25
NL
De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
8.3 Bougie (fig. 13-14)
Controleer de bougie voor het eerst na 20
bedrijfsuren op vervuiling en reinig haar, indien
nodig, m.b.v. een koperen draadborstel.
Daarna de bougie om de 50 bedrijfsuren
onderhouden.
Trek er de bougiestekker (fig. 13) met een
draaiende beweging af.
Verwijder de bougie (fig. 14/D) m.b.v. de
bijgaande bougiesleutel (25).
De assemblage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
8.4 Olie verversen, oliepeil controleren
(telkens vóór gebruik)
Het is aan te bevelen de motorolie bij warme
motor te verversen.
Gebruik enkel motorolie (15W40).
Generator op een gepaste onderlaag
lichtjes schuin tegen de olieaftapplug (8)
afzetten.
Olievulplug (7) openen.
Olieaftapplug opendraaien en de warme
motorolie in een gepaste opvangbak
aflaten.
Nadat al de afgewerkte olie is weggelopen
de olieaftapplug terug dichtdraaien en
generator opnieuw horizontaal opstellen.
Verse motorolie ingieten tot het bovenste
merk van de oliepeilstok is bereikt (ca. 0,6
l).
Let op: oliepeilstok (olievulplug) voor het
controleren van het oliepeil niet indraaien
maar slechts tot aan de schroefdraad
insteken.
U dient zich naar behoren van de
afgewerkte olie te ontdoen.
8.5 Automatische uitschakeling bij
oliegebrek
Deze beveiliging reageert als er te weinig
motorolie aanwezig is. De motor kan in dit geval
niet worden gestart of wordt na korte tijd
automatisch afgezet. Herstarten kan pas na het
bijvullen van motorolie (zie punt 8.4).
8.6 Voorbereiding voor het opbergen
Waarschuwing: verwijder de benzine niet in
gesloten ruimten, in de buurt van vuur of tijdens
het roken. Gasdampen kunnen ontploffingen of
brand veroorzaken.
Maak de benzinetank met een
benzinezuigpomp leeg.
Start de motor en laat hem draaien tot de
resterende benzine is verbruikt.
Ververs de olie telkens aan het einde van
het seizoen. Te dien einde de afgewerkte
motorolie uit de warme motor verwijderen
en verse olie ingieten.
Verwijder de bougie (fig. 14/pos. D). Giet
ca. 20 ml olie de cilinder in m.b.v. een
oliekan. Haal de starttrekkabel langzaam
door zodat de olie de cilinder binnen
beschermt. Draai de bougie er weer in.
Maak het hele toestel schoon om de lakverf
te beschermen.
Bewaar het toestel op een goed verluchte
plaats.
8.7 Voorbereiding voor het transport
Maak de benzinetank met een
benzinezuigpomp leeg.
Laat de motor draaien tot al de resterende
benzine verbruikt is.
Verwijder de motorolie uit de warme motor.
Verwijder de bougiestekker (fig. 13) van de
bougie.
Beveilig het toestel tegen wegglijden b.v.
door middel van spanriemen.
8.8 Bestellen van wisselstukken
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken de
volgende gegevens te vermelden:
type van het toestel
artikelnummer van het toestel
identnummer van het toestel
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info