]
ingesteld is op o en worden bij andere layouts sommige opnamen
mogelijk twee keer weergegeven.
7
Selecteer [Achtrgrd.] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (5).
8
Kies de achtergrond met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
U kunt kiezen uit een witte en een zwarte
achtergrond.
9
Selecteer [Selectie] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (5).
10
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een selectietype
te selecteren en druk
op de knop 4.
u Alle beelden
Uit alle opgeslagen opnamen worden automatisch
opnamen gekozen
w Manueel
Selecteer afzonderlijk de opnamen die u wilt opnemen
in de index. Ga verder door [Selec. opname(n)]
te selecteren en selecteer de afzonderlijke opnamen.
x Mapnaam
Uit een geselecteerde map worden automatisch
opnamen geselecteerd. Ga verder door [Een map
select.] te selecteren, en selecteer de map.
MENU
12
OK
Index
Lay-out
Opnamen
Achtrgrd.
Selectie
Annul.
Een indexbeeld maken
OK
MENU
12
OK
Index
Lay-out
Opnamen
Achtrgrd.
Selectie
Annul.
Een indexbeeld maken
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 240 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
241
Weergavefuncties
7
11
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Een indexbeeld
maken] te selecteren en druk
op de knop 4.
De indexopname wordt gemaakt
en er wordt een bevestigingsscherm
weergegeven.
12
Selecteer [Opslaan]
of [Opnieuw sorteren] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
Nadat de indexopname is opgeslagen, keert u terug naar
de weergavestand en wordt de indexopname weergegeven.
Opslaan
De indexopname wordt opgeslagen als een
P- en C-bestand.
Opnieuw
sorteren
Hiermee worden opnieuw de opnamen voor de index
geselecteerd en wordt een nieuw indexbeeld getoond.
Als [Miniatuur] is geselecteerd bij [Lay-out], wordt dit item
echter niet weergegeven.
Het maken van een indexopname kan enige tijd in beslag nemen.
MENU
12
OK
Index
Lay-out
Opnamen
Achtrgrd.
Selectie
Een indexbeeld maken
OK
MENU
Annuleren
Opnieuw sorteren
Opslaan
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 241 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
242
Weergavefuncties
7
Opnamen continu weergeven
U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart achter elkaar in een
diavoorstelling weergeven.
Stelt in hoe opnamen worden weergegeven tijdens een diavoorstelling.
1
Selecteer [Diavoorstelling] in het menu [Q Weergeven 1]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het opgeven van instellingen voor de diavoorstelling
verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een item te selecteren
dat u wilt wijzigen.
U kunt de volgende instellingen wijzigen.
Diavoorstelling instellen
Onderdeel Beschrijving Instelling
Interval
Selecteer een interval voor
de opnamen die worden
weergegeven.
3sec (standaardinstelling)/
5sec/10sec/30sec
Schermeffect
Stel een overgangseffect
in dat wordt getoond als
van de ene naar de andere
opname wordt gegaan.
Uit (standaardinstelling)/
Vervagen/Vegen/Lijnen
Weergeven
herhalen
Stel in of de diavoorstelling
opnieuw begint nadat
de laatste opname
is weergegeven.
P (standaardinstelling)/O
Diavoorstelling start
Interval
Schermeffect
3sec
Weergeven herhalen
Starten
MENU
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 242 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
243
Weergavefuncties
7
3
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om de instelling te wijzigen
en druk op de knop 4.
1
Selecteer [Starten] in stap 2 op p.242 en druk op de knop
4. Of selecteer u (Diavoorstelling) in het
weergavepalet en druk op de knop 4.
Het startscherm wordt weergegeven
en de diavoorstelling begint.
Beschikbare bewerkingen
De diavoorstelling starten
4-knop Onderbreekt de weergave. Druk nogmaals
om de weergave te hervatten.
Vierwegbesturing (4) De vorige opname wordt weergegeven.
Vierwegbesturing (5) De volgende opname wordt weergegeven.
Vierwegbesturing (3) Hiermee stopt u het afspelen.
Interval
Schermeffect
Weergeven herhalen
Starten
Annul.
MENU
OK
OK
3sec
5sec
10sec
30sec
OK
Starten
K-r_OPM_DUT.book Page 243 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
244
Weergavefuncties
7
2
De diavoorstelling afbreken.
De diavoorstelling wordt beëindigd als u een van de volgende
handelingen uitvoert tijdens weergave of pauze.
- u drukt op de vierwegbesturing (3)
*1
- u drukt op de knop Q
*1
- u drukt op de knop 3
*1
- u drukt de ontspanknop tot halverwege of helemaal in
*2
- u draait aan de functiekiezer
*2
- u drukt op de knop =/L
*2
*1 Als de diavoorstelling is beëindigd, keert de camera terug naar de normale
weergavestand.
*2 Als de diavoorstelling is beëindigd, keert de camera terug naar
de opnamestand.
Bij video wordt het eerste beeldje weergegeven; na het verstrijken van
het interval wordt het tweede beeldje weergegeven. Als u een video als
zodanig wilt afspelen tijdens een diavoorstelling, drukt u bij weergave van
het eerste beeldje op de knop 4. Nadat de video is afgespeeld, wordt
de diavoorstelling hervat.
K-r_OPM_DUT.book Page 244 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
245
Weergavefuncties
7
Opnamen roteren
U kunt een weergegeven opname in stappen van 90° tegen de wijzers van
de klok in roteren en de geroteerde opname opslaan. De rotatiegegevens
van de opname worden bewaard bij de opname en bij weergave wordt
de opname verticaal weergegeven.
1
Selecteer de opname die u wilt roteren
in de weergavestand.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer s (Beeldrotatie) met de vierwegbesturing
(2345) en druk vervolgens op de knop 4.
De geselecteerde opname wordt geroteerd in stappen van 90° en de vier
miniaturen worden weergegeven.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om een gewenste
rotatierichting te selecteren
en druk op de knop 4.
De rotatiegegevens van de opname
worden opgeslagen.
Als [18. Rotatie-info opslaan] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.94)
ingesteld is op [Uit], worden bij het maken van opnamen de rotatiegegevens
van de opname niet opgeslagen.
Als [Auto opnamerotatie] (p.232) in het menu [Q Weergeven 1] ingesteld
is op O (Aan), wordt de opname met rotatiegegevens tijdens weergave
automatisch geroteerd.
U kunt de rotatiegegevens van de opname niet wijzigen in de volgende situaties.
- wanneer de opname is beveiligd
- wanneer de rotatiegegevens van de opname niet met de opname zijn
opgeslagen
- wanneer [Auto opnamerotatie] (p.232) in het menu [Q Weergeven 1]
ingesteld is op P (Uit)
MENU
OK
OKAnnul.
K-r_OPM_DUT.book Page 245 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
246
Weergavefuncties
7
Meerdere opnamen wissen
U kunt verscheidene opnamen tegelijk wissen in de weergave met
meerdere opnamen tegelijk.
1
Draai de e-knop naar links
(naar f) in de weergavestand.
Het scherm voor weergave van meerdere
opnamen wordt weergegeven.
2
Druk op de knop K/i.
Het scherm voor het selecteren
van de te wissen opnamen wordt
weergegeven.
Het scherm voor de weergave met
36 opnamen wordt tijdelijk weergegeven
als [Ins weerg meerd opn] (p.234)
is ingesteld op de weergave van
81 opnamen.
3
Selecteer de te wissen opnamen.
Geselecteerde opnamen wissen
Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist.
U kunt maximaal 100 opnamen tegelijkertijd selecteren.
INFO
100-0001
OK
MENU
Wissen
K-r_OPM_DUT.book Page 246 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
247
Weergavefuncties
7
Beschikbare bewerkingen
4
Druk op de knop K/i.
Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt.
5
Selecteer [Kiezen & wissen]
met de vierwegbesturing (2).
6
Druk op de knop 4.
De geselecteerde opnamen worden gewist.
U kunt een geselecteerde map en alle opnamen in de map wissen.
1
Draai de e-knop twee klikken
naar links (naar f)
in de weergavestand.
Het scherm Mapweergave wordt
weergegeven.
Vierwegbesturing
(2345)
Het selectiekader verplaatsen
4-knop Er wordt een O gezet en de opname wordt
geselecteerd. Druk opnieuw op de knop om terug
te keren naar P. U kunt geen beveiligde opnamen
(Z) selecteren.
E-knop De geselecteerde opname wordt met het
selectiekader weergegeven op het hele scherm.
Als de opname schermvullend wordt weergegeven,
drukt u op de vierwegbesturing (45) om de vorige
of volgende opname weer te geven.
Een map wissen
MENU
OK
Annuleren
Kiezen & wissen
Alle geselecteerde
beelden worden gewist
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 247 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
248
Weergavefuncties
7
2
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om een map
te selecteren die u wilt wissen
en druk op de knop K/i.
Het scherm voor bevestiging van
het wissen van de map verschijnt.
3
Selecteer [Wissen] met
de vierwegbesturing (2).
4
Druk op de knop 4.
De geselecteerde map en alle opnamen in de map worden gewist.
Er wordt een bevestigingsscherm
weergegeven als er beveiligde opnamen
zijn. Selecteer [Alles wissen] of [Alles
handhaven] met de vierwegbesturing
(23) en druk op de knop 4.
Als u [Alles wissen] selecteert, worden
ook beveiligde opnamen gewist.
100
_
0105
12345
100 101 102
103 104 105
Annuleren
100
_
0105
Wissen
Alle beelden in de
geselecteerde map
worden gewist
OK
OK
Alles handhaven
Alles wissen
OK
OK
opname(n)3
Beveiligde opnamen gevonden
K-r_OPM_DUT.book Page 248 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
249
Weergavefuncties
7
U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer wissen.
1
Kies [Alle opnamen verwijderen] in het menu
[Q Weergeven 1] en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het wissen van alle opnamen wordt weergegeven.
2
Selecteer [Alle opnamen
verwijderen] met de
vierwegbesturing (2).
3
Druk op de knop 4.
Alle opnamen worden gewist.
Er wordt een bevestigingsscherm
weergegeven als er beveiligde opnamen
zijn. Selecteer [Alles wissen] of [Alles
handhaven] met de vierwegbesturing
(23) en druk op de knop 4.
Als u [Alles wissen] selecteert, worden
ook beveiligde opnamen gewist.
Alle opnamen wissen
Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
OK
Annuleren
Alle opnamen verwijderen
Alle opnamen worden uit
geheugen verwijderd
OK
Alles handhaven
Alles wissen
opname(n)3
Beveiligde opnamen gevonden
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 249 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
250
Weergavefuncties
7
Opnamen beveiligen tegen
wissen (Beveiligen)
U kunt opnamen beveiligen zodat ze niet per ongeluk kunnen
worden gewist.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om Z
(Beveiligen) te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm voor het selecteren van de beveiligingsmethode wordt
weergegeven.
3
Selecteer [Enkel beeld] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
4
Selecteer een opname om te beveiligen met
de vierwegbesturing (45).
5
Selecteer [Beveiligen] met
de vierwegbesturing (2).
Selecteer [Beveiliging opheffen] om de
beveiliging van de opname te annuleren.
Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de SD-geheugenkaart
wordt geformatteerd.
Eén opname beveiligen
MENU
Alle beelden
Enkel beeld
OK
OK
Beveiliging opheffen
100-0105
100-0105
Beveiligen
MENU
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 250 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
251
Weergavefuncties
7
6
Druk op de knop 4.
De opname wordt beveiligd en het pictogram Y wordt rechts boven
in het scherm weergegeven.
Herhaal de stappen 4 tot en met 6 als u nog meer opnamen wilt
beveiligen.
7
Druk op de knop 3.
De camera keert terug naar de weergavestand.
1
Selecteer [Alle beelden] in stap 3 op p.250 en druk
op de knop 4.
2
Druk op de vierwegbesturing (2)
om [Beveiligen] te selecteren
en druk op de knop 4.
Alle opnamen op de SD-geheugenkaart
worden beveiligd.
Selecteer [Beveiliging opheffen]
om de beveiliging van alle opnamen
te annuleren.
Alle opnamen beveiligen
Beveiliging opheffen
Beveiligen
MENU
Alle beelden beveiligen
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 251 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
252
Weergavefuncties
7
De camera aansluiten op een
audiovisueel apparaat
U kunt de camera aansluiten op een TV of ander apparaat met een video-
ingang en opnamen weergeven. Gebruik de optionele AV-kabel I-AVC7.
1
Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit.
2
Open het klepje van de aansluitingen, richt de pijl
op de AV-kabel naar de markering 2 op de camera
en sluit de kabel aan op de PC/AV-aansluiting.
3
Sluit het andere uiteinde van de AV-kabel aan
op de video-ingang van het audiovisuele apparaat.
4
Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan.
De camera wordt ingeschakeld in de videostand en de cameragegevens
worden weergegeven op het scherm van het aangesloten AV-apparaat.
Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken, wordt gebruik
van de (optionele) netvoedingsadapterset K-AC109 aanbevolen. (p.53)
Als uw AV-apparaat meerdere video-ingangen heeft, raadpleeg dan
de handleiding van het AV-apparaat en selecteer een geschikte video-
ingang waarop de camera wordt aangesloten.
U kunt het volume niet op de camera regelen als die is aangesloten op een
AV-apparaat. Regel het volume dan op het AV-apparaat.
K-r_OPM_DUT.book Page 252 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
253
Weergavefuncties
7
Als voor thuistijd de standaardinstelling is geselecteerd (p.63), wordt het
video-uitgangssignaal gebruikt dat voor die regio het standaardsignaal is.
Afhankelijk van het land of de regio kan het gebeuren dat de opnamen niet
met dat signaal kunnen worden afgespeeld. Als dat het geval is, kiest
u een ander video-uitgangssignaal.
1
Selecteer [Video uit] in het menu [R Instellen 2] en druk
op de vierwegbesturing (5).
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [NTSC] of [PAL]
te selecteren en druk
op de knop 4.
3
Druk op de knop 3.
Het videosignaal wordt ingesteld.
Het video-uitgangssignaal selecteren
Het video-uitgangssignaal verschilt per regio. Als u [De tijd instellen] bij
de instelling voor wereldtijd (p.280) instelt op X (Bestemmingstijd), wordt
het video-uitgangssignaal aangepast aan dat van de desbetreffende stad.
MENU
1 2 34
±0
MSC
Annul. OK
OK
Helderheid
LCD-kleur instellen
Video uit
USB-aansluiting
Mapnaam
Nieuwe map maken
Copyrightinformatie
Dat,
PAL
NTSC
K-r_OPM_DUT.book Page 253 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
254
Weergavefuncties
7
Opnamegegevens uitwisselen
met andere apparaten
Deze camera is uitgerust met infraroodtransmissie (IrSimple/IrSS)
waarmee u opnamegegevens kunt verzenden naar mobiele telefoons
en printers, en een duelspel kunt spelen met andere W camera’s.
U kunt opnamegegevens verzenden naar en ontvangen van andere
W camera’s en andere apparaten die infraroodtransmissie
ondersteunen, zoals mobiele telefoons.
1
Als u een opname wilt verzenden via
infraroodtransmissie, selecteer dan eerst de opname
in de weergavestand.
2
Selecteer [IrSimple] in het menu [Q Weergeven 1]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [IrSimple] verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Autom. grootte
wijzig.] te selecteren en druk op de vierwegbesturing (5).
Opnamegegevens verzenden en ontvangen
via infraroodtransmissie
Blokkeer de infraroodpoort niet tijdens infraroodtransmissie.
Infraroodtransmissie werkt mogelijk niet goed als de infraroodpoort vuil is.
Maak, indien nodig, de poort schoon met een zachte droge doek.
Transmissie van gegevens wordt mogelijk niet correct uitgevoerd onder
direct zonlicht, onder directe TL-verlichting of in de buurt van
infraroodapparaten.
Alleen JPEG-bestanden kunnen worden verzonden en ontvangen.
K-r_OPM_DUT.book Page 254 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
255
Weergavefuncties
7
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de opnameresolutie
te selecteren en druk op de
knop 4.
5
Wijzig, indien nodig, de instelling van
[Transmissiemethode].
6
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Verzenden
en ontvangen] te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm verschijnt waarin kan worden geselecteerd of gegevens
worden verzonden of ontvangen.
i
Wanneer de opnameresolutie groter is dan i, wordt voor
de opname de grootte i of lager geselecteerd.
(Standaardinstelling)
Z
Wanneer de opnameresolutie groter is dan Z, wordt voor
de opname de grootte Z of lager geselecteerd.
OFF De grootte van de opname wordt niet gewijzigd.
stand. (IrSimple)
Uitwisseling van gegevens met het andere apparaat
in twee richtingen. (Standaardinstelling)
IrSS
Verzorgt gegevenstransmissie slechts in één richting
en accepteert geen antwoorden of verzoeken voor
hernieuwde verzending van het andere apparaat.
Selecteer deze instelling als het andere apparaat dit
voorschrijft.
IrSimple
MENU
Transmissiemethode
Autom. grootte wijzig.
Verzenden en ontvangen
Annul. OK
OK
2M
0.3M
OFF
K-r_OPM_DUT.book Page 255 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
256
Weergavefuncties
7
7
Breng de infraroodpoorten van uw camera en het andere
apparaat dicht bij elkaar in de buurt.
Activeer de infraroodtransmissie op het andere apparaat.
Transmissie is mogelijk binnen een afstand van 20 cm, in een
stralingshoek tot 15 graden vanaf het midden.
8
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Verzenden]
of [Ontvangen] te selecteren
en druk op de knop 4.
[Bezig met verzenden] of [Bezig met
ontvangen] verschijnt en de
gegevenstransmissie wordt uitgevoerd.
Beweeg de camera niet totdat
de transmissie voltooid is.
Als de gegevenstransmissie met succes uitgevoerd is, verschijnt
[Verzending voltooid] of [Ontvangst voltooid].
U kunt een gegevenstransmissie uitvoeren vanuit i (IrSimple) in het
weergavepalet als de instellingen voor [Autom. grootte wijzig.]
en [Transmissiemethode] niet gewijzigd worden.
20 cm
15°
100-0001
MENU
Instelling
Ontvangen
Verzenden
IrSimple
INFO
Einde OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 256 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
257
Weergavefuncties
7
U kunt een spel spelen met andere W camera’s met gebruik van
infraroodtransmissie.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om j
(Duelbeelden) te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om een opname te kiezen
die u wilt gebruiken.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Uitdaging
aanvaarden] of [Uitdaging sturen] te selecteren en druk
op de knop 4.
Als uw tegenstander [Uitdaging aanvaarden] selecteert, selecteer dan
[Uitdaging sturen].
[Communicatie bezig] verschijnt en de gegevenstransmissie wordt
uitgevoerd.
Als de gegevenstransmissie met succes uitgevoerd is, verschijnt
de opname van uw tegenstander in de rechterzijde van het scherm
[Uw beeld voorbereiden].
Een duelspel spelen met gebruik van
uw opnamen (Opnamen vergelijken)
Alleen JPEG-bestanden en RAW-bestanden die met deze camera zijn
gemaakt, kunnen worden gebruikt voor het vergelijken van opnamen
in een duel.
Bij vergelijking van opnamen in een duel wordt voor infraroodtransmissie
gebruikgemaakt van de IrDA-methode, ongeacht de instelling van [IrSimple]
in het menu [Q Weergeven 1].
100-0001
100-0001
MENU
Uitdaging sturen
Score
Uitdaging aanvaarden
Beeld selecteren
Beeld selecteren
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 257 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
258
Weergavefuncties
7
5
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om de parametervolgorde
te selecteren die u wilt gebruiken.
De gevechtskracht wordt
berekend op basis van
de opnameomstandigheden.
6
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Start] te selecteren
en druk op de knop 4.
Nadat [Communicatie bezig] verschijnt,
wordt het duel gestart.
Na afloop van het duel verschijnen
de resultaten.
7
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar de weergave
van één enkele opname.
De opname die is verzonden door uw tegenstander, wordt niet opgeslagen.
Als u in stap 3 de optie [Score] selecteert,
kunt u het aantal duels controleren dat
u hebt gewonnen en verloren, en welke
in gelijkspel zijn geëindigd. Druk op de
knop | in dit scherm als u de score
wilt resetten.
Als de gegevenstransmissie niet correct
is uitgevoerd of onderbroken werd, dan
verschijnt het bericht [Communicatie kan
niet tot stand gebracht worden].
VS
VS
YOU RIVAL
MENU
Start
Uw beeld voorbereiden
1
2
3
?
?
?
OK
OK
VS
VS
YOU RIVAL
MENU
Start
Uw beeld voorbereiden
1
2
3
?
?
?
OK
OK
Einde
OK
De winnaar is. . .
Winnaar
YOU RIVAL
Gewonnen
Score
Verloren
Gelijk spel
10
200
1
Reset
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 258 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
8 Opnamen verwerken
In dit hoofdstuk wordt besproken hoe u gemaakte opnamen
verwerkt en RAW-opnamen bewerkt.
Het opnameformaat wijzigen ............................260
Opnamen bewerken met digitale filters ...........264
RAW-opnamen ontwikkelen ..............................270
K-r_OPM_DUT.book Page 259 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
260
Opnamen verwerken
8
Het opnameformaat wijzigen
Opnameresolutie en kwaliteitsniveau van een opname wijzigen,
en de opname opslaan als een nieuw bestand.
De opnameresolutie en het kwaliteitsniveau van de geselecteerde
opname wijzigen en de opname opslaan als een nieuw bestand.
De opnameresolutie kan worden verlaagd zonder de kwaliteit nadelig
te beïnvloeden.
1
Selecteer de opname waarvan u het formaat wilt wijzigen,
in de weergavestand.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om n (Formaat
wijzigen) te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm voor het selecteren van de opnameresolutie en het
kwaliteitsniveau wordt weergegeven.
De opnameresolutie en het kwaliteitsniveau
wijzigen (Resize)
U kunt alleen het formaat van JPEG-opnamen wijzigen die zijn gemaakt met
deze camera.
U kunt geen hogere resolutie selecteren dan die van de originele opname.
Het formaat van opnamen waarvan het formaat met deze camera al is
aangepast tot Z, kan niet worden gewijzigd.
K-r_OPM_DUT.book Page 260 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
261
Opnamen verwerken
8
4
Druk op de vierwegbesturing
(45) om het gewenste
opnameformaat te selecteren.
U kunt een van de opnameformaten
kiezen, te beginnen bij één formaat
kleiner dan dat van de originele opname.
Welke formaten u kunt selecteren,
is afhankelijk van het oorspronkelijke
opnameformaat en de verhoudingen.
5
Druk op de vierwegbesturing (3) en selecteer het
kwaliteitsniveau met de vierwegbesturing (45).
U kunt kiezen uit C, D en E.
6
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De opname met het aangepaste
formaat wordt als afzonderlijk bestand
opgeslagen.
MENU
12M 10 M
OK
Annuleren
Opslaan als
MENU
Beeld opslaan als
Beeld opslaan als
nieuw bestand
nieuw bestand
OK
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 261 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
262
Opnamen verwerken
8
Alleen het gewenste gebied van de geselecteerde opname wordt
uitgesneden en opgeslagen als een nieuwe opname. De verhoudingen
kunnen ook worden gewijzigd.
1
Selecteer in de weergavestand de opname die u wilt
uitsnijden.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om o
(Bijsnijden) te selecteren en druk op de knop 4.
Het uitsnijkader waarmee u bepaalt welk deel u wilt uitsnijden en welke
afmetingen dat deel krijgt, wordt weergegeven.
Uitsneden maken (Cropping)
U kunt alleen JPEG- en RAW-opnamen uitsnijden die zijn gemaakt met
deze camera.
Opnamen waarvan het formaat met deze camera al is aangepast tot
S of Z, kunnen niet worden uitgesneden.
K-r_OPM_DUT.book Page 262 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
263
Opnamen verwerken
8
4
Selecteer het formaat en de
positie van het uitsnijkader.
Beschikbare bewerkingen
5
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
6
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De uitgesneden afbeelding wordt als
afzonderlijk bestand opgeslagen.
E-knop Wijzigen van de grootte van het uitsnijkader
Vierwegbesturing
(2345)
Het uitsnijkader verplaatsen.
M-knop De verhoudingen wijzigen. Kies tussen [3:2], [4:3],
[16:9] en [1:1]. De opname kan ook worden geroteerd
van -45° t/m +45° in stappen van 1°.
Knop | Het uitsnijkader roteren in stappen van 90°. | wordt
alleen weergegeven als het uitsnijkader kan worden
geroteerd.
OK
MENU
INFO
3:2
Verhoudingen
Beeldrotatie
MENU
3:2
±0°
Annuleren
Opslaan als
MENU
Beeld opslaan als
Beeld opslaan als
nieuw bestand
nieuw bestand
OK
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 263 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
264
Opnamen verwerken
8
Opnamen bewerken met
digitale filters
U kunt gemaakte opnamen bewerken met gebruik van digitale filters.
De volgende filters zijn beschikbaar.
Filternaam Effect Parameter
Speels
Voor opnamen die eruit
zien alsof ze zijn
gemaakt met een
speelgoedcamera.
Niveau schaduwwerking: +1 t/m +3
Onscherpte: +1 t/m +3
Toonreductie: Rood/Groen/Blauw/Geel
Retro
Voor ouderwets
uitziende opnamen.
Kleur aanpassen (B-A): 7 niveaus
Beeldinkadering: Geen/Dun/Normaal/Dik
Sterk
contrast
Voor opnamen met een
verhoogd contrast.
+1 t/m +5
Schetsfilter
Maakt een opname die
oogt alsof deze met een
potlood is getekend.
Contrast: Zwak/Normaal/Sterk
Scratch effect: OFF/ON
Aquarel
Voor opnamen die
geaquarelleerd lijken.
Intensiteit: +1 t/m +3
Kleurverzadiging: OFF/Zwak/
Normaal/Sterk
Pastel
Voor opnamen die eruit
zien alsof ze zijn
getekend met krijt.
Zwak/stand./sterk
Posterisatie
Reduceert de toon van
de opname zodanig dat
een opname wordt
gecreëerd die oogt
alsof die met de hand
is getekend.
+1 t/m +5
Miniatuur
Een deel van de
opname onscherp
maken om een
miniatuur na te
bootsen.
In-Focus vlak: –3 t/m +3
Breedte: Smal/Gemiddeld/Breed
Hoek: Zijkant/Verticaal/Positieve helling/
Negatieve helling
Onscherpte: +1 t/m +3
Aanpass.
basisparam.
Basisparameters
aanpassen om de
gewenste afbeelding
te verkrijgen.
Helderheid: –8 t/m +8
Kleurverzadiging: –3 t/m +3
Tint: –3 t/m +3
Contrast: –3 t/m +3
Scherpte: –3 t/m +3
K-r_OPM_DUT.book Page 264 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
265
Opnamen verwerken
8
Monochroom
Voor monochrome
opnamen zoals
zwart-witopnamen.
Filtereffect: OFF/Rood/Groen/Blauw/
Infraroodfilter
Kleur aanpassen (B-A): 7 niveaus
Kleur
Een kleurfilter over
de opname leggen.
Keuze uit 18 filters
(6 kleuren × 3 tinten).
Kleur: Rood/Magenta/Blauw/Cyaan/
Groen/Geel
Kleurdichtheid: Licht/Standaard/Donker
Kleurextractie
Hiermee worden twee
specifieke kleuren
onttrokken en wordt
de rest van de opname
zwart-wit.
Onttrokken kleur 1: Rood/Magenta/
Blauw/Cyaan/Groen/Geel
Onttrekbaar kleurbereik 1: -2 t/m +2
Onttrokken kleur 2: Rood/Magenta/
Blauw/Cyaan/Groen/Geel/OFF
Onttrekbaar kleurbereik 2: -2 t/m +2
Soft
Voor opnamen met
een soft focus over
het hele beeld.
Soft focus: +1 t/m +3
Schaduwonscherpte: UIT/AAN
Sterren
Voor nachtopnamen
of opnamen van door
water gereflecteerd
licht met een speciale
schittering die wordt
bereikt door aan
de lichte gebieden
extra glitter toe
te voegen.
Vorm: Kruis/Ster/Hart/Muzieknoot
Aantal lichtbronnen:
Klein/Normaal/Groot
Formaat: Klein/Normaal/Groot
Hoek: 0°/30°/45°/60°
Fisheye
Voor opnamen die
eruitzien alsof ze zijn
gemaakt met een
fish-eye-objectief.
Zwak/Normaal/sterk
Vlak
De horizontale
en verticale verhouding
van opnamen wijzigen.
-8 t/m +8
HDR
Voor opnamen die eruit
zien als een opname
met een groot
dynamisch bereik.
Zwak/Normaal/sterk
Filternaam Effect Parameter
K-r_OPM_DUT.book Page 265 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
266
Opnamen verwerken
8
1
Selecteer in de weergavestand de opname waarop
u een digitaal filter wilt toepassen.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om D
(Digitaal filter) te selecteren en druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een filter verschijnt.
4
Kies een filter met
de vierwegbesturing (2345)
en druk op de knop 4.
Nadat u een filter hebt geselecteerd,
kunt u het effect daarvan controleren
op het scherm.
U kunt een andere opname selecteren
door aan de e-knop te draaien.
Aangepast
filter
Voor het maken
en opslaan van
naar eigen wens
gemaakte filters.
Sterk contrast: UIT/+1 t/m +5
Soft focus: UIT/+1 t/m +3
Toonreductie: OFF/Rood/Groen/
Blauw/Geel
Schaduwtype: 6 typen
Schaduwniveau: -3 to +3
Vervormingstype: 3 typen
Mate van vervorming: OFF/Zwak/
Normaal/sterk
Kleur inverteren: UIT/AAN
Alleen JPEG-bestanden en RAW-bestanden die met deze camera zijn
gemaakt, kunnen worden bewerkt met het digitale filter.
Het digitale filter toepassen
Filternaam Effect Parameter
Speels
Speels
OKEinde
MENU
100-0001
100-0001
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 266 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
267
Opnamen verwerken
8
5
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een parameter
te selecteren en de vierwegbesturing (45) om de waarde
te wijzigen.
6
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Combinatie van filters
gebruiken] of [Opslaan als]
te selecteren.
Selecteer [Combinatie van filters
gebruiken] als u nog meer filters wilt
toepassen op dezelfde opname.
8
Druk op de knop 4.
Als u [Combinatie van filters gebruiken] selecteert, keert de camera terug
naar stap 4.
Als u [Opslaan als] selecteert, wordt de met het filter bewerkte opname
als een nieuwe opname opgeslagen.
U kunt voor dezelfde opname maximaal 20 filters combineren, inclusief een
digitaal filter dat werd gebruikt tijdens het maken van de opname (p.162).
Rood
Rood
OK
MENU
100-0001
100-0001
Vlak
Vlak
OK
MENU
100-0001
100-0001
Kleurfilter Vlak-filter
MENU
OK
Annuleren
Opslaan als
Combinatie van filters gebruiken
Verdergaan met filters select.?
Verdergaan met filters select.?
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 267 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
268
Opnamen verwerken
8
De instellingen van een opname met filtereffecten ophalen en diezelfde
filters toepassen op andere opnamen.
1
Selecteer in de weergavestand een opname waarop filters
zijn toegepast.
2
Selecteer D (Digitaal filter) in het weergavepalet.
3
Selecteer [Filtereffecten opnieuw
maken] met de vierwegbesturing
(23) en druk op de knop 4.
De geschiedenis van de filterinstelling
voor de geselecteerde opname wordt
weergegeven.
4
Druk op de knop M
om de details van de parameters
weer te geven.
U kunt de filterparameters controleren.
5
Druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van opnamen verschijnt.
Filtereffecten kopiëren
MENU
Oorspr. opname zoeken
Digtaal filter toepassen
Filtereffecten opnieuw maken
OK
OK
Details
MENU
Onderst dig filters vorige
Onderst dig filters vorige
opname opnieuw toepassen
opname opnieuw toepassen
1. 5. 9.
13. 17. - -
2. 6.
10. 14. 18. - -
3. 7.
11. 15. 19. - -
4. 8.
12. 16. 20. - -
100-0001
100-0001
INFO
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 268 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
269
Opnamen verwerken
8
6
Selecteer een opname waarop
u dezelfde filterinstellingen
wilt toepassen met
de vierwegbesturing (45)
en druk op de knop 4.
U kunt alleen opnamen selecteren die
nog niet met een filter zijn bewerkt.
Het bevestigingsscherm voor opslaan
verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De met het filter verwerkte opname wordt
opgeslagen als een nieuwe opname.
Zoeken naar de opname in de staat vóór het toepassen van het filtereffect
en die opname weergeven.
1
Selecteer [Oorspr. opname
zoeken] in stap 3 op p.268
en druk op de knop 4 button.
De oorspronkelijke opname (van voor
het toepassen van het filter) wordt
opgehaald.
Zoeken naar de oorspronkelijke opname
Als de oorspronkelijke opname niet meer opgeslagen is op de
SD-geheugenkaart, wordt het bericht [Originele opname zonder toegepast
digitaal filter niet gevonden] weergegeven.
MENU
Opname bewerken met
Opname bewerken met
digitaal filter
digitaal filter
100-0001
100-0001
OK
OK
MENU
Annuleren
Opslaan als
Beeld opslaan als
Beeld opslaan als
nieuw bestand
nieuw bestand
OK
OK
MENU
Oorspr. opname zoeken
Digtaal filter toepassen
Filtereffecten opnieuw maken
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 269 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
270
Opnamen verwerken
8
RAW-opnamen ontwikkelen
U kunt RAW-bestanden omzetten in JPEG-bestanden.
1
Selecteer in de weergavestand een RAW-opname.
2
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het weergavepalet verschijnt.
3
Selecteer h (RAW-ontwikkeling) met
de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Het scherm voor selectie van een ontwikkelmethode wordt
weergegeven.
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Eén opname
ontwikkelen] te selecteren
en druk op de knop 4.
De in het opnamebestand opgenomen
parameters worden weergegeven.
U kunt een andere opname selecteren
door aan de e-knop te draaien.
Zie “Parameters opgeven” (p.273)
als u vóór het ontwikkelen de parameters
wilt opgeven.
U kunt alleen RAW-opnamen bewerken die zijn gemaakt met deze camera.
RAW-opnamen en JPEG-opnamen gemaakt met andere camera’s, kunnen
met deze camera niet worden bewerkt.
Eén RAW-opname ontwikkelen
MENU
OK
Meerdere opnamen ontwikkelen
Eén opname ontwikkelen
OK
MENU
12
M
sRGB
sRGB
RAW
RAW
JPEG
JPEG
OK
100-0001
ISO
NR
Bestandsindeling
Bestandsindeling
K-r_OPM_DUT.book Page 270 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
271
Opnamen verwerken
8
5
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
6
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De RAW-opname wordt ontwikkeld
en opgeslagen als nieuw bestand.
7
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Doorgaan] of [Einde]
te selecteren.
Selecteer [Doorgaan] als u nog meer
opnamen wilt bewerken.
8
Druk op de knop 4.
Als u in stap 7 de optie [Doorgaan] selecteert, dan verschijnt opnieuw het
scherm uit stap 4 voor selectie van de parameter.
U kunt meerdere RAW-opnamen ontwikkelen met dezelfde instellingen.
1
Selecteer [Meerdere opnamen ontwikkelen] in stap 4
op p.270 en druk op de knop 4.
Het scherm voor weergave van meerdere opnamen wordt weergegeven.
Zie p.234 voor bijzonderheden over bewerkingen die u kunt uitvoeren
in het scherm met meerdere opnamen.
2
Selecteer de RAW-opnamen die u wilt ontwikkelen met
de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Meerdere RAW-opnamen ontwikkelen
Annuleren
Opslaan als
MENU
Beeld opslaan als
nieuw bestand
RAW JPEG
OK
OK
Einde
Doorgaan
Opname ontwikkeld en
opgeslagen. Doorgaan met
ontwikkelen
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 271 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
272
Opnamen verwerken
8
3
Druk op de knop M.
Het scherm voor bevestiging van het
ontwikkelen verschijnt.
4
Selecteer [Opnamen ontwikkelen
zoals gemaakt] of [Opnamen
ontwikkelen met aangepaste
instell.] met de
vierwegbesturing (23).
Als u de parameters wilt wijzigen,
selecteert u [Opnamen ontwikkelen met
aangepaste instell.]. Zie “Parameters
opgeven” (p.273) voor meer informatie.
Het scherm voor selectie van een parameter verschijnt.
5
Gebruik de vierwegbesturing
(2345) om [Resolutie]
en [Kwaliteitsniveau]
in te stellen.
6
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De geselecteerde RAW-opnamen
worden ontwikkeld en opgeslagen
als nieuw bestand.
MENU
OK
OK
zoals gemaakt
Opnamen ontwikkelen
Opnamen ontwikkelen
met aangepaste instell.
RAW
RAW
JPEG
JPEG
MENU
Resolutie
Resolutie
OK
12M
Annuleren
Opslaan als
MENU
Geselecteerde opnamen
worden opgeslagen als
nieuwe bestanden
RAW JPEG
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 272 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
273
Opnamen verwerken
8
Parameters opgeven voor het ontwikkelen van RAW-opnamen.
U kunt de volgende parameters wijzigen.
*1 U kunt dit niet instellen voor RAW-opnamen die zijn gemaakt met de functie
Dubbelopnamen.
*2 U kunt dit alleen selecteren als er een compatibel objectief is bevestigd. (p.219)
Parameters opgeven
Parameter Value Pagina
Resolutie
E (4288×2848)/J (3936×2624)/
P (3072×2048)/i (1728×1152)
p.200
Kwaliteitsniveau C (Best) / D (Beter) / E (Goed) p.201
Aangepaste opname
Helder/Natuurlijk/Portret/Landschap/
Levendig/Gedempt/Bleach Bypass/
Diapositieffilm/Monochroom
p.221
Witbalans
*1
F (Auto)/G (Daglicht)/H (Schaduw)/
^ (Bewolkt)/JD (Neonlicht Daglicht kleuren)/
JN (Neonlicht Daglicht wit)/JW (Neonlicht
Koel wit licht)/JL (Neonlicht Warm wit licht)/
I (Lamplicht)/L (Flitser)/f/
K (Manueel)
p.208
Gevoeligheid -2,0 t/m +2,0
Ruisond. hoge ISO-wrd Auto/Uit/Zwak/Normaal/Sterk p.104
Schaduwcorrectie Uit/Zwak/Normaal/Sterk p.216
Vervormingscorrectie
*2
Uit/Aan p.219
Aanp. Lat. Chr. Abb.
*2
Uit/Aan p.219
Kleurruimte sRGB/AdobeRGB p.214
K-r_OPM_DUT.book Page 273 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
274
Opnamen verwerken
8
1
Gebruik de vierwegbesturing
(23) in stap 4 op p.270
om de parameter te kiezen
die u wilt wijzigen.
2
Wijzig de waarde met de vierwegbesturing (45).
Druk op de vierwegbesturing (5) om het instellingenscherm voor
witbalans en Aangepaste opname weer te geven.
3
Druk op de knop 4.
Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
4
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
De RAW-opname wordt ontwikkeld en opgeslagen als nieuw bestand.
U kunt het achtergrondbeeld niet opslaan en Digitaal voorbeeld niet
gebruiken met Witbalans en Aangepaste opname.
Als de witbalans is ingesteld op K (Manueel), drukt u op de knop mc als
u het meetscherm wilt weergeven.
MENU
12
M
sRGB
sRGB
RAW
RAW
JPEG
JPEG
OK
100-0001
ISO
NR
Bestandsindeling
Bestandsindeling
K-r_OPM_DUT.book Page 274 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
9 Andere instellingen
wijzigen
In dit hoofdstuk wordt het wijzigen van overige instellingen
besproken.
Werken met het menu Set-up ............................276
Een SD-geheugenkaart formatteren .................278
Instellingen opgeven voor het
geluidssignaal, de datum en tijd
en de weergavetaal ............................................279
Weergave van monitor en menu’s aanpassen ... 284
Map/bestandsnummer instellen .......................289
De stroominstellingen selecteren .....................291
Fotograafgegevens instellen ............................293
De DPOF-instellingen uitvoeren .......................295
Corrigeren van defecte pixels in de CMOS-
sensor (Pixeluitlijning) .........................................297
Instellingen selecteren om op te slaan
in de camera (Geheugen) ..................................298
K-r_OPM_DUT.book Page 275 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
276
Andere instellingen wijzigen
9
Werken met het menu Set-up
Algemene camera-instellingen verrichten in het menu [R Instellen].
Voer de volgende instellingen uit in de menu’s [R Instellen 1-4].
Druk op de knop 3 in de opname-/weergavestand en gebruik
de vierwegbesturing (45) of de e-knop om de [R Instellen 1-4]-menu’s
op te roepen.
Zie “De menu’s gebruiken” (p.40) voor meer informatie over het werken met
de menu’s.
Items van het menu Set-up
Menu Onderdeel Functie Pagina
R1
Language/u
Wijzigt de taal waarin menu’s en berichten
worden weergegeven.
p.283
Datum instellen Stelt de datumindeling en de tijd in. p.280
Wereldtijd
Toont bij reizen naar het buitenland
op de monitor, behalve de huidige locatie,
ook de lokale datum en tijd van
de opgegeven stad in het buitenland.
p.280
Tekstformaat
Stelt de tekstgrootte in van een item
dat is geselecteerd in de betreffende
menuschermen.
p.284
Signaal
Schakelt het geluidssignaal in/uit en wijzigt
het volume hiervan.
p.279
Hulpdisplay
Stelt in of indicaties al dan niet op de
monitor worden weergegeven.
p.284
Statusscherm
Stelt de weergavekleur van het
statusscherm en bedieningspaneel in.
p.286
R2
Helderheid Wijzigt de helderheid van de monitor. p.287
LCD-kleur instellen Stelt de kleur van de monitor in. p.288
Video uit
Stelt het uitgangssignaal in bij aansluiting
op een AV-apparaat met een video-ingang.
p.253
USB-aansluiting
Stelt de USB-aansluitfunctie in bij
aansluiting op een computer.
p.303
Mapnaam
Stelt het systeem van de mapnaamin-
stelling in voor de map waarin opnamen
moeten worden opgeslagen.
p.289
K-r_OPM_DUT.book Page 276 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
277
Andere instellingen wijzigen
9
R2
Nieuwe map maken
Maakt een nieuwe map aan
op de SD-geheugenkaart.
p.289
Copyrightinformatie
Sluit informatie over de fotograaf
en copyright in Exif in.
p.293
R3
Auto Uitsch.
Stelt de tijd in totdat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld
p.291
AA-batterij
Selecteert het type AA-batterijen dat
in de camera wordt gebruikt.
p.292
Reset Voert een reset uit van alle instellingen. p.321
R4
Pixeluitlijning
Brengt defecte pixels van de CMOS-sensor
in kaart en corrigeert deze.
p.297
Stofalarm Detecteert stof op de CMOS-sensor. p.328
Sensor stofvrij
maken
Reinigt de CMOS-sensor door die
te schudden.
p.327
Sensor reinigen
Zet de spiegel vast in de omhooggeklapte
stand om de CMOS-sensor te kunnen
reinigen met een blaasbalgje.
p.330
Formatteren Formatteert een SD-geheugenkaart p.278
Menu Onderdeel Functie Pagina
Datum instellen
Wereldtijd
Tekstformaat
Einde
MENU
234
Nederlands
Hulpdisplay
Statusscherm
Signaal
3sec
Stand.
1
Menu [R Instellen 1]
Helderheid
LCD-kleur instellen
Video uit
USB-aansluiting
Mapnaam Dat,
Einde
MENU
1 2 34
±0
Nieuwe map maken
Copyrightinformatie
PAL
MSC
Menu [R Instellen 2]
Auto Uitsch. 1min
AA-batterij
Reset
Einde
MENU
123 4
AUTO
Menu [R Instellen 3]
Pixeluitlijning
Stofalarm
Sensor stofvrij maken
Sensor reinigen
Formatteren
Einde
MENU
1234
Menu [R Instellen 4]
K-r_OPM_DUT.book Page 277 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
278
Andere instellingen wijzigen
9
Een SD-geheugenkaart formatteren
Gebruik deze camera om een SD-geheugenkaart te formatteren
(initialiseren) die nog niet of op andere camera’s of andere digitale
apparaten is gebruikt.
Bij formatteren worden alle opgeslagen gegevens van
de SD-geheugenkaart gewist.
1
Selecteer [Formatteren] in het menu [R Instellen 4]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Formatteren] verschijnt.
2
Selecteer [Formatteren] met
de vierwegbesturing (2).
3
Druk op de knop 4.
Het formatteren begint.
Het scherm dat werd weergegeven
voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven als
het formatteren is voltooid.
Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan
hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden.
Bij formatteren worden alle gegevens verwijderd, beveiligde en onbeveiligde.
Wees dus voorzichtig.
Als u een SD-geheugenkaart formatteert, wordt het volumelabel “K-r” aan
de kaart toegewezen. Als de W wordt aangesloten op een computer,
wordt de SD-geheugenkaart herkend als een verwisselbare schijf met
de naam “K-r”. (p.305)
OK
Formatteren
Annuleren
Formatteren
Alle gegevens worden
gewist
OK
Formatteren
Formatteren
K-r_OPM_DUT.book Page 278 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
279
Andere instellingen wijzigen
9
Instellingen opgeven voor het
geluidssignaal, de datum en tijd
en de weergavetaal
U kunt het geluidssignaal van de camera aan- of uitzetten, of het volume
hiervan wijzigen. Standaard zijn alle items ingesteld op O (Aan), en is het
volumeniveau ingesteld op [3]. U kunt de volgende zes items instellen.
Scherpgesteld
AE-L (bedieningsgeluid Belichtingsgeheugen)
Zelfontspanner
Afstandsbediening
1x voor bestandsformaat (bedieningsgeluid wanneer [1x voor
bestandsform.] is toegewezen aan de knop |)
Gedurende 1 seconde op OK drukken. (bedieningsgeluid wanneer
wijziging van het AF-punt ingeschakeld of uitgeschakeld is)
1
Selecteer [Signaal] in het menu [R Instellen 1] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Signaal 1] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (3) en gebruik
de vierwegbesturing (45) om het volume te wijzigen.
Kies uit zes niveaus. Met de waarde 0 zet u alle geluidssignalen uit.
3
Selecteer een item met
de vierwegbesturing (23).
Draai aan de e-knop om het scherm
[Signaal 2] op te roepen.
4
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
Het geluidssignaal instellen
Signaal
Volume
Scherpgesteld
AE-L
Zelfontspanner
Afstandsbediening
1x voor bestandsform.
MENU
1 2
K-r_OPM_DUT.book Page 279 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
280
Andere instellingen wijzigen
9
5
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
U kunt de aanvankelijke datum- en tijdinstellingen wijzigen en de
notatie hiervan instellen. Kies [mm/dd/jj], [dd/mm/jj] of [jj/mm/dd]
voor de datumnotatie, en selecteer [12h] (12-uursweergave) of [24h]
(24-uursweergave) voor de tijdnotatie.
Stel deze functie in bij [Datum instellen]
in het menu [R Instellen 1] (p.276).
1 Datum en tijd instellen (p.67)
De datum en tijd die u selecteert bij “Basisinstellingen” (p.63) zijn de datum
en tijd van uw huidige locatie.
Door de bestemming bij [Wereldtijd] in te stellen kunt u de lokale datum
en tijd weergeven op de monitor wanneer u in het buitenland bent.
1
Selecteer [Wereldtijd] in het menu [R Instellen 1] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om X (Bestemmingstijd)
of W (Thuistijd) te selecteren
voor [De tijd instellen].
De datum en tijd op het hulpdisplay
en bedieningspaneel worden op deze
instelling gebaseerd.
De datum- en tijdweergave wijzigen
Wereldtijd instellen
MENU
00 00
:
24h
Datum instellen
Datumnotatie
Dat,
Tijd
instellingen voltooid
Annul.
// 20100101
dd/mm/jj
Wereldtijd
De tijd instellen
Bestemmingstijd
Londen
Thuistijd
Amsterdam
MENU
10
00
:
10 00
:
K-r_OPM_DUT.book Page 280 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
281
Andere instellingen wijzigen
9
3
Druk op de vierwegbesturing (3).
Het selectiekader wordt verplaatst naar X (De instelling voor
Bestemmingstijd).
4
Druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [X Bestemmingstijd] verschijnt.
5
Selecteer met de
vierwegbesturing (45) een
plaats van bestemming.
Draai aan de e-knop om een andere regio
te selecteren.
De locatie, het tijdverschil en de huidige
tijd van de geselecteerde stad
verschijnen.
6
Selecteer [Zomertijd] met de vierwegbesturing (3).
7
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45).
Selecteer O als de stad van bestemming de zomertijd (DST) hanteert.
8
Druk op de knop 4.
De instelling van de bestemming wordt opgeslagen en de camera keert
terug naar het scherm [Wereldtijd].
9
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Zie “Lijst met steden voor wereldtijd Steden” (p.282) voor steden die als
bestemming kunnen worden geselecteerd.
Selecteer W (Thuistijd) in stap 2 om de plaats en de zomertijdinstelling
te selecteren.
X verschijnt op het hulpdisplay en bedieningspaneel wanneer [De tijd
instellen] is ingesteld op X (Bestemmingstijd). (p.27)
Als u [De tijd instellen] wijzigt in X (Bestemmingstijd), verandert de instelling
voor het videosignaal (p.253) in het videosignaalformaat van die stad.
Bestemmingstijd
Zomertijd
Londen
Annul.
MENU
00:00
10:00
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 281 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
282
Andere instellingen wijzigen
9
Lijst met steden voor wereldtijd Steden
Regio Stad Regio Stad
Noord-
Amerika
Honolulu Afrika/West-
Azië
Dakkar
Anchorage Algiers
Vancouver Johannesburg
San Francisco Istanboel
Los Angeles Caïro
Calgary Jeruzalem
Denver Nairobi
Chicago Jeddah
Miami Teheran
Toronto Dubai
New York Karachi
Halifax Kaboel
Midden- en
Zuid-Amerika
Mexico-City Male
Lima Delhi
Santiago Colombo
Caracas Kathmandu
Buenos Aires Dacca
Sao Paulo
Oost-Azië
Yangon
Rio de Janeiro Bangkok
Europa Lissabon Kuala Lumpur
Madrid Vientiane
Londen Singapore
Parijs Phnom-Penh
Amsterdam Ho Chi Minhstad
Milaan Jakarta
Rome Hongkong
Kopenhagen Peking
Berlijn Shanghai
Praag Manilla
Stockholm Taipei
Boedapest Seoul
Warschau Tokio
Athene Guam
Helsinki
Moskou
K-r_OPM_DUT.book Page 282 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
283
Andere instellingen wijzigen
9
U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, e.d. worden
weergegeven.
De camera ondersteunt de volgende talen: Engels, Frans, Duits, Spaans,
Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools,
Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Traditioneel
Chinees, Vereenvoudigd Chinees en Japans.
Stel deze functie in bij [Language/u] in het
menu [R Instellen 1] (p.276).
1 De weergavetaal instellen (p.63)
Regio Stad
Oceanië
Perth
Adelaide
Sydney
Nouméa
Wellington
Auckland
Pago Pago
De weergavetaal instellen
Cancel OK
OK
MENU
K-r_OPM_DUT.book Page 283 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
284
Andere instellingen wijzigen
9
Weergave van monitor en menu’s
aanpassen
U kunt de tekstgrootte van een item dat is geselecteerd in de betreffende
menu’s, instellen op [Stand.] (normale weergave) of [Groot] (vergrote
weergave).
Stel deze functie in bij [Tekstformaat] in het
menu [R Instellen 1] (p.276).
Geef de tijdsduur op dat bedieningsaanwijzingen moeten worden
weergegeven op de monitor als de camera wordt aangezet of als een
andere opnamestand wordt geselecteerd. (p.27)
U kunt kiezen tussen [3sec] (standaardinstelling), [10sec], [30sec] en [Uit].
Stel deze functie in bij [Hulpdisplay] in het
menu [R Instellen 1] (p.276).
Het tekstformaat instellen
De tijd voor weergave van het
hulpdisplay instellen
MENU
1 234
Nederlands
3sec
Datum instellen
Wereldtijd
Tekstformaat
Hulpdisplay
Statusscherm
Signaal
Annul. OK
OK
Stand.
Groot
Datum instellen
Wereldtijd
Tekstformaat
Hulpdisplay
Statusscherm
Signaal
MENU
1 234
Nederlands
Annul. OK
OK
3sec
10sec
30sec
Uit
K-r_OPM_DUT.book Page 284 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
285
Andere instellingen wijzigen
9
Stel in welke menutab als eerste op de monitor moet worden
weergegeven als de knop 3 wordt ingedrukt.
1
Selecteer [19. Menulocatie opslaan] in het
menu [A Pers.instelling 3] en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [19. Menulocatie opslaan] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Menulocatie resetten]
of [Menulocatie opslaan]
te selecteren en druk
op de knop 4.
3
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Instellen welke menutab als eerste wordt
weergegeven
1 Menulocatie resetten
Het menu [A Opnamemodus 1] (het menu
[Q Weergeven 1] in de weergavestand)
wordt altijd als eerste weergegeven.
(Standaardinstelling)
2 Menulocatie opslaan
De laatst geselecteerde menutab wordt als
eerste weergegeven.
19.
1
2
Menulocatie opslaan
Menulocatie resetten
Menulocatie opslaan
Door de menuknop in te drukken
Annul.
MENU
wordt de laatst gebruikte
menutab getoond
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 285 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
286
Andere instellingen wijzigen
9
U kunt de weergavekleur van het statusscherm en bedieningspaneel
instellen.
1
Selecteer [Statusscherm] in het menu [R Instellen 1]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Statusscherm] wordt weergegeven.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(45) om een keuze te maken uit
zes weergavekleuren.
3
Druk twee keer op de knop 3.
De weergavekleur van het statusscherm en bedieningspaneel worden
gewijzigd.
U kunt instellen hoe Momentcontrole moet worden uitgevoerd.
1
Kies [Momentcontrole] in het menu [A Opnamemodus 3]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Momentcontrole] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (5)
en gebruik de vierwegbesturing
(23) om een weergavetijd
te selecteren.
De statusschermweergave instellen
De weergave voor Momentcontrole instellen
1/
125
5.6
F
MENU
1
Statusscherm
Weerg. kleur
Momentcontrole
MENU
Weergavetijd
Histogram
Licht/donker geb
Momentcontr. vergrot.
Annul. OK
OK
1sec
3sec
5sec
Uit
K-r_OPM_DUT.book Page 286 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
287
Andere instellingen wijzigen
9
3
Druk op de knop 4.
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Histogram],
[Licht/donker geb] of [Momentcontr. vergrot.]
te selecteren.
5
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
Als [Momentcontr. vergrot.] ingesteld is op O (standaardinstelling), kunt
u de opname vergroten met de e-knop. (p.233)
6
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
U kunt de helderheid van de monitor aanpassen. Wijzig de instellingen
wanneer de monitor moeilijk leesbaar is.
1
Kies [Helderheid] in het menu [R Instellen 2] en druk op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Helderheid] verschijnt.
2
Pas de helderheid aan met
de vierwegbesturing (45).
U kunt een keuze maken uit
15 helderheidsniveaus.
De waarde wordt gereset naar ±0 als
de knop | wordt ingedrukt.
3
Druk op de knop 4.
4
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
De helderheid van de monitor aanpassen
MENU
Helderheid
±0
Annul. OK
OK
+2
+2
K-r_OPM_DUT.book Page 287 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
288
Andere instellingen wijzigen
9
U kunt de kleur van de monitor aanpassen.
1
Selecteer [LCD-kleur instellen] in het menu [R Instellen 2]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [LCD-kleur instellen] wordt weergegeven.
2
Pas de kleur aan.
Langs de GM- en de BA-assen zijn zeven
niveaus (225 patronen) beschikbaar.
Beschikbare bewerkingen
3
Druk op de knop 4.
4
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
De kleur van de monitor aanpassen
Vierwegbesturing (23) Aanpassing van de kleurtinten tussen groen (G)
en magenta (M).
Vierwegbesturing (45) Aanpassing van de kleurtinten tussen blauw (B)
en amber (A).
Knop | De aanpassingswaarde wordt hersteld.
E-knop Een opgeslagen opname weergeven op de
achtergrond, zodat u de kleur kunt aanpassen
terwijl de opname wordt weergegeven. Dit
is een handige functie om de kleur van monitor
af te stemmen op die van een computerscherm.
MENU
GG
BBA
A
A
MM
±0 ±0
±0
OK
OKAnnul.
LCD-kleur instellen
LCD-kleur instellen
K-r_OPM_DUT.book Page 288 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
289
Andere instellingen wijzigen
9
Map/bestandsnummer instellen
U kunt een mapnaaminstelling kiezen voor de map waarin de opnamen
moeten worden opgeslagen.
Stel deze functie in bij [Mapnaam] in het
menu [R Instellen 2] (p.276).
Maakt een nieuwe map aan op een SD-geheugenkaart. Er wordt een map
aangemaakt met het nummer dat volgt op het nummer van de map die
momenteel wordt gebruikt.
1
Selecteer [Nieuwe map maken] in het menu [R Instellen 2]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Nieuwe map maken] verschijnt.
De mapnaaminstelling wijzigen
Dat,
De twee cijfers van de maand en dag waarop de opname is gemaakt,
worden in de mapnaam opgenomen in de notatie [xxx_MMDD]. [xxx]
is een rangnummer van 100 t/m 999. [MMDD] (maand en dag) wordt
weergegeven in de notatie die ingesteld is bij [Datum instellen]
(p.280) (standaardinstelling).
Voorbeeld) 101_0125: map voor opnamen die zijn gemaakt
op 25 januari
PENTX
De mapnaam wordt toegewezen in de notatie [xxxPENTX].
Voorbeeld) 101PENTX
Nieuwe mappen aanmaken
Helderheid
LCD-kleur instellen
Video uit
USB-aansluiting
Mapnaam
MENU
1 2 34
PAL
±0
MSC
Nieuwe map maken
Copyrightinformatie
Annul. OK
OK
Dat,
PENTX
K-r_OPM_DUT.book Page 289 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
290
Andere instellingen wijzigen
9
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Map maken]
te selecteren en druk
op de knop 4.
Er wordt een map met een nieuw nummer
aangemaakt.
U kunt een methode opgeven voor het toewijzen van een
bestandsnummer aan een opname als die in een nieuwe map wordt
opgeslagen. Stel deze methode in bij [Bestandsnummer] bij [Geheugen]
(p.298) in het menu [A Opnamemodus 4].
Met deze procedure kan slechts één map worden aangemaakt. U kunt niet
meerdere lege mappen achter elkaar aanmaken.
Bestandsnummer instellen
O
Het bestandnummer van de opname die als laatste is opgeslagen in de
vorige map wordt opgeslagen, en zelfs als een nieuwe map wordt gemaakt,
krijgen opnamen die daarin worden opgeslagen een op dat nummer
volgend bestandsnummer.
P
De eerste opname die in een nieuwe map wordt opgeslagen, krijgt steeds
het nummer 0001.
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden
opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie
Belichtingsbracketing echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map
opgeslagen totdat u klaar bent met het maken van opnamen, zelfs als daardoor
meer dan 500 opnamen in één map terechtkomen.
Nieuwe map maken
Annuleren
Map maken
Maakt een nieuwe opslagmap
met de volgende naam:
101 PENTX
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 290 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
291
Andere instellingen wijzigen
9
De stroominstellingen selecteren
U kunt de camera zo instellen dat deze automatisch wordt uitgeschakeld
wanneer deze gedurende bepaalde tijd niet is gebruikt. Maak een keuze
uit [1min] (standaardinstelling), [3min], [5min], [10min], [30min] en [Uit].
Stel deze functie in bij [Auto Uitsch.] in het
menu [R Instellen 3] (p.277).
Automatisch uitschakelen instellen
De automatische uitschakeling werkt niet in de volgende situaties:
- wanneer het Live weergave-beeld wordt weergegeven
- wanneer een diavoorstelling wordt weergegeven
- wanneer de camera met een USB-kabel aangesloten is op een computer
Als de camera na de ingestelde tijdsduur wordt uitgeschakeld, voer dan een
van de volgende procedures uit om de camera weer in te schakelen.
- Zet de camera weer aan.
- Druk de ontspanknop tot halverwege in.
- Druk op de knop Q, de knop 3 of de knop M.
Auto Uitsch.
AA-batterij
Reset
MENU
123 4
Annul. OK
OK
1min
3min
5min
10min
30min
Uit
K-r_OPM_DUT.book Page 291 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
292
Andere instellingen wijzigen
9
Selecteert het type AA-batterijen dat in de camera wordt gebruikt.
De standaardinstelling is [Autodetect].
1
Selecteer [AA-batterij] in het menu [R Instellen 3] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [AA-batterij] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om een batterijtype
te selecteren en druk
op de knop 4.
Indien ingesteld op [Autodetect],
zal de camera automatisch het
batterijtype herkennen dat u gebruikt.
3
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Het batterijtype selecteren
Als u een batterijtype gebruikt dat verschilt van het type dat u hebt
geselecteerd, dan wordt het batterijniveau niet correct bepaald. Zorg
er daarom voor dat u het juiste batterijtype opgeeft bij [AA-batterij]. Meestal
werkt [Autodetect] probleemloos. Bij lage temperaturen en bij het gebruik van
batterijen die lang zijn bewaard moet u echter zelf het batterijtype instellen,
zodat de camera het juiste batterijniveau kan bepalen.
Auto Uitsch. 1min
MENU
123 4
AUTO
Annul. OK
OK
AA-batterij
Autodetect
Nikkelmetaalhydride
Alkaline
Lithium
AUTO
AUTO
Ni-MH
AL
Li
K-r_OPM_DUT.book Page 292 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
293
Andere instellingen wijzigen
9
Fotograafgegevens instellen
Cameratype, opnameomstandigheden en andere gegevens worden
automatisch ingesloten in opnamen in de Exif-gegevensindeling.
In deze Exif kunt u fotograafgegevens insluiten.
1
Selecteer [Copyrightinformatie] in het menu [R Instellen 2]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Copyrightinformatie] wordt weergegeven.
2
Selecteer O of P met
de vierwegbesturing (45).
3
Selecteer [Fotograaf] met de vierwegbesturing (23)
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm voor het invoeren van tekst wordt weergegeven.
4
Voer de tekst in.
Er kunnen maximaal
32 alfanumerieke single-
byte tekens en symbolen
worden ingevoerd.
Gebruik de bijgeleverde software “PENTAX Digital Camera Utility 4” (p.308)
om de Exif-gegevens te controleren.
O
Copyrightgegevens worden
ingesloten in de Exif.
P
Copyrightgegevens worden niet
ingesloten in de Exif.
(Standaardinstelling)
Copyrightinformatie
Copyrightgeg. insluiten
Fotograaf
Copyrighthouder
MENU
Fotograaf
Annul.
1 teken wissen
Enter
Volt.
OK
MENU
Cursor voor
tekstselectie
Cursor voor
tekstinvoer
K-r_OPM_DUT.book Page 293 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
294
Andere instellingen wijzigen
9
Beschikbare bewerkingen
5
Verplaats de cursor voor
tekstselectie na het invoeren
van tekst naar [Volt.] en druk
op de knop 4.
U keert terug naar het scherm
[Copyrightinformatie].
6
Selecteer [Copyrighthouder] met de vierwegbesturing
(23) en voer de tekst in op dezelfde manier als bij
[Fotograaf].
7
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Vierwegbesturing
(2345)
De cursor voor tekstselectie verplaatsen.
E-knop De cursor voor tekstinvoer verplaatsen.
Knop | Schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
4-knop Een met de cursor voor tekstselectie
geselecteerd teken invoegen op de positie van
de cursor voor tekstinvoer.
K/i-knop Een teken op de positie van de cursor voor
tekstinvoer wissen.
MENU
Copyrightinformatie
Copyrightgeg. insluiten
Fotograaf
Copyrighthouder
K-r_OPM_DUT.book Page 294 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
295
Andere instellingen wijzigen
9
De DPOF-instellingen uitvoeren
U kunt conventionele foto-afdrukken bestellen door de SD-geheugenkaart
met opgeslagen opnamen naar een zaak te brengen die foto’s afdrukt.
Met de DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) kunt u opgeven
hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt en of de datum al dan niet
moet worden afgedrukt.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de weergavestand.
Het weergavepalet verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om r (DPOF)
te selecteren en druk op de knop 4.
Het selectiescherm voor het wijzigen van instellingen wordt
weergegeven.
3
Selecteer [Enkel beeld]
of [Alle beelden] met
de vierwegbesturing (23)
en druk op de knop 4.
4
Als u bij stap 3 [Enkel beeld] hebt
geselecteerd, selecteert u met
de vierwegbesturing (45)
een opname waarvoor u DPOF-
instellingen wilt opgeven.
Op RAW-opnamen en video-opnamen kunnen geen DPOF-instellingen
worden toegepast.
U kunt DPOF-instellingen opgeven voor maximaal 999 opnamen.
MENU
Alle beelden
Enkel beeld
OK
OK
MENU
00
100-0105
100-0105
OK
Dat,
Dat,
Kopieën Dat,
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 295 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
296
Andere instellingen wijzigen
9
5
Kies het aantal exemplaren met
de vierwegbesturing (23).
U kunt maximaal 99 exemplaren instellen.
K verschijnt aan de rechterbovenzijde van het scherm voor opnamen
met DPOF-instellingen. Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stel
het aantal exemplaren dan in op [00].
6
Draai aan de e-knop om O of P
te selecteren voor het afdrukken
van de datum.
Herhaal de stappen 4 tot en met 6
om DPOF-instellingen op te geven voor andere opnamen
(tot maximaal 999).
7
Druk op de knop 4.
De DPOF-instellingen voor de geselecteerde opname worden
opgeslagen en u keert terug naar de weergavestand.
O De datum wordt afgedrukt.
P
De datum wordt niet
afgedrukt.
Afhankelijk van de printer of de afdrukapparatuur van het fotolab, wordt
de datum mogelijk niet afgedrukt op de opnamen, zelfs als de datum voor
de DPOF-instelling ingesteld is op O.
Het aantal exemplaren dat u opgeeft bij de instelling voor Alle beelden, is van
toepassing op alle opnamen, en het aantal dat is opgegeven bij de instelling
Enkel beeld wordt geannuleerd. Controleer of het opgegeven aantal correct
is alvorens de opnamen af te drukken.
MENU
01
100-0105
100-0105
OK
Dat,
Dat,
Kopieën Dat,
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 296 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
297
Andere instellingen wijzigen
9
Corrigeren van defecte pixels
in de CMOS-sensor (Pixeluitlijning)
Pixeluitlijning is een functie voor het in kaart brengen en compenseren van
CMOS-sensorpixels die defect zijn.
1
Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [R Instellen 4]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Pixeluitlijning] wordt weergegeven.
2
Selecteer [Pixeluitlijning] met
de vierwegbesturing (2) en druk
op de knop 4.
Pixels die defect zijn, worden
geregistreerd en gecompenseerd. Het
scherm dat werd weergegeven voordat
u het menu selecteerde, wordt opnieuw
weergegeven.
Als de batterij bijna leeg is, wordt het bericht [Onvoldoende batterijvermogen
voor het activeren van pixeluitlijning] weergegeven op de monitor. Gebruik
in dat geval de optionele netvoedingsadapterset K-AC109 of een batterij met
voldoende capaciteit.
OK
Pixeluitlijning
Annuleren
Pixeluitlijning
Controleert de
beeldsensor en
corrigeert defecte pixels
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 297 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
298
Andere instellingen wijzigen
9
Instellingen selecteren om op te
slaan in de camera (Geheugen)
U kunt opgeven welke functie-instellingen moeten worden opgeslagen als
de camera wordt uitgezet. U kunt de volgende functie-instellingen opslaan.
1
Kies [Geheugen] in het menu [A Opnamemodus 4]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Geheugen 1] verschijnt.
2
Kies een onderdeel met
de vierwegbesturing (23).
Draai aan de e-knop om het scherm
[Geheugen 2] weer te geven.
3
Selecteer O of P met de vierwegbesturing (45).
Functie Standaard-
instelling
Functie Standaard-
instelling
Flitsinstelling O Cross-processing P
Transportstand O Digitaal filter P
Witbalans O HDR-opname P
Aangepaste opname O Display opname-info P
Gevoeligheid O Display weergave-info O
Belichtingscorrectie O Bestandsnummer O
Belichtingscompensatie O
O
Ook als de camera wordt uitgeschakeld, blijven de instellingen
opgeslagen.
P
Als de camera wordt uitgeschakeld, worden de instellingen gewist
en de standaardinstellingen hersteld.
Geheugen
MENU
Flitsinstelling
Transportstand
Witbalans
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Belichtingscompensatie
1 2
Aangepaste opname
K-r_OPM_DUT.book Page 298 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
299
Andere instellingen wijzigen
9
4
Druk twee keer op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
Stel [Bestandsnummer] in op O (Aan) om de bestandsnamen doorlopend
te nummeren, ook als er een nieuwe map wordt aangemaakt.
Zie “Bestandsnummer instellen” (p.290).
Bij een reset van het menu [R Instellen] (p.321) worden alle
geheugeninstellingen teruggezet naar de standaardinstelling.
Als [Display opname-info] ingesteld is op P (Uit), wordt na inschakeling
van de camera altijd eerst het statusscherm weergegeven. (p.29)
K-r_OPM_DUT.book Page 299 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
300
Andere instellingen wijzigen
9
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 300 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
10 De camera aansluiten
op een computer
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de camera
aansluit op een computer, hoe u de bijgeleverde
cd-rom installeert, enz.
Gemaakte opnamen bewerken
op een computer ........................................302
Opnamen opslaan op de computer ..................303
Gebruik van de bijgeleverde software .............306
K-r_OPM_DUT.book Page 301 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
302
De camera aansluiten
op een computer
10
Gemaakte opnamen bewerken
op een computer
Foto- en video-opnamen kunnen worden gekopieerd naar een computer
door de W met een USB-kabel op de computer aan te sluiten; daarna
kunnen de opnamen op de computer worden beheerd met de bijgeleverde
software.
De volgende systeemvereisten worden aanbevolen bij aansluiting van
de camera op een computer of gebruik van de software “PENTAX Digital
Camera Utility 4”, die is bijgeleverd op de cd-rom (S-SW110).
Windows
Macintosh
Besturingssysteem
Windows XP (SP3 of later), Windows Vista, of Windows 7
(kan worden gebruikt als een 32-bits toepassing op elke
x64-editie van Windows.)
Processor
Equivalent van Pentium D 3.0 GHz of hoger (equivalent van
Intel Core 2 Duo-processor 2.0 GHz of hoger aanbevolen)
RAM 2.0 GB minimum (3.0 GB of meer aanbevolen)
Vrije schijfruimte 1 GB minimum (8 GB of meer aanbevolen)
Monitor
1280×800 pixels of meer (1920×1200 of meer aanbevolen)
met 24-bits full colour (circa 16,77 miljoen kleuren)
Overige USB 2.0-poort moet tot standaarduitrusting behoren
Besturingssysteem Mac OS X 10.4.11, 10.5, of 10.6
Processor
PowerPC G5 Dual-core 2.0 GHz of hoger (Intel Core 2 Duo-
processor 2.0 GHz of hoger aanbevolen. Universal
Binary format.)
RAM 2.0 GB minimum (4.0 GB of meer aanbevolen)
Vrije schijfruimte 1 GB minimum (8 GB of meer aanbevolen)
Monitor
1280×800 pixels of meer (1920×1200 of meer aanbevolen)
met 24-bits full colour (circa 16,77 miljoen kleuren)
Overige USB 2.0-poort moet tot standaarduitrusting behoren
K-r_OPM_DUT.book Page 302 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
303
De camera aansluiten
op een computer
10
Opnamen opslaan op de computer
Stel de USB-aansluitfunctie in als u de camera aansluit op een computer
met de bijgeleverde USB-kabel (I-USB7). De standaardinstelling is [MSC].
1
Selecteer [USB-aansluiting] in het menu [R Instellen 2]
en druk op de vierwegbesturing (5).
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [MSC] of [PTP]
te selecteren.
Zie p.304 voor bijzonderheden.
3
Druk op de knop 4.
De instelling wordt gewijzigd.
4
Druk op de knop 3.
Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde,
wordt opnieuw weergegeven.
De USB-aansluitfunctie instellen
Helderheid
LCD-kleur instellen
Video uit
USB-aansluiting
Mapnaam
Nieuwe map maken
Annul. OK
OK
MENU
1 2
3
4
PAL
±0
Copyrightinformatie
MSC
PTP
K-r_OPM_DUT.book Page 303 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
304
De camera aansluiten
op een computer
10
MSC en PTP
MSC (Mass Storage Class)
Een stuurprogramma voor algemene doeleinden met apparaten die
via USB als geheugen op een computer zijn aangesloten. De term
slaat ook op de standaard waarop de besturing van USB-apparaten
met behulp van dit stuurprogramma berust.
Door simpelweg een apparaat dat USB Mass Storage Class
ondersteunt aan te sluiten, kunt u bestanden kopiëren, lezen van
en schrijven naar een computer zonder installatie van speciale
stuurprogramma’s.
PTP (Picture Transfer Protocol)
Een protocol voor de overdracht van digitale afbeeldingen
en de besturing van digitale camera’s via USB, gestandaardiseerd
als ISO 15740.
U kunt opnamegegevens uitwisselen tussen apparaten die PTP
ondersteunen zonder apparaatstuurprogramma’s te installeren.
Kies MSC als u de W aansluit op uw computer, tenzij anders
aangegeven.
K-r_OPM_DUT.book Page 304 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
305
De camera aansluiten
op een computer
10
1
Zet de computer aan.
2
Zet de camera uit en sluit de camera met de bijgeleverde
USB-kabel aan op de computer.
3
Zet de camera aan.
De camera wordt herkend als een verwisselbare schijf of een
SD-geheugenkaart met een volumelabel “K-r”.
Als het dialoogvenster “K-r” verschijnt wanneer de camera wordt
ingeschakeld, selecteer dan [Open folder to view files using
Windows Explorer] en klik op [OK].
4
De opnamen opslaan op de computer.
Sleep de opnamebestanden of de map met opnamebestanden van
uw camera naar de vaste schijf van de computer of het bureaublad.
5
De camera loskoppelen van de computer.
Opnamen opslaan door de camera aan
te sluiten op de computer
K-r_OPM_DUT.book Page 305 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
306
De camera aansluiten
op een computer
10
Gebruik van de bijgeleverde software
“PENTAX Digital Camera Utility 4” is bijgeleverd op de cd-rom (S-SW110).
Met PENTAX Digital Camera Utility 4 kunt u opnamen beheren die
op de computer zijn opgeslagen, en RAW-bestanden ontwikkelen die
met de W zijn gemaakt en de kleuren van de opnamen wijzigen.
Compatibele bestandsindelingen: .bmp (BMP)/.jpg (JPEG)/.pef
(bestanden die zijn gemaakt in de
originele RAW-bestandsindeling van
PENTAX)/.png (PNG)/.tif (TIFF)/.dng
(RAW-bestand met DNG-indeling)
U kunt de software installeren van de bijgeleverde cd-rom.
Als u verscheidene accounts hebt ingesteld op uw computer, meldt u zich
aan met een account met beheersrechten om de software te installeren.
1
Zet de computer aan.
Controleer of er geen andere software actief is.
2
Plaats de cd-rom (S-SW110) in het cd-romstation van
de computer.
Het scherm [PENTAX Software Installer] verschijnt.
De software installeren
Als het scherm [PENTAX Software Installer] niet verschijnt
Onder Windows
1 Klik in het menu Start op [Deze computer].
2 Dubbelklik op het pictogram van het cd-romstation met
de cd-rom (S-SW110).
3 Dubbelklik op het pictogram [Setup.exe].
Op de Macintosh
1 Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom S-SW110 op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het pictogram [PENTAX Installer].
K-r_OPM_DUT.book Page 306 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
307
De camera aansluiten
op een computer
10
3
Klik op [PENTAX Digital
Camera Utility 4].
Ga onder Windows verder bij stap 4.
Volg op de Macintosh de aanwijzingen
op het scherm om de volgende
stappen uit te voeren.
4
Selecteer de gewenste taal
op het scherm [Choose Setup
Language] (Installatietaal
selecteren) en klik op [OK].
5
Als het scherm van
de [InstallShield Wizard] wordt
weergegeven in de
geselecteerde taal, klikt u op
de knop [Next] (Volgende).
Volg de aanwijzingen op het scherm
om de volgende stappen uit te voeren.
K-r_OPM_DUT.book Page 307 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
308
De camera aansluiten
op een computer
10
Bij de start van PENTAX Digital Camera Utility 4 wordt het volgende
(browser-)scherm weergegeven.
De tabbladenset Browser (standaardinstelling)
Op dit tabblad staan functies voor bestandsbeheer zoals het weergeven
en organiseren van opnamen.
1Menubalk
Hiermee worden functies of instellingen uitgevoerd.
Macintosh: de menubalk verschijnt boven aan het bureaublad.
2Werkbalk
Veel gebruikte functies worden aangeboden in de vorm van knoppen
op de werkbalk.
Schermen van de PENTAX Digital Camera
Utility 4
Bij deze uitleg worden schermfoto’s van de versie voor Windows weergegeven.
1
5
343
2
K-r_OPM_DUT.book Page 308 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
309
De camera aansluiten
op een computer
10
3Bedieningspaneel
De opnamegegevens en de instellingen van de geselecteerde opname
worden in dit deelvenster weergegeven. U kunt overschakelen naar een
andere tabbladenset van het bedieningspaneel door op de werkbalk
op de knoppen Browser, Laboratory of Custom op de werkbalk te klikken.
4Deelvenster bestandsweergave
De bestandenlijst en de opnamen van de geselecteerde map worden
hier weergegeven.
5Statusbalk
Op de statusbalk wordt informatie weergegeven over het
geselecteerde item.
De tabbladenset Laboratory (standaardinstelling)
Het bedieningspaneel voor het bewerken van de opname wordt
weergegeven.
K-r_OPM_DUT.book Page 309 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
310
De camera aansluiten
op een computer
10
De tabbladenset Custom (standaardinstelling)
De schermweergave kan hier worden gewijzigd. Met de tabbladenset
Custom kunt u bijvoorbeeld aangeven welke tabbladen wel en niet
moeten worden weergegeven. In de standaardinstelling worden alle
tabbladen weergegeven.
Raadpleeg Help voor bijzonderheden over het gebruik van het
softwareprogramma.
1
Klik op de knop
op de werkbalk.
U kunt ook [PENTAX Digital Camera
Utility Help] selecteren in het
menu [Help].
Gedetailleerde informatie weergeven over de software
K-r_OPM_DUT.book Page 310 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
311
De camera aansluiten
op een computer
10
Over productregistratie
Als u even de tijd neemt om de software te registreren, kunnen wij
u beter van dienst zijn.
Klik op [Product Registration]
(Productregistratie) in het scherm
bij stap 3 op p.307.
Er wordt een wereldkaart voor
productregistratie via internet
weergegeven. Als uw computer
is verbonden met internet, klikt
u op het weergegeven land
of de weergegeven regio en volgt
u de aanwijzingen om de software
te registreren.
U kunt zich alleen online registreren
als uw land of regio wordt getoond.
K-r_OPM_DUT.book Page 311 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
312
De camera aansluiten
op een computer
10
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 312 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
11 Bijlage
Standaardinstellingen ........................................314
De menu’s resetten ............................................321
Beschikbare functies bij verschillende
objectiefcombinaties .........................................323
De CMOS-sensor reinigen .................................327
Optionele accessoires .......................................332
Foutberichten .....................................................338
Problemen oplossen ..........................................341
Belangrijkste technische gegevens .................345
Verklarende woordenlijst ..................................352
Index ....................................................................358
GARANTIEBEPALINGEN ...................................366
K-r_OPM_DUT.book Page 313 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
314
Bijlage
11
Standaardinstellingen
In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen.
De functies in het geheugen (p.298) worden opgeslagen als de camera
wordt uitgezet.
Reset instelling
Ja: Met de reset-functie herstelt u de standaardinstellingen (p.321).
Nee: De instelling wordt bewaard, zelfs als de camera wordt gereset.
Richtingsknoppen
[A Opnamemodus]-menu
Onderdeel Standaardinstelling Reset instelling Pagina
Transportstand 9 (Enkelbeeldopname) Ja
p.122
p.150
p.152
p.155
Flitsinstelling Afhankelijk van opnamestand Ja p.77
Witbalans F (Auto) Ja p.208
Gevoeligheid AUTO (ISO 200 - 3200) Ja p.102
Onderdeel
Standaard-
instelling
Reset
instelling
Pagina
Aangepaste opname Helder Ja
*1
p.221
Bestandsindeling JPEG Ja p.202
JPEG-resolutie E (4288×2848) Ja p.200
JPEG kwaliteitsniveau C (best) Ja p.201
AF-modus f Ja p.130
Autom. lichtmeting L (Meervlaks) Ja p.118
Selecteer AF-punt
b (5 AF-
punten)
Ja p.134
Cross-processing
Uit
Ja p.224
Digitaal filter
Geen toepassing
van filters
Ja p.162
HDR-opname Uit Ja p.217
K-r_OPM_DUT.book Page 314 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
315
Bijlage
11
Dubbel-
opnamen
Aantal opnamen 2 maal Ja
p.159
Auto LW-instelling P (Uit) Ja
Interval-
opname
Interval 1sec Ja
p.157
Aantal opnamen 2 opnamen Ja
Int opname starten Nu Ja
Begintijd 12:00AM / 00:00 Ja
Ruisond. hoge ISO-wrd Auto Ja p.104
Ruisond. lange sltrtijd Auto Ja p.106
Video
Resolutie
b
(1280×720, 16:9)
Ja
p.172
Kwaliteitsniveau
C (best) Ja
Geluid g (Aan) Ja
Cross-processing Uit Ja
Digitaal filter
Geen toepassing
van filters
Ja
Video-diafragmabed. Vast Ja
Shake Reduction l (Uit) Ja
Live
weergave
Autofocusstand
I (Gezichts-
herkenning AF)
Ja
p.167
Raster weergeven Uit Ja
Infoweergave O (Aan) Ja
Histogram
P (Uit) Ja
Licht/donker geb
P (Uit) Ja
Moment-
controle
Weergavetijd 1sec Ja
p.286
Histogram P (Uit) Ja
Licht/donker geb P (Uit) Ja
Momentcontr. vergrot. O (Aan) Ja
Instelling
D-range
Hooglichtcorrectie Uit Ja p.215
Schaduwcorrectie Uit Ja p.216
Objectief-
correctie
Vervormingscorrectie Uit Ja
p.219
Aanp. Lat. Chr. Abb. Uit Ja
Onderdeel
Standaard-
instelling
Reset
instelling
Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 315 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
316
Bijlage
11
*1 De bij [Aangepaste opname] ingestelde parameters worden ook gereset.
*2 Na de reset keert de instelling terug naar [Knop Snelinstelling].
Kleurruimte sRGB Ja p.214
RAW-formaat PEF Ja p.204
Knop
Snelin-
stelling
Knop Snelinstelling
Knop Snelinstelling
Knop
Snelinstelling
Ja
p.205
Aangepaste opname
*2
—Ja
Optisch voorbeeld
*2
—Ja
Digitaal
voorbeeld
*2
Histogram P (Uit) Ja
Licht/
donker geb
P (Uit) Ja
Moment-
contr.
vergrot.
O (Aan) Ja
Digitaal filter
*2
—Ja
Cross-processing
*2
—Ja
1x voor
bestands-
form.
*2
Stop na 1
opname
O (Aan) Ja
JPEG/
RAW/
RAW+-
indeling
RAW+ voor alle Ja
Actie in M-modus P LINE Ja p.116
E-knop in Programma P SHIFT Ja p.109
AF/AE-L-knop AF1 inschakelen Ja
p.125
p.128
Geheugen
Cross-processing, Digitaal
filter, HDR-opname, Display
opname-info
P (Uit) Ja
p.298
Anders dan
de bovengenoemde functies
O (Aan) Ja
Shake Reduction k (Aan) Ja p.147
Inv brandp afstand
35 mm
Ja p.148
Onderdeel
Standaard-
instelling
Reset
instelling
Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 316 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
317
Bijlage
11
Weergavepalet
*1 De bij [Digitaal filter] opgegeven parameters worden ook gereset.
[Q Weergeven] Menu
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
Beeldrotatie p.245
Digitaal filter Speels Ja
*1
p.264
Formaat wijzigen
Maximale grootte
overeenkomstig instelling
—p.260
Bijsnijden
Maximale grootte
overeenkomstig instelling
—p.262
Diavoorstelling Ja p.243
RAW-ontwikkeling
Bestandsindeling: JPEG
Resolutie: E
Kwaliteitsniveau: C
Ja p.270
Index p.239
Opnamen vergelijken p.238
Beveiligen Nee p.250
DPOF Nee p.295
Video bewerken p.178
IrSimple p.254
Duelbeelden p.257
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
Diavoorstelling
Interval 3sec Ja
p.242
Schermeffect Uit Ja
Weergeven
herhalen
P (Uit) Ja
Snel zoomen Uit Ja
p.231Licht/donker geb
P (Uit) Ja
Auto opnamerotatie O (Aan) Ja
K-r_OPM_DUT.book Page 317 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
318
Bijlage
11
[R Instellen]-menu
IrSimple
Autom.
grootte wijzig.
i Ja
p.254
Transmissie-
methode
stand. (IrSimple) Ja
Alle opnamen verwijderen p.249
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
Language/u
Gelijk aan
standaardinstelling
Nee p.283
Datum instellen
Gelijk aan
standaardinstelling
Nee p.280
Wereldtijd
Instelling wereldtijd W (Thuistijd) Ja
p.280
Thuistijd (Stad)
Gelijk aan
standaardinstelling
Nee
Thuistijd
(Zomertijd)
Gelijk aan
standaardinstelling
Nee
Bestemmingstijd
(Stad)
Gelijk aan Thuistijd Nee
Bestemmingstijd
(Zomertijd)
Gelijk aan Thuistijd Nee
Tekstformaat
Gelijk aan
standaardinstelling
Nee p.284
Signaal
Volume 3
Ja p.279
Instelling Alle O (Aan)
Hulpdisplay 3sec Ja p.284
Statusscherm 1 Ja p.286
Helderheid
±0
Ja p.287
LCD-kleur instellen ±0 Ja p.288
Video uit
Gelijk aan
standaardinstelling
Nee p.253
USB-aansluiting
MSC
Ja p.303
Mapnaam Dat, Ja p.289
Nieuwe map maken p.289
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 318 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
319
Bijlage
11
[A Pers.instelling]-menu
Copyright-
informatie
Copyrightgeg.
insluiten
P (Uit) Ja
p.293
Fotograaf Nee
Copyrighthouder Nee
Auto Uitsch. 1min Ja p.291
AA-batterij
Autodetect
Ja p.292
Reset p.321
Pixeluitlijning
p.297
Stofalarm
p.328
Sensor
stofvrij
maken
Sensor
stofvrij maken
——
p.327
Bij inschakelen
P (Uit)
Ja
Sensor reinigen p.330
Formatteren p.278
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
1. LW-stappen 1/3 LW Stap Ja p.122
2. Gevoeligheidsstappen Stappen van 1 LW Ja p.103
3. Uitgebreide gevoeligheid Uit Ja p.103
4. Bedrijftijd lichtmtr 10sec Ja p.120
5. AE-L met AF lock Uit Ja p.138
6. Koppelt belicht.+ AF Uit Ja p.119
7. Volgorde A Bracketing 0 - + Ja p.122
8. AF-punt weergeven Aan Ja p.135
9. AF.S-instelling
Scherpstellings-
voorkeuze
Ja p.130
10. AF.C-instelling
Scherpstellings-
voorkeuze
Ja p.131
11. AF-hulplicht Aan Ja p.132
12. WB bij flitsen Autom. Witbalans Ja p.209
13. AWB bij lamplicht Subtiele correctie Ja
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 319 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
320
Bijlage
11
*1 De instelwaarden kunnen alleen worden gereset in het scherm [21. AF-aanpassing].
14. AF met afstandsbediening Uit Ja p.154
15. Afst bed bij tijdopname Modus 1 Ja p.118
16. Ontspant bij opladen Uit Ja p.84
17. Draadloos flitsen Aan Ja p.193
18. Rotatie-info opslaan Aan Ja p.245
19. Menulocatie opslaan Menulocatie resetten Ja p.285
20. Catch-in focus Uit Ja p.141
21. AF-aanpassing Uit Ja
*1
p.132
22. Diafragmaring gebruiken Niet toegestaan Ja p.325
Reset pers.instellingen p.322
Onderdeel Standaardinstelling
Reset
instelling
Pagina
K-r_OPM_DUT.book Page 320 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
321
Bijlage
11
De menu’s resetten
De instellingen in de menu’s [A Opnamemodus], [Q Weergeven]
en [R Instellen], richtingsknoppen en het weergavepalet kunnen worden
gereset naar de standaardinstellingen.
1
Selecteer [Reset] in het menu [R Instellen 3] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Reset] verschijnt.
2
Druk op de vierwegbesturing (2)
om [Reset] te selecteren en druk
op de knop 4.
De fabrieksinstellingen worden hersteld
en het scherm dat werd weergegeven
voordat u het menu selecteerde, wordt
opnieuw weergegeven.
De menu’s Opnamemodus/Weergeven/
Instellen resetten
Language/u, Datum aanpassen, de instellingen voor de stad en zomertijd
voor wereldtijd, tekstgrootte, video-uitgangssignaal, copyrightgegevens
en de instellingen in het menu [A Pers.instelling] worden niet gereset.
Reset
Annuleren
Reset
Terug naar fabrieks
instellingen
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 321 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
322
Bijlage
11
Reset instellingen in het menu [A Pers.instelling] naar
de standaardwaarden.
1
Selecteer [Reset pers.instellingen] in het menu
[A Pers.instelling 4] en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Reset pers.instellingen] wordt weergegeven.
2
Druk op de vierwegbesturing (2)
om [Reset] te selecteren en druk
op de knop 4.
De fabrieksinstellingen worden hersteld
en het scherm dat werd weergegeven
voordat u het menu selecteerde, wordt
opnieuw weergegeven.
Menu Persoonlijke instellingen herstellen
Reset pers.instellingen
Annuleren
Reset
Van persoonlijke
instellingen terug naar
fabrieksinstellingen
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 322 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
323
Bijlage
11
Beschikbare functies bij
verschillende objectiefcombinaties
Met de fabrieksinstellingen kan alleen gebruik worden gemaakt van DA-,
DA L- en FA J-objectieven en D FA/FA/F/A-objectieven met een positie
s (Auto) op de diafragmaring. Zie “Opmerkingen over [22. Diafragmaring
gebruiken]” (p.325) voor andere objectieven en D FA/FA/F/A-objectieven
met de diafragmaring ingesteld op een andere positie dan s.
z : Functies zijn beschikbaar wanneer de diafragmaring is ingesteld
op positie s.
# : Sommige functies zijn beperkt beschikbaar.
× : Functies zijn niet beschikbaar.
Objectief
[type vatting]
Functie
DA
DA L
D FA
FA J
FA
*6
F
*6
A M
P
[K
AF
]
[K
AF2
]
[K
AF3
]
[K
AF
]
[K
AF2
]
[K
AF
] [K
A
] [K]
Autofocus
(Alleen objectief)
(Met AF-adapter 1,7×)
*1
z
z
z
#
*8
#
*8
Handmatig scherpstellen
(Met de scherpstelindicatie)
*2
(Met het matglas)
z
z
z
z
z
z
z
z
z
z
Quick-Shift Focussysteem #
*5
××××
Vijf AF-punten/Elf AF-punten zzz #
*8
×
Meervlaks lichtmeting zzzz ×
e (Programma)-stand zzzz #
*9
K (Gevoel. voorkeuze) zzzz #
*9
b (Sl.tijd voorkeuze) zzzz #
*9
c (Diafr. voorkeuze) zzzz #
*9
a (Manueel)-stand zzzz #
Automatisch P-DDL-flitsen
*3
zzzz ×
Power zoom × –––
Automatisch informatie over
de brandpuntsafstand van het
objectief verkrijgen bij gebruik
van de functie Shake Reduction
zzz ××
Functie voor objectiefcorrectie
*4
z ×
*7
×××
K-r_OPM_DUT.book Page 323 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
324
Bijlage
11
*1 Objectieven met een maximaal diafragma van F2.8 of sneller. Alleen beschikbaar voor
de positie s.
*2 Objectieven met een maximaal diafragma van F5.6 of sneller.
*3 Bij gebruik van de ingebouwde flitser en een AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG
of AF160FC.
*4 Aberratiecorrectie is beschikbaar bij [Objectiefcorrectie] in het menu [A Opnamemodus 3].
De instelling [Vervormingscorrectie] wordt uitgeschakeld bij gebruik van een
DA 10-17 mm FISH-EYE-objectief.
*5 Alleen beschikbaar bij compatibele objectieven.
*6 Als u een F/F SOFT 85 mm F2.8-objectief of FA SOFT 28 mm F2.8-objectief gebruikt, stel
[22. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 4] dan in op [Toegestaan].
Er kunnen opnamen worden gemaakt met de ingestelde diafragmawaarde, maar alleen
binnen het bereik voor handmatige instelling van het diafragma.
*7 Alleen beschikbaar met compatibele objectieven (FA 31 mm F1.8 Limited, FA 43 mm
F1.9 Limited, of FA 77 mm F1.8 Limited).
*8 Het scherpstelgebied wordt vast ingesteld op O (Spot).
*9 c (Diafr. voorkeuze) Automatische belichting met open diafragma. (Draaien van
de diafragmaring heeft geen effect op de feitelijke diafragmawaarde.)
DA-objectieven met een ultrasone motor en FA- zoomobjectieven
met powerzoom maken gebruik van de K
AF2-vatting. Bij DA-objectieven
met een ultrasone motor, maar zonder AF-koppeling wordt de K
AF3-
vatting gebruikt.
FA-objectieven met een enkele brandpuntsafstand (objectieven
zonder zoom), DA- of DA L-objectieven zonder ultrasone motor
en D FA-, FA J-en F-objectieven gebruiken de KAF-vatting.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende objectieven voor verdere
informatie. Deze camera heeft geen powerzoom-functie.
De camera werkt niet wanneer de diafragmaring is ingesteld op een
andere positie dan s (Auto) of wanneer gebruik wordt gemaakt van
een objectief zonder positie s of van accessoires zoals een auto-
tussenringenset of autobalg, behalve wanneer [22. Diafragmaring
gebruiken] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 4].
Zie “Opmerkingen over [22. Diafragmaring gebruiken]” (p.325) voor
beperkingen die gelden.
Alle opnamestanden van de camera zijn beschikbaar bij het gebruik van
DA/DA L/FA J-objectieven of objectieven met een diafragmastand s die
op de positie s zijn ingesteld.
Objectieven en vattingen
Objectieven en toebehoren die niet geschikt zijn voor
deze camera
K-r_OPM_DUT.book Page 324 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
325
Bijlage
11
De ingebouwde flitser kan niet worden geregeld en ontlaadt zich
volledig wanneer A-objectieven, waarvan de diafragmaring niet
in de positie s (Auto) is gezet, pre A-objectieven of soft-focusobjectieven
worden gebruikt.
Let op: de ingebouwde flitser kan niet als automatische flitser
worden gebruikt.
Wanneer [22. Diafragmaring gebruiken]
ingesteld is op [Toegestaan] in het menu
[A Pers.instelling 4], kan de sluiter
ontspannen worden, zelfs wanneer
de diafragmaring van het D FA-, FA-,
F- of A-objectief niet op de positie s (Auto)
staat of wanneer er een objectief zonder
positie s aangesloten is. Sommige functies
zijn dan echter beperkt, zoals hieronder aangegeven.
Beperkingen voor het gebruik van een objectief met
de diafragmaring ingesteld in een andere positie dan s
Objectief en ingebouwde flitser
Opmerkingen over [22. Diafragmaring
gebruiken]
Gebruikt objectief
Belichtings-
functie
Beperking
D FA, FA, F, A, M
(alleen objectieven
of accessoires met
automatisch
diafragma zoals auto-
tussenringenset K)
c (Diafr.
voorkeuze)
Het diafragma blijft open,
onafhankelijk van de positie van
de diafragmaring. De sluitertijd
wordt gewijzigd op basis van
de diafragmaopening, maar er kan
een belichtingsfout optreden. Bij
de diafragma-indicatie in de zoeker
verschijnt [F--].
D FA, FA, F, A, M, S
(met accessoires met
automatisch diafragma
zoals tussenringenset K)
c (Diafr.
voorkeuze)
Er kunnen opnamen worden
gemaakt met een opgegeven
diafragmawaarde maar er kan zich
een belichtingsfout voordoen. Bij
de diafragma-indicatie in de zoeker
verschijnt [F--].
Handmatig
diafragmaobjectief zoals
een reflexobjectief
(alleen objectieven)
c (Diafr.
voorkeuze)
22.
1
2
MENU
OK
OK
Diafragmaring gebruiken
Niet toegestaan
Toegestaan
Opname maken mogelijk
Annul.
bij andere stand dan "A"
voor diafragmaring
K-r_OPM_DUT.book Page 325 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
326
Bijlage
11
FA, F SOFT 85 mm FA
SOFT 28 mm (alleen
objectief)
c (Diafr.
voorkeuze)
In het handmatige diafragmabereik
kunnen opnamen worden gemaakt
met een opgegeven
diafragmawaarde. Bij de diafragma-
indicatie in de zoeker verschijnt [F--].
Wanneer de scherptediepte wordt
gecontroleerd (Optisch voorbeeld),
wordt de lichtmeting ingeschakeld
en kan de belichting worden
gecontroleerd.
Alle objectieven
a (Manueel)-
stand
Er kunnen opnamen worden
gemaakt met een ingestelde
diafragmawaarde en ingestelde
sluitertijd. Bij de diafragma-indicatie
in de zoeker verschijnt [F--]. Wanneer
de scherptediepte wordt
gecontroleerd (Optisch voorbeeld),
wordt de lichtmeting gestart en kan
de belichting worden gecontroleerd.
Als het diafragma op een andere positie dan s wordt ingesteld, wordt de stand
c (Diafr. voorkeuze) geactiveerd, ongeacht de instelling van de functiekiezer,
behalve wanneer de stand a (Manueel) of C (Video) geselecteerd is.
Gebruikt objectief
Belichtings-
functie
Beperking
K-r_OPM_DUT.book Page 326 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
327
Bijlage
11
De CMOS-sensor reinigen
Als de CMOS-sensor vuil of stoffig wordt, kunnen er in bepaalde situaties
schaduwen in het beeld optreden, bijvoorbeeld als opnamen worden
gemaakt tegen een witte achtergrond. Dit duidt erop dat de CMOS-sensor
moet worden gereinigd.
Door de CMOS-sensor te schudden, wordt opgehoopt stof verwijderd.
1
Selecteer [Sensor stofvrij maken] in het menu
[R Instellen 4] en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Sensor stofvrij maken] verschijnt.
2
Druk op de knop 4.
De functie Sensor stofvrij wordt
geactiveerd voor het schudden
van de CMOS-sensor.
Als u de camera zo wilt instellen dat
bij inschakeling van de camera altijd
de stofverwijderingsfunctie wordt
geactiveerd, selecteert u [Bij inschakelen]
en gebruikt u de vierwegbesturing (45) om O te selecteren.
Als de stofverwijderingsprocedure is voltooid, wordt het menu
[R Instellen 4] weer geactiveerd.
Stof verwijderen door de CMOS-sensor
te schudden
Sensor stofvrij maken
MENU
Sensor stofvrij maken
Bij inschakelen
Starten
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 327 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
328
Bijlage
11
Stofalarm is een functie voor het detecteren van stof dat zich heeft
verzameld op de CMOS-sensor en het weergeven van de locatie waar
het stof zich heeft vastgezet.
U kunt een opname die de stoflocatie aangeeft, opslaan, en deze
weergeven wanneer u de sensor schoonmaakt (p.330).
De functie Stofalarm werkt alleen als aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
- Een DA-, DA L-, FA J-objectief of een D FA-, FA- en F-objectief met
een s (Auto)-positie is aangesloten.
- Het diafragma is in de positie s gezet bij gebruik van een objectief
met een diafragmaring.
- De functiekiezer staat in een andere stand dan C (Video).
- De scherpstelfunctieknop is ingesteld op =.
1
Selecteer [Stofalarm] in het menu [R Instellen 4] en druk
op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Stofalarm] verschijnt.
Stof detecteren op de CMOS-sensor
(Stofalarm)
De belichtingstijd kan bij gebruik van de functie Stofalarm extreem lang zijn.
Als gedurende die tijd het objectief op iets anders wordt gericht, kan stof niet
goed worden gedetecteerd.
Of stof correct wordt gedetecteerd is afhankelijk van het onderwerp
en de temperatuur.
De opname die met Stofalarm is gemaakt, kan slechts gedurende 30 minuten
na het opslaan van de opname tijdens het schoonmaken van de sensor
worden weergegeven. Als er meer dan 30 minuten verstreken zijn, maakt
u een nieuwe opname en voert u het schoonmaken van de sensor
opnieuw uit.
De opname die met Stofalarm is gemaakt, kan niet in de weergavestand
worden weergegeven.
De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, kan alleen worden
opgeslagen als er een SD-geheugenkaart is geplaatst.
K-r_OPM_DUT.book Page 328 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
329
Bijlage
11
2
Richt de zoeker beeldvullend
op een witte muur of ander
helder onderwerp zonder
detail en druk de ontspanknop
volledig in.
Nadat het verwerken van de opname
is voltooid, wordt het beeld van Stofalarm
weergegeven.
Als het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid] wordt
weergegeven, drukt u op de knop 4 en maakt u nog een opname.
3
Controleer de sensor op stof.
Beschikbare bewerkingen
4
Druk op de knop 4.
De opname die is gemaakt met Stofalarm, wordt opgeslagen
en de camera keert terug naar het menu [R Instellen 4].
E-knop/knop M Toont beeldvullend de opname die is gemaakt
met Stofalarm.
Ongeacht de camera-instellingen wordt de Stofalarm-opname gemaakt
met speciale opnameomstandigheden.
Druk op de knop M of draai aan de e-knop bij weergave van de opname
die met Stofalarm is gemaakt om het sensorgebied beeldvullend weer
te geven.
Stofalarm
Voor controle van stof
op de sensor. Druk op de
ontspanknop om de lokatie
van stof weer te geven
Voorbeeld
MENU
SHUTTER
Einde
Einde
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 329 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
330
Bijlage
11
Klap de spiegel omhoog en open de sluiter om de CMOS-sensor schoon
te maken met een blaaskwastje.
Neem contact op met het servicecentrum van PENTAX voor professionele
reiniging van de CMOS-sensor omdat de CMOS-sensor een precisie-
onderdeel is (hieraan zijn kosten verbonden).
Voor het schoonmaken van de CMOS-sensor kunt u de optionele
sensorschoonmaakset O-ICK1 (p.337) gebruiken.
1
Zet de camera uit en verwijder het objectief.
2
Zet de camera aan.
3
Selecteer [Sensor reinigen] in het menu [R Instellen 4]
en druk op de vierwegbesturing (5).
Het scherm [Sensor reinigen] verschijnt.
Stof verwijderen met een blaaskwastje
Gebruik nooit een spuitbus.
Maak de sensor niet schoon als de sluitertijd is ingesteld op h.
Om te voorkomen dat zich vuil en stof ophoopt op de CMOS-sensor, moet
u de dop van de objectiefvatting op de camera bevestigd houden als u geen
objectief heeft aangesloten.
Wanneer de batterijen weinig stroom bevatten, verschijnt het bericht
[Onvoldoende batterijvermogen om Sensor te reinigen] op de monitor.
Het verdient aanbeveling voor reiniging van de sensor de optionele
netvoedingsadapterset K-AC109 te gebruiken. Als u de
netvoedingsadapterset K-AC109 niet gebruikt, zorg er dan voor dat een
batterij met voldoende capaciteit wordt geplaatst. Als de batterijcapaciteit
tijdens reiniging te laag wordt, klinkt er een waarschuwingssignaal. Stop
in dat geval onmiddellijk met schoonmaken.
Kom niet met de punt van het blaasbalgje binnen het gebied van
de objectiefvatting. Als de camera wordt uitgeschakeld, kan hierdoor
de sluiter, de CMOS-sensor en de spiegel beschadigd raken.
Het lampje van de zelfontspanner knippert tijdens het schoonmaken van
de sensor.
Deze camera is uitgerust met een CMOS-sensor die correspondeert met het
Shake Reduction-systeem, en kan tijdens reiniging van de CMOS-sensor
enig vibratiegeluid veroorzaken. Dit duidt niet op een defect.
K-r_OPM_DUT.book Page 330 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
331
Bijlage
11
4
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Spiegel omhoog]
te selecteren en druk op 4.
De spiegel wordt vastgezet
in de opgeklapte stand.
Als u in de afgelopen 30 minuten
de functie Stofalarm hebt gebruikt om
stof te detecteren, wordt de opname die
daarbij is gemaakt op de monitor weergegeven. Reinig de sensor terwijl
u de plaats waar het stof zich heeft vastgezet in het oog houdt.
5
Reinig de CMOS-sensor.
Gebruik een blaasbalgje zonder kwastje
om vuil en stof van de CMOS-sensor
te verwijderen. Bij gebruik van een
blaaskwastje kan het kwastje krassen
veroorzaken op de CMOS-sensor. Veeg
de CMOS-sensor nooit af met een doek.
6
Zet de camera uit.
7
Bevestig het objectief nadat de spiegel weer op zijn
uitgangspositie is gezet.
Sensor reinigen
Annuleren
Spiegel omhoog
Spiegel omhoog en sluiter
open voor sensorreiniging.
Voltooien: camera uit
OK
OK
K-r_OPM_DUT.book Page 331 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
332
Bijlage
11
Optionele accessoires
Voor deze camera zijn verschillende speciale accessoires verkrijgbaar.
Neem contact op met een PENTAX Service Center voor nadere informatie
over accessoires.
Producten met een sterretje (*) zijn producten die ook bij de camera
worden geleverd.
Batterijladerset K-BC109 (*)
(De set omvat batterijlader D-BC109 en een netsnoer.)
Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109 (*)
Netvoedingsadapterset K-AC109
(De set omvat netvoedingsadapter D-AC50, gelijkstroomkoppelstuk
D-DC109 en een netsnoer.)
Hiermee sluit u de camera aan op een stopcontact.
AA-batterijhouder D-BH109
Adapter voor gebruik van vier
AA-batterijen (in de winkel verkrijgbaar).
Accessoires voor netvoeding
De netvoedingsadapter en acculader zijn elk alleen verkrijgbaar als
afzonderlijke kit.
D-BH109
K-r_OPM_DUT.book Page 332 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
333
Bijlage
11
Automatische flitser AF540FGZ
Automatische flitser AF360FGZ
De AF540FGZ en de AF360FGZ
zijn flitsers met functionaliteit voor
Automatisch P-DDL-flitsen met
een maximaal richtgetal van
54 respectievelijk 36 (ISO 100/m).
Bovendien zijn deze flitsers
uitgerust met functies voor slave-
flitsen, flitsen met contrastregelings-
synchronisatie, flitsen met korte-
sluitertijdsynchronisatie, draadloos
flitsen, flitsen met lange-
sluitertijdsynchronisatie en 2e
sluitergordijn-synchronisatie.
Automatische flitser AF200FG
De AF200FG is een automatische flitser
voor P-DDL-flitsen met een maximaal
richtgetal van 20 (ISO 100/m). Deze kan
flitsen met contrastregelingssynchroni-
satie en flitsen met lange-sluitertijdsyn-
chronisatie als de flitser wordt
gecombineerd met een AF540FGZ
of een AF360FGZ.
Flitsertoebehoren
AF540FGZ
AF360FGZ
AF200FG
K-r_OPM_DUT.book Page 333 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
334
Bijlage
11
Automatische macroflitser AF160FC
De AF160FC is een flitssysteem
dat speciaal is ontwikkeld voor
macrofotografie waarmee op korte
afstand zonder schaduwen opnamen
kunnen worden gemaakt van kleine
voorwerpen. Het systeem is compatibel
met bestaande functies voor
Automatisch DDL-flitsen en kan worden
gebruikt met een groot aantal PENTAX-
camera’s door gebruik te maken van
bijgeleverde adapterringen.
Flitsschoenadapter F
G
Verlengsnoer F5P
Flitsschoenadapter F
Gebruik de adapters en snoeren
om de externe flitser op afstand
van de camera te gebruiken.
Flitsschoenklem CL-10
Als u de AF540FGZ of de AF360FGZ
gebruikt als draadloze flitser, wordt deze
grote klem gebruikt om de flitser op een
tafel of een bureau te bevestigen.
AF160FC
Flitsschoenadapter FG
Flitsschoenadapter F
Flitsschoenklem CL-10
K-r_OPM_DUT.book Page 334 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
335
Bijlage
11
Oogschelploep O-ME53
Zoekeraccessoire waarmee tot
ca. 1,18 keer wordt vergroot.
Als de oogschelp wordt aangesloten
op de W met een zoekervergroting
van ca. 0,85 keer, levert dat een
gecombineerde vergroting op van ca.
1,0 keer, wat handmatige scherpstelling
gemakkelijker maakt.
Zoekerloep F
B
Zoekeraccessoire waarmee het
centrale gebied van de zoeker
2× wordt vergroot.
De zoekerloep scharniert, zodat
u het gehele beeld gemakkelijk
kunt weergeven in de zoeker door
de zoekerloep omhoog te klappen.
Hoekzoeker A
Accessoire waarmee het zoekerbeeld
onder een hoek kan worden bekeken.
Klikt in met stappen van 90°.
De zoekervergroting kan worden
ingesteld op 1× of 2×.
Dioptriecorrectielens M
Dit accessoire past de dioptrie aan
en wordt op de zoeker bevestigd.
Als u moeite hebt om het beeld in de
zoeker duidelijk te zien, hebt u de keus
uit acht correctielensadapters M van
–5 tot +3 m
–1
(per meter).
Oogschelp F
Q (*)
ME-zoekerkap
Voor de zoeker
Oogschelploep O-ME53
Zoekerloep FB
Hoekzoeker A
Dioptriecorrectielens M
K-r_OPM_DUT.book Page 335 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
336
Bijlage
11
U kunt opnamen maken binnen 4 m vanaf de voorzijde van de camera.
Afstandsbediening F
Waterdichte afstandsbediening
Remote Control Waterproof O-RC1
Cameratas O-CC84
Camerariem O-ST53 (*)
Draagriem O-ST991
Draagriem O-ST992
Verstelbare draagriem O-ST842
Afstandsbediening
Cameratas/-riem
K-r_OPM_DUT.book Page 336 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
337
Bijlage
11
Gebruik deze set voor het
schoonmaken van de optische
onderdelen van de camera,
bijvoorbeeld de CMOS-sensor
en het objectief.
Dop K voor cameravatting (Body Mount Cap K)
Flitsschoenbeschermer F
K (*)
USB-kabel I-USB7 (*)
AV-kabel I-AVC7
Sensorschoonmaakset Kit O-ICK1
Overig
K-r_OPM_DUT.book Page 337 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
338
Bijlage
11
Foutberichten
Foutbericht Beschrijving
Geheugenkaart vol
De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen
opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een
nieuwe SD-geheugenkaart of verwijder niet-
benodigde opnamen. (p.55, p.86)
Bij de volgende bewerkingen kunnen gegevens
worden opgeslagen.
Het bestandsformaat wijzigen
in JPEG. (p.202)
JPEG-resolutie of JPEG-kwaliteit wijzigen.
(p.200, p.201)
Geen beeld
Er zijn geen opnamen die met
de SD-geheugenkaart kunnen worden
weergegeven.
Deze opname kan niet worden
weergegeven
U probeert een opname weer te geven met een
indeling die niet wordt ondersteund door
deze camera. Mogelijk kunt u de opname
wel weergeven op een camera van een
ander merk of op uw computer.
Geen geheugenkaart
in camera
Er is geen SD-geheugenkaart in de camera
geplaatst. (p.55)
Kaart niet bruikbaar
De geplaatste SD-geheugenkaart is niet
compatibel met deze camera.
Geheugenkaartfout
Er is een probleem met de SD-geheugenkaart,
waardoor het maken en weergeven van
opnamen onmogelijk is. De opnamen kunnen
mogelijk worden weergegeven op een
computer, maar niet met deze camera.
Geheugenkaart is niet
geformatteerd
De door u gebruikte SD-geheugenkaart is niet
geformatteerd of is geformatteerd op een ander
apparaat en is niet compatibel met deze
camera. Formatteer de kaart met deze
camera voordat u ze in gebruik neemt. (p.278)
Geheugenkaart beveiligd
Het schuifje van de schrijfbeveiliging
op de SD-geheugenkaart staat zo ingesteld
dat de SD-geheugenkaart tegen schrijven
beveiligd is. Verschuif het schuifje zodat
de SD-geheugenkaart kan worden
gebruikt. (p.56)
K-r_OPM_DUT.book Page 338 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
339
Bijlage
11
De kaart is elektronisch
vergrendeld
De gegevens worden beschermd
met de beveiligingsfunctie van
de SD-geheugenkaart.
Deze opname kan niet worden
uitvergroot
U probeert een opname uit te vergroten die niet
kan worden uitvergroot.
Deze opname is beveiligd
U probeert een beveiligde opname te wissen.
Maak eerst de beveiliging van de opname
ongedaan. (p.250)
Batterij leeg
De batterij is uitgeput. Plaats een volledig
opgeladen batterij of nieuwe AA-batterijen
in de camera. (p.45)
Onvoldoende batterijvermogen
om Sensor te reinigen
Dit bericht verschijnt tijdens het schoonmaken
van de sensor wanneer de batterijen
onvoldoende stroom leveren. Plaats een
volledig opgeladen batterij of nieuwe AA-
batterijen, of gebruik de netvoedingsadapterset
K-AC109 (optioneel). (p.53)
Onvoldoende batterijvermogen
voor het activeren van
pixeluitlijning
Dit bericht verschijnt tijdens pixeluitlijning
wanneer de batterij onvoldoende stroom
heeft. Plaats een volledig opgeladen batterij
of nieuwe AA-batterijen, of gebruik
de netvoedingsadapterset K-AC109
(optioneel). (p.53)
Beeldmap kon niet
gemaakt worden
Het hoogste mapnummer (999)
en bestandsnummer (9999) zijn gebruikt,
er kunnen geen opnamen meer worden
opgeslagen. Plaats een nieuwe
SD-geheugenkaart of formatteer
de kaart. (p.278)
Kan de opname niet opslaan
De opname kan niet worden opgeslagen
vanwege een fout met de SD-geheugenkaart.
Instellingen niet opgeslagen
De DPOF-instellingen konden niet worden
opgeslagen omdat de SD-geheugenkaart vol is.
Verwijder ongewenste opnamen en stel DPOF
opnieuw in. (p.86)
De bewerking is niet
op correcte wijze voltooid
Het is niet gelukt om de witbalans handmatig
te meten of stof te detecteren op de sensor.
Probeer het opnieuw. (p.211, p.328)
Er kunnen geen nieuwe
beelden worden geselecteerd
U kunt per keer niet 100 of meer
opnamen selecteren voor Index (p.239)
en Kiezen&wissen. (p.246)
Foutbericht Beschrijving
K-r_OPM_DUT.book Page 339 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
340
Bijlage
11
Er kan geen opname
worden bewerkt
Er zijn geen opnamen die kunnen worden
verwerkt met gebruik van de functie Digitaal
filter (p.264) of RAW-ontwikkeling. (p.270)
Deze opname kan niet
worden verwerkt
Wordt weergegeven als u de functie Formaat
wijzigen (p.260), Uitsnijden (p.262), Digitaal
filter (p.264) of RAW-ontwikkeling (p.270)
probeert uit te voeren voor opnamen die
zijn gemaakt met andere camera’s, of als
u probeert de functie Formaat wijzigen
of Uitsnijden te gebruiken voor opnamen
met een minimale bestandsgrootte.
De camera heeft geen
opname gemaakt
Het is niet gelukt een indexafdruk
te maken. (p.239)
Camera oververhit. Live
weergave tijdelijk uit
om elektronica te beschermen
Live weergave kan niet worden gebruikt omdat
de temperatuur in de camera te hoog is. Druk
op de knop 4 en probeer Live weergave
opnieuw in te schakelen als de camera
is afgekoeld.
Kan Live View niet starten
Wordt weergegeven wanneer Live weergave
wordt gestart als [22. Diafragmaring gebruiken]
in het menu [A Pers.instelling 4] ingesteld
is op [Niet toegestaan] en de diafragmaring
van het objectief op een andere positie
ingesteld is dan s, of wanneer een
objectief zonder de positie s wordt gebruikt.
Deze functie is in deze modus
niet beschikbaar
U probeert een functie in te schakelen die
niet beschikbaar is wanneer de opnamestand
ingesteld is op de Picture-stand, de stand
H (Scène) of de stand C (Video).
Foutbericht Beschrijving
K-r_OPM_DUT.book Page 340 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
341
Bijlage
11
Problemen oplossen
In zeldzame gevallen werkt de camera mogelijk niet naar behoren
vanwege statische elektriciteit. Dit kan worden opgelost door de batterij
te verwijderen en terug te plaatsen. Wanneer de spiegel in de opgeklapte
stand blijft staan, verwijder dan de batterij en plaats deze terug.
Vervolgens zal de spiegel worden ingetrokken als de camera opnieuw
aangezet wordt. Als de camera hierna weer naar behoren werkt,
is reparatie niet nodig.
We adviseren u te controleren of u het probleem aan de hand van
de volgende tabel kunt oplossen voordat u contact opneemt met een
servicecentrum.
Probleem Oorzaak Oplossing
De camera
schakelt niet in
De batterij
is niet geplaatst
Controleer of een batterij is geplaatst.
Zo niet, plaats dan een volledig
opgeladen batterij.
De batterij is niet
op de juiste wijze
geplaatst
Controleer of de batterij in de juiste richting
is geplaatst.
Plaats de batterij terug volgens de +/–
symbolen. (p.47, p.48)
De batterij
is bijna leeg
Vervang de batterij door een opgeladen
batterij of gebruik de netvoedingsadapterset
K-AC109 (optioneel). (p.53)
De sluiter kan
niet worden
ontspannen
De diafrag-
maring van het
objectief staat
op een andere
positie dan s.
Zet de diafragmaring op positie s (p.108)
of selecteer [Toegestaan] bij
[22. Diafragmaring gebruiken] in het menu
[A Pers.instelling 4]. (p.325)
De ingebouwde
flitser wordt
opgeladen
Wacht tot het opladen gereed is.
Er is geen vrije
ruimte op de SD-
geheugenkaart.
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen. (p.55, p.86)
Opnemen Wacht tot opslaan gereed is.
K-r_OPM_DUT.book Page 341 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
342
Bijlage
11
De autofocus
werkt niet
Er kan moeilijk
worden scherp-
gesteld op het
onderwerp
De autofocus kan niet goed scherpstellen
op onderwerpen met een laag contrast
(de lucht, witte muren, etc.), donkere
kleuren, ingewikkelde patronen,
onderwerpen die snel bewegen
of landschappen die door een raam
of netpatroon worden gefotografeerd.
Stel scherp op een ander onderwerp
op dezelfde afstand, richt vervolgens
op het onderwerp en druk de ontspanknop
helemaal in. Gebruik anders de handmatige
scherpstelling. (p.139)
Het onderwerp
bevindt zich niet
in het AF-veld
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader
in het midden van de zoeker. Valt het
onderwerp buiten het scherpstelkader, richt
de camera dan op het onderwerp, stel scherp
en vergrendel de scherpstelling (houd de
ontspanknop tot halverwege ingedrukt),
kader het beeld opnieuw uit en druk
de ontspanknop helemaal in. (p.137)
Het onderwerp
is te dichtbij
Neem meer afstand tot het onderwerp
en maak een opname.
Scherpstelfunctie
is ingesteld
op \
Zet de scherpstelfunctieknop op =. (p.127)
De scherp-
stelling kan
niet worden
vergrendeld
[AF-modus]
is ingesteld
op k
Autofocus wordt niet vergrendeld
(scherpstelvergrendeling) als [AF-modus]
ingesteld is op k (ook wanneer bij f
automatisch de instelling k wordt
geselecteerd). De camera blijft scherpstellen
op het onderwerp wanneer de ontspanknop
tot halverwege wordt ingedrukt. Als er een
onderwerp is waarop u wilt scherpstellen,
stel [AF-modus] dan in op l (Eén
opname) en gebruik
de scherpstelvergrendeling. (p.130)
De opnamestand
is ingesteld op \
in de Picture-
stand, of n, l,
R of Y in de
stand H.
Kies voor de opnamestand een andere
instelling dan \ (Bewegend onderw.)
in de Picture-stand, of n
(Podiumbelichting), l (Nachtsnapshot),
R (Kinderen) of Y (Huisdier) in de stand
H (Scène). (p.95)
Probleem Oorzaak Oplossing
K-r_OPM_DUT.book Page 342 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
343
Bijlage
11
Het functie
Belichtings-
geheugen
werkt niet
De sluitertijd
is ingesteld
op h
Stel de sluitertijd in op een andere stand dan
h. (p.117)
De ingebouw-
de flitser
gaat niet af
Wanneer
de flitser
is ingesteld
op C of
C
,
gaat de flitser
niet af als het
onderwerp licht is
Stel de flitser in op b (Handmatig ontsteken)
of D (Handmatig + Anti Rode Ogen). (p.77)
De functiekiezer
is ingesteld op a
Zet de functiekiezer op een andere stand dan
a (Filtser UIT). (p.95)
De stand H
is ingesteld
op A, K, n,
Z, U of E
Stel de stand H (Scène) in op een andere
stand dan A (Nachtopname),
K (Zonsondergang), n (Podiumbelichting),
Z (HDR nachtbeeld), U (Kaarslicht)
of E (Museum). (p.97)
Het power-
zoomsysteem
werkt niet.
De camera
heeft geen
powerzoom-
functie.
Zoom handmatig. (p.76)
De USB-
aansluiting met
een computer
werkt niet naar
behoren
De USB-
aansluitfunctie
is ingesteld
op [PTP]
Stel [USB-aansluiting] in het menu
[R Instellen 2] in op [MSC]. (p.303)
Probleem Oorzaak Oplossing
K-r_OPM_DUT.book Page 343 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
344
Bijlage
11
Shake
Reduction
werkt niet
De functie Shake
Reduction
is uitgeschakeld
Stel [Shake Reduction] in op AAN. (p.147)
De functie Shake
Reduction is niet
correct ingesteld
Stel in het scherm [Inv brandp afstand]
de brandpuntsafstand in als u een
objectief gebruikt dat niet automatisch
objectiefinformatie kan doorgeven. (p.148)
De sluitertijd is bij
het uitzoomen of
het maken van
nachtopnamen te
traag, zodat de
functie Shake
Reduction niet
effectief is.
Schakel [Shake Reduction] uit en gebruik
een statief.
Het onderwerp
is te dichtbij
Beweeg weg van het onderwerp of schakel
de functie Shake Reduction uit en gebruik
een statief.
Probleem Oorzaak Oplossing
K-r_OPM_DUT.book Page 344 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
345
Bijlage
11
Belangrijkste technische gegevens
Modelbeschrijving
Type
Digitale spiegelreflexcamera met DDL-autofocus,
automatische belichting en ingebouwde, uitklapbare
P-DDL-flitser
Objectiefvatting
PENTAX K
AF2-bajonetvatting (AF-koppeling,
objectiefinformatiecontacten, K-vatting met
voedingscontacten)
Compatibel objectief
Objectieven met K
AF3-, KAF2- (powerzoom niet compatibel),
K
AF- of KA-vatting
Beeldopslagunit
Beeldsensor Primair kleurenfilter, CMOS, Grootte: 23,6 × 15,8 (mm)
Effectief aantal pixels Ca. 12,4 megapixels
Totaal aantal pixels Ca. 12,9 megapixels
Stofverwijdering
Behandeling SP-coating en CMOS-sensor met
Stofalarm-functie
Gevoeligheid
(standaarduitvoer)
AUTO/200 t/m 12800 (LW-stappen kunnen worden ingesteld
op 1 LW, 1/2 LW of 1/3 LW), uitbreidbaar van ISO 100 tot
ISO 25600. Tot ISO 1600 in de stand h.
Beeldstabilisator
Type Verschuiving CMOS-beeldsensor
Effectief
correctiebereik
Tot 4 LW (afhankelijk van het gebruikte objectieftype
en de opnameomstandigheden)
Bestandsindelingen
Bestandsindeling RAW (PEF/DNG), JPEG (Exif 2.21), compatibel met DCF2.0
Resolutie
JPEG: E (4288 × 2848 pixels), J (3936 × 2624 pixels),
P (3072 × 2048 pixels), i (1728 × 1152 pixels)
RAW: E (4288 × 2848 pixels)
Kwaliteitsniveau
RAW (12bit): PEF, DNG JPEG: C (Best), D (Beter),
E (Goed), compatibel met gelijktijdig vastleggen van
RAW + JPEG
Kleurruimte sRGB, AdobeRGB
K-r_OPM_DUT.book Page 345 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
346
Bijlage
11
Opslagmedium SD/SDHC-geheugenkaart
Opslagmap
Datum (100_1018, 100_1019...)/PENTX (100PENTX,
101PENTX...)
Zoeker
Type Zoeker met pentaspiegel
Dekking (FOV) Ca. 96%
Vergroting Circa 0,85× (50 mm F1.4 ·
)
Lengte oogafstand
(Eye-Relief)
Circa 19,1 mm (vanaf het kijkvenster), Circa 21,6 mm
(vanaf het midden van het objectief)
Dioptriecorrectie Ca.
-2,5 t/m +1,5 m
1
Scherpstelscherm Natural-Bright-Matte II-scherpstelscherm
Live weergave
Type DDL-methode met gebruik van CMOS-beeldsensor
Scherpstel-
mechanisme
Contrastdetectie + Gezichtsherkenning, Contrastdetectie,
Phase Matching
Scherm
Gezichtsveld circa 100%, Vergrote weergave (stand =:
2×, 4×, 6×/stand \: 2×, 4×, 6×, 8×, 10×), Rasterweergave
(Raster 4 × 4, Gulden snede, Schaal), Waarschuwing heldere/
donkere gebieden, Histogram
LCD-monitor
Type TFT-kleuren-LCD met brede kijkhoek
Grootte 3,0 inches
Punten Circa 921.000 punten
Afstelling Helderheid en kleuren instelbaar
Preview
(Voorbeeld)
Type
Optisch voorbeeld en digitaal voorbeeld (kunnen in het menu
worden toegewezen aan de knop |)
Witbalans
Auto DDL-methode met gebruik van CMOS-beeldsensor
Voorkeuze
Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Neonlicht (D: Daglicht kleuren,
N: Daglicht wit, W: Koel wit licht, L: Warm wit licht), Lamplicht,
Flitser, f, Manueel
K-r_OPM_DUT.book Page 346 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
347
Bijlage
11
Manueel Configuratie met gebruik van het scherm
Fijnafstelling Instelbare stappen van ±7 op A-B-aslijn of G-M-aslijn
Autofocussysteem
Type DDL: autofocus op basis van Phase Matching
Scherpstelsensor
SAFOX IX, 11 punten (9 scherpstelpunten van het kruistype
in het midden)
Helderheidsbereik LW-1 t/m 18 (ISO100)
AF-modus
Auto AF (f), Enkel AF (l), Continu AF (k)
Scherpstelvoorkeuze- of sluitertijdvoorkeuzestand voor l
Scherpstelvoorkeuze- of FPS-voorkeuzestand voor k
Selectie van
AF-punten
Auto: 5 punten, Auto: 11 punten, Selectie, Midden
AF-hulplicht Specifiek AF-hulplicht op basis van LED
Lichtmeting
Type
DDL met open diafragma, meting in 16 segmenten, nadruk
op midden en spotmeting
Belichtingscorrectie LW1 t/m 21,5 (ISO200 · 50 mm F1.4)
Belichtingsfunctie
Auto Picture, Picture mode (Portret, Landschap, Macro,
Bewegend onderw., Portret bij nacht, Filtser UIT)
Scènemodus (Nachtopname, Strand & sneeuw, Eten &
drinken, Zonsondergang, Podiumbelichting, Nachtsnapshot,
HDR nachtbeeld, Kinderen, Huisdier, Kaarslicht, Museum)
* Bij Podiumbelichting, Nachtsnapshot en HDR nachtbeeld
is de bestandsindeling vast ingesteld op JPEG.
Programma, Gevoel. voorkeuze, Sl.tijd voorkeuze, Diafr.
voorkeuze, Manueel, Tijdopname
Belichtingscorrectie
±3 LW (stappen van 1/2 LW of stappen van 1/3 LW kunnen
worden geselecteerd)
Belichtingsgeheugen
Kan in het menu worden toegewezen aan de knop =/L.
(Timermethode: Twee keer de lichtmeettijd die is ingesteld bij
de persoonlijke instellingen), Continu zolang ontspanknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Sluiter
Type Elektronisch geregelde verticale spleetsluiter
Sluitertijd
Auto: 1/6000 t/m 30 sec., Manueel: 1/6000 t/m 30 sec. (stappen
van 1/3 LW of stappen van 1/ 2 LW), Tijdopname
K-r_OPM_DUT.book Page 347 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
348
Bijlage
11
Transportstanden
Selectie van standen
Enkelbeeld, Continu (Hoog, Laag), Zelfontspanner (12s, 2s),
Afstandsbediening (onmiddellijk, 3 sec., continu),
Automatische bracketing (3 beeldjes)
Continuopname
Circa 6 fps, JPEG (E · C · Continu hoog):
tot 25 beeldjes, RAW: tot 12 beeldjes
Circa. 2 fps, JPEG (E · C · Continu Laag):
totdat SD-geheugenkaart vol is, RAW: tot 36 beeldjes
Ingebouwde flitser
Type
Ingebouwde P-DDL-flitser met seriële regeling
GN: circa 16 (ISO200/m), circa 12 (ISO100/m)
Beeldhoek: equivalent aan beeldhoek van een 28 mm-
objectief (35 mm-equivalent)
Flitsinstelling
P-DDL, Anti Rode Ogen, Lange-sluitertijdsynchronisatie,
Synchronisatie met tweede sluitergordijn
Synchronisatie met hoge snelheid en Draadloze synchronisatie
zijn ook beschikbaar met specifieke externe PENTAX-flitser.
Synchronisaties-
nelheid
1/180 sec.
Flitsbelichting-
scorrectie
-2,0 t/m +1,0 LW
Opnamefuncties
Aangepaste opname
Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap, Levendig, Gedempt,
Bleach Bypass, Diapositieffilm, Monochroom
Ruisonderdrukking Ruisond. lange sltrtijd, Ruisond. hoge ISO-wrd
Instelling
Dynamisch bereik
Hooglichtcorrectie, Schaduwcorrectie
Objectiefcorrectie
Vervormingscorrectie, Correctie laterale chromatische
aberratie
Cross-processing Willekeurig, Voorkeuze 1-3, Favoriet 1-3
Digitaal filter
Speels, Retro, Sterk contrast, Kleurextractie, Soft, Sterren,
Fisheye, Aangepast filter
HDR-opname
Auto, stand., Sterk 1, Sterk 2, Sterk 3, functie voor
automatische compositiecorrectie
Dubbelopnamen
Er kunnen 2 tot 9 opnamen worden geselecteerd.
Automatische LW-afstelling beschikbaar.
Intervalopname
Intervalinstelling voor het maken van opnamen (1 sec. t/m
24 uur), Instelling van start interval (onmiddellijk, ingesteld
tijdstip), Maakt maximaal 999 opnamen
K-r_OPM_DUT.book Page 348 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
349
Bijlage
11
Video
Bestandsindeling Motion JPEG (AVI)
Resolutie b (1280 × 720, 16:9, 25 fps), c (640 × 480, 4:3, 25 fps)
Kwaliteitsniveau C (Best), D (Beter), E (Goed)
Geluid Ingebouwde monomicrofoon
Opnametijd
Tot 25 minuten; het opnemen wordt automatisch stopgezet
als de interne temperatuur van de camera te hoog wordt.
Aangepaste opname
Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap, Levendig, Gedempt,
Bleach Bypass, Diapositieffilm, Monochroom
Cross-processing Willekeurig, Voorkeuze 1-3, Favoriet 1-3
Digitaal filter Speels, Retro, Sterk contrast, Kleurextractie, Kleur
Weergavefuncties
Weergavebeeld
Eén enkel beeld, beeldvergelijking, weergave van meerdere
opnamen (4, 9, 16, 36, 81 segmenten), weergave van
vergroting (tot 16×, scrollende en snelle vergroting
beschikbaar), roterend, histogram (Y-histogram, RGB-
histogram), waarschuwing heldere/donkere gebieden,
weergave detail-info, copyrightgegevens, (fotograaf, copyright-
houder), mapweergave, kalenderweergave, diavoorstelling
Wissen
Eén enkele opname wissen, alle opnamen wissen, opnamen
selecteren en wissen, map wissen, opname tijdens
momentcontrole wissen
Digitaal filter
Speels, Retro, Sterk contrast, Schetsfilter, Aquarel, Pastel,
Posterisatie, Miniatuur, Base Parameter Adjustment,
Monochroom, Kleur, Kleurextractie, Soft, Sterren, Fisheye,
Vlak, HDR, Aangepast filter
RAW-ontwikkeling
Bestandsindeling (JPEG), Aangepaste opname, Witbalans,
Gevoeligheid, Ruisond. hoge ISO-wrd, Schaduwcorrectie,
Vervormingscorrectie, Correctie laterale chromatische
aberratie, Kleurruimte
Bewerken
Formaat wijzigen, Bijsnijden (afstelling van verhoudingen
en hoek beschikbaar), Index, Video bewerken (geselecteerde
beeldjes splitsen of wissen), Een JPEG-foto maken van een
video-opname
K-r_OPM_DUT.book Page 349 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
350
Bijlage
11
Aanpassen aan persoonlijke wensen
Persoonlijke
instellingen
22 items
Geheugen
voor standen
13 items
Toewijzingsknop
Knop | (Knop Snelinstelling, Aangepaste opname, Optisch
voorbeeld, Digitaal voorbeeld, Digitaal filter, Cross-processing,
1x voor bestands-form.)
Knop =/L (AF, AE-L)
Tekstformaat stand., Groot
Wereldtijd Instelling wereldtijd voor 75 steden (28 tijdzones)
Language
Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans,
Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch,
Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Traditioneel
Chinees, Vereenvoudigd Chinees en Japans
AF-aanpassing Stappen van ±10, Uniforme afstelling
Copyrightgegevens
Namen van “Fotograaf” en “Copyright-houder” worden
ingesloten in het beeldbestand.
Revisiehistorie kan worden gecontroleerd met
de bijgeleverde software.
Voeding
Batterijtype
Oplaadbare lithium-ionbatterij D-LI109
Met de AA-batterijhouder D-BH109 (optioneel) kunnen
vier AA-batterijen (lithium, oplaadbare Ni-MH, alkaline)
worden gebruikt.
Netvoedingsadapter Netvoedingsadapterset K-AC109 (optioneel)
Levensduur batterij
(Met D-LI109)
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (met 50% gebruik
van de flitser): circa 470 opnamen,
(zonder gebruik van de flitser): circa 560 opnamen
Weergavetijd: circa 300 minuten
(Met AA-lithiumbatterijen)
Aantal opnamen dat kan worden gemaakt (met 50% gebruik
van de flitser): circa 1.000 opnamen,
(zonder gebruik van de flitser): circa 1.600 opnamen
Weergavetijd: circa 620 minuten
* Getest in overeenstemming met de CIPA-norm. Feitelijke
resultaten kunnen variëren al naargelang de
opnamecondities en opnameomstandigheden.
K-r_OPM_DUT.book Page 350 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
351
Bijlage
11
Interfaces
Aansluitpoort USB 2.0 (ondersteunt hoge snelheid) /AV-uitgang
USB-aansluiting MSC/PTP
Videosignaal NTSC, PAL
Infraroodaansluiting Infraroodaansluiting IN/UIT (IrSimple)
Afmetingen en gewicht
Afmetingen
Ca. 125 mm (B) × 97 mm (H) × 68 mm (D) (exclusief
uitstekende delen)
Gewicht
Ca 544 gram (alleen body), Circa 598 gram (inclusief
specifieke batterij en SD-geheugenkaart)
Accessoires
Inhoud van het
pakket
USB-kabel I-USB7, Riem O-ST53, Oplaadbare lithium-
ionbatterij D-LI109, Batterijlader D-BC109, Software (CD-ROM)
S-SW110, <Gemonteerd op de camera> Oogschelp F
Q,
Flitsschoenbeschermer F
K, Dop cameravatting
Software PENTAX Digital Camera Utility 4
K-r_OPM_DUT.book Page 351 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
352
Bijlage
11
Verklarende woordenlijst
AdobeRGB
Kleurruimte aanbevolen door Adobe Systems, Inc. voor commercieel
afdrukken. Breder bereik van kleurreproductie dan sRGB. Dekt het
grootste kleurbereik zodat kleuren die alleen beschikbaar zijn tijdens
afdrukken niet verloren gaan wanneer opnamen op een computer
worden bewerkt. Wanneer opnamen worden geopend in niet-
compatibele software, lijken de kleuren lichter.
AF-punt
Een punt in de zoeker dat bepaalt waarop scherp wordt gesteld. Bij deze
camera kunt u kiezen tussen [Auto], [Selecteren] en [Spotmeting].
Belichtingsbracketing
Voor het automatisch wijzigen van de belichting. Wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt, worden er drie opnamen gemaakt.
De eerste zonder correctie, de tweede wordt onderbelicht
en de derde overbelicht.
Belichtingscorrectie
Proces van het instellen van de opnamehelderheid door de sluitertijd
en/of diafragmawaarde te wijzigen.
Camerabeweging (onscherpte)
Wanneer de camera beweegt terwijl de sluiter open is, ziet de gehele
opname er vervloeid uit. Dit komt vaker voor bij een lange sluitertijd.
Voorkom het bewegen van de camera door de gevoeligheid te verhogen,
de flitser te gebruiken en te werken met een kortere sluitertijd. U kunt
de camera ook op een statief aansluiten. Omdat het risico dat de camera
wordt bewogen, het grootst is wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt,
kunt u bewegingen ook voorkomen met de functie Shake Reduction,
de zelfontspanner of de afstandsbediening.
CMOS-sensor
Fotografisch element dat het licht dat door het objectief binnenkomt
omzet in elektrische signalen waarmee de opname wordt opgebouwd.
K-r_OPM_DUT.book Page 352 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
353
Bijlage
11
DCF (Design rule for Camera File system)
Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd door
de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association).
Diafragma
Het diafragma vergroot of verkleint de lichtstraal (doorsnede)
die het objectief passeert op weg naar de CMOS-sensor.
DNG RAW-bestand
DNG (Digital Negative) RAW is een voor algemene doeleinden bestemde
RAW-bestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems. Na conversie
van opnamen die zijn gemaakt met eigen RAW-bestandsindelingen naar
de DNG-bestandsindeling, neemt de ondersteuning en compatibiliteit
enorm toe.
Donkere gedeelte
Het onderbelichte deel van de opname verliest contrast en lijkt zwart.
DPOF (Digital Print Order Format)
Regels voor het schrijven van informatie op een kaart met opgeslagen
opnamen, met betrekking tot de specifieke opnamen die moeten worden
afgedrukt en het aantal af te drukken exemplaren. U kunt heel eenvoudig
afdrukken laten maken door de kaart naar een fotozaak te brengen die
DPOF-afdrukken maakt.
Dynamisch bereik (D-Range)
Wordt aangeduid met een waarde die uitdrukking geeft aan het
lichtniveau dat op een opname kan worden gereproduceerd.
Dit heeft dezelfde betekenis als de Engelse term “latitude” waarmee
bij analoge fotografie het bereik wordt bedoeld waarin zinvol gebruik
kan worden gemaakt van over- en onderbelichting.
Over het algemeen is het minder waarschijnlijk dat bij een groot
dynamisch bereik in het beeld overbelichte en/of onderbelichte gebieden
optreden, en kan bij een klein dynamisch bereik van alle beeldtonen een
scherp en nauwkeurig beeld worden geproduceerd.
K-r_OPM_DUT.book Page 353 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
354
Bijlage
11
Exif (Exchangeable image file format for digital still camera)
Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd door
de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries
Association).
Histogram
Weergave in grafiekvorm van een gradatiereeks van het donkerste tot het
lichtste punt in een opname. De horizontale aslijn vertegenwoordigt
de helderheid en de verticale aslijn het aantal pixels. Dit is handig als
u het belichtingsniveau van een opname wilt controleren.
ISO-gevoeligheid
Het gevoeligheidsniveau voor licht. Met een hoge gevoeligheid kunnen
opnamen zelfs op donkere plaatsen worden gemaakt met een korte
sluitertijd, waardoor camerabewegingen worden verminderd. Opnamen
met een hoge gevoeligheid zijn echter vatbaarder voor ruis.
JPEG
Methode voor beeldcompressie. Bij deze camera kunt u kiezen tussen
C (Best), D (Beter) en E (Goed). Opnamen die zijn opgeslagen
als JPEG, zijn geschikt voor weergave op een computer of om als bijlage
bij een e-mailbericht te worden verstuurd.
Kleurruimte
Een bepaald kleurbereik uit het spectrum. Bij digitale camera’s wordt
[sRGB] gedefinieerd als de standaard van Exif. Deze camera maakt ook
gebruik van [AdobeRGB], omdat deze een rijkere kleurschakering heeft
dan sRGB.
Kleurtemperatuur
Dit is een beschrijving in getalwaarden van de kleur van de lichtbron
die het onderwerp verlicht. Aangegeven als absolute temperatuur
in Kelvin (K). De kleur van het licht krijgt een blauwachtige kleurzweem
naarmate de kleurtemperatuur hoger wordt, en een roodachtige
kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur lager wordt.
Kwaliteitsniveau
Heeft betrekking op de mate van compressie van een opname.
Hoe minder compressie, des te gedetailleerder de opname wordt.
De opname wordt grover naarmate de compressie toeneemt.
K-r_OPM_DUT.book Page 354 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
355
Bijlage
11
Lichte gedeelte
Het overbelichte deel van een opname verliest contrast en lijkt wit.
Lichtmeting bij automatische belichting
De helderheid van het onderwerp wordt gemeten om de belichting
te bepalen. Kies op deze camera uit [Meervlaks meting], [Center-
weighted Metering] en [Spotmeting].
LW (belichtingswaarde)
De belichtingswaarde wordt bepaald door een combinatie van
diafragmawaarde en sluitertijd.
ND (Neutrale Densiteit)-filter
Filter met veel verzadigingsniveaus, dat de helderheid aanpast zonder
dat dit invloed heeft op de kleurtint van de opname.
NTSC/PAL
Dit zijn video-uitgangssignalen. NTSC wordt voornamelijk gebruikt
in Japan, Noord-Amerika en Zuid-Korea. PAL wordt voornamelijk
gebruikt in Europa en China.
RAW
Uitvoer van onbewerkte opnamegegevens vanuit de CMOS-sensor.
RAW-gegevens zijn nog niet intern door de camera verwerkt. Camera-
instellingen op het moment van de opname, zoals witbalans, contrast,
verzadiging en scherpte, kunnen na het fotograferen voor elk beeldje
worden ingesteld. RAW-gegevens zijn 12-bits gegevens met 16 keer
zoveel informatie als 8-bits JPEG-gegevens. Daardoor zijn rijke
kleurschakeringen mogelijk. Breng RAW-gegevens over naar
uw computer en gebruik de bijgeleverde software om beelden
te creëren met andere instellingen, zoals JPEG.
Resolutie
Drukt de grootte van de opname uit in het aantal pixels. Hoe hoger
het aantal pixels waaruit de opname is opgebouwd, des te groter
de opname wordt.
K-r_OPM_DUT.book Page 355 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
356
Bijlage
11
Ruisonderdrukking
Ruisonderdrukking is een functie voor het verminderen van ruis (ruwheid
of onregelmatigheid in opnamen), veroorzaakt door een lange sluitertijd
of een hoge gevoeligheid.
Scherptediepte
Scherpstelgebied. Dit hangt af van het diafragma, de brandpuntsafstand
van het objectief en de afstand tot het onderwerp. U kunt een kleiner
diafragma (een hogere waarde) kiezen voor meer scherptediepte, of een
groter diafragma (een lagere waarde) voor minder scherptediepte.
Sluitertijd
De tijd dat de sluiter open staat en er licht valt op de CMOS-sensor.
De hoeveelheid licht die op de CMOS-sensor valt kan worden gewijzigd
door de sluitertijd aan te passen.
sRGB (standaard RGB)
Internationale standaard voor kleurruimte, vastgesteld door het IEC
(International Electrotechnical Commission). Deze definieert kleurruimte
voor computerbeeldschermen en wordt ook gebruikt als standaard
kleurruimte voor Exif.
Vignettering
De randen van opnamen worden zwart omdat het door het onderwerp
gereflecteerde licht gedeeltelijk wordt geblokkeerd door de zonnekap
of een filter of wanneer de flitsbundel gedeeltelijk wordt geblokkeerd door
het objectief.
Witbalans
Tijdens het maken van opnamen wordt de kleurtemperatuur
in overeenstemming gebracht met de lichtbron om het onderwerp
de juiste kleur te geven.
K-r_OPM_DUT.book Page 356 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
357
Bijlage
11
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 357 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
358
11
Bijlage
Index
Symbolen
[A Opnamemodus]
Menu .......................... 91, 314
[Q Weergeven]
Menu ................ 229, 276, 317
[R Instellen]
Menu ........................ 276, 318
[A Pers.instelling]
Menu .......................... 93, 319
Q (Weergeven)
-knop ...................... 24, 26, 85
| (Snelinstelling)
-knop .................... 24, 26, 205
mc (Belichtingscorrectie)
-knop .......................... 24, 121
K/i
(Flitser uitklappen/Wissen)
-knop ................ 24, 26, 81, 86
I Auto Picture ........... 71, 96
= Portret ................................ 96
s Landschap ........................ 96
q Macro ................................. 96
\ Bewegend onderwerp ....... 96
. Portretopname bij nacht ... 96
d Blauwe hemel .................. 96
a Flitser UIT .......................... 96
A Nachtopname ................... 97
Q Strand & sneeuw .............. 97
K Eten & drinken ................... 97
K Zonsondergang ............... 97
n Podiumbelichting .............. 97
l Nachtsnapshot .................. 97
Z Nachtopname HDR ......... 97
R Kinderen ............................ 97
Y Huisdier ............................. 97
U Kaarslicht .......................... 97
E Museum ........................... 97
C Video ...............................174
Codering
1x voor bestandsformaat ......206
2e sluitergordijn
-synchronisatie ..........184, 196
A
Aangepast filter
(Digitaal filter) .............163,266
Aangepaste opname ............221
Aanpassen basisparameters
(Digitaal filter) ....................264
Aanpassing van hoge en lage
tonen (Aangepaste
opname) ............................221
Accessoires ..........................332
Actie in de stand a ..............116
AdobeRGB ...................214, 352
= (Autofocus) ....................127
AF160FC ......................189, 334
AF200FG ......................189, 333
AF360FGZ ....................189, 333
AF540FGZ ....................189, 333
AF-aanpassing .....................132
AF-hulplicht ....................22, 132
=/L-knop ..............24, 128
AF-koppeling ..........................22
AF-modus .............................130
AF-punt .........................134, 352
AF-punt weergeven ..............134
Afstandsbediening ................152
Alkalinebatterijen ....................48
Anti Rode Ogen ..............82, 195
Aquarel (Digitaal filter) ..........264
Audiovisueel apparaat ..........252
Auto Picture I ............71, 96
K-r_OPM_DUT.book Page 358 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
359
11
Bijlage
Automatisch roteren
van opnamen ................... 232
Automatisch uitschakelen .... 291
Automatische flits ................... 80
F (Witbalans) ................ 208
c (Diafragmavoorkeuze)
-stand ............................... 112
AV-kabel .............................. 252
B
Basisinstellingen .................... 63
Batterij ...................... 45, 48, 292
Batterijtype ........................... 292
Bedieningsindicatie ................ 35
Bedieningspaneel ............ 29, 39
Beeldtint ............................... 221
Beeldvlak, indicatie ................ 22
Belichting ............................. 100
Belichting vergrendelen ....... 138
Belichtingsbracketing ....122, 352
Belichtingscorrectie ...... 121, 352
Belichtingsfunctie ................. 107
Belichtings-
geheugen ......... 116, 125, 138
Belichtingsstappen ............... 122
Belichtings-
waarschuwing .......... 112, 114
Bestandsindeling ......... 202, 306
Bestandsnummer ................. 290
Bestemmingstijd .................. 280
Beveiligen ............................ 250
Bewegend onderwerp \ ....... 96
Bewolkt (Witbalans) ............. 208
Bijgeleverde software .......... 306
Blauwe hemel d .................. 96
Brandpuntsafstand ............... 148
C
Camerabeweging ................. 352
Catch-in focus ...................... 141
CMOS-sensor ...................... 352
CMOS-sensor reinigen .........327
Computer ..............................301
Continu autofocus ................138
Continu opnamen maken .....155
Continuopname ....................155
Continustand k ...............130
Contrast
(Aangepaste opname) ......221
Contrast-AF ..........................167
Copyrighthouder ...................293
Correctie van de hoge
lichten ...............................215
Cross-processing .................224
f (Witbalans) ..................208
D
Daglicht (Witbalans) .............208
Datum instellen .......................67
Datum toevoegen .................296
Datum wijzigen .....................280
DCF ......................................353
Detail-info, weergave van .......31
Diafragma .....................101, 353
Diafragmaring .......................108
Diafragmavoorkeuze-stand
c .....................................112
Diavoorstelling ......................242
Digitaal filter ..................162, 264
Digitaal voorbeeld .........142, 145
Dioptriecorrectie .....................61
DNG .............................204, 353
Donkere
gebieden .............34, 216, 353
DPOF ...........................295, 353
Draadloos (flitsen) ................192
Draadloze bediening
van de flitser .....................195
Draagriem ...............................44
Dubbelopnamen ...................159
Dynamisch
bereik ................104, 215, 353
K-r_OPM_DUT.book Page 359 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
360
11
Bijlage
E
Eén opname, stand l .... 130
e-knop .............................. 24, 26
e-knop in Programma .......... 109
Eten & drinken K ................... 97
Exif ............................... 293, 354
Externe flitser ....................... 189
F
Faseverschil AF ................... 167
Filter ............................. 162, 264
Filtereffect
(Aangepaste opname) ...... 222
Fisheye (Digitaal filter) ......... 162
Fisheye-filter ........................ 265
Flitsbelichtingscorrectie ......... 84
Flitsen met contrastregelings-
synchronisatie,
stand (flitser) .................... 198
Flitsen met korte-
sluitertijdsynchronisatie,
stand (flitser) .................... 191
Flitser ............................. 77, 181
Flitser (Witbalans) ................ 208
Flitser UIT a .......................... 96
Focuspunt ............................ 352
Formaat wijzigen .................. 260
Formatteren ......................... 278
Fotograafgegevens .............. 293
Foutbericht ........................... 338
Functiekiezer ................... 24, 95
G
Geheugen ............................ 298
Geluid .................................. 173
Geluidssignaal ..................... 279
Gevoeligheid ........................ 102
Gevoeligheidsvoorkeuze
K .................................... 110
Gezichtsherkenning AF ....... 167
H
Half indrukken ........................74
Handmatig flitsen ....................81
Handmatig scherp stellen
\ ....................................139
Handmatige witbalans ..........211
HDR (Digitaal filter) ..............265
HDR-opname .......................217
Heldere gebieden .................215
Heldere/donkere gebieden,
waarschuwing ...................231
Helderheid ............................287
Helderheid aanpassen .........215
Helderheid van de monitor .... 287
Helemaal indrukken ................74
Help ......................................310
Histogram .......................33, 354
Hoofdschakelaar ........24, 26, 62
Hoog dynamisch bereik ........217
Huisdier Y .............................97
Hulpdisplay .....................27, 284
I
Index .....................................239
M knop .................24, 26, 30
Infraroodpoort .........................22
Infraroodtransmissie .............254
Ingebouwde flitser ..................77
Initialiseren ...........................278
Intervalopnamen ...................157
Invoer brandpuntsafstand .....148
IrSimple ................................254
ISO-gevoeligheid ..........102, 354
J
JPEG ............................202, 354
JPEG-kwaliteit ................57, 201
JPEG
opnameresolutie .........57, 200
Juiste belichting ....................100
K-r_OPM_DUT.book Page 360 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
361
11
Bijlage
K
Kaarslicht U .......................... 97
Kalenderweergave ............... 236
Kelvin ........................... 210, 354
Kiezen & wissen .................. 246
Kinderen R ............................ 97
Kleur (Digitaal filter) ..... 163, 265
Kleur aanpassen (Aangepaste
opname) ........................... 222
Kleur van de monitor ............ 288
Kleurextractie
(Digitaal filter) ........... 162, 265
Kleurruimte .................. 214, 354
Kleurtemperatuur ......... 210, 354
Kleurverzadiging (Aangepaste
opname) ........................... 221
Kwaliteits-
niveau ......... 57, 172, 201, 354
L
Lamplicht (Witbalans) .......... 208
Landschap s ........................ 96
Lange
-sluitertijdsynchronisatie ... 182
Laterale chromatische
aberratie ........................... 219
LCD-kleur instellen .............. 288
LED voor lezen van/schrijven
naar kaart ........................... 22
Lichte gebieden ............. 34, 355
Lichtmeetmethode ............... 118
Lichtmeting bij automatische
belichting .......................... 355
Lichtmeting met nadruk
op midden ........................ 119
Lichtmeting, automatisch ..... 118
Lichtmetingstijd .................... 120
Lithiumbatterijen .................... 48
Live weergave ...................... 166
U knop ......................... 24, 169
LW ........................................355
M
a (Manueel)-stand ...............114
Macintosh .............................302
Macro q .................................96
Manueel-stand a .................114
Map wissen ..........................247
Mapnaam .............................289
Mappen aanmaken,
nieuwe ..............................289
Mapweergave .......................235
Mass Storage Class .............304
Matglas .................................140
Meerdere flitsers ...................197
Meervlaks lichtmeting ...........118
Menubediening .......................40
3-knop ...............24, 26, 40
Menupagina’s, weergave .....285
\ (Handmatig
scherp stellen) ..................139
Miniatuur (Digitaal filter) .......264
Momentcontrole ..............73, 286
Monitor ...................................27
Monochroom
(Digitaal filter) ....................265
MSC .....................................304
Museum E ............................97
N
Nachtopname A ....................97
Nachtopname HDRZ ...........97
Nachtsnapshotl ...................97
Namen van steden ...............282
ND (Neutrale Densiteit),
filter ...................................355
Neonlicht (Witbalans) ...........208
Netvoedingsadapter ...............53
Ni-MH oplaadbare
batterijen .............................48
NTSC ............................253, 355
K-r_OPM_DUT.book Page 361 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
362
11
Bijlage
O
Objectief ......................... 59, 323
Objectief
met diafragmaring .... 108, 325
Objectiefcorrectie ................. 219
Objectiefinformatie,
contactpunten ..................... 22
Objectiefontgrendelknop ........ 60
Objectiefvatting, index ........... 22
4-knop ................. 24, 26, 135
Ontgrendelknop
objectief ........................ 22, 24
Ontspanknop ............. 24, 26, 74
Ontwikkeling ........................ 270
Oogschelp .............................. 61
Opladen ................................. 45
Opnamegegevens ................. 28
Opnamen continu
weergeven ........................ 242
Opnamen maken met
daglichtsynchronisatie ........ 83
Opnamen vergelijken ........... 238
Opnamen vergelijken
in een duel ........................ 257
Opnameresolutie ........... 57, 200
Opnamestand ........................ 95
Opslagcapaciteit .................... 58
Optionele accessoires ......... 332
Optisch voorbeeld ........ 142, 144
P
e (Programma)-stand ......... 108
PAL .............................. 253, 355
Pastel (Digitaal filter) ............ 264
PC/AV-aansluiting ................ 252
P-DDL (flitser) ...................... 195
P-DDL Auto (Flitsen) ............ 190
PEF ...................................... 204
PENTAX Digital Camera
Utility 4 ............................. 306
Picture Transfer Protocol ......304
Picture-stand ..........................96
Pixels ....................................200
Pixeluitlijning .........................297
Podiumbelichting n ...............97
Portret = ................................96
Portretopname bij nacht . ....96
Posterisatie (Digitaal filter) ...264
Productregistratie .................311
Programma-stand e ............108
PTP ......................................304
R
Raster weergeven ................168
Raster-weergave ..................168
RAW .............................202, 355
RAW-ontwikkeling ................270
Reset ....................................321
Resolutie ..............................355
Resterende
opslagcapaciteit ..................52
Retro (Digitaal filter) .....162, 264
Richtingsknoppen .....38, 90, 314
Roteren .................................245
Ruisonderdrukking ...............356
Ruisonderdrukking
bij hoge ISO ......................104
Ruisonderdrukking
bij lange sluitertijd .............106
Ruisreductie .........................104
S
Schaduw (Witbalans) ...........208
Schaduwcorrectie .................216
Scherp stellen .......................127
Scherpstelfunctieknop ....24, 127
Scherpstelgebied ..................134
Scherpstelindicatie .........72, 139
Scherpstelinstelling ..............127
Scherpstelling
vergrendelen .....................137
K-r_OPM_DUT.book Page 362 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
363
11
Bijlage
Scherpstelpunt ..................... 134
Scherpte
(Aangepaste opname) ...... 221
Scherptediepte ............. 102, 356
Schetsfilter (Digitaal filter) .... 264
Schrijfbeveiliging .................... 56
H (Scène)-modus ............... 97
SD-geheugenkaart ................. 55
Sensor reinigen .................... 330
Shake Reduction ......... 146, 173
Sluitertijd ...................... 100, 356
Sluitertijdvoorkeuze-stand
b ..................................... 111
Snelinstelling-knop ... 24, 26, 205
Soft (Digitaal filter) ....... 162, 265
Software installeren ............. 306
Speels
(Digitaal filter) ........... 162, 264
Spel ...................................... 257
Spiegel omhoog klappen ..... 330
Spiegel omhoog
vergrendelen .................... 150
Spotmeting ........................... 119
sRGB ........................... 214, 356
Standaardinstellingen .......... 314
Statusscherm ......................... 28
Statusweergave ................... 286
Sterk contrast
(Digitaal filter) ........... 162, 264
Sterren
(Digitaal filter) ........... 162, 265
Stof verwijderen ................... 327
Stofalarm ............................. 328
Strand & sneeuw Q .............. 97
K
(Gevoeligheidsvoorkeuze) ... 110
T
Taalinstelling .................. 63, 283
Tekstformaat ........................ 284
Thuistijd ............................... 280
Tijdopname ...........................117
Tint (Aangepaste opname) ...221
Transmissiemethode ............255
Transportfunctie .....................90
TV .........................................252
b (Sluitertijdvoorkeuze)
-stand ................................111
U
Uitsnijden ..............................262
USB-aansluitfunctie ..............303
USB-aansluiting ....................303
V
Vergrendelen
van de belichting ...............125
Vergrendelen
van de scherpstelling ........137
Verhoudingen .......................262
Vervorming ...........................219
Video ....................................172
Video weergeven ..................176
Video-opnamen bewerken .... 178
Video-uitgangssignaal ..........253
Vierwegbesturing
(2345) .....................24, 26
Vignettering ..........................356
Vlak (Digitaal filter) ...............265
Voeding ..................................62
Voorbeeld .............................142
W
Weergave van meerdere
opnamen ...........................234
Weergavekleur .....................286
Weergavepalet .............228, 317
Weergavetaal .................63, 283
Weergavetijd ..........................52
Weergeven .............................85
Wereldtijd .............................280
Windows ...............................302
K-r_OPM_DUT.book Page 363 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
364
11
Bijlage
Wissen ........................... 86, 246
Wissen van alle opnamen .... 249
Wissen van één enkele
opname .............................. 86
Witbalans ..................... 208, 356
Z
Zelfontspanner ..................... 150
Zoeker .............................. 36, 61
Zonsondergang K ............... 97
Zoomen, snel ....................... 231
Zoomobjectief ........................ 76
Zoomweergave .................... 233
K-r_OPM_DUT.book Page 364 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
365
11
Bijlage
MEMO
K-r_OPM_DUT.book Page 365 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
366
11
Bijlage
GARANTIEBEPALINGEN
Alle PENTAX-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële
importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn
tegen materiaal- en/of fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur
van twaalf maanden na aankoopdatum. Tijdens die periode worden
onderhoud en reparaties kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat
de apparatuur niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe behandeling,
inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van batterijen of door
chemische inwerking, gebruik in strijd met de bedieningsvoorschriften,
of wijzigingen aangebracht door een niet-erkende reparateur. De fabrikant
of zijn officiële vertegenwoordiger is niet aansprakelijk voor enige reparatie
of verandering waarvoor geen schriftelijke toestemming is verleend
en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van vertraging
en gederfd gebruik voortvloeiend uit indirecte schade van welke aard dan
ook, of deze nu veroorzaakt wordt door ondeugdelijk materiaal, slecht
vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat
de verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger
onder alle omstandigheden beperkt blijft tot het vervangen van onderdelen
als hierboven beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet
door een officieel PENTAX-servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet
vergoed.
Handelwijze tijdens de garantieperiode
Een PENTAX-apparaat dat defect raakt gedurende de garantieperiode
van 12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar waar
het toestel is gekocht, of aan de fabrikant. Als in uw land geen
vertegenwoordiger van de fabrikant gevestigd is, zendt u het apparaat
naar de fabriek met een internationale antwoordcoupon voor de kosten
van de retourzending. In dit geval zal het vrij lang duren voordat
het apparaat aan u kan worden geretourneerd, als gevolg van
de ingewikkelde douaneformaliteiten. Wanneer de garantie op het
apparaat nog van kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd
en zullen de onderdelen gratis worden vervangen, waarna het apparaat
aan u wordt teruggezonden. Indien de garantie verlopen is, wordt het
normale reparatietarief in rekening gebracht. De verzendkosten zijn voor
rekening van de eigenaar. Indien uw PENTAX gekocht is in een ander
land dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten
verrichten, kunnen de normale kosten in rekening worden gebracht door
K-r_OPM_DUT.book Page 366 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
367
11
Bijlage
de vertegenwoordigers van de fabrikant in dat land. Indien
u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek terugzendt, wordt de reparatie
desalniettemin uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De verzend-
en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening van de eigenaar.
Om de aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, dient u het
garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende ten minste
één jaar te bewaren. Voordat u uw camera voor reparatie opstuurt, dient
u zich ervan te vergewissen dat u de zending inderdaad heeft
geadresseerd aan de fabrikant. Vraag altijd eerst een prijsopgave. Pas
nadat u zich hiermee akkoord hebt verklaard, geeft u het servicecentrum
toestemming de reparatie uit te voeren.
Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op de wettelijke
rechten van de klant.
De plaatselijke garantiebepalingen van PENTAX-distributeurs
in sommige landen kunnen afwijken van deze garantiebepalingen.
Wij adviseren u daarom kennis te nemen van de garantiekaart
die u hebt ontvangen bij uw product ten tijde van de aankoop,
of contact op te nemen met de PENTAX-distributeur in uw land
voor meer informatie en voor een kopie van de garantiebepalingen.
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor conformiteit met
richtlijnen van de Europese Unie.
K-r_OPM_DUT.book Page 367 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking
van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen
1. In de Europese Unie
Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde documenten
duiden erop dat gebruikte elektrische en elektronische apparatuur
en batterijen niet bij het gewone huisvuil mogen worden verwerkt.
Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur en batterijen
moeten afzonderlijk en in overeenstemming met de bestaande
wetgeving worden behandeld.
Deze wetgeving vereist dat deze producten op de voorgeschreven
wijze worden ingezameld en hergebruikt. Huishoudens binnen
de EU kunnen hun gebruikte elektrische/elektronische producten
en batterijen kosteloos inleveren bij inzamelpunten*.
In sommige landen nemen ook winkeliers uw oude product
in als u een vergelijkbaar nieuw product koopt.
*Neem voor meer bijzonderheden contact op met
de plaatselijke instanties.
Als u zich op de juiste wijze van dit product ontdoet, dan draagt
u ertoe bij dat het afval op de juiste wijze wordt behandeld
en hergebruikt en dat geen schade optreedt aan het milieu
of de gezondheid.
2. In andere landen buiten de EU
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als
u zich van deze items wilt ontdoen, neem dan contact op met
de lokale overheid of een dealer om te vragen naar de juiste
methode voor afvalverwerking.
In Zwitserland kan gebruikte elektrische/elektronische
apparatuur gratis teruggebracht worden naar de detaillist, zelfs
wanneer u geen nieuw product koopt. Andere verzamelpunten
vindt u op de website www.swico.ch
of www.sens.ch.
Opmerking over het batterijsymbool (onderste twee
symboolvoorbeelden): dit symbool kan zijn gebruikt
in combinatie met een aanduiding voor het gebruikte
chemische element of de chemische samenstelling.
In dat geval dient u de regeling van de richtlijn voor
de betrokken chemische stoffen na te leven.
OPKR00105-DUT
K-r_OPM_DUT.book Page 368 Wednesday, September 29, 2010 11:15 AM
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Pentax-K-r

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Pentax K-r bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Pentax K-r in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 21,36 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Pentax K-r

Pentax K-r Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 382 pagina's

Pentax K-r Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 1 pagina's

Pentax K-r Gebruiksaanwijzing - English - 353 pagina's

Pentax K-r Gebruiksaanwijzing - English - 1 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info