6
7
Het gebruik
Gerechten bereiden direkt op de plaat
De braadplaat is ideaal te gebruiken als
contactgrill.
Omdat het glas geribbeld is, plakt het vlees
niet vast aan de plaat.
Steaks of karbonades kunt u direct op de plaat
leggen zonder boter of vet te gebruiken.
Gebruik regelknop
De braadplaat is uitgevoerd met een
regelknop met 11 standen (fig. 13).
Het gebruik
knopaanduiding
dicht
grote vlam
kleine vlam
Ontsteking
Draai de bedieningsknop naar de gewenste
positie tussen vol-open en de kleinstand. Druk
de bedieningsknop in. De brander ontsteekt.
■ Ontsteekt de brander niet, controleer dan:
– of de dop goed op de brander ligt;
– of de brander droog en schoon is.
Pannen voor de gaskookplaat
Wij adviseren u de onderstaande
panbodemdiameters bij de desbetreffende
branders te gebruiken voor een zo gunstig
mogelijk gasverbruik!
Panbodemdiameter
grote brander min. 24 cm
kleine brander min. 20 cm
Altijd een deksel gebruiken
Bij het koken zonder deksel of met een
verschoven deksel wordt onnodig veel
energie verspild. Schone pannen nemen ook
veel beter de warmte op.
Ventilatie
Zorg tijdens het koken voor voldoende
ventilatie in uw keuken. Dit is noodzakelijk
voor een veilige werking van uw
gaskookplaat. Bovendien zorgt dit voor de
afvoer van warmte en damp.
Zet daarom tijdens het koken de afzuigkap
aan of open een raam.
DOMINO
Braadplaat
Gaskookplaat
Gebruik regelknop
De elektrische kookplaat is uitgevoerd met
een regelknop met 6 standen (fig. 10).
Stand 6
■ Aan de kook brengen van alle gerechten.
Het slinken van bladgroenten. Aanbraden
vlees. Bakken van biefstuk, vis en
aardappelen.
Stand 5
■ Bakken van flensjes, dunne pannenkoeken,
wentelteefjes. Frituren.
Stand 4
■ Bakken van pannenkoeken, drie-in-de-pan.
Stand 3
■ Doorbakken van gepaneerde vis en klein
vlees. Doorbraden groot vlees. Fruiten van
uien.
Stand 2
■ Doorkoken van gerechten (kooktijd langer
dan 10 min.). Groenten smoren. Ontdooien
diepvries bladgroenten.
Stand 1
■ Bouillon trekken. Vlees stoven. Warm
houden. Doorkoken van soep, rijst, pap
(kleine hoeveelheden).
Stand 0
■ Doorkoken van gerechten met een kooktijd
korter dan 10 min., nadat het gerecht eerst
op een hogere stand aan de kook is
gebracht.
Pannen voor elektrische en
keramische kookplaten
De beste bodemdikte is:
Bij roestvrijstalen pannen 4-6 mm.
Bij staal/emaille pannen 2-3 mm.
■ De diameter van de panbodem moet de
kookzone volledig bedekken (fig. 11).
■ De bodem van de koude pan moet
enigszins naar binnen getrokken zijn, want
bij verhitting van de pan volgt uitzetting van
de bodem en sluit de pan goed aan op het
kookzonevlak en wordt de warmte optimaal
doorgegeven (fig. 12).
■ Pannen waarmee reeds eerder op een
gaskookplaat is gekookt, zijn vaak niet
meer geschikt voor elektrisch koken. Zorg
dat de panbodem én kookplaat droog zijn,
dit voorkomt roestvorming. Gebruik altijd
een deksel tijdens het koken in verband
met energieverlies.
DOMINO