538525
143
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/160
Pagina verder
Inhoudsopgave
Snelle taakindex
1.
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
2. Fotograferen met de zoeker
3. Fotograferen met live view
4. Foto’s en films bekijken
5. Basisbewerkingen
6. Opnameopties gebruiken
7. Menufuncties
8.
Camera aansluiten op een
smartphone
9.
De camera aansluiten op een
computer en een printer
10. Batterij, batterijlader en kaart
11. Verwisselbare lenzen
12.
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
13. Informatie
14. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera
gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange
gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat
u hem ook later nog eens kunt raadplegen.
Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te
maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel
vervaardigd en kunnen op kleine punten afwijken van het toestel dat u in handen hebt.
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op firmwareversie 1.0 voor deze camera. Als er
aanvullingen op en/of wijzigingen van functies hebben plaatsgevonden vanwege een firmware-
update voor de camera, kan de inhoud afwijken. Kijk voor de meest actuele informatie op de
Olympus-website.
Gebruiksaanwijzing
DIGITALE CAMERA
Registreer uw product op www.olympus.eu/register-product en ontvang extra voordelen van Olympus!
2
NL
Inhoudsopgave
Snelle taakindex 6
Het uitpakken van de doos ..........8
De camera gereedmaken
en opeenvolgende
handelingen 10
Namen van onderdelen ..............10
De batterij opladen en
plaatsen ....................................... 12
Kaarten plaatsen en
verwijderen .................................13
Een lens op de camera
bevestigen ...................................14
Camera inschakelen...................15
Datum en tijd instellen ...............16
Een opnamemethode
selecteren ....................................17
Een opnamemethode
selecteren ....................................18
Fotograferen met
de zoeker 19
Fotograferen ...............................19
Stilstaande beelden opnemen
... 19
Films opnemen .........................21
Opnamefuncties instellen ..........23
De multifunctionele knop
gebruiken .................................. 23
Het superbedieningspaneel
gebruiken .................................. 24
Fotograferen met live view 25
Fotograferen ...............................25
Stilstaande beelden opnemen
... 25
Films opnemen .........................26
Het aanraakscherm gebruiken ...28
Een focusmethode selecteren ...28
De draadloze LAN-functie
gebruiken .................................. 28
Opnamefuncties instellen ..........29
Livegidsen gebruiken................29
Live control gebruiken ...............31
Foto's en lms bekijken 32
Foto's en lms bekijken .............32
Indexweergave/
kalenderweergave ....................32
Stilstaande beelden bekijken ....33
Films bekijken ...........................33
Volume......................................33
Beelden beveiligen ...................33
Beelden wissen ........................34
Beelden selecteren ...................34
Het aanraakscherm gebruiken
...35
Beelden selecteren
en beveiligen ............................35
Basisbewerkingen 36
Informatiedisplays tijdens het
maken van foto's ........................36
Zoekerdisplay tijdens het maken
van foto's met de zoeker ..........36
Monitorscherm bij het
fotograferen met live view.........37
Het informatiedisplay
omschakelen ............................38
De fotografeerstanden
gebruiken ....................................39
'Richten en fotograferen'
(stand P) ..................................39
Het diafragma instellen (diafragma-
voorkeuzestand A)
...................40
Inhoudsopgave
3
NL
Inhoudsopgave
De sluitertijd instellen
(sluitertijdvoorkeuzestand S) ....41
Het diafragma en de
sluitertijd instellen
(handmatige stand M) ..............42
Filmstand gebruiken
(n) .........43
Effecten toevoegen aan een
lm [Movie Effect] .....................44
PHOTO STORY gebruiken .......45
Opnemen met een
motiefprogramma .....................47
Kunst lters gebruiken ...............49
Veel gebruikte opnameopties ....50
De belichting regelen
(belichtingscorrectie) ................50
De helderheid van licht- en
schaduwpartijen wijzigen ..........50
De belichting vasthouden
(AE Lock) ..................................50
Een scherpstelkader selecteren
(AF-gebied)...............................51
Het AF-kader instellsen ............51
Gezichtsprioriteit-AF/
pupilherkenning-AF ..................52
Zoomkader-AF/zoom-AF ..........53
Kleur regelen (Color Creator) ...54
De beeldverhouding instellen ...54
Informatiedisplay tijdens de
weergave .....................................55
Informatie weergavebeeld ........55
Het informatiedisplay
omschakelen ............................55
Het informatiedisplay van de
weergave veranderen ...............56
Weergegeven beelden
bewerken ..................................57
Opnameopties gebruiken 60
Camerabewegingen beperken
(beeldstabilisator) .....................60
Verwerkingsopties
(beeldeffecten) ..........................62
Kleur aanpassen (witbalans) ....63
Repeterende opnamen/de
zelfontspanner gebruiken .........65
Effecten toevoegen aan
een lm .....................................66
Kwaliteit van de opname
(beeldkwaliteit)..........................67
Een itser gebruiken
( itserfotogra e)........................68
Uitgangsvermogen van de its
aanpassen (regelen van de
itssterkte) ................................70
Kiezen hoe de camera de
helderheid meet (meting)..........71
Een scherpstelstand selecteren
(AF-stand).................................72
ISO-gevoeligheid ......................73
Opties voor lmgeluid
(geluid opnemen met lms) ......73
Menufuncties 74
Basismenubewerkingen ............74
Fotografeermenu 1/
fotografeermenu 2 gebruiken ....75
De kaart formatteren.................75
Standaardinstellingen
herstellen (Reset/Myset)...........76
Verwerkingsopties
(beeldeffecten) ..........................77
Beeldkwaliteit (K) ..................78
De zelfontspanner instellen
(j/Y) ..................................... 78
Variërende instellingen bij een
reeks foto's (bracketing) ...........79
HDR-fotogra e..........................81
Meerdere belichtingen opnemen
in één beeld (meervoudige
belichting) .................................82
Automatisch opnamen maken
met vaste intervallen (time
lapse-fotograferen) ...................83
Flitserfotogra e met draadloze
afstandsbediening ....................84
Digitale zoom (digitale
teleconverter)............................84
4
NL
Inhoudsopgave
Het weergavemenu gebruiken
... 85
Geroteerde beelden
weergeven (R) .......................85
Foto's bewerken .......................85
Alle beveiligingen annuleren.....87
Het instelmenu gebruiken .........88
X (Datum/tijd instellen) ............88
W (Taal voor de monitor
wijzigen)....................................88
i (Helderheid van de monitor
aanpassen) ............................... 88
Rec View ..................................88
Wi-Fi Settings ...........................88
c Menu Display .......................88
Firmware...................................88
De custom-menu's gebruiken ...89
R AF/MF ..................................89
S Button/Dial ...........................90
T Release/j .........................90
U Disp/8/PC ..........................91
V Exp/p/ISO ..........................92
W # Custom ............................93
X K/Color/WB ....................... 94
Y Record/Erase .......................95
Z Movie ...................................96
b Built-In EVF ..........................96
k
K Utility ..............................97
AEL/AFL ...................................97
MF Assist ..................................98
Button Function ........................99
Camerabeelden weergeven
op een televisie.......................101
De weergave van de
bedieningspanelen kiezen ......103
Informatieschermen
toevoegen ............................... 105
Sluitertijden als de its
automatisch ontsteekt.............106
Camera aansluiten op een
smartphone 107
Uw camera instellen voor
draadloze LAN-verbinding
(Wi-Fi-instellingen) ...................107
Beelden selecteren die u wilt
delen (Share Order) ..................108
Aansluiten op een
smartphone ............................... 109
De camera bedienen via uw
smartphone ...............................110
Positiegegevens aan beelden
toevoegen .................................110
De tijd en datum op uw
camera met uw smartphone
synchroniseren ....................... 110
Positiegegevens van de
smartphone aan beelden
toevoegen ...............................110
De camera aansluiten op een
computer en een printer 111
OLYMPUS Viewer 3
installeren ................................. 111
Foto's naar een computer
kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3 ..................113
Direct printen (PictBridge) .......114
Eenvoudig printen...................114
Printen volgens de speci catie
van de klant ............................115
Printreservering (DPOF) ..........116
Een printorder maken .............116
Alle of geselecteerde foto's uit
het printorder verwijderen .......117
5
NL
Inhoudsopgave
Batterij, batterijlader
en kaart 118
Batterij en oplader ....................118
Uw oplader in het buitenland
gebruiken ..................................118
Toepasbare
geheugenkaarten ...................... 119
Beeldkwaliteit en
bestandsgrootte/het
aantal foto's dat kan
worden opgeslagen ..................120
Verwisselbare lenzen 121
M.ZUIKO DIGITAL
lensspeci caties .....................121
Afzonderlijk verkochte
toebehoren gebruiken 125
Externe itsers die werd
ontworpen voor gebruik met
deze camera ..............................125
Flitserfotogra e met draadloze
afstandsbediening ..................125
Andere externe itsers ............127
Belangrijkste accessoires .......128
Systeemoverzicht ..................... 130
Informatie 132
Fotografeertips
en -informatie ............................132
Foutcodes .................................134
De camera schoonmaken en
opbergen ...................................136
Reinigen van de camera.........136
Opslag ....................................136
Reinigen en controleren van
het beeldopneemelement .......136
Pixel Mapping – Controleren van
de beeldbewerkingsfuncties ...137
Menulijst .................................... 138
Speci caties .............................144
VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN 147
VEILIGHEIDS-
MAATREGELEN ........................147
Index 157
6
NL
Snelle taakindex
Fotograferen
g
Foto's maken met automatische
instellingen
iAUTO (A)
17
Eenvoudige fotogra e met speciale
effecten
Kunst lter (ART)49
Een breedte-hoogteverhouding kiezen
Aspect ratio 54
Instellingen snel aanpassen aan het
motief
Motiefprogramma (SCN)47
Eenvoudig professioneel fotograferen
Live Guide 29
De helderheid van een foto aanpassen
Belichtingscorrectie 50
Foto's maken met een onscherpe
achtergrond
Live Guide 29
Diafragmavoorkeuze 40
Foto's maken die het bewegende
onderwerp stoppen of een gevoel
van beweging geven
Live Guide 29
Sluitertijdvoorkeuze 41
Foto's maken met de juiste kleur
Witbalans 63
Witbalans met één knop 64
Foto's verwerken overeenkomstig het
onderwerp/Monotint-foto's maken
Picture Mode 62
Kunst lter (ART)49
Wanneer de camera niet kan
scherpstellen op uw onderwerp/
scherpstellen op één gebied
Het aanraakscherm
gebruiken
28
AF-veld 51
Zoomkader-AF/zoom-AF 53
Scherpstellen op een klein punt in het
beeld/scherpstelling controleren voor
het fotograferen
Zoomkader-AF/zoom-AF 53
Foto's opnieuw kadreren na het
scherpstellen
C-AF+TR (AF Tracking) 72
De pieptoon uitschakelen
8 (Piepgeluid)
92
Foto's maken zonder itser
ISO/DIS-modus 73/47
Camerabewegingen beperken
Image Stabilizer 60
Anti-Shock z
93
Zelfontspanner 65
Afstandsbedieningskabel 128
Foto's maken van een onderwerp
met tegenlicht
Gebruik van de itser 68
Gradatie (Fotomodus) 77
Vuurwerk fotograferen
Bulb-/tijdfotogra e42
Live composietfotogra e42
Motiefprogramma (SCN)47
Beeldruis verminderen (marmering)
Noise Reduct. 92
Snelle taakindex
7
NL
Snelle taakindex
Foto's maken zonder te witte wittinten of
te donkere zwarttinten
Gradatie (Fotomodus) 77
Histogram/
Belichtingscorrectie
38/50
Lichte/donkere delen 50
De monitor optimaliseren/
de monitorschakering aanpassen
Helderheid van monitor
aanpassen
88
Live View Boost 91
Ingesteld effect controleren voor u een
foto maakt
Preview-functie 99
Test Picture 99
De horizontale of verticale
afbeeldingsrichting controleren
voor opname
Level gauge 38
Fotograferen met doelbewuste
compositie
Displayed Grid 91
Inzoomen op foto's om de scherpstelling
te controleren
Autoq (Rec View)
88
Zelfportretten
Zelfontspanner 65
Repeterende opnamen
Repeterende opnamen 65
Gebruiksduur van de batterijen verlengen
Sleep 92
Het aantal foto's dat gemaakt kan
worden, verhogen
Beeldkwaliteit 67
Weergave/herwerken
g
Beelden bekijken op een televisie
HDMI/Video uit 91
Weergave op een televisie 101
Diashows met achtergrondmuziek
bekijken
Diashow 59
Schaduwpartijen lichter maken
Shadow Adj (JPEG Edit) 86
Rode ogen verhelpen
Redeye Fix (JPEG Edit) 86
Eenvoudig printen
Direct printen 114
Commerciële prints
Een printorder maken 116
Makkelijk beelden delen/
Aansluiten op een smartphone/
De draadloze LAN-functie van de
camera gebruiken
Camera aansluiten op een
smartphone
107
Camera-instellingen
g
Standaardinstellingen herstellen Reset 76
Instellingen opslaan
Myset 76
Taal voor de monitor wijzigen
W
88
8
NL
Het uitpakken van de doos
Het uitpakken van de doos
Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd.
Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de verkoper
waarvan u de camera hebt gekocht.
Camera Beschermkap van
de camera
Camerariem USB-kabel
CB-USB6
Cd-rom met computersoftware
• Gebruiksaanwijzing
• Garantiekaart
Lithium-ionbatterij
BLS-5
Lithium-ionoplader
BCS-5
Indicaties die in deze handleiding gebruikt worden
In deze handleiding worden overal de volgende symbolen toegepast.
#
Let op
Belangrijke informatie over factoren die tot storingen of
problemen bij de bediening kunnen leiden. Daaronder ook
waarschuwingen voor handelingen die u absoluut dient te
voorkomen.
$
Opmerkingen
Aandachtspunten bij het gebruik van de camera.
%
Tips
Handige informatie en tips voor een optimaal gebruik van
uw camera.
g
Verwijzingen naar pagina's met details of relevante informatie.
9
NL
Het uitpakken van de doos
Camerariem bevestigen
Om te helpen voorkomen dat de camera valt, moet u de riem bevestigen zoals
hieronder aangegeven.
1
Maak het uiteinde van de riem los en zorg dat hij losser komt te zitten in
de gesp.
2
Breng de camerariem aan in de richting van de pijlen.
2
1
3
4
5
3
Trek de camerariem tot slot strak om er zeker van te zijn dat deze
goed vastzit.
Maak het andere uiteinde van de camerariem op dezelfde manier vast aan het
andere bevestigingsoog.
10
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
1
Namen van onderdelen
1
2
3
5
6
4
8
d
c
5
b
9
a
0
7
1 Achterste regelaar* (o)
....................Blz. 23, 39 42, 54, 63, 105
2 Ontspanknop ...............................Blz. 20
3 R-knop ( lm)/
H-knop ......................Blz. 21, 99/Blz. 34
4 Fn2-knop...............................Blz. 23, 50
5 Oogje voor de riem ........................Blz. 9
6 Voorste regelaar* (r) ....Blz. 32, 39 42
7 Markering voor de
lenskoppeling ...............................Blz. 14
8 Lensvatting (Verwijder de beschermkap
voor de lens wordt bevestigd.)
9 Stereomicrofoon ..............Blz. 58, 73, 87
0 Interne itser ................................Blz. 68
a Functieknop .................................Blz. 17
b Zelfontspanner-LED/AF-verlichting
.........................................Blz. 65/Blz. 90
c Lensontgrendelingsknop .............Blz. 14
d Lensvergrendelingspen
* In deze handleiding geven de pictogrammen r en o bewerkingen aan die met de
voorste regelaar en achterste regelaar worden uitgevoerd.
$ Opmerkingen
De illustraties en toelichtingen in deze handleiding vermelden telkens de Engelse
menuweergave. U kunt de taal van de menuweergave voor deze camera zelf kiezen.
Meer informatie vindt u in “Taal voor de monitor wijzigen“ (Blz. 88).
De camera gereedmaken en
opeenvolgende handelingen
11
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
4
5
6
7
9
0
a
c
b
8
d
e
f
g
1
3
2
k
l
m
n
i
h
j
1 Zoeker .............................Blz. 18, 19, 36
2 Flitserschakelaar..........................Blz. 68
3 Dioptrieregelaar ...........................Blz. 19
4 Monitor (aanraakscherm)
............................ Blz. 15, 28, 35, 37, 55
5 Oogsensor
6 Oogkapje ...................................Blz. 128
7 Flitsschoen.................................Blz. 125
8 u (LV)-knop .............................Blz. 18
9 Fn1-knop.....................................Blz. 51
0 q-knop (weergave) ..............Blz. 32, 56
a Luidspreker
b MENU-knop ................................Blz. 74
c INFO-knop ............................Blz. 38, 55
d Q-knop .................................Blz. 31, 74
e Pendelknop* ................................Blz. 32
f ON/OFF-hendel ..........................Blz. 15
g D-knop (wissen) ..........................Blz. 34
h Statiefaansluiting
i Kaartsleuf.....................................Blz. 13
j Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment .......................Blz. 12
k Vergrendelknop van het batterij-/
kaartcompartiment .......................Blz. 12
l Connectorkap
m Multiconnector ........... Blz. 101, 111, 114
n HDMI-connector (type D) ...........Blz. 101
* In deze handleiding geven de pictogrammen FGHI bewerkingen aan die met
de pendelknop worden uitgevoerd.
12
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
De batterij opladen en plaatsen
1
Batterij opladen.
Indicator voor laadtoestand
BCS-5
Bezig met
opladen
Licht oranje op
Opladen voltooid
Uit
Oplaadfout
Knippert
oranje
(Laadtijd: tot ca. 3 uur 30 minuten)
1
2
3
Stopcontact
Lithium-ionbatterij
Indicator voor
laadtoestand
Lichtnetkabel
Richtingsteken (S)
Lithium-
ionoplader
# Let op
Koppel de oplader los
wanneer de batterij volledig
is opgeladen.
2
De batterij plaatsen.
3
2
1
Vergrendelknop
van het batterij-/
kaartcompartiment
Klepje van het batterij-/
kaartcompartiment
Richtingsteken
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment opent of sluit. Om de batterij te
verwijderen, duwt u eerst de batterijvergrendelknop
in de richting van de pijl, waarna u de batterij kunt
uitnemen.
# Let op
Neem contact op met een geautoriseerde distributeur of servicedienst als u de batterij
niet kunt verwijderen. Gebruik geen geweld.
$ Opmerkingen
Wij raden u aan een reservebatterij bij de hand te houden voor als u langer door wilt gaan
met fotograferen en de gebruikte batterij leeg raakt.
Lees ook “Batterij, batterijlader en kaart“ (Blz. 118).
13
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Kaarten plaatsen en verwijderen
1
De kaart plaatsen.
Open het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment.
Schuif de kaart zover in de kaartsleuf
totdat deze op zijn plaats vastklikt.
g “Toepasbare geheugenkaarten“
(Blz. 119)
# Let op
Schakel de camera uit vóór u de batterij
of de kaart plaatst of verwijdert.
2
Het klepje van het batterij-/
kaartcompartiment sluiten.
2
1
# Let op
Zorg ervoor dat het klepje van het batterij-/kaartcompartiment gesloten is voordat u de
camera gebruikt.
Geheugenkaart verwijderen
Druk zachtjes op de geplaatste kaart en het springt
eruit. Neem de kaart eruit.
# Let op
Verwijder de batterij of de kaart niet terwijl de
schrijfaanduiding (Blz. 37) wordt weergegeven.
Eye-Fi-kaartjes
Lees “Toepasbare geheugenkaarten“ (Blz. 119) vóór gebruik.
14
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Een lens op de camera bevestigen
1
Een lens op de camera bevestigen.
1
2
Achterkap van de lens
2
1
Houd de rode koppelingsmarkering op de lens tegenover de rode markering op de
camera en plaats de lens in het camerahuis.
Draai de lens in de richting van de pijl tot u een klik hoort.
# Let op
Controleer of de camera uitgeschakeld is.
Druk de lensontgrendelknop niet in.
Raak geen inwendige onderdelen van de camera aan.
2
Verwijder het lenskapje.
2
1
1
Lenzen met een ONTGRENDEL-schakelaar
gebruiken
Intrekbare lenzen met een ONTGRENDEL-
schakelaar kunnen niet worden gebruikt wanneer
deze ingetrokken zijn. Draai de zoomring in de
richting van de pijl (
1
) om de lens naar buiten te
laten komen (
2
).
Om de lens op te bergen, draait u de zoomring in de
richting van de pijl (
4
) terwijl u de ONTGRENDEL-
schakelaar (
3
) verschuift.
4
1
2
3
De lens uit de camera verwijderen
Terwijl u de lensontgrendelknop ingedrukt houdt,
draait u de lens in de richting van de pijl.
2
1
Lensontgrendelknop
Verwisselbare lenzen
Lees “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 121).
15
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Camera inschakelen
1
Beweeg de ON/OFF-hendel naar de positie ON om de camera in te
schakelen.
Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
Om de camera uit te schakelen, duwt u de hendel naar beneden.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
RR
Wi-Fi
Y/M/D
ON/OFF-hendel
Monitor
Batterijniveau
; (groen): de camera is klaar om opnames
te maken.
: (groen): batterij bijna leeg
] (knippert rood): laad de batterij op.
De monitor gebruiken
2
1
U kunt de hoek van de monitor aanpassen.
Camera in sluimerstand
Als ongeveer een minuut lang geen bediening plaatsvindt, schakelt de camera naar de
'sluimerstand' (stand-by) om de monitor uit te schakelen en alle acties te annuleren.
De camera wordt weer geactiveerd zodra u een van de knoppen indrukt (ontspanknop,
q-knop, enz.). De camera schakelt automatisch uit als deze gedurende 4 uur in de
sluimerstand heeft gestaan. Zet de camera opnieuw aan voor u hem gebruikt.
16
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Datum en tijd instellen
Informatie over datum en tijd worden samen met de beelden opgeslagen op de kaart.
De bestandsnaam is ook inbegrepen bij de informatie over datum en tijd. Zorg ervoor
dat u de juiste datum en tijd instelt voor u de camera gebruikt.
1
De menu's weergeven.
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
MENU-knop
h
4:3
D
1
2
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Digital Tele-converter Off
2
Selecteer [X] op het tabblad [d]
(instellingen).
• Selecteer met FG op de pendelknop
de optie [d] en druk daarna op I.
• Selecteer [X] en druk op I.
’--.--.-- --:--X
W
j
±0
k
±0
2
1
Setup Menu
English
0.5sec
On
Wi-Fi Settings
c
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
Tabblad [d]
3
De datum en tijd instellen.
• Gebruik HI om items te selecteren.
• Gebruik FG om het geselecteerde item te wijzigen.
• Gebruik FG om de datumindeling te selecteren.
X
2014
YMD Time
Cancel
Y/M/D
De tijd wordt weergegeven in
24-uursindeling.
4
Sla de instellingen op en verlaat het menu.
• Druk op Q om de cameraklok in te stellen en terug te keren naar het hoofdmenu.
Druk op de MENU-knop om de menu's te verlaten.
17
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Een opnamemethode selecteren
Gebruik de functieknop om de opnamestand te selecteren.
A
Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen
optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig
is voor beginners.
P
Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast om de optimale
resultaten te verkrijgen.
A
U regelt het diafragma. U kunt achtergronddetails scherper of waziger instellen.
S
U regelt de sluitertijd. U kunt de beweging van bewegende onderwerpen
uitdrukkelijker maken, of ze 'bevriezen' zonder bewegingsonscherpte.
M
U regelt het diafragma en de sluitertijd. U kunt foto's maken met lange sluitertijden
bij vuurwerk of in andere situaties met weinig licht.
n
Maak lms met behulp van sluitertijd- en diafragma-effecten en speciale
lmeffecten.
J
U kunt een PHOTO STORY vastleggen. Leg beelden vast terwijl het type
PHOTO STORY is geselecteerd.
SCN
Selecteer een scène volgens het onderwerp.
ART
Selecteer een kunst lter.
Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch.
1
Stel de functieknop in op A.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
RR
Wi-Fi
2014.01.01
Monitor
Aantal
stilstaande
beelden dat
kan worden
opgeslagen
Beschikbare
opnametijd
ISO-
gevoelig-
heid
Sluitertijd Diafragma-
waarde
IndicatorPictogram
van de stand
18
NL
De camera gereedmaken en opeenvolgende handelingen
1
Een opnamemethode selecteren
Bij deze camera kunt u kiezen uit twee opnamemethodes: Fotograferen met de zoeker
en fotograferen met de functie live view op het scherm. Druk op de u-knop om
tussen de opnamemethodes te wisselen.
Bovendien kunt u verschillende opnamefuncties instellen met het superbedieningspaneel,
live control en het LV-superbedieningspaneel, naargelang van de opnamemethode.
Fotograferen met
de zoeker
Monitor
Gaat branden wanneer
u uw oog weg van de
zoeker beweegt.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
2014.01.01
RR
Wi-Fi
Superbedieningspaneel
Q
Cursor
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Recommended ISO
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties
op de knop Q drukt,
verschijnt er een cursor op
het superbedieningspaneel.
Raak de functie aan die
u wilt instellen.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
Fotograferen met
live view
Monitor
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
Wi-Fi
j
0.00.0
FullHD
F
S-IS AUTOS-IS AUTO
Monitor live view
Q
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Wanneer u bij het instellen
van de opnamefuncties op
de knop Q drukt, wordt
live control weergegeven
en kunt u een functie
selecteren door aan de
achterste regelaar te
draaien.
u-knop
Zoeker
Wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u de
zoeker naar uw oog brengt.
Wanneer de zoeker brandt,
schakelt de monitor uit.
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
Q
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Als u op de knop Q drukt
terwijl de zoeker brandt,
wordt live control in de
zoeker weergegeven.
(In de stand A wordt
een livegids getoond.)
19
NL
Fotograferen met de zoeker
2
2
Fotograferen
De zoeker wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de zoeker naar uw oog brengt.
Wanneer de zoeker ingeschakeld is, schakelt de monitor uit.
Bij het fotograferen met de zoeker verschijnt het superbedieningspaneel (Blz. 24) op de
monitor van de camera zodra u uw oog weg van de zoeker beweegt. Door te drukken
op de knop u, schakelt u tussen Live View en het superbedieningspaneel.
u-knop
Zoeker
Superbedieningspaneel
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
RR
Wi-Fi
2014.01.01
Als de display in de zoeker er wazig uitziet
Kijk door de zoeker en draai de dioptrieregelaar
tot de weergave is scherpgesteld.
Stilstaande beelden opnemen
1
Installeer de camera en bepaal de compositie.
De zoeker wordt ingeschakeld
en de monitor schakelt
automatisch uit wanneer u uw
oog tegen de zoeker houdt.
Zorg ervoor dat uw vingers
of de camerariem niet in de
weg zitten van de lens of
de AF-verlichting.
Horizontale stand Verticale stand
Fotograferen met de zoeker
20
NL
Fotograferen met de zoeker
2
2
Druk de ontspanknop zacht in tot de eerste positie om scherp te stellen.
(half indrukken)
Het AF-bevestigingsteken (() wordt weergegeven en een groen kader (AF-kader)
verschijnt op de scherpstellingslocatie.
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
28
mm
Druk de
ontspanknop
half in.
AF-bevestigingsteken
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Autofocusveld
De door de camera automatisch gekozen combinatie van ISO-gevoeligheid, sluitertijd
en diafragmawaarde verschijnt.
Als het AF-teken knippert, is het onderwerp niet scherpgesteld. (Blz. 132)
3
Druk opnieuw op de ontspanknop om een foto te maken. (helemaal
indrukken)
Het sluitergeluid klinkt en de foto wordt gemaakt.
Het opgenomen beeld verschijnt op de monitor.
De ontspanknop half en helemaal indrukken
De ontspanknop heeft twee posities. De ontspanknop licht indrukken tot aan de eerste
positie en deze daar vasthouden heet 'de ontspanknop half indrukken'; de ontspanknop
volledig indrukken tot aan de tweede positie heet 'de ontspanknop helemaal indrukken'.
Half indrukken
Helemaal indrukken
# Let op
U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1]
gebruikt.
g [Built-in EVF Style] (Blz. 96)
Als de hoek van de monitor niet is veranderd, gaat de zoeker niet automatisch branden.
Als u de u-knop indrukt en vasthoudt, verschijnt er een menu waarin u de instellingen
kunt veranderen om de zoeker automatisch te laten oplichten. g [EVF Auto Switch]
(Blz. 96)
21
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Films opnemen
U kunt lms opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst
in de stand Volautomatisch op te nemen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Druk op de knop R om de opname te
starten.
De gemaakte foto wordt op de monitor
getoond.
Als u door de zoeker kijkt, wordt het
gemaakte beeld getoond.
U kunt de focuspositie wijzigen door het
scherm tijdens de opname aan te raken
(Blz. 28).
R-knop
3
Druk opnieuw op de knop R om de
opname te stoppen.
Wanneer de opname voltooid is, verschijnt het
superbedieningspaneel op de monitor.
00:02:1800:02:18
RR
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
28
mm
Weergegeven
tijdens de opname
Opnametijd
# Let op
Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig
fenomeen waarbij de ge lmde beelden vervormd worden bij het lmen van een snel
bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het
beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen
in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde
beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge
ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld.
Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u lms
opneemt.
• De knop R kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om lms op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens
bulb-, tijd- of composietopnamen/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in
SCN-stand (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
22
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
Druk tijdens de lmopname op de ontspanknop om een foto te maken terwijl de opname
verder loopt (stand 1). Druk op de knop R om de opname te stoppen. De lm- en
fotobestanden worden afzonderlijk op de geheugenkaart opgenomen. De opnamestand
voor de foto's is XN (16:9).
Er bestaat ook een manier om een foto van betere kwaliteit op te nemen (stand 2).
In stand 2 worden de lmbeelden van vóór en na de foto opgenomen in afzonderlijke
bestanden. g [Movie+Photo Mode] (Blz. 96)
# Let op
In stand 2 en in bepaalde opnamestanden kunnen tijdens de lmopname alleen enkele
beelden als foto worden vastgelegd Andere opnamefuncties kunnen ook beperkt zijn.
De autofocus en meting die worden gebruikt in de lmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• Als de lm wordt opgenomen in de stand Motion JPEG (H of I), wordt de camera
ingesteld op stand 2.
23
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Opnamefuncties instellen
De multifunctionele knop gebruiken
Wanneer u foto's in de zoeker kadreert, kunt u instellingen snel aanpassen met
de multifunctionele knop. In de standaardinstellingen is knop Fn2 de rol van
multifunctionele knop toebedeeld.
Een functie kiezen
1
Houd de Fn2-knop ingedrukt en draai de regelaar.
De menu's worden weergegeven. g [Multi Function Settings] (Blz. 92)
2
Blijf aan de regelaar draaien om de gewenste functie te kiezen.
Laat de knop los wanneer de gewenste functie is geselecteerd.
Multifunctionele opties gebruiken
Druk op de Fn2-knop. Er verschijnt een dialoogvenster om opties te selecteren.
Handelingen en schermen wanneer de functie [a] is toegewezen aan de Fn2-knop
Zoom-AF
Zoomkader-AFOpnamescherm
Fn2
Fn2
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
250 F5.6
ee
01:02:03
1023
ISO-A
200
ISO-A
200
Houd Q/Fn2
ingedrukt
Optieschermen voor andere functies
Opties voor lichte en
schaduwpartijen
SHADOW
HI LIGHT
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
4:3
Opties voor breedte-
hoogteverhouding
Opties voor Color
Creator
Opties voor ISO-
gevoeligheid/witbalans
AUTOAUTO
AUTOAUTO
WBࠝ࡯࠻
AUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
250 F5.6 0.0
LOWLOW
200200
250250 320320 400400 500500
Recommend
P
Functie
Voorste regelaar
(
r
)
Achterste regelaar
(
o
)
b (Lichte en schaduwpartijen) (Blz. 50)
Controle licht Controle donker
c (Color Creator) (Blz. 54)
Kleurschakering Verzadiging
e (ISO-gevoeligheid/witbalans) (Blz. 63, 73)
ISO-gevoeligheid WB-stand
f (Witbalans/ISO-gevoeligheid) (Blz. 63, 73)
WB-stand ISO-gevoeligheid
a (Zoomkader-AF/zoom-AF) (Blz. 53)
Zoomkader-AF: belichtingscorrectie
Zoom-AF: in- of uitzoomen
d (Beeldverhouding) (Blz. 54)
Een optie selecteren
24
NL
Fotograferen met de zoeker
2
Het superbedieningspaneel gebruiken
Wanneer u met de zoeker fotografeert, wordt het superbedieningspaneel op de monitor
weergegeven. Stel uw hoofdopnamefuncties in via het superbedieningspaneel.
Display superbedieningspaneel
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Recommended ISO
+
2.0
+
2.0
RR
Wi-Fi
2
5
3
4
1
6
7
8
9
a
0cdfe b
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie/datum
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 73
3 Flitserfunctie ................................Blz. 68
4 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 70
5 Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 65
6 Witbalans .....................................Blz. 63
Witbalanscorrectie
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 62
8 Scherpte N .................................Blz. 77
Contrast J ..................................Blz. 77
Kleurintensiteit T .......................Blz. 77
Gradatie z..................................Blz. 77
Z&W- lter x................................Blz. 77
Fototint y ...................................Blz. 78
9 Kleurruimte ..................................Blz. 94
0 Knopfunctietoewijzing ............Blz. 90, 99
a Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 52
b Lichtmeetstand ............................Blz. 71
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 54
d Beeldkwaliteit ...............................Blz. 67
e Autofocusstand ............................Blz. 72
Autofocusveld ..............................Blz. 51
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 60
# Let op
Niet weergegeven in de standen SCN, J of n.
1
Druk op de knop Q.
De cursor verschijnt. U kunt ook tweemaal tikken
(tweemaal snel na elkaar aanraken) om de cursor weer
te geven.
2
Raak de functie aan die u wilt instellen.
De cursor wordt op de aangeraakte functie
weergegeven.
3
Draai aan de voorste regelaar en selecteer een
instelwaarde.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Recommended ISO
Cursor
$ Opmerkingen
U kunt menu's voor alle functies weergeven door een functie te selecteren en op Q te
drukken.
25
NL
Fotograferen met live view
3
3
Fotograferen
Door te drukken op de knop u, schakelt u tussen Live View en het
superbedieningspaneel. Bij het fotograferen met live view wordt het onderwerp
weergegeven op de monitor.
u-knop
Monitor
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
ISO-A
200
Wi-Fi
RR
28
mm
Stilstaande beelden opnemen
1
Installeer de camera en bepaal de compositie.
Let op dat uw vingers of de camerariem niet in de weg zitten van de lens.
2
Raak de zone aan van het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
De camera focust op de aangeraakte zone en maakt
automatisch een foto.
Het gemaakte beeld wordt op de monitor
weergegeven.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
ISO-A
200
Wi-Fi
RR
28
mm
$ Opmerkingen
U kunt de ontspanknop ook gebruiken om een foto te maken, net zoals u zou doen
wanneer u met de zoeker zou fotograferen.
Nadat de camera op de aangeraakte zone is gefocust, kunt u ook op de ontspanknop
drukken om een foto te maken. g “Het aanraakscherm gebruiken“ (Blz. 28)
Als u de u-knop indrukt en vasthoudt, verschijnt er een menu waarin u de instellingen
kunt veranderen om de zoeker automatisch te laten oplichten. g [EVF Auto Switch]
(Blz. 96)
Fotograferen met live view
26
NL
Fotograferen met live view
3
Films opnemen
U kunt lms opnemen in alle opnamemodi behalve J (PHOTO STORY). Probeer eerst
in de stand Volautomatisch op te nemen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Druk op de knop R om de opname
te starten.
U kunt de focuspositie wijzigen door het
scherm tijdens de opname aan te raken
(Blz. 28).
R-knop
3
Druk opnieuw op de knop R om de
opname te stoppen.
00:02:1800:02:18
RR
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
28
mm
Weergegeven
tijdens de opname
Opnametijd
# Let op
Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden
vervormd worden weergegeven door het rollende sluiter-effect. Dit is een natuurkundig
fenomeen waarbij de ge lmde beelden vervormd worden bij het lmen van een snel
bewegend onderwerp of door de bewegingen van de camera.
Dit fenomeen valt vooral op bij een grote brandpuntsafstand.
Als de camera gedurende een lange periode wordt gebruikt, zal de temperatuur van het
beeldopneemelement toenemen en kan er ruis en gekleurde beeldwaas verschijnen
in beelden. Schakel de camera gedurende een korte periode uit. Ruis en gekleurde
beeldwaas kunnen zich ook voordoen bij beelden die werden opgenomen met een hoge
ISO-gevoeligheid. Als de temperatuur blijft toenemen, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld.
Wanneer u een Four Thirds systeemlens gebruikt, werkt de AF niet terwijl u lms
opneemt.
• De knop R kan in de volgende situaties niet worden gebruikt om lms op te nemen:
Meervoudige belichting (fotograferen stopt ook)/ontspanknop half ingedrukt/tijdens
bulb-, tijd- of composietopnamen/repeterende opnamen/Panorama/opnemen in SCN-
stand (e-portret, hand-held, starlight, 3D)/opnamen maken binnen een tijdsbestek
27
NL
Fotograferen met live view
3
Foto's maken tijdens het opnemen van lms
Druk tijdens de lmopname op de ontspanknop om een van de lmframes vast te leggen
als een foto (stand 1). Om de lmopname te stoppen, drukt u op de knop R. De foto- en
lmbestanden worden afzonderlijk op de geheugenkaart opgenomen. De opnamestand
voor de foto's is XN (16:9).
Er bestaat ook een manier om een foto van betere kwaliteit op te nemen (stand 2).
In stand 2 worden de lmbeelden van vóór en na de foto opgenomen in afzonderlijke
bestanden.
g [Movie+Photo Mode] (Blz. 96)
# Let op
In stand 2 en in bepaalde opnamestanden kunnen tijdens de lmopname alleen enkele
beelden als foto worden vastgelegd Andere opnamefuncties kunnen ook beperkt zijn.
De autofocus en meting die worden gebruikt in de lmstand kunnen verschillen van deze
die worden gebruikt voor het nemen van foto's.
• Als de lm wordt opgenomen in de stand Motion JPEG (H of I), wordt de camera
ingesteld op stand 2.
28
NL
Fotograferen met live view
3
Het aanraakscherm gebruiken
Wanneer u met live view fotografeert, kunt u de functies van het aanraakpaneel
gebruiken.
Een focusmethode selecteren
U kunt scherpstellen en opnemen door op de monitor
te tikken.
Tik op
T
om de instellingen voor het aanraakscherm
te doorlopen.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3030
ISO-A
200
RR
Wi-Fi
T
Tik op een onderwerp om scherp te stellen en
automatisch de sluiter te ontspannen. Deze
functie is niet mogelijk in de stand
n
.
U
Bediening van het aanraakscherm
uitgeschakeld.
V
Tik om een AF-kader weer te geven en stel
scherp op het onderwerp in het geselecteerde
gebied. U kunt het aanraakscherm gebruiken om
de positie en de grootte van het scherpstelkader
te kiezen. Foto's kunnen worden genomen door
op de ontspanknop te drukken.
Voorbeeld van uw onderwerp bekijken
( V )
1
Tik op het onderwerp in het display.
Er verschijnt een AF-kader.
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het kader
te kiezen.
• Raak S aan om de display van het AF-kader uit
te schakelen.
1414
1010
7
7
5x
5x
250250 F5.6
ISO-A
200
S-IS AUTOS-IS AUTO
Off
2
Gebruik de schuifbalk om de grootte van het
AF-kader aan te passen; tik vervolgens Y
aan om in te zoomen op de kaderpositie.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven
wanneer de foto is ingezoomd.
• Tik Z aan om de zoomweergave te annuleren.
De draadloze LAN-functie gebruiken
U kunt de camera op een smartphone aansluiten en
de camera via Wi-Fi bedienen. Als u deze functie wilt
gebruiken, moet u de relevante app op de smartphone
installeren.
g “Camera aansluiten op een smartphone“ (Blz. 107)
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3030
Wi-Fi
ISO-A
200
RR
Wi-Fi
29
NL
Fotograferen met live view
3
Opnamefuncties instellen
Livegidsen gebruiken
Livegidsen zijn beschikbaar in de stand iAUTO (A). Terwijl iAUTO in een
volautomatische stand staat, kunt u met behulp van livegidsen diverse geavanceerde
fototechnieken oproepen.
1
Stel de functieknop in op A.
2
Raak het tabblad aan om de livegidsen weer te geven.
Selecteer een gidsitem en raak het aan om het in te stellen.
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
ISO-A
200
Wi-Fi
RR
Tabblad
Change Color Saturation
Cancel
Gidsitem
3
Gebruik uw vinger om de schuifbalken te
verplaatsen.
• Tik op
a
om de instellingen te openen.
Om de livegidsinstelling te annuleren, tikt u op
k
op het scherm.
Wanneer [Shooting Tips] geselecteerd is, markeert
u een item en drukt u op Q om een beschrijving te
bekijken.
Het effect van het geselecteerde niveau is zichtbaar
op het display. Als [Blur Background] of [Express
Motions] geselecteerd is, keert het display terug
naar de normale weergave, maar het geselecteerde
effect is zichtbaar in de uiteindelijke foto.
0
Clear & Vivid
Flat & Muted
Cancel Set
Niveaubalk / selectie
4
Maak een opname.
Om de livegids te annuleren, drukt u op de MENU-knop.
$ Opmerkingen
U kunt ook livegidsen gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert.
Wanneer u met de zoeker fotografeert, verlopen de instellingen via de regelaar en de
knoppen. Als u op de knop Q drukt, wordt de livegids getoond. De achterste regelaar
wordt gebruikt om items te selecteren en de schuifbalken te bedienen.
30
NL
Fotograferen met live view
3
# Let op
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW].
De livegidsinstellingen worden niet toegepast op de RAW-kopie.
Het is mogelijk dat beelden er korrelig uitzien bij sommige instelniveaus van de livegids.
Wijzigingen aan de instelniveaus van de livegids zijn mogelijk niet zichtbaar op de
monitor.
De beeldsnelheid daalt wanneer [Blurred Motion] is geselecteerd.
• De itser kan niet worden gebruikt met de livegids.
Wanneer u wijzigingen doorvoert aan de livegidsopties, worden vorige wijzigingen
geannuleerd.
Wanneer u livegidsinstellingen doorvoert die de beperkingen van de belichtingsmeters
van de camera overschrijden, kan dit leiden tot over- of onderbelichte beelden.
31
NL
Fotograferen met live view
3
Live control gebruiken
Wanneer u met live view fotografeert, kunt u live control gebruiken om de functies in
de standen P, A, S, M,
n
en J in te stellen. Bij gebruik van live control kunt u de
effecten van verschillende instellingen bekijken op de monitor.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Instellingen
Functies
Beschikbare instellingen
Beeldstabilisator ................................Blz. 60
Beeldeffect .........................................Blz. 62
Motiefprogramma ..............................Blz. 47
Kunst lterstand ..................................Blz. 49
Stand n ............................................Blz. 66
Witbalans ...........................................Blz. 63
Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 65
Breedte-hoogteverhouding ................Blz. 54
Beeldkwaliteit.....................................Blz. 67
Flitserfunctie ......................................Blz. 68
Flitssterkteregelaar ............................Blz. 70
Lichtmeetstand ..................................Blz. 71
Autofocusstand ..................................Blz. 72
ISO-gevoeligheid ...............................Blz. 73
Gezichtsprioriteit ................................Blz. 52
Filmgeluidsopname ...........................Blz. 73
1
Druk op Q om live control weer te geven.
Om live control te verbergen, drukt u nogmaals op Q.
2
Gebruik de achterste regelaar
om de instellingen te selecteren,
gebruik de voorste regelaar om
de geselecteerde instelling te
veranderen en druk op Q.
De geselecteerde instellingen
worden automatisch van kracht als
er gedurende ongeveer 8 seconden
geen handeling wordt uitgevoerd.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Cursor
Toont de
gese-
lecteerde
functie-
naam
Cursor
Voorste regelaar of HI
Achter-
ste
rege-
laar of
FG
# Let op
Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige opnamestanden.
$ Opmerkingen
U kunt live control ook gebruiken wanneer u met de zoeker fotografeert.
Als u op de knop Q drukt terwijl de zoeker actief is, wordt live control in de zoeker
getoond. Als de zoeker wordt uitgeschakeld terwijl er een opname wordt gemaakt,
wordt live control ook geannuleerd.
32
NL
Foto's en lms bekijken
4
4
Foto's en lms bekijken
1
Druk op de knop q.
Uw meest recente foto of lm wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste foto of lm met de voorste regelaar of de pendelknop.
HI
Voorste regelaar
Geeft het
vorige beeld
weer
Geeft het
volgende
beeld weer
q-knop
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
2014.01.01 12:30 4
100-0004
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
HD
Wi-Fi
Stilstaand beeld
Videobeelden
Indexweergave/kalenderweergave
Draai de achterste regelaar tijdens enkelbeeldweergave naar G om de indexweergave
te starten. Draai de regelaar een beetje verder om de kalenderweergave te starten.
Draai de achterste regelaar naar a om naar enkelbeeldweergave terug te keren.
q
p
q
p
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
Indexweergave
2014.01.01 12:30 21
Kalenderscherm
2014.1
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
29 30 31 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6
29 30 31 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6
Foto's en lms bekijken
Q
33
NL
Foto's en lms bekijken
4
Stilstaande beelden bekijken
Gezoomd weergeven
Draai de achterste regelaar in enkelbeeldweergave naar a om in te zoomen. Draai naar G
om naar enkelbeeldweergave terug te keren.
Achterste regelaar
2
x
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
Films bekijken
Selecteer een lm en druk op de knop Q om het
weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play] en
druk op de knop Q om het afspelen te starten. Druk op de
knop MENU om het afspelen van de lm te onderbreken.
m
Movie
Back
Movie Play
Erase
Set
Share Order
Volume
Het volume kan worden aangepast door op F of G te
drukken tijdens enkelbeeldweergave en lmweergave.
00:00:02/00:00:14
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de
knop Fn2; het pictogram 0 (beveiligen) verschijnt
op het beeld. Druk nogmaals op de knop Fn2 om de
beveiliging te verwijderen.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
g “Beelden selecteren“ (Blz. 34)
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
0 (beveiligen) pictogram
# Let op
Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
34
NL
Foto's en lms bekijken
4
Beelden wissen
Geef een beeld weer dat u wilt wissen en druk op de knop D. Selecteer [Yes] en druk
op de knop Q.
U kunt beelden wissen zonder de bevestigingsstap door de knopinstellingen te
veranderen. g [Quick Erase] (Blz. 95)
D-knop
Erase
Back
Yes
No
Set
Beelden selecteren
Selecteer het beeld. U kunt ook meerdere beelden
selecteren om ze samen in één keer te delen, te beveiligen
of te verwijderen.
Druk op de knop H om een beeld te selecteren; een
pictogram v verschijnt op het beeld.
Druk nogmaals op de knop H om de selectie ongedaan
te maken.
Druk op Q om het menu weer te geven, selecteer
vervolgens uit [Share Order Selected], [0] en [Erase
Selected].
2014.01.01 12:30 21
35
NL
Foto's en lms bekijken
4
Het aanraakscherm gebruiken
U kunt het aanraakpaneel gebruiken om beelden te verwerken.
Schermvullende weergave
Bijkomende beelden bekijken
Schuif uw vinger naar links om latere kaders weer te
geven, naar rechts om vroegere kaders weer te geven.
Weergavezoom
Schuif de balk omhoog of omlaag om in of uit te zoomen.
Gebruik uw vinger om in het display te schuiven wanneer
de foto is ingezoomd.
• Tik P aan om de indexweergave weer te geven.
Tik nogmaals Q aan voor de kalenderweergave.
Index-/kalenderweergave
Pagina vooruit/pagina achteruit
Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te
bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken.
• Gebruik Q of R om het aantal beelden te kiezen
dat wordt weergegeven.
• Tik R meerdere malen aan om terug te keren naar
de enkelbeeldweergave.
S
Beelden bekijken
Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.
Beelden selecteren en beveiligen
Raak het scherm in de enkelbeeldweergave zacht aan om het aanraakmenu weer
te geven. U kunt nu de gewenste handeling uitvoeren door de pictogrammen in het
aanraakmenu aan te raken.
H
Selecteer een beeld. U kunt meerdere beelden selecteren en ze
gezamenlijk verwijderen.
h
U kunt de beelden instellen die u via de Wi-Fi-verbinding wilt delen.
g [Share Order] (Blz. 108)
0
Beveiligt een beeld.
# Let op
In de volgende situaties is bediening met het aanraakscherm niet mogelijk.
Panorama/3D/e-portret/meervoudige belichting/tijdens bulb-, tijd- of live
composietopnamen/het dialoogvenster voor de witbalans met één knop/wanneer
knoppen of regelaars worden gebruikt
Raak het display niet aan met uw vingernagels of een scherp voorwerp.
Handschoenen of een monitorafdekking kunnen de bediening van het aanraakscherm
hinderen.
Ook beschikbaar in de menu's ART, SCN of J. Tik een pictogram aan om het te
selecteren.
36
NL
Basisbewerkingen
5
5
Basisbewerkingen
Informatiedisplays tijdens het maken van foto's
Zoekerdisplay tijdens het maken van foto's met de zoeker
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
AEL
MY1
250 F5.6 +2.0+2.0
Hi +7
Sh
-
3
Hi +7
Sh
-
3
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
f
e
1 2 3 4
c b a 0 9 7 68 5d
1 Batterijcontrole
; Aan: klaar voor gebruik.
: Aan: batterij bijna leeg.
] Knippert (rood): opladen nodig.
2 Opnamestand .................Blz. 17, 39 49
3 Myset ...........................................Blz. 76
4 Beschikbare opnametijd
5 Aantal foto's dat kan worden
opgeslagen ................................Blz. 120
6 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 73
7 Witbalans .....................................Blz. 63
8 Regeling van licht- en
schaduwpartijen ...........................Blz. 50
9 Boven: Flitssterkteregelaar .........Blz. 70
Onder: Belichtingscorrectieaanduiding
........................................Blz. 50
0 Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 50
a Diafragmawaarde .................Blz. 39 – 42
b Sluitertijd ...............................Blz. 39 – 42
c AE Lock u ................................Blz. 50
d AF-bevestigingsteken ..................Blz. 20
e Flitser ...........................................Blz. 68
(knippert: bezig met opladen)
f Waterpas (wordt weergegeven door de
sluiterknop half in te drukken) ......Blz. 38
U kunt de weergavestijl van de zoeker veranderen. In deze handleiding wordt [Style 1]
gebruikt.
g [Built-in EVF Style] (Blz. 96)
37
NL
Basisbewerkingen
5
Monitorscherm bij het fotograferen met live view
250250 F5.6
ISO
400
L
N
4:3
S-AFS-AF
AEL
RC
BKT
+
2.0
+
2.0
P
+7+7
01:02:0301:02:03
10231023
-3-3
j
RR
-
2.0
-
2.0
HD
N
1
3
j
FPS
Wi-Fi
FP
S-ISS-IS
28
mm
x
y
z
A
B
C
w
v
u
1
g
h
i
j
k
l
m
f
e
32 654 97 0a b
r
t
qp os n
dc
D
8
1 Schrijfaanduiding .........................Blz. 13
2 Draadloze LAN-verbinding...Blz. 28, 110
3 Super FP- itser ..........................Blz. 125
4 RC-stand....................................Blz. 125
5 Auto bracket/HDR ............Blz. 79/Blz. 81
6 Meervoudige belichting ................Blz. 82
7 Hoge beeldsnelheid .....................Blz. 91
8 Digitale televoorzetlens................Blz. 84
9 Opname binnen bepaald
tijdsbestek ....................................Blz. 83
0 Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 52
a Filmgeluid ....................................Blz. 73
b Zoomrichting/
brandpuntsafstand/waarschuwing
interne temperatuur
m ........................Blz. 124/Blz. 135
c Flitser ...........................................Blz. 68
(knippert: bezig met opladen,
blijft continu zichtbaar: laden is klaar)
d AF-teken ......................................Blz. 20
e Beeldstabilisator ..........................Blz. 60
f Kunst lter .....................................Blz. 49
Motiefprogramma.........................Blz. 47
Beeldeffecten ...............................Blz. 62
g Witbalans .....................................Blz. 63
h Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 65
i Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 54
j Beeldkwaliteit
(stilstaande beelden) ...................Blz. 67
k Beeldkwaliteit ( lms) ....................Blz. 68
l Beschikbare opnametijd
m Aantal stilstaande beelden dat kan
worden opgeslagen ...................Blz. 120
n Regeling van licht- en
schaduwpartijen ...........................Blz. 50
o Boven: Flitssterkteregelaar........Blz. 70
Onder: Belichtingscorrectie-
aanduiding.....................Blz. 50
p Belichtingscorrectiewaarde ..........Blz. 50
q Diafragmawaarde .................Blz. 39 – 42
r Sluitertijd ...............................Blz. 39 – 42
s Histogram ....................................Blz. 38
t AE Lock .......................................Blz. 50
u Stand fotograferen ..........Blz. 17, 39 49
v Myset ...........................................Blz. 76
w Fotograferen met aanraakscherm
functies ........................................Blz. 28
x Flitssterkteregelaar ......................Blz. 70
y ISO-gevoeligheid .........................Blz. 73
z AF-modus ....................................Blz. 72
A Lichtmeetstand ............................Blz. 71
B Flitsmodus ...................................Blz. 68
C Batterijcontrole
; Aan (groen): klaar voor
gebruik. (wordt
weergegeven
gedurende
ongeveer tien
seconden nadat
de camera werd
ingeschakeld.)
: Aan (groen): batterij bijna leeg.
] Knippert (rood): opladen nodig.
D Livegids intrekken ........................Blz. 29
38
NL
Basisbewerkingen
5
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de opname op de monitor verschijnt, wijzigen via de
INFO-knop.
Fotograferen met de zoeker
Monitorweergave
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
Superbedieningspaneel
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
2014.01.01
RR
Wi-Fi
Waterpasweergave
250250 F5.6
P
Wi-Fi
Weergave UIT
Zoekerdisplay
Kan worden ingeschakeld terwijl u door de zoeker kijkt.
INFO
INFO
Waterpasweergave
INFO
INFO
INFO
INFO
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
INFO
INFO
Alleen beeld
HistogramweergaveInformatiedisplay aan
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
S-IS AUTO S-IS AUTO
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
FullHDFullHD
RR
Fotograferen met live view
INFO
Waterpasweergave
INFO INFO
250250 F5.6
P
0.00.0
INFO
Alleen beeld
Histogramweergave
Informatiedisplay aan
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
FullHDFullHD
ISO-A
200
Histogramweergave
Een histogram weergeven waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt
getoond. De horizontale as toont de helderheid en de verticale as het aantal pixels bij elke
helderheid in het beeld. Delen boven de bovengrens worden rood weergegeven, delen onder
de ondergrens worden blauw weergegeven, en het deel dat met spotmeting werd gemeten,
wordt groen weergegeven.
Waterpasweergave
Geef de stand van de camera op. De stand voor 'kantelen' wordt aangegeven op de verticale
balk en de stand voor 'horizon' wordt aangegeven op de horizontale balk. Gebruik de indicatie
op de level gauge als richtlijn.
39
NL
Basisbewerkingen
5
De fotografeerstanden gebruiken
'Richten en fotograferen' (stand P)
In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis
van de helderheid van het onderwerp. Stel de functieknop in op P.
250 F5.6 0.00.0
ee
ISO-A
200
ISO-A
200
01:02:03
1023
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
P
ISO-A
200
0.00.0
FullHD
F
RR
Wi-Fi
S-IS AUTO
S-IS AUTO
Stand
Fotograferen
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Bij het fotograferen met
de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
De sluitertijd en het diafragma die door de camera werden geselecteerd, worden
weergegeven.
Met de voorste regelaar kunt u belichtingscorrectie selecteren.
Met de achterste regelaar kunt u programma-aanpassing selecteren.
De aanduidingen voor de sluitertijd en het diafragma knipperen als de camera geen
optimale belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
Status Remedie
60"
60"
F2.8
F2.8
Het onderwerp is
te donker.
• Gebruik de itser.
4000
4000
F22
F22
Het onderwerp is
te helder.
Het lichtmeetbereik van de camera
is overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 73)
Programma-aanpassing (%)
In de standen P en ART kunt u verschillende combinaties
kiezen van diafragma en sluitertijd zonder de belichting
te wijzigen. Draai de achterste regelaar naar programma-
aanpassing zodat “s” verschijnt naast de opnamestand.
Om de programma-aanpassing te annuleren, draait u aan
de achterste regelaar tot “s” niet meer wordt weergegeven.
# Let op
Bij gebruik van een itser is er geen programma-
aanpassing mogelijk.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
2014.01.01
P
s
RR
Wi-Fi
Programma-aanpassing
% Tips
Om de functies te wijzigen die aan de voorste en de achterste regelaar zijn toegewezen:
g [Dial Function] (Blz. 90)
40
NL
Basisbewerkingen
5
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A)
In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar A en gebruik vervolgens de
achterste regelaar om een diafragmawaarde te selecteren.
Met de voorste regelaar kunt u belichtingscorrectie
selecteren.
Een groter diafragma (lager F-nummer) vermindert
de scherptediepte (het gebied voor of achter het
scherpstelpunt waarop is scherpgesteld), waardoor
de achtergrond waziger wordt weergegeven. Een
kleiner diafragma (hoger F-nummer) verhoogt de
scherptediepte.
Diafragmawaarde
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
A
0.00.0
ISO
400
FullHD
F
RR
Wi-Fi
S-IS AUTO
S-IS AUTO
Bij het fotograferen met
live view
De diafragmawaarde instellen
De diafragmawaarde verlagen IJ De diafragmawaarde verhogen
F2.8I F4.0I F5.6 JF8.0 JF11
De aanduiding voor de sluitertijd knippert als de camera geen optimale belichting kan
verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
Status Remedie
60"
60"
F5.6
F5.6
Het onderwerp is
onderbelicht.
Verlaag de diafragmawaarde.
4000
4000
F5.6
F5.6
Het onderwerp is
overbelicht.
Verhoog de diafragmawaarde.
Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 73)
% Tips
Om de functies te wijzigen die aan de voorste en de achterste regelaar zijn toegewezen:
g [Dial Function] (Blz. 90)
41
NL
Basisbewerkingen
5
De sluitertijd instellen (sluitertijdvoorkeuzestand S)
In de stand S stelt u de sluitertijd in en past de camera automatisch het diafragma aan
voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar S en gebruik vervolgens de
achterste regelaar om sluitertijd te selecteren.
Met de voorste regelaar kunt u belichtingscorrectie
selecteren.
Een korte sluitertijd kan een snelle actie 'bevriezen'
zonder bewegingsonscherpte. Door een langere
sluitertijd wordt een opgenomen snelle actie onscherp.
Deze onscherpte roept het gevoel van een dynamische
beweging op.
Bij het fotograferen met
live view
Sluitertijd
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
S
0.00.0
ISO
400
FullHD
F
RR
Wi-Fi
S-IS AUTO
S-IS AUTO
De sluitertijd instellen
Langere sluitertijd IJ Kortere sluitertijd
60" I 15" I 30I 60 J125 J250 J4000
De aanduiding voor de diafragmawaarde knippert als de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Waarschuwingsindicatie
(knippert)
Status Remedie
2000
2000
F2.8
F2.8
Het onderwerp is
onderbelicht.
Kies in dit geval een langere sluitertijd.
125
125
F22
F22
Het onderwerp is
overbelicht.
Kies een snellere sluitertijd.
Als de waarschuwingsindicatie niet
verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de
camera overschreden. Een in de handel
verkrijgbaar grijs lter (ND- lter) om de
hoeveelheid licht te beperken, is vereist.
Welke diafragmawaarde hierbij gaat knipperen, hangt af van het type lens en de
brandpuntsafstand van de lens.
Wanneer u een vast ingestelde [ISO]-waarde gebruikt, moet u de waarde veranderen.
g [ISO] (Blz. 73)
% Tips
Om de functies te wijzigen die aan de voorste en de achterste regelaar zijn toegewezen:
g [Dial Function] (Blz. 90)
42
NL
Basisbewerkingen
5
Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M)
In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in. Bij sluitertijd BULB blijft de
sluiter open zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. Draai de functieknop naar M en gebruik
vervolgens de voorste regelaar om een diafragmawaarde te selecteren en de achterste
regelaar om sluitertijd te selecteren.
U kunt de diafragmawaarde en de sluitertijd aanpassen
op basis van het verschil met een optimale belichting
(gemeten door de camera).
Bij een negatief verschil ten opzichte van een optimale
belichting (onderbelichting genaamd) vermindert u de
diafragmawaarde of verhoogt u de sluitertijd.
Bij een positief verschil ten opzichte van een optimale
belichting (overbelichting genaamd), verhoogt u de
diafragmawaarde of vermindert u de sluitertijd.
De sluitertijd kan worden ingesteld op waarden tussen
1/4000 en 60 sec. of op [BULB], [LIVE TIME] of
[LIVECOMP].
Bij het fotograferen met
live view
Verschil met optimale
belichting
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
M
0.00.0
ISO
400
FullHD
F
RR
Wi-Fi
S-IS AUTO
S-IS AUTO
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand M.
% Tips
Om de functies te wijzigen die aan de voorste en de achterste regelaar zijn toegewezen:
g [Dial Function] (Blz. 90)
Kiezen wanneer de belichting wordt beëindigd (bulb-/tijdfotogra e)
Gebruik deze functie voor nachtlandschappen en vuurwerk. Stel in de stand M de
sluitertijd in op [BULB] of [LIVE TIME].
Bulbfotogra e (BULB): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
De belichting eindigt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten.
Tijdfotogra e (TIME): De belichting begint wanneer de ontspanknop helemaal wordt
ingedrukt. Om de belichting te beëindigen, drukt u de ontspanknop
nogmaals helemaal in.
Bij bulb- of tijdopnamen verandert de helderheid van het scherm automatisch.
Bij gebruik van [LIVE TIME] wordt de voortgang van de belichting tijdens het fotograferen
weergegeven op de monitor. De weergave kan ook worden vernieuwd door de
ontspanknop half in te drukken.
[Live BULB] (Blz. 93) kan ook worden gebruikt om de beeldbelichting weer te geven tijdens
bulbopnamen.
Kiezen wanneer de opname wordt beëindigd tijdens het observeren van de wijzigende
compositie naargelang de tijd verstrijkt (live composietfotogra e)
Wordt gebruikt om een composietbeeld te creëren met heldere delen van de opname
(zoals vuurwerk, sterren enz.) zonder de helderheid van de achtergrond te veranderen.
1
Stel een belichtingstijd in als referentie in [Composite Settings] (Blz. 93).
2
Stel in de stand M de sluitertijd in op [LIVECOMP].
Wanneer de sluitertijd is ingesteld op [LIVECOMP], kunt u de [Composite Settings]
weergeven door te drukken op de knop MENU.
3
Druk op de ontspanknop om een beeld te maken dat zal worden gebruikt
voor de ruisonderdrukking.
Zodra u dit beeld hebt gemaakt, bent u klaar om foto's te nemen.
43
NL
Basisbewerkingen
5
4
Druk op de ontspanknop om te beginnen fotograferen.
Een composietbeeld bestaat uit foto's die werden genomen met de
referentiebelichtingstijd. Na iedere belichting geeft de camera het nieuwe
composietbeeld weer.
Tijdens composietopnamen verandert de helderheid van het scherm automatisch.
5
Druk opnieuw op de ontspanknop om de opnamen te beëindigen.
Een composietopname kan maximaal 3 uren duren. De beschikbare opnametijd
varieert echter afhankelijk van de opnameomstandigheden en van de laadstatus
van de camera.
# Let op
Bij live bulb-, live tijd- en live composietfotogra e gelden er beperkingen voor de
beschikbare ISO-gevoeligheidsinstellingen.
Om onscherpte van de camera te vermijden tijdens opnamen met behulp van bulb-,
tijd- of composietfotogra e, plaatst u de camera op een stevig statief en gebruikt u een
afstandsbedieningskabel (Blz. 128).
Bij bulb-, tijd- en live composietfotogra e gelden er beperkingen voor de instellingen van
de volgende functies:
Repeterende opnamen/opnamen met de zelfontspanner/opnamen maken binnen
een tijdsbestek/AE-bracketing/beeldstabilisator/ itser-bracketing/meervoudige
belichting* enz.
* Bij selectie van een andere optie dan [Off] voor [Live BULB] of [Live TIME] (Blz. 93).
Zelf wanneer u [Noise Reduct.] hebt ingesteld, kunnen er nog altijd ruis en/of lichtvlekken
zichtbaar zijn in het beeld dat op de monitor wordt weergegeven en in opnames die
werden genomen bij bepaalde omgevingsomstandigheden (temperatuur enz.) en
camera-instellingen.
Ruis in foto's
Tijdens het fotograferen met een lange sluitertijd kan er ruis op het scherm verschijnen.
Deze verschijnselen doen zich voor wanneer de temperatuur in het beeldopneemelement
of in de elektronica van het beeldopneemelement toeneemt, waardoor er kleine
elektrische stromen worden opgewekt in delen van het beeldopneemelement die
normaliter niet aan licht worden blootgesteld. Dit kan ook gebeuren als u met een hoge
ISO-waarde fotografeert bij extreem hoge omgevingstemperaturen. Om deze ruis te
reduceren, activeert de camera de ruisonderdrukking. g [Noise Reduct.] (Blz. 92)
Filmstand gebruiken
(n)
De lmstand
(n)
kan worden gebruikt om lms met speciale effecten te maken.
U kunt lms opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Gebruik live control om de instellingen te selecteren. g “Effecten
toevoegen aan een lm“ (Blz. 66)
U kunt ook een nabeeldeffect toepassen of inzoomen op een bepaald deel van het
beeld tijdens de lmopname.
44
NL
Basisbewerkingen
5
Effecten toevoegen aan een lm [Movie Effect]
1
Draai de functieknop naar n.
2
Druk op de knop R om de opname te starten.
Druk nogmaals op de knop R om de opname te
beëindigen.
3
Raak op het scherm het pictogram aan van het
effect dat u wilt gebruiken.
U
Multi Echo
Pas een nabeeldeffect toe. Nabeelden verschijnen achter
bewegende voorwerpen.
T
One Shot Echo
Een nabeeld verschijnt gedurende een korte tijd nadat
u op de knop hebt gedrukt. Het nabeeld zal na een tijdje
automatisch verdwijnen.
W
Art Fade
Film met het geselecteerde beeldeffect. Het 'fade'-effect
wordt toegepast op de overgangen tussen de scènes.
X
Movie
Teleconverter
Zoom in op een deel van het beeld zonder gebruik te maken
van de lenszoom. Zoom in op de geselecteerde positie van
het beeld, ook al hebt u de camera stevig vast.
Multi Echo
Raak het pictogram aan om het effect toe te passen. Raak het opnieuw aan om het effect te
annuleren.
One Shot Echo
Elke aanraking van het pictogram voegt aan het effect toe.
Art Fade
Raak het pictogram aan. Raak het beeldeffect aan dat u wilt gebruiken. Het effect wordt
toegepast wanneer uw vinger het pictogram loslaat.
Movie Teleconverter
1
Raak het pictogram aan om het zoomkader weer te geven.
U kunt de positie van het zoomkader wijzigen door het scherm aan te raken of
FGHI te gebruiken.
• Houd Q ingedrukt om het zoomkader terug naar een centrale positie te brengen.
2
Raak M aan of druk op de knop Fn2 om in te zoomen op het gebied in
het zoomkader.
• Raak N aan of druk op de knop Fn2 om terug te keren naar de zoomkaderweergave.
3
Raak O aan of druk op Q om het zoomkader te annuleren en de stand
Fimteleconverter te verlaten.
# Let op
De beeldsnelheid daalt licht tijdens de opname.
De 2 effecten kunnen niet tegelijkertijd worden toegepast.
Gebruik een geheugenkaart met een SD speed class 6 of beter. Een lmopname kan
onverwachts stoppen wanneer een tragere kaart wordt gebruikt.
Wanneer stand 1 is ingesteld voor het nemen van foto's tijdens lmopnamen (Blz. 22, 27, 96),
kunt u geen foto's maken bij het gebruik van lmeffecten.
[e-Portrait], [Diorama] en [Color Creator] kunnen niet samen met Art Fade worden gebruikt.
Filmteleconverter kan niet worden gebruikt wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART].
Het geluid van aanraakhandelingen en knopbediening kan worden opgenomen.
45
NL
Basisbewerkingen
5
PHOTO STORY gebruiken
1
Draai de functieknop naar J.
Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven.
A
Standard
B
Snelheid
C
In-/uitzoomen
D
Leuke beelden
Standard1
1
2
3
4
2
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen
kiezen. U kunt ook de breedte-hoogteverhouding, het deelpatroon en het beeldeffect
van afzonderlijke beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
E
Oorspronkelijke PHOTO STORY
F G H
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
oorspronkelijke PHOTO STORY.
Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk
PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
U kunt de beeldkleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
Elk type en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
3
Druk op Q als u klaar bent met de instelling.
De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-display.
Het onderwerp van het huidige frame wordt in live view weergegeven.
Raak eender welk frame zonder beeld aan om dat frame in te stellen als het
huidige frame.
Druk op de knop MENU om het thema te veranderen.
4
Leg een beeld vast voor het eerste frame.
Het beeld dat u hebt vastgelegd, wordt in het eerste
frame weergegeven.
F5.0
0.0
0.0
1
ISO-A
200
10231023
250250
5
Leg een beeld vast voor het volgende frame.
Bekijk het onderwerp en leg het vast voor het
volgende frame.
• Druk op D om het beeld in het vorige frame te
annuleren en leg het beeld opnieuw vast.
Raak een frame aan om het beeld erin te annuleren
en leg de opname opnieuw vast. Raak het frame
aan en raak vervolgens O aan.
F5.0
0.0
0.0
1
ISO-A
200
10231023
250250
Volgend frame
(Live view-weergave)
Vastgelegd beeld
46
NL
Basisbewerkingen
5
6
Zodra u alle frames hebt vastgelegd, drukt u op Q om het beeld op te slaan.
Druk op de knop MENU om andere thema's te selecteren.
$ Opmerkingen
Tijdens het vastleggen van een PHOTO STORY zijn de volgende functies beschikbaar.
Belichtingscorrectie/programma-aanpassing/ itsopnamen (behalve bij het thema
[Speed])/live control instellingen
# Let op
Als de camera tijdens de opname wordt uitgeschakeld, worden alle gegevens voor
beelden tot dat moment geannuleerd en wordt niets op de geheugenkaart opgeslagen.
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. Het PHOTO STORY-beeld wordt als JPEG
opgeslagen en de beelden in de frames worden als RAW opgeslagen. RAW-beelden
worden in [4:3] opgeslagen.
U kunt op [AF Mode], [S-AF], [MF] of [S-AF+MF] instellen.
Bovendien wordt het AF-kader op één centraal punt vastgelegd.
De metingstand wordt op digitale ESP-meting vastgelegd.
De volgende functies zijn niet beschikbaar in de PHOTO STORY-stand.
MENU display/ lm/repeterende opnamen/zelfontspanner/INFO-display/
gezichtsprioriteit-AF/Digitale televoorzetlens/beeldeffect
De volgende knopbedieningen zijn uitgeschakeld.
Fn1/Fn2/INFO enz.
Tijdens de opname van een PHOTO STORY schakelt de camera niet naar de slaapstand.
47
NL
Basisbewerkingen
5
Opnemen met een motiefprogramma
1
Draai de functieknop naar SCN.
Een motiefmenu wordt weergegeven. Selecteer een
scène met FG.
In het scherm met het motiefmenu drukt u op I om
details van het motiefprogramma weer te geven op de
cameramonitor.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het motiefmenu
te verlaten.
1 Portrait
Soorten motiefprogramma's
O Portrait
J
Macro
P e-Portrait r Nature Macro
L Landscape Q Candle
K Landscape+Portrait R Sunset
J
Sport T Documents
i
Starlight s Panorama (Blz. 48)
G Night Scene
(
Fireworks
U Night+Portrait g Beach & Snow
G
Children fn Fisheye Effect
H
High Key wn Wide-Angle
I
Low key mn Macro
q DIS Mode T 3D Photo
2
Maak een opname.
Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het motiefmenu weer te geven.
# Let op
Om de voordelen van de motiefprogramma's maximaal te benutten, zijn enkele
instellingen van opnamefuncties gedeactiveerd.
In de modus [e-Portrait] worden twee beelden opgenomen: een ongewijzigd beeld en een
tweede beeld waarop de [e-Portrait]-effecten werden toegepast. De opname kan enige tijd
in beslag nemen. En wanneer de beeldkwaliteit bovendien ingesteld is op de stand RAW,
wordt het beeld opgenomen in RAW+JPEG-formaat.
• [n Fisheye Effect], [n Wide-Angle] en [n Macro] zijn bedoeld voor gebruik met
optionele voorzetlenzen.
Films kunnen niet worden opgenomen in de stand [e-Portrait], [Hand-Held Starlight],
[Panorama] of [3D Photo].
In de stand [Hand-Held Starlight] worden 8 frames tegelijkertijd opgenomen en vervolgens
gecombineerd. Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op de stand [RAW], wordt een
JPEG-beeld gecombineerd met het eerste RAW-beeld en vervolgens opgenomen in
RAW+JPEG.
[3D Photo] is onderhevig aan de volgende beperkingen.
[3D Photo] kan enkel worden gebruikt met een 3D-lens.
De cameramonitor kan niet worden gebruikt om beelden in 3D weer te geven. Gebruik
een apparaat dat 3D-weergave ondersteunt.
De scherpstelling is vergrendeld. Bovendien kunnen ook de itser en de zelfontspanner
niet worden gebruikt.
De resolutie ligt vast op 1920 × 1080.
RAW-fotogra e is niet beschikbaar.
De beelddekking is niet 100%.
48
NL
Basisbewerkingen
5
Panorama's fotograferen
Als u de bijgeleverde computersoftware hebt geïnstalleerd, kunt u de software gebruiken om
beelden samen te voegen tot een panorama. g “De camera aansluiten op een computer
en een printer“ (Blz. 111)
1
Draai de functieknop naar SCN.
2
Selecteer [Panorama] en druk op Q.
3
Kies een panrichting met FGHI.
4
Maak een foto en gebruik hierbij de hulplijnen om
de foto te kadreren.
De scherpstelling, belichting en andere instellingen
worden vergrendeld op de waardes van de eerste
opname.
250250 F5.6 38
M
5
Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens
overlappen met de voorgaande foto.
[
2
]
250250 F5.6 38
M
[
3
]
Exit Exit
Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een
waarschuwingsteken (g) weergegeven.
6
Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen.
# Let op
Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd
gemaakt, niet weergegeven. Maak de compositie zo dat de overlappende beelden elkaar
binnen de frames overlappen en gebruik daarbij de frames of andere weergavetekens in
de beelden als leidraad.
$ Opmerkingen
Door op Q te drukken voordat u de eerste opname hebt gemaakt, komt u terug in het
keuzemenu van het motiefprogramma. Door midden in de opnamen op Q te drukken,
stopt de reeks panoramaopnamen en kunt u met de volgende verder gaan.
49
NL
Basisbewerkingen
5
Kunst lters gebruiken
1
Draai de functieknop naar ART.
Een menu met kunst lters wordt weergegeven.
Selecteer een lter met FG.
• Druk op Q of druk de ontspanknop half in om het
gemarkeerde item te selecteren en het kunst ltermenu
te verlaten.
1
Pop Art
Soorten kunst lters
j Pop Art t Cross Process
k Soft Focus u Gentle Sepia
l Pale&Light Color v Dramatic Tone
m Light Tone Y Key Line
n Grainy Film Z Watercolor
o Pin Hole u ART BKT (ART bracketing)
s Diorama
2
Maak een opname.
Om een andere instelling te kiezen, drukt u op Q om het kunst ltermenu weer
te geven.
ART-bracketing
Bij één opname worden de beelden opgenomen voor iedere geselecteerde kunst lter.
Druk op I om lters te kiezen.
Kunsteffecten
Kunst lters kunnen worden gewijzigd en effecten kunnen worden toegevoegd. Door in het
kunst ltermenu op I te drukken worden bijkomende opties weergegeven.
Filters aanpassen
Optie I is de originele lter, terwijl de opties II en volgende effecten toevoegen die de
originele lter aanpassen.
Effecten toevoegen*
Soft focus, pin-hole, frames, white edges, starlight, lter, tone, blur
* De beschikbare effecten zijn afhankelijk van de geselecteerde lter.
# Let op
Om de voordelen van de kunst lters maximaal te benutten, zijn enkele instellingen van
opnamefuncties gedeactiveerd.
Als [RAW] momenteel geselecteerd is voor de beeldkwaliteit, wordt de beeldkwaliteit
automatisch ingesteld op [YN+RAW]. De kunst lter wordt alleen toegepast op de
JPEG-kopie.
Afhankelijk van het onderwerp kunnen toonovergangen gekarteld zijn, kan het effect
minder goed merkbaar zijn of kan het beeld 'korreliger' worden.
Bepaalde effecten zijn mogelijk niet zichtbaar in live view of tijdens het opnemen
van lms.
De weergave is afhankelijk van de gebruikte lters, effecten of instellingen voor de
lmkwaliteit.
50
NL
Basisbewerkingen
5
Veel gebruikte opnameopties
De belichting regelen (belichtingscorrectie)
Draai de voorste regelaar om de belichtingscorrectie te kiezen. Kies positieve ('+')
waarden om beelden helderder te maken en negatieve ('–') waarden om beelden
donkerder te maken. De belichting kan worden aangepast met ± 5.0 EV.
Negatief (–) Geen compensatie (0) Positief (+)
# Let op
Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de standen A, M of SCN.
De zoeker- en live view-weergave kunnen slechts tot ± 3.0 EV worden veranderd.
Als de belichting ± 3.0 EV overschrijdt, zal de belichtingsbalk gaan knipperen.
Films kunnen worden gecorrigeerd in een bereik tot ± 3.0 EV.
De helderheid van licht- en schaduwpartijen wijzigen
Wanneer de multifunctionele knop (Blz. 23) wordt
ingesteld op [Highlight&Shadow Control], verschijnt
een instellingenscherm zodra u op de knop Fn2 drukt.
Stel de schaduw bij met de achterste regelaar en de
overbelichting met de voorste regelaar.
SHADOW
HI LIGHT
De belichting vasthouden (AE Lock)
U kunt de belichtingsinstelling vasthouden door te drukken op de knop Fn1. Gebruik
dit wanneer u de focus en belichting apart wilt aanpassen of wanneer u verschillende
foto's bij dezelfde belichting wilt maken.
U kunt de AEL/AFL-functie toewijzen aan andere knoppen via [Button Function] (Blz. 99).
Als u eenmaal op de knop Fn1 drukt, wordt de belichting vastgehouden en verschijnt
u. g “AEL/AFL“ (Blz. 97)
Druk nogmaals op de knop Fn1 om de AE-vergrendeling te annuleren.
# Let op
De vergrendeling wordt geannuleerd zodra u de functieknop, de knop MENU of de
knop Q gebruikt.
51
NL
Basisbewerkingen
5
Een scherpstelkader selecteren (AF-gebied)
Kies welke van de 81 AF-kaders worden gebruikt om automatisch scherp te stellen.
1
Druk op de pendelknop om het AF-kader weer te geven.
2
Draai aan de regelaar om de AF-positie te kiezen.
De stand 'Alle doelen' wordt hersteld wanneer u de cursor van het scherm weg
verplaatst.
All Targets Single Target All Targets
De camera kiest
automatisch uit
alle mogelijke
scherpsteldoelen.
Selecteer het
scherpsteldoel
handmatig.
# Let op
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, schakelt de camera automatisch naar
de stand 'Enkel kader'.
Het AF-kader instellsen
U kunt de methode voor de selectie en grootte van het kader wijzigen. U kunt ook
gezichtsprioriteit-AF selecteren (Blz. 52).
1
Druk op de knop INFO tijdens de selectie van het AF-kader en kies een
selectiemethode met FG.
INFO
ii
o
FG
ii
o
(All Targets)
De camera maakt automatisch een selectie uit alle AF-kaders.
I
(Single Target)
U selecteert een enkel AF-kader.
K
(Small Target)
Het AF-kader kan kleiner worden gemaakt.
J
(Group Target)
De camera kiest automatisch uit de doelen in de
geselecteerde groep.
# Let op
• Bij lmopnamen schakelt de camera automatisch naar de stand 'Enkel kader'.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, schakelt de camera automatisch naar
de stand 'Enkel kader'.
52
NL
Basisbewerkingen
5
Gezichtsprioriteit-AF/pupilherkenning-AF
De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en digitale ESP aan.
1
Druk op de pendelknop om het AF-kader weer
te geven.
2
Druk op de knop INFO.
U kunt de selectiemethode voor het AF-kader wijzigen.
3
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
ii
o
Selectiemethode
J
Gezichtsprio. Uit Gezichtsprioriteit uit.
I
Gezichtsprio. Aan Gezichtsprioriteit aan.
K
Gezicht en oog prio. Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de pupil
van het oog dat zich het dichtst bij de camera bevindt
voor gezichtsprioriteit-AF.
L
Gezicht en R. oogprio.
Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de pupil
van het rechteroog voor gezichtsprioriteit-AF.
M
Gezicht en L. oogprio.
Aan
Het automatisch scherpstelsysteem selecteert de pupil
van het linkeroog voor gezichtsprioriteit-AF.
4
Richt de camera op het onderwerp.
Wanneer u foto's maakt met de zoeker, kijkt u door de
zoeker.
Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven
met een wit kader.
5
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het
witte kader, wordt het kader groen.
Als de camera de ogen van het onderwerp kan
detecteren, wordt een groen kader weergegeven rond
het geselecteerde oog.
(pupilherkenning-AF)
6
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname
te maken.
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
01:02:0301:02:03
10231023
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
# Let op
Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende
opnamen.
Afhankelijk van het onderwerp en de instelling van de kunst lter is het mogelijk dat de
camera het gezicht niet correct detecteert.
Bij een instelling [p (Digital ESP metering)] wordt bij de meting prioriteit gegeven aan
gezichten.
$ Opmerkingen
Gezichtsprioriteit is ook beschikbaar in [MF]. Gezichten die door de camera worden
herkend, worden aangeduid door witte kaders.
53
NL
Basisbewerkingen
5
Zoomkader-AF/zoom-AF
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
Opnamescherm
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.0
0.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
Off
Zoomkader-AF Zoom-AF
U
U
U
U
U
U
Q / U
(Ingedrukt houden)
1
Wijs [U] vooraf toe aan een van de knoppen via [Button Function] (Blz. 99).
a kan ook worden ingesteld als een multifunctieknop.
2
Druk op de knop U om het zoomkader weer te geven.
Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net
voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige
scherpstelpositie.
Positioneer het zoomkader met FGHI.
Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
Vergelijking tussen AF- en zoomkaders
14×
10×
3
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
Positioneer het zoomkader met FGHI.
Draai aan de regelaar om de zoomverhouding te kiezen.
4
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
De camera stelt scherp met het onderwerp dat zich in het midden van het beeld
bevindt. Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm
aan te raken.
$ Opmerkingen
U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm.
# Let op
De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de
zoomweergave.
54
NL
Basisbewerkingen
5
Kleur regelen (Color Creator)
U kunt de kleur van het onderwerp aanpassen terwijl u door de zoeker kijkt. Selecteer
deze functie met de multifunctieknop om ze te gebruiken.
Stel de multifunctieknop vooraf in op c (Color Creator) (Blz. 23).
1
Druk op de knop Fn2 terwijl u door de zoeker kijkt.
Er verschijnt een scherm met opties in de zoeker.
Fn2-knop
2
Stel de kleurschakering in met de voorste regelaar en de verzadiging met de
achterste regelaar.
De instellingen worden opgeslagen in c (Color Creator) van beeldmodus (Blz. 62).
# Let op
De witbalans is vast ingesteld op AUTO.
Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op de stand [RAW], wordt het beeld opgenomen in
RAW+JPEG-formaat.
De beeldverhouding instellen
U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal)
wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedte-
hoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2], [1:1] of [3:4].
Stel de multifunctieknop vooraf in op d (Beeldverhouding) (Blz. 23).
1
Druk op de Fn2-knop.
Een menu verschijnt op het scherm.
U kunt ook op de knop Q drukken om beeldverhouding te selecteren.
2
Selecteer een instelling met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
# Let op
JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden
opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
Wanneer RAW-beelden worden weergegeven, wordt de geselecteerde breedte-
hoogteverhouding weergegeven.
55
NL
Basisbewerkingen
5
Informatiedisplay tijdens de weergave
Informatie weergavebeeld
Vereenvoudigde weergave Volledige weergave
F5.6F5.6
+1.0+1.0
G+4G+4A+4A+4
AdobeAdobe
NaturalNatural
ISO 400ISO 400
250250
+2.0+2.0 45mm45mm
1/84608×3456
×10×10
4
:
3
L
N
3D3D
2014.01.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
n
k
l
m
o
q
p
j
i
rstv
gf h
u
2014.01.01 12:30 15
100-0015
×10×10
4
:
3
L
N
3D3D
e
0
a
4
15789
bcd
2
3
6
1 Batterijcontrole .............................Blz. 15
2 Draadloze LAN-verbinding...Blz. 28, 107
3 Inclusief GPS-gegevens ............Blz. 110
4 Eye-Fi-upload klaar......................Blz. 97
5 Printreservering
Aantal prints ...............................Blz. 116
6 Deelorder ...................................Blz. 108
7 Geluidsopname............................Blz. 58
8 Beveiligen ....................................Blz. 58
9 Beeld geselecteerd ......................Blz. 34
0 Bestandsnummer.........................Blz. 95
a Beeldnummer
b Beeldkwaliteit ...............................Blz. 67
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 54
d 3D-beeld ......................................Blz. 47
e Datum en tijd................................Blz. 16
f Beeldrand ....................................Blz. 54
g AF-kader ......................................Blz. 51
h Opnamestand .................Blz. 17, 39 49
i Belichtingscorrectie......................Blz. 50
j Sluitertijd ...............................Blz. 39 – 42
k Diafragmawaarde .................Blz. 39 – 42
l Brandpuntsafstand.....................Blz. 124
m Flitssterkteregelaar ......................Blz. 70
n Witbalanscorrectie
o Kleurruimte ..................................Blz. 94
p Beeldeffecten ...............................Blz. 62
q Compressiefactor.........................Blz. 67
r Aantal pixels ................................Blz. 67
s ISO-gevoeligheid .........................Blz. 73
t Witbalans .....................................Blz. 63
u Lichtmeetstand ............................Blz. 71
v Histogram ....................................Blz. 38
Het informatiedisplay omschakelen
U kunt de informatie die tijdens de weergave op de monitor verschijnt, wijzigen via de
INFO-knop.
F5.6F5.6
±0.0±0.0
G±10G±10A±10A±10
AdobeAdobe
NaturalNatural
ISO 400ISO 400
250250
+2.0+2.0 45mm45mm
1/84032×3024
×10×10
4
:
3
L
N
2014.01.01 12:30 15
100-0015
WB
AUTO
P
2014.01.01 12:30 15
100-0015
4
:
3
L
N
×10×10
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
INFO
Volledige weergave
Vereenvoudigde weergaveAlleen beeld
56
NL
Basisbewerkingen
5
Het informatiedisplay van de weergave veranderen
Druk op de knop q om foto's schermvullend weer te geven. Druk de ontspanknop
half in om naar de opnamestand terug te keren.
Indexweergave/kalenderweergave
25 beelden
Indexweergave
Q
q
p
q
p
Enkelbeeldweergave
Kalenderscherm
2014.1
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
29 30 31 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6
29 30 31 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6
2014.01.01 12:30 21
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
Weergavezoom (gezoomd weergeven)
2× zoom
gezoomd weergeven
Enkelbeeldweergave
14× zoom
2x
q
q
p
p
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
14x
Achterste regelaar (o) Inzoomen (p)/Index (q)
Voorste regelaar (r)
Vorige (t)/Volgende (s)
Handeling ook beschikbaar tijdens gezoomd weergeven.
Pendelknop
(FGHI)
Enkelbeeldweergave: volgende (I)/vorige (H)/weergavevolume
(FG)
Close-upweergave: Bladeren tussen beelden
U kunt het volgende beeld (I) of het vorige
beeld (H) weergeven tijdens gezoomde
weergave door te drukken op de knop INFO.
Index/kalenderweergave: markeer beeld
Fn1
Geeft een zoomkader weer. Gebruik de aanraakhandelingen om
de positie van het kader in te stellen en druk op Fn1 om in te
zoomen. Druk op Fn1 om te annuleren.
INFO
Beeldinformatie bekijken
H
Foto selecteren (Blz. 34)
Fn2
Foto beveiligen (Blz. 33)
D
Foto wissen (Blz. 34)
Q
Menu's bekijken (in kalenderweergave drukt u op deze knop om
terug te keren naar enkelbeeldweergave)
57
NL
Basisbewerkingen
5
Weergegeven beelden bewerken
Druk tijdens de weergave op Q om een eenvoudig optiemenu weer te geven dat
tijdens de afspeelmodus kan worden gebruikt.
JPEG
m
R
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
Share Order
Stilstaand beeld Filmbeeld
JPEG Edit, RAW Data Edit g Blz. 85, 86
D
Image Overlay g Blz. 87
D
Movie Play
D
Share Order gBlz. 108
DD*
0 (Beveiligen)
DD
R (Audio-opname)
D
Roteren
D
m (Diashow)
DD
Erase
DD
* Niet beschikbaar voor H- of I- lms.
Bewerkingen uitvoeren op een lmbeeld (Movie Play)
Q
Het afspelen pauzeren of hervatten.
Terwijl het afspelen gepauzeerd is, kunt u de volgende bewerkingen
uitvoeren.
HI of subregelaar
Vorige/Volgende
Druk op HI en houd ingedrukt om de bewerking
voort te zetten.
F
Geef het eerste beeld weer.
G
Geef het laatste beeld weer.
H/I
Een lm doorspoelen of terugspoelen.
F/G
Het volume aanpassen.
# Let op
Het is aan te bevelen de meegeleverde computersoftware te gebruiken om lms op een
computer weer te geven. Voor u de software voor het eerst start, dient u de camera aan te
sluiten op de computer.
58
NL
Basisbewerkingen
5
Beelden beveiligen
U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering.
Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op Q om het
weergavemenu op te roepen. Selecteer [0] en druk op Q,
druk daarna op F om het beeld te beveiligen. Beveiligde
beelden zijn aangegeven met het pictogram 0 (beveiligen).
Druk op G om de beveiliging op te heffen. Druk op Q om de
instellingen op te slaan en af te sluiten.
U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen.
g “Beelden selecteren“ (Blz. 34)
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
4
:
3
0 (beveiligen) pictogram
# Let op
Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle beelden gewist, ook de beveiligde
beelden.
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
1
Geef het beeld weer waaraan u een audio-opname
wilt toevoegen en druk op Q.
Audio-opname is niet mogelijk bij beveiligde beelden.
Audio-opname is ook beschikbaar in het
weergavemenu.
2
Selecteer [R] en druk op Q.
Selecteer [No] om te annuleren zonder een opname toe
te voegen.
JPEG
m
R
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
Share Order
3
Selecteer [R Start] en druk op Q om de opname
te starten.
Om de opname halverwege te stoppen, drukt u op Q.
4
Druk op Q om de opname te beëindigen.
Beelden met een audio-opname worden gemarkeerd
met het pictogram H.
Om een opname te wissen, selecteer u [Erase] in
stap 2.
R
R
Start
No
Erase
Back Set
Roteren
Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid.
1
Geef de foto weer en druk op Q.
2
Selecteer [Rotate] en druk op Q.
3
Druk op F om het beeld linksom te draaien of op G om het beeld rechtsom
te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt.
• Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie.
Films, 3D-foto's en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
59
NL
Basisbewerkingen
5
Diashow
Hierbij worden de beelden die op de kaart zijn opgeslagen, één voor één weergegeven.
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [m].
JPEG
m
R
Rotate
JPEG Edit
Back
Set
Share Order
2
Pas de instellingen aan.
Starten De diashow starten. Beelden worden in volgorde weergegeven,
te starten bij het huidige beeld.
BGM Stel [Joy] in of zet BGM op [Off].
Slide Stel het type diashow in dat u wilt uitvoeren.
Slide Interval Instellen hoe lang elke dia wordt weergegeven (2 tot 10 seconden).
Movie Interval Selecteer [Full] om volledige lmclips op te nemen in de
diapresentatie en [Short] om alleen het inleidende deel van
elke clip weer te geven.
3
Selecteer [Start] en druk op Q.
De diashow start.
• Druk op Q om de diashow te stoppen.
Volume
Druk op FG tijdens de diapresentatie om het algemene volume van de luidspreker van
de camera aan te passen. Druk op HI terwijl de indicator voor de volumeaanpassing
is weergegeven om de balans tussen het opgenomen geluid van de foto of de lm en de
achtergrondmuziek aan te passen.
$ Opmerkingen
U kunt [Joy] instellen op verschillende BGM's. Sla de gegevens die u van de Olympus-
website hebt gedownload, op de kaart op, selecteer [Joy] van [BGM] in stap 2 en druk
op I. Ga naar de volgende website om te downloaden.
http://support.olympus-imaging.com/bgmdownload/
60
NL
Opnameopties gebruiken
6
6
Opnameopties gebruiken
Camerabewegingen beperken (beeldstabilisator)
U kunt de camerabeweging beperken die zich kan voordoen als u foto's maakt
wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting. De
beeldstabilisator start wanneer u de ontspanknop half indrukt.
1
Druk op de knop Q en selecteer de beeldstabilisator.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Image Stabilizer
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen
met live view
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
L
N
4:3
j
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
mmmm5050
S-ISS-IS S-ISS-IS
OFFOFF
S-IS AUTOS-IS AUTO
S-IS AUTO
S-IS AUTO
S-ISS-IS
FullHD
F
P
Focal Length
Auto I.S.
Beeldstabilisator
2
Selecteer een item met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
Stilstaand
beeld
OFF
Fotostabilisatie
Off
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
S-IS1
All Direction
Shake I.S.
Beeldstabilisator is ingeschakeld.
S-IS2
Vertical Shake
I.S.
De beeldstabilisatiefunctie wordt
enkel toegepast op verticale (Y)
camerabewegingen.
S-IS3
Horizontal
Shake I.S.
De beeldstabilisatiefunctie wordt
enkel toegepast op horizontale (Z)
camerabewegingen. Gebruik deze functie
wanneer u de camera verticaal pant met de
camera in portretoriëntatie.
S-IS AUTO Auto I.S.
De camera detecteert de panrichting en past
de juiste beeldstabilisatie toe.
Video-
beelden
OFF Movie-I.S. Uit
Beeldstabilisator is uitgeschakeld.
ON Movie-I.S. Aan
Naast de beeldstabilisatie die wordt toegepast
in alle richtingen, compenseert de camera ook
voor camerabewegingen die zich voordoen
tijdens het lopen.
Een brandpuntsafstand kiezen (behalve voor Micro Four Thirds-/Four Thirds-lenzen)
Gebruik informatie over de brandpuntsafstand om camerabewegingen te verminderen bij het
maken van foto's met andere lenzen dan Micro Four Thirds-lenzen of Four Thirds-lenzen.
Selecteer [Image Stabilizer], druk op de knop INFO, selecteer een brandpuntsafstand
met behulp van HI en druk op Q.
Kies een brandpuntsafstand tussen 8 mm en 1000 mm.
Kies de waarde die het dichtst aansluit bij de waarde die op de lens gedrukt staat.
61
NL
Opnameopties gebruiken
6
# Let op
De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [OFF].
Wanneer u een lens gebruikt met een beeldstabilisatiefunctieschakelaar, wordt prioriteit
gegeven aan de lensinstellingen.
Wanneer de beeldstabilisatie bij de lens prioriteit krijgt en de camera is ingesteld op
[S-IS-AUTO], wordt [S-IS1] gebruikt in plaats van [S-IS-AUTO].
U hoort eventueel een werkingsgeluid of trilling als de beeldstabilisator wordt
ingeschakeld.
62
NL
Opnameopties gebruiken
6
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast, scherpte
en andere parameters (Blz. 77). Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk
opgeslagen.
1
Druk op de knop Q en selecteer picture mode.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Picture Mode
Bij het fotograferen met
de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
P
Natural
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
L
N
4:3
M C
jj
i
h
jj
j
44
j
55
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Beeldeffect
2
Selecteer een item met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
h
i-Enhance
Voor indrukwekkende resultaten in overeenstemming met het
motief.
i
Vivid Voor levendige kleuren.
j
Natural Voor natuurlijke kleuren.
Z
Muted Voor afgevlakte tinten.
a
Portrait Voor mooie huidtinten.
J
Monotone Voor zwart/wit-tinten.
K
Custom
Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de
instelling vast.
v
e-Portrait
Creëert zachte huidtexturen. Kan niet worden gebruikt met
bracket fotogra e of bij het opnemen van lms.
c
Color Creator Creëert een kleurenset met de Color Creator (Blz. 54).
j
Pop Art
Kies een kunst lter en selecteer het gewenste effect.
k
Soft Focus
l
Pale&Light Color
m
Light Tone
n
Grainy Film
o
Pin Hole
s
Diorama
t
Cross Process
u
Gentle Sepia
v
Dramatic Tone
Y
Key Line
Z
Watercolor
63
NL
Opnameopties gebruiken
6
Kleur aanpassen (witbalans)
De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door
de camera er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt,
maar u kunt ook andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer
u met [AUTO] niet de gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt
oproepen in uw beelden.
1
Druk op Q om witbalans te selecteren.
Bij het fotograferen met
de zoeker
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
Bij het fotograferen met
live view
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Witbalans
Als u de multifunctieknop (Blz. 23) vooraf instelt op e (ISO-gevoeligheid/witbalans),
kunt u op knop Fn2 drukken om een menu weer te geven.
2
Draai aan de achterste regelaar om items te selecteren.
WB-stand Kleurtemperatuur Lichtomstandigheden
Auto white
balance
AUTO
k
Geschikt voor de meeste lichtomstandigheden
(als op de monitor een witte beeldpartij
zichtbaar is). Gebruik deze stand bij normaal
fotograferen.
Preset white
balance
5
5300K
Voor buitenopnamen op een heldere dag, of
voor meer rode tinten bij een zonsondergang,
of voor meer kleuren bij vuurwerk
N
7500K
Voor buitenopnamen in de schaduw op een
heldere dag
O
6000K
Voor het fotograferen buiten op een
bewolkte dag
1
3000K Voor fotograferen bij gloeilamplicht
>
4000K
Voor onderwerpen die door TL-licht worden
verlicht
U k
Voor onderwaterfotogra e
n
5500K Voor itsopnamen
One-touch
white balance
(Blz. 64)
P/Q/
W/X
De bij one-touch
WB ingestelde
kleurtemperatuur.
Kies wanneer een wit of grijs onderwerp kan
worden gebruikt om de witbalans te meten
en het onderwerp zich onder een gemengde
verlichting bevindt of wordt belicht door een
ongekend type itser of andere lichtbron.
Custom white
balance
CWB 2000K – 14000K
Nadat u op de INFO-knop hebt gedrukt,
gebruikt u de knoppen HI om een
kleurtemperatuur te selecteren en drukt
u vervolgens op Q.
64
NL
Opnameopties gebruiken
6
Witbalans met één knop
Meet de witbalans door een blad papier of een ander wit object te kadreren bij de belichting
die u zult gebruiken voor de uiteindelijke foto. Dit is handig als u een onderwerp niet
alleen bij natuurlijk licht fotografeert, maar ook bij andere lichtbronnen met verschillende
kleurtemperaturen.
1
Selecteer [P], [Q], [W] of [X] (witbalans met één knop 1, 2, 3 of 4) en
druk op de knop INFO.
2
Maak een foto van een stuk kleurloos papier (wit of grijs).
Kadreer het object zodat dit de monitor vult en er geen schaduwen op zichtbaar zijn.
Het scherm voor one-touch witbalans verschijnt.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie.
De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt
gemeten. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt.
% Tips
Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding [WB NG
Retry] weergegeven en wordt er geen waarde opgemeten. Corrigeer het probleem en
herhaal de procedure vanaf stap 1.
65
NL
Opnameopties gebruiken
6
Repeterende opnamen/de zelfontspanner gebruiken
Blijf de ontspanknop helemaal indrukken om een reeks foto's te maken. U kunt ook
foto's maken met behulp van de zelfontspanner.
1
Druk op de knop Q om repeterende opnamen/zelfontspanner te selecteren.
P
Single
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
L
N
4:3
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
oo
TT
S
S
Y
12s
Y
12s
Y
2s
Y
2s
Y
c
Y
c
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
j/Y
Bij het fotograferen met
de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
Repeterende
opnamen/
zelfontspanner
Als u [Direct Function] toewijst aan de pendelknop, kunt u op G drukken om de
opties weer te geven.
g [Button Function] (Blz. 99)
2
Selecteer de opnamestand met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
o
Enkelbeeld-
opnamen
Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera 1 foto
(gewone opnamestand, enkelbeeldopname).
T
Repeterend snel
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen aan een snelheid van 8 frames per seconde (fps). De
scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgelegd op de
waarden van de eerste opname in elke reeks.
S
Repeterend traag
Zolang de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, worden foto's
genomen aan een snelheid van 3,5 frames per seconde (fps).
De scherpstelling en belichting worden vastgesteld volgens de
geselecteerde opties voor [AF Mode] (Blz. 72) en [AEL/AFL] (Blz. 97).
Y12s
Zelfontspanner
12 SEC
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal om
de timer te starten. De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer
10 seconden continu, begint dan ongeveer 2 seconden lang te
knipperen, en daarna wordt de foto gemaakt.
Y2s
Zelfontspanner
2 SEC
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal
om de timer te starten. De zelfontspanner-LED knippert ongeveer
2 seconden, en daarna wordt de foto gemaakt.
YC
Aangepaste
zelfontspanner
U kunt de tijd van de zelfontspanner, het aantal foto's en het
interval tussen de foto's instellen. Selecteer g, druk op de knop
INFO en draai aan de achterste regelaar. Gebruik de voorste
regelaar om een optie te selecteren.
$ Opmerkingen
Om de ingeschakelde zelfontspanner voortijdig te stoppen, drukt u op G.
# Let op
• Wanneer u S gebruikt, wordt tijdens de opname geen bevestigingsbeeld weergegeven.
Het beeld wordt opnieuw weergegeven nadat het fotograferen is beëindigd. Wanneer
u T gebruikt, wordt het beeld van direct daarvoor weergegeven.
De snelheid van repeterende opnamen varieert afhankelijk van de lens die u gebruikt
en de scherpstelling van de zoomlens.
66
NL
Opnameopties gebruiken
6
Als tijdens repeterende opnamen de batterijspanningsindicator begint te knipperen, stopt de
camera met fotograferen en begint hij de gemaakte foto's op te slaan op de geheugenkaart.
Als de batterijvoeding te laag is, kan de camera misschien niet alle foto's opslaan.
Bij fotograferen met de zelfontspanner kunt u de camera het beste op een statief zetten.
Als u voor de camera gaat staan om de ontspanknop half in te drukken bij het gebruik van
de zelfontspanner, is het mogelijk dat de foto onscherp is.
Effecten toevoegen aan een lm
U kunt lms opnemen die gebruik maken van de beschikbare effecten in de stand
Fotograferen. Stel de regelaar in op
n
om de instellingen te activeren.
1
Draai de functieknop naar
n
, druk op de knop Q
en gebruik de achterste regelaar om een item van
de opnamestand te selecteren.
PP
P
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
n
PP
AA SS MM
PP
S-AFS-AF
j
M-IS ONM-IS ON
FullHD
F
Program Auto
Stand Fotograferen
2
Kies de opnamestand met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
P
De optimale diafragmawaarde wordt automatisch ingesteld overeenkomstig de
helderheid van het onderwerp.
A
De weergave van de achtergrond wordt gewijzigd door de instelling van het
diafragma. Gebruik de achterste regelaar om het diafragma aan te passen.
S
De sluitertijd is van invloed op het uitzicht van het onderwerp. Gebruik de
achterste regelaar om de sluitertijd aan te passen. De sluitertijd kan worden
ingesteld op waarden tussen 1/30 sec. en 1/4000 sec.
M
U regelt zowel het diafragma als de sluitertijd. Gebruik de voorste regelaar om
het diafragma te selecteren en de achterste regelaar om de sluitertijd in te stellen
op een waarde tussen 1/30 sec. en 1/4000 sec. De gevoeligheid kan handmatig
worden ingesteld op waarden tussen ISO 200 en 3200; een automatische
regeling van de ISO-gevoeligheid is niet voorzien.
# Let op
Als u een lm opneemt, kunt u de instellingen voor belichtingscorrectie, diafragmawaarde
en sluitertijd niet wijzigen.
Als [Image Stabilizer] geactiveerd is tijdens het opnemen van een lm, wordt het
opgenomen beeld lichtjes vergroot.
Stabilisatie is niet mogelijk als de camerabeweging te groot is.
Als de binnenzijde van de camera warm wordt, wordt de opname automatisch gestopt
om de camera te beschermen.
Bij sommige kunst lters is de werking van [C-AF] beperkt.
Kaarten met een SD speed class van 6 of hoger worden aanbevolen om lms op
te nemen.
67
NL
Opnameopties gebruiken
6
Kwaliteit van de opname (beeldkwaliteit)
Selecteer een beeldkwaliteit voor foto's en lms volgens het vooropgestelde doel,
bijvoorbeeld herwerken op een computer of weergeven op het web.
1
Druk op de knop Q en selecteer een beeldkwaliteit voor foto's en lms.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
K
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
L
F
4:3
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
RAWRAW
L M
N
S
N
3838
L
F+
RAW
F+F+F+
RAWRAWRAW
NN
N
FullHD
F
4608x3456
Beeldkwaliteit
2
Selecteer een item met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
Beeldkwaliteit (stilstaande beelden)
Maak uw keuze uit RAW- en JPEG-modi (YF, YN, XN en WN). Kies een RAW+JPEG-optie
om zowel een RAW- als een JPEG-beeld op te slaan bij elke opname. De JPEG-standen zijn
een combinatie van resolutie (Y, X en W) en compressiefactor (SF, F, N en B).
Image size
(Beeldformaat)
Compressiefactor
Toepassing
Naam Aantal pixels
SF
(Super jn)
F
(Fijn)
N
(Normaal)
B
(Basis)
Y (Groot)
4608×3456*
YSF YF* YN* YB
Afhankelijk van
het gewenste
printformaat
X (Middel)
3200×2400*
XSF XF XN* XB
2560×1920
1920×1440
1600×1200
W (Klein)
1280×960*
WSF WF WN* WB
Voor kleine
afdrukken en
gebruik op websites
1024×768
640×480
* Standaard
RAW-beeldgegevens
Dit type (extensie '.ORF') slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking.
RAW-beeldgegevens kunnen niet worden weergegeven met andere camera's of software,
en RAW-beelden kunnen niet worden geselecteerd om ze te printen. Met deze camera
kunnen JPEG-kopieën worden gemaakt van RAW-beelden. g “Foto’s bewerken“ (Blz. 85)
68
NL
Opnameopties gebruiken
6
Beeldkwaliteiten (videobeelden)
Beeldkwaliteit Aantal pixels Bestandsindeling Toepassing
Full HD Fine 1920×1080
MPEG-4 AVC/
H.264*
1
Weergeven op tv's en
andere apparaten
Full HD Normal 1920×1080
HD Fine 1280×720
HD Normal 1280×720
H
1280×720
Motion JPEG*
2
Voor weergave of bewerking
op een computer
I
640×480
Afhankelijk van het type van de gebruikte kaart kan de opname eindigen voor de
maximale lengte is bereikt.
*1 Individuele lms kunnen maximaal 29 minuten lang zijn.
*2 Bestanden kunnen tot 2 GB groot zijn.
Een itser gebruiken ( itserfotogra e)
De itser kan handmatig naar wens worden ingesteld. De itser kan in heel wat
verschillende opnameomstandigheden worden gebruikt.
1
Druk op de itserschakelaar om de itser open te klappen.
Flitserschakelaar
2
Druk op de knop Q en selecteer itserfunctie.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
P
Flash Auto
AUTOAUTO
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
ii
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Flash Mode
Bij het fotograferen met
de zoeker
Bij het fotograferen met
live view
Flitserfunctie
Als u [Direct Function] toewijst aan de pendelknop, kunt u op I drukken om de
opties weer te geven.
g [Button Function] (Blz. 99)
3
Selecteer een instelling met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
De beschikbare opties en de volgorde waarin deze worden weergegeven, variëren
naargelang van de opnamemodus. g “Beschikbare itsstanden in de diverse
fotografeerstanden“ (Blz. 69)
69
NL
Opnameopties gebruiken
6
AUTO
Auto itsen
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de itser
automatisch.
#
Invul itsen
De itser ontsteekt altijd, ongeacht de
lichtomstandigheden.
$
Flitser uit De itser ontsteekt niet.
!/
#!
Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
Met deze functie kunt u rode ogen vermijden.
In de standen S en M zal de itser altijd itsen.
#SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
Trage sluitertijden worden gebruikt om een slecht
verlichte achtergrond op te lichten.
!SLOW
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)/ itsen
met onderdrukken van
rode ogen
Combineert een trage synchronisatie met
onderdrukken van rode ogen.
#SLOW2/
2nd
Curtain
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
De itser ontsteekt net voordat
de sluiter dichtgaat om
lichtsporen te creëren achter
bewegende lichtbronnen.
#FULL,
#1/4 enz.
Handmatig
Voor gebruikers die de voorkeur geven aan
handmatige bediening. Als u op de knop INFO
drukt, kunt u de functieknop gebruiken om het
itserniveau aan te passen.
# Let op
• Bij [!/#!(Red-eye reduction ash)] duurt het na de inleidende itsen ongeveer
1 seconde voordat de sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de opname niet
is voltooid.
• [!/#!(Red-eye reduction ash)] werkt mogelijk niet ef ciënt bij bepaalde
opnameomstandigheden.
• Als de its ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/250 sec. of korter. Als u met
de invul itsen een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de
achtergrond overbelicht zijn.
Beschikbare itsstanden in de diverse fotografeerstanden
Stand
Foto-
graferen
LV-super-
bedienings-
paneel
Flitserfunctie Flitsmoment
Voorwaarden
om de itser te
laten itsen
Grens van
sluitertijd
P/A
#AUTO
Auto itsen
1e
sluitergordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en
bij tegenlicht
1/30 sec. –
1/250 sec.*
!
Automatische itser
(onderdrukking van
rode ogen)
#
Invul itsen Ontsteekt altijd
30 sec. –
1/250 sec.*
$
Flitser uit
kkk
!
SLOW
Trage
synchronisatie (rode
ogen onderdrukken)
1e
sluitergordijn
Ontsteekt
automatisch in
het donker en
bij tegenlicht
60 sec. –
1/250 sec.*
#SLOW
Trage
synchronisatie
(1e sluitergordijn)
#
SLOW2
Trage
synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluitergordijn
70
NL
Opnameopties gebruiken
6
Stand
Foto-
graferen
LV-super-
bedienings-
paneel
Flitserfunctie Flitsmoment
Voorwaarden
om de itser te
laten itsen
Grens van
sluitertijd
S/M
#
Invul itsen
1e
sluitergordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/250 sec.*
#!
Invul itsen
(onderdrukking van
rode ogen)
$
Flitser uit
kkk
#
2nd-C
Invul its/trage
synchronisatie
(2e sluitergordijn)
2e
sluitergordijn
Ontsteekt altijd
60 sec. –
1/250 sec.*
#AUTO, $ kan worden ingesteld in de modus A.
* 1/200 sec., 1/180 sec. (FL-50R) bij gebruik van een afzonderlijk verkochte externe itser
Minimumbereik
De lens kan schaduwen werpen over
onderwerpen die zich dicht bij de camera
bevinden, wat vignettering veroorzaakt, of de
onderwerpen kunnen te helder zijn, zelfs bij
minimale itssterkte.
Lens
Afstand bij benadering
waarop vignettering
optreedt
17 mm f1.8 0,25 m
25 mm f1.8 0,5 m
45 mm f1.8 0,5 m
14 42 mm IIR 0,8 m
14 42 mm EZ 0,25 m
40 150 mm 0,9 m
• Externe itsers kunnen worden gebruikt om vignettering te voorkomen. Om overbelichte
foto's te voorkomen, selecteert u de stand A of M en kiest u een hoge f-waarde, of
u vermindert de ISO-gevoeligheid.
Uitgangsvermogen van de its aanpassen (regelen van de
itssterkte)
Het uitgangsvermogen van de itser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp
overbelicht lijkt, of onderbelicht is hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is.
1
Druk op de knop Q en selecteer een item van Regelen van de itssterkte.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen
met live view
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
00
ii
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
AUTOAUTOAUTOAUTO
0.0
Flitscorrectie
2
Selecteer een waarde voor de itscorrectie met behulp van de voorste
regelaar en druk op de knop Q.
# Let op
Deze instelling heeft geen effect wanneer de itserfunctie voor de externe itser is
ingesteld op MANUAL.
Wijzigingen aan de itssterkte die met de externe itser werden aangebracht, worden
opgeteld bij de wijzigingen aan de itssterkte die met de camera werden gemaakt.
71
NL
Opnameopties gebruiken
6
Kiezen hoe de camera de helderheid meet (meting)
U kunt kiezen hoe de camera de helderheid van het onderwerp meet.
1
Druk op de knop Q en selecteer Lichtmeetstand.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Metering
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen
met live view
P
ESP
HIHI SHSH
ii
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
AUTOAUTOAUTOAUTO
Metering
2
Selecteer een optie met behulp van de voorste regelaar en druk op de
knop Q.
p
Digital ESP
metering
De camera meet de belichting in 324 delen van het kader
en optimaliseert de belichting voor de huidige scène of (als
een andere optie dan [OFF] is geselecteerd voor [I Face
Priority]) het onderwerp van het portret. Deze methode wordt
aanbevolen voor normaal fotograferen.
H
Center weighted
averaging
metering
Deze meetmethode berekent het gemiddelde
van de lichtniveaus van het onderwerp en de
achtergrond, maar het centrum van het beeld
telt hier zwaarder mee.
I
Spot metering
Kies deze optie om een klein gebied te meten
(ongeveer 2% van het kader) en richt hierbij
de camera op het object dat u wilt meten. De
belichting wordt aangepast op basis van de
helderheid van het gemeten punt.
IHI
Spot metering -
highlight
Verhoogt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
lichte onderwerpen licht worden weergegeven.
ISH
Spot metering -
shadow
Verlaagt de belichting van de spotmeting. Zorgt ervoor dat
donkere onderwerpen donker worden weergegeven.
3
Druk de ontspanknop half in.
Normaal begint de camera te meten wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
en wordt de scherpstelling vergrendeld zolang de ontspanknop in deze positie wordt
gehouden.
72
NL
Opnameopties gebruiken
6
Een scherpstelstand selecteren (AF-stand)
Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand).
U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes kiezen voor de stand Fotograferen en de
stand
n
.
1
Druk op de knop Q en selecteer AF-stand.
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
AF Mode
Bij het fotograferen
met de zoeker
Bij het fotograferen
met live view
P
Single AF
ii
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
AUTOAUTOAUTOAUTO
S-AFS-AF
C-AFC-AF
MFMF
S-AFS-AF
MF
C-AFC-AF
TR
S-AFS-AF
S-AFS-AF
Autofocusstand
(AF)
2
Selecteer een optie met behulp van de voorste regelaar en druk op de knop Q.
De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de monitor.
S-AF (één keer
scherpstellen)
De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld, hoort u een
pieptoon en lichten het AF-bevestigingsteken en het autofocusteken
op. Deze methode is geschikt voor het fotograferen van niet of
nauwelijks bewegende onderwerpen.
C-AF
(continu
scherpstellen)
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop half
ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld, licht
het AF-bevestigingsteken op op de monitor en de pieptoon weerklinkt
wanneer de scherpstelling de eerste en tweede keer wordt vergrendeld.
Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie van de
foto, de camera blijft bezig met scherpstellen.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, zal deze
instelling wijzigen in [S-AF].
MF
(handmatig
scherpstellen)
Dankzij deze functie kunt
u handmatig op iedere
positie scherpstellen via de
scherpstelring op de lens.
Dichtbij
)
Scherpstelring
S-AF+MF (De
standen S-AF en MF
gelijktijdig gebruiken)
Na de ontspanknop half te hebben ingedrukt om scherp te stellen
in de stand [S-AF], kunt u de scherpstelring gebruiken om de
scherpstelling handmatig bij te regelen.
C-AF+TR
(AF tracking)
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de camera volgt
het onderwerp en blijft erop scherpstellen zolang de ontspanknop in
deze positie wordt gehouden.
Het AF-kader wordt rood weergegeven als de camera het
onderwerp niet langer kan volgen. Laat de ontspanknop los,
kadreer het onderwerp opnieuw en druk de ontspanknop half in.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, zal deze
instelling wijzigen in [S-AF].
# Let op
De camera kan mogelijk niet scherpstellen als het onderwerp schaars verlicht is, wordt
verduisterd door nevel of rook of te weinig contrast vertoont.
Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, is AF niet beschikbaar bij het opnemen
van lms.
73
NL
Opnameopties gebruiken
6
ISO-gevoeligheid
Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld
maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De aanbevolen instelling in de meeste
situaties is [AUTO]. Deze instelling start bij ISO 200 — een waarde voor een
evenwichtige verhouding tussen ruis en dynamisch bereik — en past vervolgens
de ISO-gevoeligheid aan afhankelijk van de opnameomstandigheden.
1
Druk op Q om ISO-gevoeligheid te selecteren.
Bij het fotograferen met
de zoeker
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Recommended ISO
Bij het fotograferen met
live view
AUTOAUTO
P
ii
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
AUTOAUTOAUTOAUTO
ISO-A
200
ISO-AISO-AISO-A
200200200
250 F5.6 0.0
AUTOAUTO LOWLOW
200200
250250 320320 400400 500500
Recommended
S-AFS-AF
ISO-
gevoeligheid
Als u de multifunctieknop (Blz. 23) vooraf instelt op e (ISO-gevoeligheid/witbalans),
kunt u op knop Fn2 drukken om een menu weer te geven.
2
Draai aan de voorste regelaar om items te selecteren.
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de
opnameomstandigheden.
LOW, 200 - 25600 De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde.
Opties voor lmgeluid (geluid opnemen met lms)
1
Druk op de knop Q wanneer u fotografeert met live view en selecteer een
lmgeluid.
Bij het fotograferen met
live view
ONON
RR
n
RR
OFFOFF
ONON
ii
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
Movie
R
On
Filmgeluid
2
Schakel tussen ON/OFF met de voorste regelaar en druk op de knop Q.
# Let op
Als u geluid in een lm opneemt, kan het geluid van de lensactivering en van de
camerawerking worden opgenomen. Indien gewenst, kunnen deze geluiden onderdrukt
worden door op te nemen met [AF Mode] ingesteld op [S-AF] of door het aantal keren
dat u op de knoppen drukt te beperken.
In de stand s (Diorama) worden geen geluiden opgenomen.
74
NL
Menufuncties (Basisbewerkingen)
7
7
Basismenubewerkingen
De menu's omvatten opname- en weergaveopties die niet worden weergegeven door
live control en laten u toe de camera-instellingen aan te passen voor een vlotter gebruik.
W
Voorafgaande en basisopnameopties
X
Geavanceerde opnameopties
q
Weergave- en herwerkingsopties
c
De camera-instellingen aanpassen (Blz. 89)
d
Camera-instelling (bv. datum en taal)
1
Druk op de MENU-knop om de menu's weer te geven.
j
4:3
D
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
2
Digital Tele-converter Off
Druk op Q om uw
instelling te bevestigen
Bedieningsaanwijzingen
Druk op de knop MENU
om één scherm terug
te keren
Tabblad
2
Selecteer een tabblad met FG en druk daarna op Q.
3
Selecteer een item met FG en druk daarna op Q om opties weer te
geven voor het geselecteerde item.
1
oj/Y
2
Time Lapse Settings Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode Off
Off
Off
De huidige instelling verschijnt op het scherm
Functie
Q
1
Off
Time Lapse Settings Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR
j/Y
Off
Set
2
Multiple Exposure
#
RC Mode Off
Off
Y
12s
o
Y
2
s
T
S
Y
C
4
Gebruik FG om een optie te markeren en druk op Q om te selecteren.
Druk meerdere keren op de knop MENU om het menu te verlaten.
$ Opmerkingen
Voor de standaardinstellingen van iedere optie verwijzen wij naar “Menulijst“ (Blz. 138).
Een gids wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven nadat u een optie hebt
geselecteerd. Druk op de knop INFO om gidsen weer te geven of te verbergen.
Menufuncties
75
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Fotografeermenu 1/fotografeermenu 2 gebruiken
j
4:3
D
1
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
2
Digital Tele-converter Off
W
Card Setup (Blz. 75)
Reset/Myset (Blz. 76)
Picture Mode (Blz. 77)
K (Blz. 78)
Image Aspect (Blz. 54)
Digital Tele-converter (Blz. 84)
X j/Y (Repeterende opnamen/
zelfontspanner) (Blz. 65, 78)
Image Stabilizer (Blz. 60)
Bracketing (Blz. 79)
HDR (Blz. 81)
Multiple Exposure (Blz. 82)
Time Lapse Settings (Blz. 83)
# RC Mode (Blz. 84)
De kaart formatteren
Kaarten moeten met deze camera worden geformatteerd voor ze voor het eerst
worden gebruikt, of nadat ze met een andere camera of computer werden gebruikt.
Bij het formatteren worden alle gegevens gewist die op de kaart staan, ook eventuele
beveiligde opnamen.
Gaat u een gebruikte kaart formatteren, controleer dan eerst of deze kaart geen
opnamen bevat die u wilt bewaren. g “Toepasbare geheugenkaarten“ (Blz. 119)
1
Selecteer [Card Setup] in W Fotografeermenu 1.
2
Selecteer [Format].
All Erase
Format
Card Setup
Back
Set
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
De kaart wordt dan geformatteerd.
76
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Standaardinstellingen herstellen (Reset/Myset)
De camera-instellingen kunnen probleemloos worden hersteld naar de opgeslagen
instellingen.
Reset-instellingen gebruiken
Standaardinstellingen herstellen.
1
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
2
Selecteer [Reset] en druk op Q.
Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te
kiezen. Om alle instellingen behalve de tijd, de datum
en nog enkele andere te resetten, markeert u [Full] en
drukt u op Q.
g “Menulijst“ (Blz. 138)
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4 No Data
No Data
No Data
No Data
Basic
Back
Set
Myset opslaan
U kunt de huidige camera-instellingen opslaan voor andere standen dan de stand
Fotograferen. U kunt opgeslagen instellingen oproepen in de standen P, A, S en M.
1
Pas de instellingen aan om ze op te slaan.
2
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
3
Selecteer de gewenste bestemming ([Myset1]–[Myset4]) en druk op I.
[Set] verschijnt naast de bestemmingen ([Myset1]–[Myset4]) waarin reeds instellingen
zijn opgeslagen. Door [Set] nogmaals te selecteren, overschrijft u de vastgelegde
instelling.
Selecteer [Reset] om het vastleggen te annuleren.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
Instellingen die opgeslagen kunnen worden in Myset g “Menulijst“ (Blz. 138)
Myset gebruiken
Stelt de camera in volgens de instellingen die werden geselecteerd voor Myset.
1
Selecteer [Reset/Myset] in W Fotografeermenu 1.
2
Selecteer de gewenste instellingen ([Myset1]–
[Myset4]) en druk op Q.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Reset/Myset
Reset
Myset1
Myset2
Myset3
Myset4 Set
Set
Set
Set
Basic
Back
Set
77
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
U kunt individuele aanpassingen uitvoeren voor contrast, scherpte en andere
parameters bij de instellingen [Picture Mode] (Blz. 62). Wijzigingen aan elk beeldeffect
worden afzonderlijk opgeslagen.
1
Selecteer [Picture Mode] in W Fotografeermenu 1.
j
4:3
D
1
2
Shooting Menu 1
Card Setup
Reset/Myset
Picture Mode
Image Aspect
Back
Set
Digital Tele-converter Off
2
Selecteer een optie met FG en druk op Q.
3
Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde optie.
hi-a
JK
Contrast
Het verschil tussen lichte en donkere
partijen
DDDD
Sharpness De beeldscherpte
DDDD
Saturation De kleurdiepte van het beeld
DD
k
D
Gradation De tint aanpassen (gradatie).
DDDD
Auto
Deelt het beeld op in kleinere
gebieden en bepaalt voor elke gebied
afzonderlijk de helderheid. Dit werkt
goed bij beelden waarin gebieden
met een hoog contrast voorkomen
zodat de lichte partijen te helder, en
de donkere partijen te donker zouden
worden.
Normaal
Gebruik de stand [Normal] bij normaal
fotograferen.
High Key Gradatie bij een helder onderwerp.
Low key Gradatie bij een donker onderwerp.
Effect
(i-Enhance)
Voor het instellen van de mate waarin
het effect wordt toegepast.
D
kk
D
B&W Filter
(Monotone)
Voor zwart/wit-foto's. De lterkleur wordt
lichter en de complementaire kleur
wordt donkerder.
kk
DD
N:Neutral
Hiermee creëert u een normale zwart/
wit-foto.
Ye:Yellow
Geeft mooi doortekende witte wolken
tegen een helderblauwe lucht weer.
Or:Orange
Accentueert de kleuren in blauwe
luchten en zonsondergangen lichtjes.
R:Red
Accentueert in sterke mate kleuren in
blauwe luchten en de helderheid van
karmozijnrood gebladerte.
G:Green
Accentueert in sterke mate kleuren in
rode lippen en groene bladeren.
78
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
hi-a
JK
Pict. Tone
(Monotone)
Kleurt zwart/wit-beelden.
kk
DD
N:Neutral
Hiermee creëert u een normale zwart/
wit-foto.
S:Sepia Sepia
B:Blue Blauw
P:Purple Purper
G:Green Groen
# Let op
Veranderingen van het contrast hebben alleen effect bij de instelling [Normal].
Beeldkwaliteit (K)
Selecteer een beeldkwaliteit. U kunt een afzonderlijke beeldkwaliteit selecteren voor
foto's en lms. Dit is hetzelfde als het item [K] in Live Control.
U kunt de combinatie van resolutie en compressiefactor van de JPEG veranderen, alsook
de pixelaantallen voor [X] en [W]. [K Set], [Pixel Count] g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 89)
De zelfontspanner instellen (j/Y)
U kunt de werking van de zelfontspanner naar wens instellen.
1
Selecteer [j/Y] in X Fotografeermenu 2.
1
oj/Y
2
Time Lapse Settings Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode Off
Off
Off
2
Selecteer [YC] (custom) en druk op I.
3
Gebruik FG om het item te selecteren en druk op I.
• Gebruik FG om de instelling te selecteren en druk op Q.
Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Y Timer
Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de
ontspanknop tot de foto is genomen.
Interval Time
Stelt het opname-interval in voor het tweede beeld en
daaropvolgende beelden.
79
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Variërende instellingen bij een reeks foto's (bracketing)
Met 'bracketing' wordt bedoeld dat diverse instellingen automatisch voor een reeks
opnamen of een reeks beelden worden gevarieerd rond de huidige waarde. U kunt
bracket shooting-instellingen opslaan en bracket shooting uitschakelen.
1
Selecteer [Bracketing] in X Fotografeermenu 2 en
druk op Q.
oj/Y
1
2
Time Lapse Settings Off
Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode Off
Off
2
Druk na het selecteren van [On] op I en selecteer
het type bracket shooting.
Wanneer u bracket shooting selecteert, verschijnt t
op het scherm.
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
Bracketing
Back
Set
3
Druk op I, selecteer instellingen voor parameters zoals het aantal opnamen
en druk dan op de knop Q.
Blijf op de knop Q drukken tot u terugkeert naar het scherm in stap 1.
Als u [Off] selecteert in stap 2, worden de instellingen voor bracket shooting
opgeslagen en kunt u normaal foto's maken.
# Let op
Kan niet worden gebruikt tijdens HDR-fotogra e.
Kan niet tegelijkertijd worden gebruikt met meervoudige belichting en time lapse-
fotograferen.
AE BKT (AE bracketing)
De camera wijzigt de belichting bij iedere opname. De mate van wijziging kan worden
geselecteerd uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Bij enkelbeeldopnamen wordt er één opname
gemaakt telkens wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt, maar bij repeterende
opnamen blijft de camera opnamen maken in deze volgorde terwijl de ontspanknop helemaal
is ingedrukt: geen wijziging, negatief, positief. Aantal opnamen: 2, 3, 5 of 7
• De t-indicator wordt groen tijdens bracketing.
De camera past de belichting aan door het diafragma en
de sluitertijd (stand P), de sluitertijd (stand A en M) of het
diafragma (stand S) te wijzigen.
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor belichtingscorrectie.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de
waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 89)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
--
2f 0.7EV
2f 0.3EV
2f 1.0EV
3f 0.3EV
3f 0.7EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
80
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
WB BKT (WB bracketing)
Op basis van één opname worden automatisch drie beelden met verschillende witbalans
(aangepast in de opgegeven kleurrichtingen) gemaakt. Hierbij wordt gestart vanaf de huidige
geselecteerde waarde voor de witbalans. WB-bracketing is beschikbaar in de standen P, A,
S en M.
De witbalans kan worden gewijzigd met 2, 4 of 6 stappen op
de assen A–B (amber–blauw) en G–M (groen–magenta).
De camera past bracketing toe op de huidige geselecteerde
waarde voor witbalanscorrectie.
Als er onvoldoende ruimte is op de kaart voor het
geselecteerde aantal beelden, worden geen opnames
gemaakt tijdens WB-bracketing.
A-B G-M
WB BKT
3f 4Step 3f 4Step
Back Set
FL BKT (FL bracketing)
De camera varieert het itserniveau bij drie verschillende opnames (geen aanpassing bij de
eerste opname, negatief bij de tweede en positief bij de derde). Bij enkelbeeldopnamen wordt
er één opname gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; bij repeterende
opnamen worden alle opnamen gemaakt terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
• De t-indicator wordt groen tijdens bracketing.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt naargelang de
waarde ingesteld voor [EV Step]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 89)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ISO BKT (ISO bracketing)
De camera wijzigt de gevoeligheid bij drie verschillende opnames, terwijl de sluitertijd
en het diafragma ongewijzigd blijven. De mate van wijziging kan worden geselecteerd
uit 0.3 EV, 0.7 EV of 1.0 EV. Telkens de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera
bij de eerste opname drie foto's met de ingestelde gevoeligheid (of met de optimale
gevoeligheidsinstelling bij selectie van 'Automatische gevoeligheid'), bij de tweede opname
foto's met een negatief gewijzigde gevoeligheid en bij de derde opname foto's met een
positief gewijzigde gevoeligheid.
De grootte van de bracketingverhoging wijzigt niet
naargelang de waarde ingesteld voor [ISO Step].
g “De custom-menu’s gebruiken“ (Blz. 89)
Bracketing wordt uitgevoerd, ongeacht de bovengrens die
werd ingesteld met [ISO-Auto Set]. g “De custom-menu’s
gebruiken“ (Blz. 89)
AE BKT
WB BKT
FL BKT
ISO BKT
ART BKT
--
--
--
--
A-- G--
3f 0.7EV
3f 0.3EV
3f 1.0EV
Off
Bracketing
Back
Set
ART BKT (ART bracketing)
Iedere keer dat de sluiter wordt ontspannen, legt de camera meerdere beelden vast, telkens
met een verschillende kunst lterinstelling. U kunt kunst lter-bracketing voor elk beeldeffect
afzonderlijk in- of uitschakelen.
De opname kan enige tijd in beslag nemen.
ART BKT kan niet worden gecombineerd met WB BKT
of ISO BKT.
ART BKT
Pop Art
Light Tone
Pin Hole
Diorama
Soft Focus
Pale&Light Color
Grainy Film
Back
81
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
HDR-fotogra e
De camera maakt verschillende beelden en voegt ze automatisch samen tot een
HDR-beeld. U kunt ook verschillende beelden maken, die u dan op een computer
samenvoegt via HDR-beeldvorming (HDR-bracketingfotogra e).
1
Selecteer [HDR] in X Fotografeermenu 2 en druk
op Q.
oj/Y
1
2
Time Lapse Settings Off
Off
Back
Shooting Menu 2
Image Stabilizer
Bracketing
HDR Off
Set
Multiple Exposure
#
RC Mode Off
Off
2
Selecteer een type HDR-fotogra e en druk op de knop Q.
HDR1
Er worden vier opnamen gemaakt, elke opname met een
verschillende belichting, waarna de opnamen in de camera
worden gecombineerd tot één HDR-beeld.
HDR2 biedt een indrukwekkender beeld dan HDR1. De ISO-
gevoeligheid is ingesteld op 200. Verder bedraagt de langste
sluitertijd die beschikbaar is 1 seconde en de langste belichting
die beschikbaar is 4 seconden.
HDR2
3F 2.0EV
Er wordt HDR-bracketing toegepast. Selecteer het aantal beelden
en het belichtingsverschil.
HDR-beeldbewerking wordt niet uitgevoerd.
5F 2.0EV
7F 2.0EV
3F 3.0EV
5F 3.0EV
3
Maak een opname.
Wanneer u op de ontspanknop drukt, maakt de camera automatisch het ingestelde
aantal beelden.
Als u HDR toewijst aan een knop via de [Button Function] (Blz. 99), kunt u het scherm
voor HDR-fotogra e openen door op deze knop te drukken.
# Let op
In het geval van HDR1 en HDR2 is belichtingscorrectie niet beschikbaar.
Als u opnamen maakt met een lagere sluitertijd, kan dit voor meer ruis zorgen.
Plaats de camera op een statief of ander stabiliserend item en maak de opname.
De afbeelding die op de monitor of in de zoeker wordt getoond tijdens het maken van de
opname, zal verschillend zijn van het HDR-bewerkte beeld.
In geval van HDR1 en HDR2 zal het HDR-bewerkte beeld als een JPEG-bestand worden
opgeslagen. Wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op de stand [RAW], wordt het beeld
opgenomen in RAW+JPEG-formaat. Het enige beeld dat in RAW-stand wordt opgeslagen,
is een beeld met een aangepaste belichting.
Bij de instelling HDR1/HD2 wordt de opnamestand vast ingesteld op [Natural] en de
kleurinstelling op [sRGB]. [Full-time AF] is niet actief.
• Fotograferen met its, bracketing, meervoudige belichting en time lapse shooting kunnen
niet samen met HDR-fotogra e worden gebruikt.
82
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Meerdere belichtingen opnemen in één beeld (meervoudige
belichting)
Maak meerdere opnamen in één beeld met de momenteel voor de beeldkwaliteit
geselecteerde optie.
1
Selecteer [Multiple Exposure] in X Fotografeermenu 2.
2
Pas de instellingen aan.
Frame Selecteer [2f].
Auto Gain
Bij de instelling [On] wordt de helderheid
van elk beeld ingesteld op 1/2 en worden de
beelden op elkaar geplaatst. Bij de instelling
[Off] worden de beelden op elkaar geplaatst
met de oorspronkelijke helderheid van elk
beeld.
Overlay
Bij de instelling [On] kunt u bovenop een
RAW-beeld dat op een kaart is opgeslagen,
verschillende foto's plaatsen en als een
afzonderlijk beeld opslaan. Er wordt één
foto gemaakt.
a wordt op de monitor weergegeven terwijl
meervoudige belichting van toepassing is.
Multiple Exposure
Frame
Auto Gain
Overlay Off
Off
Off
Set
Back
250 F5.6
ISO
400
0.00.0
01:02:0301:02:03
3838
P
3
Maak een opname.
a wordt groen weergegeven wanneer de opname start.
• Druk op D om de laatste opname te verwijderen.
De vorige opname wordt boven het beeld geplaatst dat u door de lens ziet als
referentie voor het kadreren van de volgende opname.
% Tips
3 of meer beelden overlappen: Selecteer RAW voor [K] en gebruik de optie [Overlay]
om de opname met meervoudige belichting te herhalen.
Voor meer informatie over het overlappen van RAW-beelden: g [Edit] (Blz. 85)
# Let op
De camera gaat niet naar de sluimerstand terwijl meervoudige belichting van toepassing is.
Foto's die met andere camera's werden gemaakt, kunnen niet worden opgenomen in een
meervoudige belichting.
Als [Overlay] ingesteld is op [On], worden de beelden die worden weergegeven als een
RAW-beeld wordt geselecteerd, ontwikkeld met de instellingen op het ogenblik van de
opname.
Om de fotografeerfuncties in te stellen, dient u eerst de functie meervoudige belichting te
annuleren. Bepaalde functies kunnen niet worden ingesteld.
Meervoudige belichting wordt in de volgende situaties automatisch geannuleerd vanaf de
eerste foto.
De camera wordt uitgeschakeld / U drukt op de knop q / U drukt op de knop MENU /
De fotografeerstand is ingesteld op een andere stand dan P, A, S, M / De batterij heeft
geen vermogen meer / Er is een kabel aangesloten op de camera
Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met [Overlay], wordt het JPEG-beeld
weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW-formaat.
Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven aan
opnamen met meervoudige belichting. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen, wordt
de functie bracketing teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen.
83
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Automatisch opnamen maken met vaste intervallen (time lapse-
fotograferen)
U kunt instellen dat de camera automatisch opnamen maken met vaste intervallen.
De opgenomen beelden kunnen ook worden opgenomen en een individuele lm
vormen. Deze instelling is alleen beschikbaar in de standen P/A/S/M.
1
Stel de volgende instellingen in onder [Time Lapse Settings] in X
Fotografeermenu 2.
Frame Stelt het aantal beelden in dat u wilt fotograferen.
Start Waiting Time
Stel in hoeveel tijd wordt gewacht voordat een opname wordt
genomen.
Interval Time
Stel in hoe lang de intervals tussen opnamen duren na aanvang
van fotograferen.
Time Lapse Movie
Stel de beeldkwaliteit van de framereeks in.
[Off]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto.
[On]: Elk beeld wordt vastgelegd als afzonderlijke foto en
er wordt een individuele lm gemaakt met behulp van de
beeldreeks.
De beeldkwaliteit van de lm is [M-JPEG HD] en de beeldsnelheid is 10 fps.
2
Maak een opname.
Er worden beelden vastgelegd zelfs als het beeld niet gefocust is na AF. Als u de
focuspositie wilt vastzetten, dient u te fotograferen met de instellen voor handmatig
focussen.
[Rec View] blijft 0,5 seconden actief.
Als de tijdsduur voorafgaand aan opname of het interval voor fotograferen is ingesteld op
1 minuut 31 seconden of langer, schakelen de monitor en de cameravoeding automatisch
uit na 1 minuut. 10 seconden voordat de opname begint, schakelt de voeding automatisch
weer in. Wanneer de monitor is uitgeschakeld, drukt u op de ontspanknop om deze terug
in te schakelen.
# Let op
Als de stand AF is ingesteld op [C-AF] of [C-AF+TR], wordt dit automatisch gewijzigd naar
[S-AF].
Aanraakbediening is uitgeschakeld tijdens time lapse-fotograferen.
Kan niet worden gebruikt met HDR-fotogra e.
Het is niet mogelijk om bulb-, tijd- of composietfotogra e te combineren met bracketing of
meervoudige belichting, of om bracketing en meervoudige belichting te combineren.
Als de oplaadtijd voor de itser langer is dan de interval tussen beelden, werkt de itser niet.
Als de camera automatisch uitschakelt tijdens intervals tussen opnamen, schakelt deze
weer op tijd in voor de volgende opname.
Als een of meer van de stilstaande beelden niet correct worden opgenomen, wordt de
time lapse- lm niet gegenereerd.
Wanneer er onvoldoende ruimte is op de kaart, wordt de lm niet opgenomen.
Opnamen maken binnen bepaald tijdsbestek wordt automatisch geannuleerd als
een van de volgende opties wordt gebruikt: modusselectie, MENU-knop, q-knop,
lensontkoppeling of bij verbinding met de USB-kabel.
Als u de camera uitschakelt, wordt opname binnen bepaald tijdsbestek geannuleerd.
Het fotograferen kan gedurende de opnamereeks worden gestopt als er niet genoeg
voeding resteert. Zorg er daarom voor dat de batterij voldoende vermogen heeft voordat
u begint met fotograferen.
84
NL
Menufuncties (Fotografeermenu's)
7
Flitserfotogra e met draadloze afstandsbediening
U kunt draadloos fotograferen met its dankzij de ingebouwde itser en een speciale
itser die op afstand kan worden bediend. g “Flitserfotogra e met draadloze
afstandsbediening“ (Blz. 125)
Digitale zoom (digitale teleconverter)
De digitale teleconverter wordt gebruikt om in te zoomen voorbij de huidige
zoomverhouding. De camera slaat de middelste uitsnede op. De zoom wordt met
ongeveer 2× vergroot.
1
Selecteer [On] voor [Digital Tele-converter] in W Fotografeermenu 1.
2
De weergave in de monitor wordt met een factor twee vergroot.
Het onderwerp wordt vastgelegd zoals het op de monitor verschijnt.
# Let op
Digitale zoom is niet beschikbaar bij meerdere belichtingen in de stand J of wanneer T,
s, f, w of m is geselecteerd in de stand SCN.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer [Movie Effect] is ingesteld op [On] in de
stand n.
Wanneer een RAW-beeld wordt weergegeven, wordt het gedeelte dat op de monitor
zichtbaar is, weergegeven in een kader.
AF-kader valt weg.
85
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
Het weergavemenu gebruiken
m
R
2
1
Playback Menu
Edit
Set
Reset Protect
Connection to Smartphone
Back
On
Print Order
m (Blz. 59)
R (Blz. 85)
Edit (Blz. 85)
Print Order (Blz. 116)
Reset Protect (Blz. 87))
Connection to Smartphone (Blz. 107)
Geroteerde beelden weergeven (R)
Wanneer deze functie ingesteld is op [On], worden foto's die werden gemaakt met de
camera in portretoriëntatie, automatisch geroteerd en weergegeven in portretoriëntatie.
Foto's bewerken
Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto.
1
Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q.
2
Gebruik FG om [Sel. Image] te selecteren en druk op Q.
3
Selecteer met HI het te bewerken beeld en druk daarna op Q.
Als het beeld een RAW-beeld is, wordt [RAW Data Edit] weergegeven, en als
het beeld een JPEG-beeld is, wordt [JPEG Edit] weergegeven. Werd het beeld
vastgelegd in een RAW+JPEG-indeling, dan worden zowel [RAW Data Edit] als
[JPEG Edit] weergegeven. Selecteer het menu om het beeld te bewerken.
4
Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q.
RAW Data
Edit
Maak een JPEG-kopie van een RAW-beeld bewerkt conform de
instellingen.
[Current]
Het JPEG-kopie wordt verwerkt in overeenstemming
met de actuele camera-instellingen. Pas de camera-
instellingen aan voor u deze optie kiest.
[Custom1]
Tijdens het bewerken van het beeld kunnen de
instellingen op de monitor gewijzigd worden. U kunt de
gebruikte instellingen opslaan.
[Custom2]
ART BKT
Het beeld wordt bewerkt op basis van de instellingen voor
de geselecteerde kunst lter.
86
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
JPEG Edit
Kies uit de volgende opties:
[Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter.
[Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op itsopnamen.
[P]: Gebruik de subregelaar om de grootte
van de uitsnede te kiezen en FGHI om
de uitsnede te positioneren.
O
Set
[Aspect]: Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van
4:3 (standaard) naar [3:2], [16:9], [1:1] of [3:4]. Nadat u de breedte-
hoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u FGHI om de positie
van de uitsnede op te geven.
[Black & White]: Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
[Sepia]: Voor beelden in sepia-tinten.
[Saturation]: Voor het instellen van de kleurdiepte. De kleurverzadiging
aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[Q]: Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240.
Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard)
worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het dichtst
aanleunt.
[e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit.
Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld,
eventueel niet corrigeren.
5
Zodra de instellingen volledig zijn, drukt u op Q.
De instellingen worden toegepast op het beeld.
6
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Het bewerkte beeld wordt opgeslagen op de kaart.
# Let op
Films en 3D-foto's kunnen niet worden bewerkt.
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het
kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera wordt opgenomen
Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
• [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
Wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART], wordt [Color Space] vastgezet op [sRGB].
87
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
Beeldoverlapping
U kunt tot 3 RAW-beelden die met de camera werden gemaakt, op elkaar plaatsen en
als een afzonderlijk beeld opslaan.
Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het ogenblik
waarop het beeld wordt opgeslagen. (Als [RAW] geselecteerd is, wordt de kopie
opgeslagen in de indeling [YN+RAW].)
1
Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q.
2
Gebruik FG om [Image Overlay] te selecteren en druk op Q.
3
Selecteer het aantal beelden in de overlapping en druk op Q.
4
Gebruik FGHI toom de RAW-beelden te
selecteren die bij de overlapping gebruikt zullen
worden.
Wanneer u het aantal beelden dat opgegeven is
in stap 3 hebt geselecteerd, wordt de overlapping
weergegeven.
RAW RAW RAW
RAW
RAW RAW RAW
Image Overlay
Back
Set
5
Pas de verhoging aan.
• Gebruik HI om een beeld te selecteren en FG om
de verhoging aan te passen.
De verhoging kan worden aangepast binnen het bereik
0,1 - 2,0. Controleer de resultaten op de monitor.
Image Overlay
Back
Set
×1.5×1.5×0.3 ×0.5
6
Druk op Q. Een dialoogvenster voor bevestiging wordt weergegeven;
selecteer [Yes] en druk op Q.
% Tips
Om 4 of meer beelden te overlappen, slaat u het op elkaar geplaatste beeld op als een
RAW-bestand en gebruikt u herhaaldelijk [Image Overlay].
Audio-opname
U kunt een audio-opname (tot 30 sec. lang) toevoegen aan de huidige foto.
Dit is dezelfde functie als [R] tijdens de weergave. (Blz. 58)
Alle beveiligingen annuleren
Met deze functie kunt de beveiliging van meerdere beelden in één keer annuleren.
1
Selecteer [Reset Protect] in het q-weergavemenu.
2
Selecteer [Yes] en druk op Q.
88
NL
Menufuncties (Setup-menu's)
7
Het instelmenu gebruiken
Gebruik het d Setup-menu om de basisfuncties van de
camera in te stellen.
’--.--.-- --:--X
W
j
±0
k
±0
2
1
Setup Menu
English
0.5sec
On
Wi-Fi Settings
c
Menu Display
Firmware
Rec View
Back
Set
Optie Beschrijving
g
X
(Datum/tijd
instellen)
Hiermee stelt u de klok van de camera in.
16
W
(Taal voor
de monitor
wijzigen)
Voor de schermteksten en de foutmeldingen kunt u naast het Engels
ook andere talen kiezen.
i
(Helderheid
van de
monitor
aanpassen)
U kunt de helderheid en de
kleurtemperatuur van de monitor
aanpassen. De instelling van de
kleurtemperatuur heeft enkel betrekking
op de weergave van de monitor.
Gebruik HI om j (kleurtemperatuur)
of k (helderheid) te markeren en FG
om de waarde aan te passen.
Druk op de knop INFO om te
schakelen tussen [Natural] en [Vivid]
voor de kleurweergave op de monitor.
-
2
j
+1
k
Vivid Natural
Back Set
Rec View Kies of foto's onmiddellijk na het opnemen worden weergegeven
en hoe lang ze worden weergegeven. Dit is handig als u de foto die
u zojuist heeft genomen even wilt controleren. Door de ontspanknop
half in te drukken terwijl u de foto controleert, kunt u onmiddellijk
doorgaan met fotograferen.
[0,3 sec] [20 sec]: Hiermee selecteert u het aantal seconden dat de
foto moet worden weergegeven.
[Off]: De foto die op de kaart wordt opgeslagen, wordt niet
weergegeven.
[Autoq]: Geeft de foto weer die wordt opgeslagen, en schakelt
daarna over naar de stand weergeven. Dit is handig om een opname
te controleren en eventueel direct te wissen.
Wi-Fi
Settings
Stel de camera in voor aansluiting op een smartphone via een
draadloze LAN-verbinding dankzij de draadloze functie op
de camera.
107
c Menu
Display
Kies of u het Custom-menu wilt weergeven.
Firmware De rmwareversie van uw product verschijnt. Als u informatie gaat
inwinnen over uw camera of accessoires, of als u software wilt
downloaden, moet u opgeven welke versie van elk van de producten
u gebruikt.
89
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
De custom-menu's gebruiken
De camera-instellingen kunnen worden aangepast met het menu c Custom.
Custom-menu
R
AF/MF (Blz. 89)
S
T
U
V
W
X
2
1
R
Custom Menu
Set
AF/MF
Button/Dial
Release/
j
Disp/
8
/PC
Exp/
p
/ISO
#
Custom
K
/Color/WB
Back
S
Button/Dial (Blz. 90)
T
Release/j (Blz. 90)
U
Disp/8/PC (Blz. 91)
V
Exp/p/ISO (Blz. 92)
W
# Custom (Blz. 93)
X
K/Color/WB (Blz. 94)
Y
Record/Erase (Blz. 95)
Z
Movie (Blz. 96)
b
Built-In EVF (Blz. 96)
k
K Utility (Blz. 97)
R AF/MF
Optie Beschrijving
g
AF ModeAF-
modus
Kies de AF-stand. Dit is identiek aan de instelling van de live
control. U kunt afzonderlijke scherpstelmethodes instellen
voor de stand Fotograferen en de stand n.
72
Full-time AF Als [On] is geselecteerd, blijft de camera scherpstellen,
ook als de ontspanknop niet half wordt ingedrukt. Kan niet
worden gebruikt met een Four Thirds-systeemlens.
AEL/AFL Pas de AF- en AE-lock aan. 97
Reset Lens In de stand [On] wordt de scherpstelling van de lens steeds
op oneindig gezet zodra u de camera uitschakelt.
De scherpstelling van krachtige zoomlenzen wordt ook
hersteld.
BULB/TIME
Focusing
Normaal wordt de scherpstelling vergrendeld tijdens de
belichting als handmatig scherpstellen (MF) geselecteerd
is. Selecteer [On] om scherpstellen met de scherpstelring
mogelijk te maken.
Focus Ring U kunt kiezen wat voor u de meest logische draairichting
van de scherpstelring is.
MF Assist Wanneer deze functie ingesteld is op [On], kunt
u automatisch schakelen naar zoomen of maximaliseren
in de handmatige scherpstelstand door aan de
scherpstelring te draaien.
98
P Set Home
Kies de positie van het AF-kader die zal worden opgeslagen
als de home-positie. p verschijnt op het scherm voor
AF-kaderselectie terwijl u een home-positie kiest.
MENU
c
R
90
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
AF Illuminat. Selecteer [Off] om de AF-verlichting uit te schakelen.
I Face Priority
Selecteer de AF-stand Gezichtsprioriteit. Dit is identiek aan
de instelling van de live control.
52
AF Area Pointer Als u [Off] selecteert, wordt het AF-kader niet getoond
tijdens de bevestiging.
S Button/Dial
Optie Beschrijving
g
Button Function Kies de functie die aan de geselecteerde knop is
toegewezen.
[UFunction], [VFunction], [RFunction],
[IFunction], [GFunction], [nFunction],
[lFunction]
99
Dial Function U kunt de functies wijzigen die aan de achterste regelaar en
de voorste regelaar zijn toegewezen.
Dial Direction Kies de richting waarin de regelaar wordt gedraaid om de
sluitertijd of het diafragma aan te passen. Verandering de
richting van de programma-aanpassing.
Mode Dial
Function
Past de opnamestand aan die werd ingesteld via de
functieknop. U kunt opgeslagen Myset-instellingen
toepassen. [Myset1] - [Myset4] (Blz. 76) kan worden
geselecteerd wanneer de instellingen zijn geregistreerd.
T Release/j
Optie Beschrijving
g
Rls Priority S Als u [On] selecteert, kan de sluiter ontspannen worden,
zelfs als de camera niet scherpgesteld is. Deze optie kan
afzonderlijk worden ingesteld voor de modi S-AF (Blz. 72) en
C-AF (Blz. 72).
Rls Priority C
j L fps
Kies de snelheid waarmee beelden worden doorgespoeld
voor [S] en [T]. De waarden zijn de maximale waarden
bij benadering.
65
j H fps
j + IS Off
Wanneer deze functie op [Off] is ingesteld, wordt de
beeldstabilisator ingeschakeld voor repeterende opnamen.
Half Way Rls
With IS
Als deze functie op [On] is ingesteld, werkt de
beeldstabilisatie wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Lens I.S. Priority Als [On] geselecteerd is, wordt prioriteit gegeven
aan de lensfunctie bij gebruik van een lens met een
beeldstabilisatiefunctie.
Release Lag-Time Als [Short] is geselecteerd, kan de vertragingstijd tussen het
volledig indrukken van de ontspanknop en het moment van
opname worden verminderd.*
* Dit leidt wel tot een kortere levensduur van de batterij. Zorg er ook voor dat de camera
niet wordt blootgesteld aan schokbewegingen tijdens gebruik. Als dat wel gebeurt, kan het
zijn dat de monitor geen onderwerpen meer weergeeft. Wanneer dat optreedt, schakelt
u de camera uit en weer in.
MENU
c
S
MENU
c
T
R AF/MF
MENU
c
R
91
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
U Disp/8/PC
Optie Beschrijving
g
HDMI [HDMI Out]: Het type digitaal videosignaal selecteren als
een televisie wordt aangesloten via een HDMI-kabel.
[HDMI Control]: Selecteer [On] om de camera te kunnen
bedienen met afstandsbedieningen voor televisies die
HDMI-controle ondersteunen.
101
Video Out Kies de videostandaard ([NTSC] of [PAL]) die in uw land of
regio wordt gebruikt.
101
KControl
Settings
Kies de regelaars die in elke opnamestand worden
weergegeven.
Regelaars
Stand Fotograferen
P/A/
S/M
A
ART SCN
Live Control (Blz. 31)

Live SCP (Blz. 104)

Live Guide (Blz. 29)
––
Art Menu ––
Scene Menu –––
103
G/Info Settings
Kies de informatie die wordt weergegeven als de knop
INFO wordt ingedrukt.
[q Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven in
schermvullende weergave.
[LV-Info]: Kies de informatie die wordt weergegeven
wanneer de camera zich in de opnamestand bevindt.
[G Settings]: Kies de informatie die wordt weergegeven in
de index- en kalenderweergave.
105,
106
Displayed Grid
Selecteer [w], [x], [y], [X] of [x] om een raster weer
te geven op de monitor.
Picture Mode
Settings
Geef enkel het geselecteerde beeldeffect weer wanneer
een beeldeffect is geselecteerd.
Histogram
Settings
[Highlight]: Kies de onderste limiet voor de weergave van
lichte partijen.
[Shadow]: Kies de bovenste limiet voor de weergave van
schaduwpartijen.
105
Mode Guide Kies [Off] om geen hulp weer te geven voor de
geselecteerde stand als de functieknop naar een nieuwe
instelling wordt gedraaid.
17
Live View Boost Als [On] geselecteerd is, wordt er voorrang aan gegeven
om de beelden duidelijk zichtbaar te maken; de
belichtingscorrectie en andere instellingen van de effecten
zijn niet zichtbaar op de monitor.
Frame Rate Selecteer [High] om de beeldvertraging te reduceren.
De beeldkwaliteit kan daardoor echter achteruitgaan.
Art LV Mode [mode1]: Het ltereffect wordt altijd weergegeven.
[mode 2]: Filtereffecten zijn niet zichtbaar op de monitor
terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Kies een
vloeiende weergave.
Flicker reduction
Beperk het ikkereffect onder bepaalde soorten verlichting,
waaronder uorescentielampen. Wanneer een eventuele
ikkering niet verminderd wordt door de [Auto]-instelling, stelt
u deze parameter in op [50Hz] of [60Hz] in overeenstemming
met de gebruikelijke vermogensfrequentie in de regio waar de
camera wordt gebruikt.
MENU
c
U
92
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
LV Close Up Mode [mode1]: Als u de ontspanknop half indrukt, wordt de zoom
geannuleerd.
[mode2]: De zoom wordt niet geannuleerd wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
53
Peaking Settings U kunt voor de kleur van de randverbetering kiezen tussen
wit en zwart.
Backlit LCD Als gedurende de geselecteerde tijd geen handelingen
worden uitgevoerd, wordt de achtergrondverlichting gedimd
om de batterij te sparen. De achtergrondverlichting wordt
niet gedimd als [Hold] geselecteerd is.
Sleep De camera wordt in de sluimerstand (energiebesparing)
geschakeld als er gedurende de geselecteerde periode
geen handelingen worden uitgevoerd. De camera kan
opnieuw worden geactiveerd door de ontspanknop half in
te drukken.
Auto Power Off Hiermee wordt de camera uitgeschakeld na een ingestelde
periode.
8 (Piepgeluid)
U kunt het piepgeluid, dat afgegeven wordt als de
scherpstelling vergrendeld wordt, op [Off] zetten door op de
ontspanknop te drukken.
USB Mode Kies een stand om de camera op een computer of printer
aan te sluiten. Kies [Auto] om de opties voor de USB-
modus weer te geven telkens wanneer de camera wordt
aangesloten.
Multifunctie-
instellingen
Kies om al dan niet de functies weer te geven die toegewezen
kunnen worden aan de multifunctieknop in een menu.
Vijf functies kunnen worden weergegeven: [Color Creator],
[kISO/jWB], [kWB/jISO], [Magnify] en
[Image Aspect]. [Highlight&Shadow Control] wordt altijd
weergegeven.
23
V Exp/p/ISO
Optie Beschrijving
g
EV Step Kies de omvang van de stappen die worden gebruikt
bij het selecteren van de sluitertijd, het diafragma, de
belichtingscorrectie en andere belichtingsparameters.
Noise Reduct. Hiermee reduceert u de ruis die optreedt bij erg lange
sluitertijden.
[Auto]: Ruisonderdrukking wordt uitgevoerd bij lange
sluitertijden of wanneer de interne temperatuur van de
camera is toegenomen.
[On]: Bij elke opname wordt ruisonderdrukking toegepast.
[Off]: Ruisonderdrukking uit.
Met ruisonderdrukking is er ongeveer twee keer zoveel tijd
nodig om het beeld op te nemen.
De ruisonderdrukking wordt automatisch uitgeschakeld bij
repeterende opnamen.
Bij sommige lichtomstandigheden en onderwerpen werkt
deze functie niet optimaal.
43
Noise Filter Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij
hoge ISO-gevoeligheden.
MENU
c
V
U Disp/8/PC
MENU
c
U
93
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Optie Beschrijving
g
ISO De ISO-gevoeligheid instellen. 73
ISO Step Selecteer de beschikbare stappen voor het kiezen van de
ISO-gevoeligheid.
ISO-Auto Set Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt
worden voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd is
voor ISO.
[High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
[Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische
keuze van ISO-gevoeligheid.
ISO-auto Kies de opnamestanden waarin de ISO-gevoeligheid [Auto]
beschikbaar is.
[P/A/S]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is
beschikbaar in alle modi behalve M. De ISO-gevoeligheid is
vastgezet op ISO200 in stand M.
[All]: De automatische keuze van ISO-gevoeligheid is
beschikbaar in alle modi.
Metering Kies een lichtmeetmethode aan de hand van de scène. 71
AEL Metering Kies de metingsmethode die wordt gebruikt voor AE-lock
(Blz. 97).
[Auto]: Gebruik de momenteel geselecteerde meetmethode.
BULB/TIME Timer Kies de maximale belichting voor bulb- en tijdfotogra e.
BULB/TIME
Monitor
Hiermee wordt de helderheid van de monitor ingesteld
wanneer [BULB], [TIME] of [COMP] wordt gebruikt.
Live BULB Kies het weergave-interval tijdens het fotograferen. Er zijn
enkele beperkingen. De frequentie daalt bij een hoge ISO-
gevoeligheid. Kies [Off] om de weergave uit te schakelen.
Tik op de monitor of druk de ontspanknop half in om de
weergave te verversen.
Live TIME
Anti-Shock z
Kies de tijd die er is tussen het indrukken van de
ontspanknop en het ontspannen van de sluiter. Dit vermindert
camerabewegingen ten gevolge van trillingen. Deze
functie is handig voor bijvoorbeeld microscoopfotogra e en
astrofotogra e. Dit is ook handig voor repeterende opnamen
(Blz. 65) en fotogra e met de zelfontspanner (Blz. 65).
Composiet-
instellingen
Stel een belichtingstijd in als referentie in
composietfotogra e (Blz. 42).
W # Custom
Optie Beschrijving
g
# X-Sync.
Kies de sluitertijd die wordt gebruikt als de its afgaat.
106
# Slow Limit
Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een its
wordt gebruikt.
106
w+F
In de stand [On] wordt deze waarde opgeteld bij de waarde
van de belichtingscorrectie en wordt de itssterkteregeling
geactiveerd.
50, 70
MENU
c
W
V Exp/p/ISO
MENU
c
V
94
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
X K/Color/WB
Optie Beschrijving
g
K Set
U kunt de beeldkwaliteit van de JPEG selecteren uit
verschillende combinaties van drie resoluties en vier
compressiefactoren.
1) Gebruik HI om een
combinatie ([K1] –
[K4]) te kiezen en
verander met FG.
2) Druk op Q.
F
1
SF
Y
2
F
X
3
N
W
4
SF
W
D
Set
Pixel Count
Back
Set
Compressiefactor
Image size
(Beeldformaat)
67
Pixel Count
Kies het aantal pixels voor beelden in [X]- en [W]-formaat.
1) Selecteer [Xiddle] of
[Wmall] en druk op I.
2) Kies een aantal pixels
en druk op Q.
Xiddle
Wmall
2560×1920
1280×960
Pixel Count
Set
Back
67
Shading Comp. Kies [On] om randverlichting te corrigeren naargelang het
type lens.
Voor teleconverters of tussenringen is er geen correctie.
Er kan ruis zichtbaar zijn aan de randen van foto's die met
een hoge ISO-gevoeligheid genomen zijn.
WB Stel de witbalans in. Dit is identiek aan de instelling van
de live control. U kunt ook de witbalans jn afstellen in
elke stand. U kunt ook jninstellingen uitvoeren met de
witbalanscorrectie op het superbedieningspaneel (Blz. 24).
63
All >
[All Set]: Gebruik dezelfde witbalanscorrectie in alle modi
behalve [CWB].
[All Reset]: Stel de witbalanscorrectie in op 0 voor alle modi
behalve [CWB].
W Keep Warm
Color
Selecteer [Off] om 'warme' kleuren te elimineren uit foto's
die bij gloeilamplicht werden genomen.
#+WB
Pas de witbalans aan voor gebruik met een itser.
Color Space Hiermee kunt u selecteren hoe kleuren door de monitor of
printer worden weergegeven.
MENU
c
X
95
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Y Record/Erase
Optie Beschrijving
g
Quick Erase Als u [On] selecteert, wordt het huidige beeld onmiddellijk
verwijderd als u op de D-knop drukt in de afspeelweergave.
RAW+JPEG Erase Kies welke actie wordt uitgevoerd als u in de
enkelbeeldweergave een foto verwijdert die opgenomen
is met de instelling RAW+JPEG (Blz. 34).
[JPEG]: Alleen de JPEG-kopie wordt verwijderd.
[RAW]: Alleen de RAW-kopie wordt verwijderd.
[RAW+JPEG]: Beide kopieën worden verwijderd.
Zowel de RAW- als JPEG-kopieën worden gewist wanneer
geselecteerde beelden worden gewist of wanneer
[All Erase] (Blz. 75) is geselecteerd.
67
File Name [Auto]: Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de
bestandnummers van het vorige kaartje aangehouden.
Het nummeren van bestanden gaat voort vanaf het laatste
nummer dat werd gebruikt of vanaf het hoogste nummer dat
beschikbaar is op de kaart.
[Reset]: Als u een nieuwe kaart plaatst, beginnen de
mapnummers met 100 en de bestandsnaam met 0001.
Als u een kaart plaatst waarop al foto's staan, beginnen
de bestandsnummers met het nummer dat volgt op het
hoogste bestandsnummer dat al op het kaart stond.
Edit Filename Kies hoe een naam aan beeldbestanden wordt gegeven
door het hierna grijs gemarkeerde gedeelte van de
bestandsnaam te bewerken.
sRGB: Pmdd0000.jpg Pmdd
Adobe RGB: _mdd0000.jpg mdd
Priority Set Kies de standaardkeuze ([Yes] of [No]) voor dialoogvensters
voor bevestiging.
dpi Settings De afdrukresolutie instellen.
Copyright
Settings*
Voeg de naam van de fotograaf en de eigenaar van het
auteursrecht toe aan nieuwe foto's. De naam kan tot
63 tekens lang zijn.
[Copyright Info.]: Selecteer [On] om de naam van de
fotograaf en de eigenaar van het auteursrecht op te nemen
in de Exif-gegevens van nieuwe foto's.
[Artist Name]: Voer de naam van de fotograaf in.
[Copyright Name]: Voer de naam in van de eigenaar van
het auteursrecht.
1) Markeer een teken 1 en druk op Q om het
gemarkeerde teken toe te voegen aan de naam 2.
2) Herhaal stap 1 om de naam te vervolledigen,
markeer vervolgens [END] en druk op Q.
Om een teken te verwijderen, drukt u op de knop
INFO om de cursor in het naamvak te plaatsen 2,
markeer het teken en druk op D.
!”#$%&
()
*+, - . /
01234567
89: ; <=>?
@
ABCDEFGH I JKLMNO
PQR S T U VWX Y Z
[]_
abcde f gh i j k lmnEND
opqr s t uvwxyz
{}
ABCDE
05/70
Delete
Copyright Name
Cancel Set
2
1
* OLYMPUS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ten gevolge van geschillen
over het gebruik van [Copyright Settings]. Gebruik deze functie op uw eigen risico.
MENU
c
Y
96
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Z Movie
Optie Beschrijving
g
nMode
Kies een stand om videobeelden op te nemen. Deze optie
kan ook worden geselecteerd met live control.
66
Movie R
Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen.
Deze optie kan ook worden geselecteerd met live control.
73
Movie Effect
Kies [On] om lmeffecten mogelijk te maken in stand n.
43
Wind Noise
Reduction
Vermindert het geluid van de wind tijdens de opname.
Recording Volume Kies de gevoeligheid voor de interne microfoon van de
camera. Pas de gevoeligheid aan met behulp van de
achterste regelaar of FG, terwijl u het piekgeluidsniveau
controleert dat de voorbije seconden is opgepikt door de
microfoon.
Movie+Photo
Mode
Kies op welke manier er wordt gefotografeerd tijdens
lmopnamen.
[mode1]: Neem foto's tijdens een lmopname zonder de
opname te stoppen.
[mode2]: Stop de opname om foto's te nemen. De opname
wordt hervat nadat de foto is genomen.
22, 27
b Built-In EVF
Optie Beschrijving
g
Built-in EVF Style Kies de weergavestijl van de zoeker.
V Info Settings*
Net als de monitor kunt u de zoeker gebruiken om
histogrammen alsook licht- en schaduwpartijen weer
te geven.
V Displayed
Grid*
Geef een compositieraster weer in de zoeker. Kies uit [w],
[x], [y], [X] en [x].
EVF Auto Switch Als [Off] is geselecteerd, zal de monitor niet worden
ingeschakeld wanneer u uw oog tegen de zoeker houdt.
Druk op de knop u om de weergave te kiezen.
EVF Adjust Pas de helderheid en kleurschakering van de zoeker aan.
De helderheid wordt automatisch ingesteld wanneer
[EVF Auto Luminance] op [On] is ingesteld.
V Half Way
Level*
Wanneer dit is ingesteld op [Off], wordt de waterpas niet
getoond wanneer de ontspanknop half wordt ingeduwd.
* Dit is nuttig wanneer [Built-in EVF Style] is ingesteld op [Style 1] of [Style 2].
MENU
c
Z
MENU
c
b
97
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
k
K Utility
Optie Beschrijving
g
Pixel-Mapping Met de functie Pixel Mapping kan de camera het
beeldopneemelement en de beeldbewerkingfuncties
controleren en bijstellen.
137
Exposure Shift Pas de optimale belichting afzonderlijk aan voor elke
meetmethode.
Dit beperkt het aantal opties voor de belichtingscorrectie in de
geselecteerde richting.
De effecten zijn niet zichtbaar op de monitor. Voor
normale aanpassingen aan de belichting gebruikt u de
belichtingscorrectie (Blz. 50).
: Warning
Level
Kies het batterijniveau waarop de waarschuwing 8 wordt
weergegeven.
15
Level Adjust U kunt de hoek van de level gauge instellen.
[Reset]: Herstelt ingestelde waarden naar de fabrieksinstellingen.
[Adjust]: Stelt de huidige camerapositie in als het nulpunt.
Touch Screen
Settings
Activeer het aanraakscherm. Kies [Off] om het aanraakscherm
uit te schakelen.
Eye-Fi* Schakel het uploaden in of uit wanneer een Eye-Fi-kaart wordt
gebruikt. Wordt getoond als een Eye-Fi-kaart is geplaatst.
Elektronische
zoomsnelheid
U kunt de gebruikte zoomsnelheid wijzigen wanneer u de krachtige
zoomlens (ED 14-42 mm f3.5-5.6 EZ) gebruikt met de zoomring.
122
* Gebruik overeenkomstig de lokale voorschriften. In een vliegtuig en op andere plaatsen
waar het gebruik van draadloze apparaten verboden is, dient u de Eye-Fi-kaart uit de
camera te verwijderen of [Off] te selecteren voor [Eye-Fi]. De camera ondersteunt de
'eindeloze' Eye-Fi-stand niet.
AEL/AFL
MENU c R [AEL/AFL]
De autofocus en de meting kunnen worden uitgevoerd door
op de knop te drukken waaraan AEL/AFL is toegewezen.
Kies een stand voor elke scherpstelstand.
AEL/S-AF
AEL
AEL
AFL
mode1
S-AF AEL/AFL
ExposureFully
Half Way
Back Set
AEL/AFL
Modus
Ontspanknopfunctie Knopfunctie
Half indrukken Helemaal indrukken
Als u de AEL-/AFL-knop
ingedrukt houdt
Focus Belichting Focus Belichting Focus Belichting
S-AF
mode1 S-AF Vastgehouden Vastgehouden
mode2 S-AF Vastgehouden Vastgehouden
mode3 Vastgehouden S-AF
C-AF
mode1 C-AF start Vastgehouden Vastgehouden Vastgehouden
mode2 C-AF start Vastgehouden Vastgehouden Vastgehouden
mode3 Vastgehouden Vastgehouden C-AF start
mode4 Vastgehouden Vastgehouden C-AF start
MF
mode1 Vastgehouden Vastgehouden
mode2 Vastgehouden Vastgehouden
mode3 Vastgehouden S-AF
MENU
c
k
98
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
MF Assist
MENU c R [MF Assist]
Dit is een hulpfunctie voor scherpstellen voor MF. Wanneer u aan de scherpstelring
hebt gedraaid, is de rand van het onderwerp verbeterd of is een gedeelte van de
schermweergave vergroot. Wanneer u niet meer aan de de scherpstelring draait,
keert het scherm terug naar het originele beeld.
Magnify Hiermee vergroot u een gedeelte van het scherm. U kunt het
gedeelte dat u wilt vergroten vooraf instellen met het AF-kader.
g [AF Area] (Blz. 51)
Peaking Hiermee worden duidelijk bepaalde omtrekken met
randverbetering weergegeven. U kunt de kleur van de
verbetering selecteren. g [Peaking Settings] (Blz. 92)
$ Opmerkingen
[Magnify] en [Peaking] kunnen met de knop worden weergegeven. Het display verandert
telkens u op de knop drukt. Wijs de schakelfunctie vooraf toe aan een van de knoppen
met [Button Function] (Blz. 99).
# Let op
Wanneer u Peaking gebruikt, worden de randen van kleine onderwerpen vaak sterker
verbeterd. Hiermee wordt niet gegarandeerd dat de scherpstelling nauwkeurig is.
99
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Button Function
MENU c S [Button Function]
Zie de onderstaande tabel voor de functies die toegewezen kunnen worden. De beschikbare
opties zijn afhankelijk van de speci eke knop.
Knopfuncties
[UFunction] / [VFunction] / [RFunction]*
1
/ [IFunction] / [GFunction] / [nFunction] /
([Direct Function]*
2
/ [P]*
3
) / [lFunction]*
4
*1 Niet beschikbaar in stand n.
*2 Wijs de functie toe aan elke FGHI.
*3 Kies het AF-kader.
*4 Kies de functie die aan de knop op sommige lenzen is toegewezen.
F
Pas de belichtingscorrectie aan.
e
Pas de ISO-gevoeligheid aan met de voorste regelaar en de
witbalans met de achterste regelaar.
f
Pas de witbalans aan met de voorste regelaar en de ISO-
gevoeligheid met de achterste regelaar.
AEL/AFL
AE-vergrendeling of AF-vergrendeling. De functie verandert
op basis van de [AEL/AFL]-instelling. Wanneer AEL
geselecteerd is, drukt u eenmaal op de knop om de belichting
te vergrendelen en [u] weer te geven op de monitor. Druk
nogmaals op de knop om de vergrendeling te annuleren.
R REC
Druk op de knop om een lm op te nemen.
z (Voorbeeld)
Het diafragma wordt verlaagd naar de geselecteerde waarde
terwijl de knop wordt ingedrukt.
k (Witbalans met
één druk)
De camera meet de witbalans wanneer de knop wordt
ingedrukt (Blz. 64).
P (AF-veld)
Kies het AF-kader.
P Home
Door op de knop te drukken, wordt de positie van het AF-
kader geselecteerd die is opgeslagen met [P Set Home]
(Blz. 89). De home-positie van het AF-kader wordt aangeduid
met een p-pictogram. Druk nogmaals op de knop om
naar de AF-kaderstand terug te keren. Als de camera wordt
uitgeschakeld terwijl de home-positie geselecteerd is, wordt
de home-positie teruggesteld.
MF
Druk op de knop om de handmatige scherpstelstand te
selecteren. Druk nogmaals op de knop om de voordien
geselecteerde AF-stand te herstellen.
RAWK
Druk op de knop om te schakelen tussen de opnamestanden
JPEG en RAW+JPEG.
K TEST (testbeeld)
Foto's die zijn genomen wanneer de knop is ingedrukt
worden op de monitor weergegeven maar worden niet op het
geheugenkaart opgeslagen.
Myset1 – Myset4
Wisselt tussen de opgeslagen Myset-instellingen wanneer de
knop wordt ingedrukt. Druk nogmaals op de knop om terug
te gaan.
100
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
V Level Disp
Druk op de knop om de waterpas weer te geven, en druk er
opnieuw op om de waterpas uit te schakelen. De waterpas
is beschikbaar wanneer [Style 1] of [Style 2] is ingesteld in
[Built-in EVF Style].
I/H U kunt de knop gebruiken om te kiezen tussen I en H
wanneer de onderwatertas is bevestigd. Houd de knop
ingedrukt om terug te keren naar de vorige modus. Als u deze
functie toewijst aan een knop, zal de lens automatisch worden
ingesteld op de WIDE- of TELE-optie door te schakelen
tussen I en H terwijl u een lens met een krachtige zoom
gebruikt.
Livegids Druk op de knop om de livegidsen weer te geven.
b (digitale
teleconverter)
Druk op de knop om de digitale zoom in of uit te schakelen.
a (vergroten)
Druk op de knop om het zoomkader weer te geven. Druk
nogmaals op de knop om het beeld te vergroten. Houd de
knop ingedrukt om het zoomkader uit te schakelen.
Peaking Met elke druk op de knop schakelt de monitor tussen display/
niet display. Wanneer Peaking wordt weergegeven, zijn de
histogramweergave en de weergave van overbelichte en
onderbelichte delen niet beschikbaar.
AF stop Stopt de automatische scherpstelling.
j/Y
Kies een optie voor repeterende opnamen of zelfontspanner.
#
Kies een itserfunctie.
HDR Wisselt naar HDR-opname met de opgeslagen instellingen.
BKT Schakelt BKT-fotograferen in met de opgeslagen instellingen.
Multifunctie Druk op de knop om de geselecteerde multifunctie te
annuleren*.
Wanneer u naar de geannuleerde functies gaat, moet u op de
knop drukken terwijl u aan de regelaar draait.
GLock (vergrendeling
aanraakscherm)
Druk op de knop en houd hem ingedrukt om de bediening van
het aanraakpaneel te activeren en te deactiveren.
Elektronische zoom Wanneer u een lens gebruikt met een powerzoomfunctie,
moet u na het indrukken van de knop de pendelknop
gebruiken om te zoomen.
* Multifunctie: b (Regeling van licht- en schaduwpartijen), c (Color Creator), e (ISO-
gevoeligheid/witbalans), f (Witbalans/ISO-gevoeligheid), a (Zoomkader-AF/zoom-AF),
d (Beeldverhouding)
101
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Camerabeelden weergeven op een televisie
MENU c U [HDMI], [Video Out]
Gebruik de apart verkochte kabel om opgenomen beelden op uw televisie weer te
geven. Sluit de camera aan op een HD-tv met een HDMI-kabel om beelden van hoge
kwaliteit op een televisiescherm te bekijken. Bij het aansluiten van televisietoestellen
met een AV-kabel moet u eerst de [Video Out]-instellingen van de camera instellen
(Blz. 91).
AV-kabel (optioneel: CB-AVC3)
(aansluiten op de video-ingang (geel) en
de audio-ingang (wit) van de televisie)
HDMI-kabel
(aansluiten op de HDMI-connector op
de televisie)
Multiconnector
HDMI-connector
(type D)
Type A
1
Sluit de tv en camera aan en kies de invoerbron van de televisie.
De monitor van de camera wordt uitgeschakeld wanneer de kabel is aangesloten.
Druk op de knop q als u de verbinding via een AV-kabel uitvoert.
# Let op
Voor meer details over het wijzigen van de ingangsbron van de televisie raadpleegt u de
handleiding van de televisie.
Afhankelijk van de instellingen van uw televisie kunnen de weergegeven beelden en de
informatie uitgesneden zijn.
Als de camera met zowel een A/V- als HDMI-kabel is aangesloten, wordt voorrang
gegeven aan HDMI.
Als de camera via een HDMI-kabel is aangesloten, kunt u het digitale videosignaaltype
selecteren. Kies een indeling dat overeenkomt met het ingangsformaat dat op de televisie
werd geselecteerd.
1080i Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer.
720p Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer.
480p/576p
480p/576p HDMI-uitvoer. 576p wordt gebruikt wanneer [PAL] is
geselecteerd voor [Video Out] (Blz. 91).
U kunt geen foto's of lms opnemen als de HDMI-kabel aangesloten is.
Sluit de camera niet aan op andere HDMI-uitvoerapparaten. Hierdoor zou de camera
beschadigd raken.
HDMI-uitvoer is niet mogelijk als de camera via USB verbonden is met een computer of
een printer.
102
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
De afstandsbediening van de tv gebruiken
De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer
deze is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt. g [HDMI] (Blz. 91)
$ Opmerkingen
U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden
weergegeven op de tv.
Tijdens de enkelbeeldweergave kunt u de informatieweergave weergeven of verbergen
door op de 'Rode' knop te drukken, en kunt u de indexweergave weergeven of
verbergen door op de 'Groene' knop te drukken.
Sommige televisies ondersteunen niet alle functies.
103
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
De weergave van de bedieningspanelen kiezen
MENU c U [ KControl Settings]
Stel in of u bedieningspanelen wilt weergeven voor de optieselectie bij het fotograferen
met live view. Wanneer elk scherm wordt getoond, kan tussen de schermen worden
gewisseld zoals hieronder getoond.
De bedieningspanelen weergeven
1
Druk op de knop
u
en selecteer de opnamestand live view.
u-knop
250250 F5.6
01:02:0301:02:03
3838
L
N
ISO-A
200
Wi-Fi
j
0.00.0
FullHD
F
S-IS AUTOS-IS AUTO
2
Druk op de knop Q terwijl het bedieningspaneel wordt getoond, druk dan op
de INFO-knop om het scherm te wisselen.
Livegids
INFO
Kunst ltermenu
Q
Q
Q
Change Color Saturation
Cancel
A
P/A/S/M
ART/SCN
INFO
INFO
Motiefmenu
1
Pop Art
1 Portrait
INFO
INFO
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
LV-superbedieningspaneel
(Blz. 104)
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Live control
INFO
INFO
INFO
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Live control
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
Live control
LV-superbedieningspaneel
(Blz. 104)
LV-superbedieningspaneel
(Blz. 104)
104
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
LV-superbedieningspaneel
Dit is het superbedieningspaneel dat wordt gebruikt voor het instellen van opties in de
opnamestand live view. De statussen van de opname-instellingen worden in een lijst
getoond. Gebruik de pendelknop of de aanraakbediening om opties te selecteren of de
instellingen te wijzigen.
250250 F5.6
P
i
Recommended ISO
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
0.00.0
01:02:0301:02:03
10231023
2
1
6
7
8
9
a
0
cdfe b
5
3
4
Instellingen die kunnen worden aangepast met behulp van het LV-
superbedieningspaneel
1 Momenteel geselecteerde optie
2 ISO-gevoeligheid .........................Blz. 73
3 Flitserfunctie ................................Blz. 68
4 Flitssterkteregelaar ......................Blz. 70
5 Repeterende opnamen/
zelfontspanner .............................Blz. 65
6 Witbalans .....................................Blz. 63
Witbalanscorrectie
7 Beeldeffecten ...............................Blz. 62
8 Scherpte N .................................Blz. 77
Contrast J ..................................Blz. 77
Kleurintensiteit T .......................Blz. 77
Gradatie z..................................Blz. 77
Z&W- lter x................................Blz. 77
Fototint y ...................................Blz. 78
9 Kleurruimte ..................................Blz. 94
0 Knopfunctietoewijzing ..................Blz. 99
a Gezichtsprioriteit ..........................Blz. 52
b Lichtmeetstand ............................Blz. 71
c Breedte-hoogteverhouding ..........Blz. 54
d Beeldkwaliteit ...............................Blz. 67
e Autofocusstand ............................Blz. 72
Autofocusveld ..............................Blz. 51
f Beeldstabilisator ..........................Blz. 60
# Let op
Niet weergegeven in de video-opnamestand.
1
Druk op de knop Q bij het fotograferen met
live view.
Live control wordt weergegeven.
2
Druk op de INFO-knop om het LV
superbedieningspaneel weer te geven.
Elke keer dat u op de INFO-knop drukt,
verandert de display.
3
Raak de functie aan die u wilt instellen.
De cursor wordt op de aangeraakte functie
weergegeven.
4
Druk op de knop Q om een instelling te
selecteren.
$ Opmerkingen
Ook beschikbaar in de menu's ART of SCN.
Raak het pictogram aan van de functie die u wilt
selecteren.
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
AUTOAUTO
L
N
4:3
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
P
WB Auto
AUTOAUTO
S-IS AUTOS-IS AUTO
FullHD
F
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
Recommended ISO
Cursor
250250 F5.6
i
NORM
ISO
AUTO
AUTO
WB
AUTO
4:3
01:02:0301:02:03
10231023
WB
105
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
Informatieschermen toevoegen
MENU c U [ G/Info Settings]
LV-Info (Schermen met opnamegegevens)
Gebruik [LV-Info] om de volgende schermen met opnamegegevens toe te voegen. De
toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de opname herhaaldelijk de
knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet
weer te geven.
Weergave van overbelichte
en onderbelichte delen
Histogramweergave
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
FullHDFullHD
ISO-A
200
L
N
01:02:0301:02:03
3838
250250 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
Weergave van overbelichte en onderbelichte delen
Delen boven de bovengrens voor de helderheid van het beeld worden rood weergegeven,
delen onder de ondergrens blauw. g [Histogram Settings] (Blz. 91)
q Info (Schermen met weergavegegevens)
Gebruik [q Info] om de volgende schermen met weergavegegevens toe te voegen. De
toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de weergave herhaaldelijk de
knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet
weer te geven.
Weergave van overbelichte
en onderbelichte delen
LichtbakweergaveHistogramweergave
1615
15
Shadow
Highlight
2014.01.01 12:30 15
×10×10
Lichtbakweergave
Twee beelden naast elkaar vergelijken. Druk op de knop Q om het beeld te selecteren aan
de andere kant van de monitor.
Het basisbeeld wordt rechts weergegeven. Gebruik HI om een beeld te selecteren en
druk op de knop Q om het beeld naar links te verplaatsen. Het beeld dat u wilt vergelijken
met het beeld links, kan rechts worden geselecteerd. Om een ander basisbeeld te kiezen,
markeert u het rechtse beeld en drukt u op de knop Q.
Druk op Fn1 om in te zoomen op het huidige beeld. Draai aan de achterste regelaar om
de zoomverhouding te wijzigen.
Wanneer u inzoomt, kunt u FGHI gebruiken om naar andere gedeelten van het beeld
te bladeren, en kunt u met de voorste regelaar een van de beelden selecteren.
2x
2x
53 54
2x
Fn1 Fn1 Fn1
106
NL
Menufuncties (Custom-menu's)
7
G Settings (Indexweergave/kalenderweergave)
U kunt een indexweergave toevoegen met een afwijkend aantal kaders en
een kalenderweergave met [G Settings]. De toegevoegde schermen worden
weergegeven door tijdens het afspelen aan de achterste regelaar te draaien.
Q
Q
p
q
Indexweergave
p
q
p
q
4 beelden
2014.01.01 12:30 20
9–100 beelden
2014.01.01 12:30 20
2014.01.01 12:30 20
Enkelbeeld-
weergave
2014.01.01 12:30 20
100-0020
L
N
Kalenderscherm
2014.1
Sun Mon Tue Wed Thu Fri Sat
29 30 31 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6
29 30 31 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18
19 20 21 22 23 24 25
26 27 28 29 30 31 1
2 3 4 5 6
Sluitertijden als de its automatisch ontsteekt
MENU c W [ # X-Sync.] [# Slow Limit]
U kunt de sluitertijd instellen voor standen waarin de itser automatisch ontbrandt.
Stand
Fotograferen
Flitsmoment (synchroon) Bovenste limiet Onderste limiet
P
De langzamere van 1/
(lensbrandpuntslengte×2)
en de [# X-Sync.]-
instellingen
[# X-Sync.]-instelling*
[# Slow Limit]-
instelling
A
S
De ingestelde sluitertijd Geen onderste limiet
M
* 1/250 sec. bij gebruik van de interne itser, 1/200 sec. en 1/180 sec. (FL-50R) bij gebruik
van een afzonderlijk verkochte externe itser.
107
NL
Camera aansluiten op een smartphone
8
8
U kunt de draadloze LAN-functie op deze camera gebruiken om verbinding te maken
met een Wi-Fi-compatibele smartphone. Vervolgens kunt u via de smartphone beelden
delen (bekijken en verzenden) of de camera bedienen. Voor deze verbinding moet
u OI. Share (OLYMPUS IMAGE SHARE), de smartphone-app, op de smartphone
installeren.
Meer details vindt u op
http://olympuspen.com/OIShare/
# Let op
Lees “Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de draadloze LAN-functie“ (Blz. 149)
voordat u de draadloze LAN-functie gebruikt.
Als u de draadloze LAN-functie gebruikt in een land buiten de regio waar u de
camera hebt gekocht, bestaat het risico dat de camera niet voldoet aan de
regelgeving inzake draadloze communicatie van dat land. Olympus kan niet
verantwoordelijk worden geacht voor het niet voldoen aan deze regelgeving.
Zoals bij alle draadloze communicatie bestaat er altijd het risico op onderschepping
door derden.
De draadloze LAN-functie op de camera kan niet worden gebruikt om verbinding te
maken met een privé of publiek toegangspunt.
Uw camera instellen voor draadloze LAN-verbinding
(Wi-Fi-instellingen)
Om de draadloze LAN-functies op de camera te kunnen gebruiken, moet u de nodige
gegevens instellen, zoals het wachtwoord dat bij de verbinding wordt gebruikt.
Beschikbare opties: [Private] dat bij elke verbinding dezelfde instellingen gebruikt
en [One-Time] voor een eenmalige verbinding.
Een selectiemethode met wachtwoord instellen
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Wi-Fi Connect Settings] en druk op I.
3
Selecteer de draadloze LAN-verbindingsmethode en druk op Q.
[Private]: maak verbinding met een vooraf ingesteld wachtwoord.
[One-Time]: maak verbinding met elke keer een ander wachtwoord.
[Select]: Selecteer welke methode u elke keer wilt gebruiken.
[Off]: De Wi-Fi-functie is uitgeschakeld.
Het wachtwoord van een privéverbinding wijzigen
Wijzig het wachtwoord voor [Private].
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Private Password] en druk op I.
3
Volg de bedieningsaanwijzingen en druk op de knop R.
Er wordt een nieuw wachtwoord ingesteld.
Camera aansluiten op een
smartphone
108
NL
Camera aansluiten op een smartphone
8
Het delen van selecties annuleren
Schrap het deelorder voor de geselecteerde beelden.
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Reset share Order] en druk op I.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Draadloze LAN-instellingen initialiseren
Initialiseert inhoud van [Wi-Fi Settings].
1
Selecteer [Wi-Fi Settings] in het d setup-menu en druk op Q.
2
Selecteer [Reset Wi-Fi Settings] en druk op I.
3
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Beelden selecteren die u wilt delen (Share Order)
Om een beeld te selecteren dat u wilt delen, stelt u [Share Order] in op het beeld.
1
Raak het scherm aan in het weergavescherm.
Er wordt een aanraakmenu weergegeven.
2
Selecteer een beeld met een aanraakhandeling of HI en raak vervolgens
h aan in het aanraakmenu.
h wordt weergegeven op de beelden die voor delen zijn geselecteerd.
• Raak h nogmaals aan om de selectie ongedaan te maken.
3
Raak het scherm aan om [Share Order] te verlaten.
Nadat u een beeld voor delen hebt geselecteerd, wordt het geselecteerde beeld
gedeeld wanneer een Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht met [One-Time].
# Let op
U kunt een deelorder instellen op maximaal circa 200 kaders.
Deelorders kunnen niet worden ingesteld voor beelden in RAW-formaat of voor lms in
Motion JPEG-formaat (H of I).
109
NL
Camera aansluiten op een smartphone
8
Aansluiten op een smartphone
Als uw smartphone Wi-Fi-compatibel is, kunt u deze gebruiken om beelden op de
camera te bekijken en de beelden van de camera over te zetten naar de smartphone.
Om deze functies te gebruiken, start u de OI.Share-app op uw smartphone.
1
Selecteer [Connection to Smartphone] in het q-weergavemenu en
druk op Q.
2
Selecteer een verbindingsmethode en druk op de knop Q.
Voor een privéverbinding
Volg de bedieningsaanwijzingen die op de monitor worden weergegeven.
Voor een eenmalige verbinding
Volg de instructies die op de monitor worden weergegeven.
3
Druk op de camera op MENU of raak op de monitor [End Wi-Fi] aan.
U kunt de verbinding ook verbreken met OI.Share of door uw camera uit te
schakelen.
De verbinding wordt verbroken.
# Let op
De draadloze LAN-antenne bevindt zich in de cameragreep. Voorkom, indien
mogelijk, dat u de antenne met uw handen bedekt.
Tijdens draadloze LAN-verbinding gaat de batterij sneller leeg. Als de batterij bijna
leeg is, kan de verbinding worden verbroken tijdens de overdracht.
Verbinding kan moeilijk of traag zijn in de buurt van aparaten die magnetische velden,
statische elektriciteit of radiogolven genereren, zoals een magnetron, draadloze
telefoon.
110
NL
Camera aansluiten op een smartphone
8
De camera bedienen via uw smartphone
U kunt met de camera beelden vastleggen door op uw smartphone handelingen uit
te voeren. Alvorens hiermee te starten, moet u de OI.Share-app op uw smartphone
installeren. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer verbinding is gemaakt met
[Private].
1
Start [Connection to Smartphone] op uw camera.
U kunt ook verbinding tot stand brengen door op het opnamescherm w aan
te raken.
2
Leg beelden vast met uw smartphone.
# Let op
Het bijhouden van positiegegevens is alleen beschikbaar wanneer u een smartphone
met een GPS-functie gebruikt.
Niet alle camerafuncties zijn beschikbaar via de draadloze LAN-verbinding.
Positiegegevens aan beelden toevoegen
De tijd en datum op uw camera met uw smartphone synchroniseren
Synchroniseer de tijd en datum op uw smartphone en camera zodat u aan de beelden
op uw camera positiegegevens kunt toevoegen. Start de synchronisatie van tijd in
OI.Share.
Het kan even duren voordat de tijd van de camera is gesynchroniseerd.
Positiegegevens van de smartphone aan beelden toevoegen
Met behulp van OI.Share kunt u positiegegevens die door uw smartphone werden
opgenomen, naar de camera verzenden en toevoegen aan de beelden op de
geheugenkaart.
g wordt weergegeven op de beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd.
Het bijhouden van positiegegevens is alleen beschikbaar wanneer u een smartphone
met een GPS-functie gebruikt.
# Let op
U kunt geen positiegegevens toevoegen aan lms.
111
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
9
De camera aansluiten op een
computer en een printer
OLYMPUS Viewer 3 installeren
OLYMPUS Viewer 3 is software waarmee u de foto's en lms die u met uw camera
hebt gemaakt, kunt importeren naar uw computer, om ze vervolgens te bekijken,
te bewerken en te beheren.
Windows
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
Windows XP
Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster.
Windows Vista/Windows 7/Windows 8/Windows 8.1
Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op
“OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster
weer te geven.
# Let op
Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “Mijn computer“
(Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) in het startmenu.
Dubbelklik op het pictogram CD-ROM (OLYMPUS Setup) om het venster “OLYMPUS
Setup“ te openen, en dubbelklik vervolgens op “LAUNCHER.EXE“.
Als een dialoogvenster “User Account Control“ verschijnt, klikt u op “Yes“ of
“Continue“.
2
Sluit de camera aan op uw computer.
# Let op
Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera nadat de camera
met de computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig
opgeladen batterij.
Multiconnector
Kleiner
contact
USB-kabel
Zoek dit teken.
USB-poort
# Let op
Wanneer de camera via USB aangesloten is op een ander apparaat, verschijnt een
bericht om een verbindingstype te kiezen. Selecteer [Storage].
112
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
3
Registreer uw Olympus-product.
Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm.
4
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om de
software te installeren.
Bedrijfsvoorwaarden
Besturingssysteem
Windows XP SP3 / Windows Vista SP2 /
Windows 7 SP1 / Windows 8 / Windows 8.1
Processor
Pentium 4 1,3 GHz of beter
(Core2Duo 2,13 GHz of beter vereist voor lms)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de
harde schijf
3 GB of meer
Monitorinstellingen
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 65.536 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Meer informatie over het gebruik van de software vindt u in de Help-functie in de
software.
Macintosh
1
Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station.
De inhoud van de schijf moet automatisch worden
weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is,
dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad.
Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het
dialoogvenster “Setup“ weer te geven.
2
Installeer OLYMPUS Viewer 3.
Controleer de systeemvereisten voor u met de
installatie begint.
Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de
instructies op het scherm om de software te installeren.
Bedrijfsvoorwaarden
Besturingssysteem Mac OS X v10.5–v10.8
Processor
Intel Core Solo/Duo 1,5 GHz of beter
(Core2Duo 2 GHz of beter vereist voor lms)
RAM-geheugen 1 GB of meer (2 GB of meer aanbevolen)
Vrije ruimte op de
harde schijf
3 GB of meer
Monitorinstellingen
1024 × 768 pixels of meer
Minimaal 32.000 kleuren (16.770.000 kleuren aanbevolen)
Om van taal te veranderen, selecteert u de taal die u wenst te gebruiken in het
taalkeuzevak. Meer informatie over het gebruik van de software vindt u in de Help-
functie in de software.
113
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
Foto's naar een computer kopiëren zonder
OLYMPUS Viewer 3
Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden
overbrengen naar een computer door de camera met de meegeleverde USB-kabel
op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de
USB-aansluiting:
Windows: Windows XP SP3/
Windows Vista SP2/Windows 7 SP1/Windows 8/Windows 8.1
Macintosh: Mac OS X 10.5 - v.10.8
1
Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
De plaats van de USB-poort is afhankelijk van het soort computer. Voor details
raadpleegt u de handleiding van de computer.
2
Schakel de camera in.
Het scherm voor het selecteren van de USB-verbinding
wordt weergegeven.
3
Selecteer met FG de optie [Storage].
Druk op Q.
USB
MTP
Storage
Print
Exit
Set
4
De computer herkent de camera als een nieuw apparaat.
# Let op
Als u Windows Photo Gallery voor Windows Vista, Windows 7, Windows 8 of Windows 8.1
gebruikt, selecteert u [MTP] in stap 3.
In de volgende werkomgevingen is een geslaagde gegevensoverdracht niet
gegarandeerd, ook niet als de computer is uitgerust met een USB-poort.
Computers met nieuw geïnstalleerde USB-poort met uitbreidingskaart, enzovoort.
Computers zonder een af fabriek geïnstalleerd besturingssysteem
en zelfgebouwde computers
De bedieningselementen van de camera kunnen niet worden gebruikt terwijl de camera
verbonden is met een computer.
Als het dialoogvenster uit stap 2 niet wordt weergegeven wanneer de camera wordt
aangesloten aan een computer, selecteert u [Auto] voor [USB Mode] (Blz. 92) in de
custom-menu's van de camera.
114
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
Direct printen (PictBridge)
Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer,
dan kunt u de opgeslagen beelden rechtstreeks printen.
1
Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer en
schakel de camera in.
USB-poort
Kleiner contact
USB-kabel
Multiconnector
Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken.
Als de camera wordt ingeschakeld, moet een dialoogvenster op de monitor
verschijnen om een host te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [Auto]
voor [USB Mode] (Blz. 92) in de custom-menu's van de camera.
2
Gebruik FG om [Print] te selecteren.
[One Moment] verschijnt, gevolgd door een
dialoogvenster om de printfunctie te selecteren.
Als het scherm na een paar minuten niet verschijnt,
koppelt u de USB-kabel los start u opnieuw vanaf
stap 1.
USB
MTP
Storage
Print
Exit
Set
Ga verder met “Printen volgens de speci catie van de klant“ (Blz. 115).
# Let op
3D-foto's, RAW-beelden en lms kunnen niet worden geprint.
Eenvoudig printen
Gebruik de camera om de foto die u wilt printen weer te geven voor u de printer via de
USB-kabel aansluit.
1
Selecteer met HI de te printen foto's om deze op
de camera weer te geven.
2
Druk op I.
Het instelmenu voor het selecteren van de foto
verschijnt als het printen is voltooid. Om een andere
foto te printen, selecteert u met HI de gewenste foto
en drukt u op Q.
Om af te sluiten, koppelt u de USB-kabel los van de
camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de
foto wordt weergegeven.
PC/Custom Print
Easy Print Start
115
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
Printen volgens de speci catie van de klant
1
Volg de bedieningsaanwijzingen op voor het instellen van een printoptie.
Printfunctie selecteren
Selecteer de manier van printen (printfunctie). De beschikbare printfuncties staan
hieronder vermeld.
Print De geselecteerde foto's worden geprint.
All Print
Alle foto's die opgeslagen zijn op de kaart worden geprint. Elke foto
wordt één keer geprint.
Multi Print
Print meerdere kopieën van dezelfde foto als afzonderlijke beelden
op een enkel blad.
All Index Print een index van alle beelden die op de kaart zijn opgeslagen.
Print Order
Print overeenkomstig de printreservering die u gemaakt heeft.
Als er geen foto met printreservering bestaat, is deze functie niet
beschikbaar.
De eigenschappen van het printpapier instellen
Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-
instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen.
Grootte Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt.
Borderless
Selecteert of de foto op een volledige pagina wordt geprint of binnen
een blanco kader.
Pics/Sheet
Selecteert het aantal beelden per blad. Dit verschijnt als u de functie
[Multi Print] hebt geselecteerd.
De beelden die u wilt printen selecteren
Selecteer de beelden die u wilt printen. De geselecteerde
foto's kunnen later worden geprint (reservering van
een enkel beeld) of het beeld dat u geopend hebt kan
rechtstreeks worden geprint.
More
Select Print
Single Print
2014.01.01 12:30 15
123-3456
Print (f)
Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een
[Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde
foto worden geprint.
Single Print
(t)
Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven.
Als u na het maken van een [Single Print]-reservering deze
printreservering ook op andere foto's wilt toepassen, selecteert
u met HI de gewenste foto's.
More (u)
Voor het instellen van het aantal prints en andere eigenschappen
van de nu weergegeven foto, en of u deze wilt printen of niet.
Hoe u dat doet, leest u in 'Printgegevens instellen' in de volgende
paragraaf.
116
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
Printgegevens instellen
Selecteert of u printgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op
de foto wilt afdrukken. Als de printfunctie ingesteld is op [All Print] en [Option Set]
geselecteerd is, verschijnt de volgende optie.
<×
Voor het instellen van het aantal prints.
Date
Print de datum en het tijdstip die bij de foto zijn opgeslagen.
File Name
Print de bestandsnaam die bij het beeld is opgeslagen.
P
Snijdt het beeld uit voor het printen. Gebruik de regelaar om de
grootte van de uitsnede te kiezen en FGHI om de uitsnede
te positioneren.
2
Als u de foto's die u wilt printen en de printgegevens hebt ingesteld,
selecteert u [Print] en drukt u op Q.
Om te stoppen en het printen te annuleren, drukt u op Q. Om het afdrukken te
hervatten, selecteert u [Continue].
Printen annuleren
Om het printen te annuleren, markeert u [Cancel] en drukt u op Q. Houd er rekening mee
dat wijzigingen aan de printorder verloren gaan; om het printen te annuleren en terug te
keren naar de vorige stap, waar u wijzigingen kunt aanbrengen aan de huidige printorder,
drukt u op MENU.
Printreservering (DPOF)
U kunt digitale 'printorders' opslaan op de geheugenkaart die aangeven welke foto's
moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in een
printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera
rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder te maken is een
geheugenkaart vereist.
Een printorder maken
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
2
Selecteer [<] of [
U
] en druk op Q.
Individuele foto
Druk op HI om het beeld te selecteren waarvoor u een
printreservering wilt instellen en druk op FG om het
aantal prints in te stellen.
Om een printreservering voor meerdere foto's in te
stellen, herhaalt u deze stap. Druk op Q wanneer alle
gewenste foto's geselecteerd zijn.
<
ALL
Print Order
Back
Set
Alle foto's
Selecteer [U] en druk op Q.
117
NL
De camera aansluiten op een computer en een printer
9
3
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave
en druk op Q.
No
De foto's worden zonder datum en tijd
geprint.
Date
De foto's worden geprint met de datum van
fotograferen.
Tijd
De foto's worden geprint met het tijdstip van
fotograferen.
4
Selecteer [Set] en druk op Q.
# Let op
De camera kan niet worden gebruikt om printorders te wijzigen die met andere apparaten
zijn aangemaakt. Als u een nieuw printorder aanmaakt, wist u eventuele bestaande
printorders die aangemaakt zijn met andere apparaten.
Een printorder kan geen 3D-foto's, RAW-beelden of lms bevatten.
Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen
U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor
geselecteerde foto's.
1
Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
2
Selecteer [<] en druk op Q.
Om alle foto's uit het printorder te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q.
Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt
u op Q.
3
Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt
verwijderen.
• Gebruik G om het aantal prints in te stellen op 0. Druk op Q zodra u alle gewenste
foto's uit de printorder hebt verwijderd.
4
Selecteer de gewenste datum- en tijdweergave en druk op Q.
Deze instelling wordt op alle beelden met printreserveringsgegevens toegepast.
5
Selecteer [Set] en druk op Q.
No
Date
Time
X
Back Set
118
NL
Batterij, batterijlader en kaart
10
10
Batterij en oplader
De camera werkt met één single lithium-ionbatterij van Olympus. Gebruik nooit andere
batterijen dan authentieke batterijen van OLYMPUS.
Het verbruik van de camera varieert aanzienlijk, afhankelijk van het gebruik en andere
omstandigheden.
Aangezien de volgende functies veel energie verbruiken, zelfs zonder fotograferen, zal de
batterij snel leeg zijn.
Het vaak half indrukken van de ontspanknop in de stand Fotograferen waardoor de
autofocus herhaaldelijk wordt ingeschakeld.
Langdurig weergeven van beelden op de monitor.
Wanneer [Release Lag-Time] (Blz. 90) is ingesteld op [Short].
Als de camera op een computer of printer aangesloten is.
Als u een lege batterij gebruikt, kan de camera eventueel uitschakelen zonder dat de
waarschuwing 'batterij bijna leeg' verschijnt.
Op het moment van aanschaf is deze batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij
vóór gebruik op met de meegeleverde lader.
De normaal laadtijd met het meegeleverde oplader bedraagt ongeveer 3 uur 30 minuten
(schatting).
Gebruik geen laders die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de meegeleverde
batterij, en gebruik geen batterijen die niet speciaal bedoeld zijn voor gebruik met de
meegeleverde lader.
# Let op
Er bestaat ontplof ngsgevaar als de batterij wordt vervangen door een verkeerd type
batterij.
Doe gebruikte batterijen weg volgens de instructies “Voorzorgsmaatregelen bij de omgang
met batterijen“ (Blz. 148).
Uw oplader in het buitenland gebruiken
De oplader kan wereldwijd in de meeste elektrische bronnen thuis worden gebruikt
binnen het bereik 100 V tot 240 V AC (50/60 Hz). Afhankelijk van uw land of regio kan het
stopcontact echter anders gevormd zijn waardoor de oplader een verloopstuk nodig heeft.
Vraag naar de details bij uw plaatselijke elektriciteitszaak of reisagentschap.
Gebruik geen in de handel verkrijgbare reisadapters omdat de lader dan eventueel niet
goed functioneert.
Batterij, batterijlader en kaart
119
NL
Batterij, batterijlader en kaart
10
Toepasbare geheugenkaarten
In deze handleiding worden alle opslagapparaten 'kaarten'
genoemd. De volgende soorten SD-geheugenkaartjes (in de
handel verkrijgbaar) kunnen met deze camera worden gebruikt:
SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi. Kijk voor de meest actuele
informatie op de Olympus-website.
Schrijfbeveiligingsschakelaar van SD-kaart
Het SD-kaart is voorzien van een schrijfbeveiligingsschakelaar. Als
u deze schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u geen gegevens naar de kaart
schrijven of ervan wissen en kunt u de kaart niet formatteren. Zet de
schakelaar weer in de ontgrendelpositie om naar de kaart te kunnen
schrijven.
LOCK
# Let op
De gegevens op de kaart zullen niet compleet worden gewist, zelfs niet na het formatteren
van de kaart of het wissen van de gegevens. Indien u de kaart wegdoet, dient u het te
vernietigen om verspreiding van persoonlijke informatie te voorkomen.
Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar
de camera wordt gebruikt. Verwijder de Eye-Fi-kaart uit de camera of schakel de
kaartfuncties uit in vliegtuigen en op andere locaties waar het gebruik ervan verboden
is g [Eye-Fi] (Blz. 97)
Tijdens het gebruik kan het Eye-Fi-kaartje heet worden.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen.
Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager.
120
NL
Batterij, batterijlader en kaart
10
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan
worden opgeslagen
De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met
een breedte-hoogteverhouding van 4:3.
Beeld-
kwaliteit
Aantal pixels Compressie
Bestands-
indeling
Bestands-
grootte (MB)
Aantal stilstaande beelden
dat kan worden opgeslagen*
RAW
4608×3456
Verliesvrije
compressie
ORF Ca. 17 41
YSF
1/2,7
JPEG
Ca. 11 79
YF
1/4 Ca. 7,5 114
YN
1/8 Ca. 3,5 248
YB
1/12 Ca. 2,4 369
XSF
3200×2400
1/2,7 Ca. 5,6 155
XF
1/4 Ca. 3,4 257
XN
1/8 Ca. 1.7 508
XB
1/12 Ca. 1,2 753
XSF
2560×1920
1/2,7 Ca. 3,2 271
XF
1/4 Ca. 2,2 398
XN
1/8 Ca. 1,1 782
XB
1/12 Ca. 0,8 1151
XSF
1920×1440
1/2,7 Ca. 1,8 476
XF
1/4 Ca. 1,3 701
XN
1/8 Ca. 0,7 1356
XB
1/12 Ca. 0,5 1968
XSF
1600×1200
1/2,7 Ca. 1,3 678
XF
1/4 Ca. 0,9 984
XN
1/8 Ca. 0,5 1906
XB
1/12 Ca. 0,4 2653
WSF
1280×960
1/2,7 Ca. 0,9 1034
WF
1/4 Ca. 0,6 1488
WN
1/8 Ca. 0,4 2773
WB
1/12 Ca. 0,3 3813
WSF
1024×768
1/2,7 Ca. 0,6 1564
WF
1/4 Ca. 0,4 2260
W
N
1/8 Ca. 0,3 4068
WB
1/12 Ca. 0,2 5547
WSF
640×480
1/2,7 Ca. 0,3 3589
WF
1/4 Ca. 0,2 5085
WN
1/8 Ca. 0,2 7627
WB
1/12 Ca. 0,1 10170
*Bij een SD-kaart van 1 GB.
# Let op
Het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van het
onderwerp, eventueel opgegeven printreserveringen en andere factoren. In bepaalde
gevallen verandert het aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen op de
monitor niet, ook niet als u nieuwe foto's maakt of opgeslagen beelden wist.
De werkelijke bestandsgrootte is afhankelijk van het onderwerp.
Het maximale weergegeven aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen
is 9999.
Voor de beschikbare opnametijden voor lms raadpleegt u de Olympus-website.
121
NL
Verwisselbare lenzen
11
11
Kies een lens volgens het motief en uw creatieve bedoeling. Gebruik
lenzen die uitsluitend bedoeld zijn voor het Micro Four Thirds-systeem
en voorzien zijn van het label M. ZUIKO DIGITAL of het rechts
weergegeven symbool.
Met een adapter kunt u ook Four Thirds- en OM-lenzen gebruiken.
# Let op
Bij het bevestigen of verwijderen van het de beschermkap of de lens kunt u de lensvatting
het beste naar beneden laten wijzen. Hiermee voorkomt u dat er stofjes en dergelijke in
de camera terecht kunnen komen.
• Op stof ge plaatsen kunt u beter nooit de beschermkap verwijderen of de lens
verwisselen.
Richt met de lens op de camera, de lens nooit op de zon. Dit kan camerastoringen en
zelfs brand veroorzaken omdat het zonlicht door de lens gebundeld wordt zoals bij een
vergrootglas.
Zorg dat u de beschermkap van de camera en de achterkap van de lens niet kwijtraakt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen.
M.ZUIKO DIGITAL lensspeci caties
Namen van onderdelen
1 Voorkap van de lens
2 Filtervatting
3 Scherpstelring
4 Zoomring (alleen zoomlenzen)
5 Index lensvatting
6 Achterkap van de lens
7 Elektrische contacten
8 UNLOCK-schakelaar (alleen intrekbare
lenzen)
9 Decoratieve ring (alleen sommige
lenzen, te verwijderen wanneer een
zonnekap wordt aangebracht)
Verwisselbare lenzen
122
NL
Verwisselbare lenzen
11
De krachtige zoomlens gebruiken
(ED 14-42 mm f3.5-5.6 EZ)
De krachtige zoomlens schuift automatisch uit zodra u de camera inschakelt.
ScherpstelringZoomring
Groothoeklens
Focus op
onderwerp vlakbij
Telelens
Focus op
onderwerp veraf
Wanneer de camera
uitgeschakeld is
Wanneer de camera
ingeschakeld is
U kunt het custom-menu van de camera gebruiken om de zoomsnelheid van de zoomring
te verhogen of te verlagen. g [Electronic Zoom Speed] (Blz. 97)
Het automatische lenskapje (optioneel: CL-37C) kan aan de lens worden bevestigd.
Wanneer u het aan de lens bevestigt, opent of sluit het automatisch naargelang u de
camera in-/uitschakelt. Het is niet nodig om het kapje te verwijderen telkens u een foto
neemt. Kan niet worden gebruikt met een lter.
# Let op
Schakel de camera uit vóór u de lens aanbrengt of verwijdert.
Oefen geen druk uit op de lens wanneer u ermee werkt, bijvoorbeeld wanneer u ze
uitschuift.
Krachtige zoomlenzen met macrofuncties gebruiken
(ED 12-50 mm f3.5-6.3 EZ)
De lensactivering wordt bepaald door de positie van de zoomring.
Bij het indrukken
MACRO
+
ZoomringMACRO-knop
E-ZOOM (elektrische zoom)
Draai de zoomring voor een krachtige zoom.
Hoe ver u draait bepaalt de zoomsnelheid.
M-ZOOM (handmatige zoom) Draai de zoomring om in- en uit te zoomen.
MACRO (macrofotogra e)
Om foto's te maken van onderwerpen op een afstand
van 0,2 tot 0,5 m, drukt u op de knop MACRO en
schuift u de zoomring vooruit. Zoom is niet beschikbaar.
De rol van de L-Fn-knop kan worden geselecteerd in het custom-menu van de camera.
123
NL
Verwisselbare lenzen
11
MF (handmatig scherpstellen)-instelling
(17 mm f1.8, ED 12 mm f2.0 (Snapshot scherpstellen),
ED 12-40 mm f2.8 PRO)
Schuif de scherpstelring in de richting van de pijl om de scherpstelmethode te wijzigen.
AF/MF MF, Snapshot scherpstellen
Scherpstelring
Bij het scherpstellen voor de snapshot wordt een afstand ingesteld met de scherpstelring,
op basis van de afstand tot het object. De camera stelt scherp met een scherptediepte die
correspondeert met de ingestelde diafragmawaarde.
We raden aan om het diafragma in te stellen op F5.6 of hoger met een 17 mm f1.8 of
een ED 12 mm f2.0.
U kunt een foto maken met de geselecteerde afstandswaarde, ongeacht of de AF-stand
is ingeschakeld.
Gebruik de afstandsschaal alleen als richtlijn.
Lenskapinstelling (BCL-0980 Fisheye, BCL-1580)
Gebruik het hendeltje voor handmatig scherpstellen om de lensafdekking te openen
en sluiten en stel scherp tussen oneindig en close-up.
Er is geen datacommunicatie tussen de camera en de lens.
Bepaalde functies van de camera kunnen niet worden gebruikt.
Stel de brandpuntsafstand voor de beste beeldstabilisatie (Blz. 60) in op 9 mm voor de
BCL-0980 Fisheye en op 15 mm voor de BCL-1580.
Hendel voor
handmatig
scherpstellen
De lens-
afdekking
sluiten
Scherpstelling
Oneindig
Scherpstelling Afstand
Scherpstelling
Nabij
Lens- en cameracombinaties
Lens Camera Koppeling AF Metering
Micro Four Thirds-lens
Micro Four Thirds-
camera
Ja Ja Ja
Four Thirds-lens Koppeling
mogelijk met
lensvattings-
adapter
Ja*
1
Ja
OM-lenzen No Ja*
2
Micro Four Thirds-lens Four Thirds-camera No No No
*1 AF is niet actief bij het opnemen van lms.
*2 Een nauwkeurige lichtmeting is niet mogelijk.
124
NL
Verwisselbare lenzen
11
Belangrijkste lensgegevens
Items
ED 14-42 mm
f3.5-5.6 EZ
14-42 mm
f3.5-5.6 II R
ED 40-150 mm
f4.0-5.6 R
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand 14 – 42 mm 14 – 42 mm 40 – 150 mm
Max. diafragma f/3.5 – 5.6 f/3.5 – 5.6 f/4.0 – 5.6
Beeldhoek 75° – 29° 75° – 29° 30,3° – 8,2°
Con guratie van de lens
7 groepen,
8 lenzen
7 groepen,
8 lenzen
10 groepen,
13 lenzen
Irisinstelling f/3.5 – 22 f/3.5 – 22 f/4.0 – 22
Scherpstelbereik
(Brandpuntsafstand)
0,2 m - )
(14 mm)
0,25 m )
(42 mm)
0,25 m - )
(14 – 19 mm)
0,3 m )
(20 – 42 mm)
0,9 m )
Scherpstelinstelling AF/MF wisseling
Gewicht (exclusief kapjes) 93 g 113 g 190 g
Afmetingen
(Max. diameter × lengte)
l60,8 × 22,5 mm l56,5 × 50 mm l63,5 × 83 mm
Diameter ltervatting 37 mm 37 mm 58 mm
Zonnekap LH-40D LH-61D
Items 25 mm f1.8 45 mm f1.8
BCL-0980
Fisheye
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Brandpuntsafstand 25 mm 45 mm 9 mm
Max. diafragma f/1.8 f/1.8 f/8
Beeldhoek 49,5° 27° 140°
Con guratie van de lens
7 groepen,
9 lenzen
8 groepen,
9 lenzen
4 groepen,
5 lenzen
Irisinstelling f/1.8 – 22 f/1.8 – 22
Vast ingesteld
op f/8
Scherpstelbereik
(Brandpuntsafstand)
0,25 m ) 0,50 m ) 0,20 m )
Scherpstelinstelling AF/MF wisseling MF
Gewicht (exclusief kapjes) 137 g 116 g 28 g
Afmetingen
(Max. diameter × lengte)
l57,8 × 42 mm l56 × 46 mm l56 × 12,8 mm
Diameter ltervatting 46 mm 37 mm
Zonnekap LH-49B LH-40B
# Let op
De randen van foto's zouden afgesneden kunnen worden als er meer dan één lter
gebruikt wordt of als er een dik lter wordt gebruikt.
125
NL
12
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
Externe itsers die werd ontworpen voor gebruik met
deze camera
Bij deze camera kunt u een van de afzonderlijk verkochte externe itsers gebruiken
om een itser te verkrijgen die aangepast is aan uw wensen. De externe itsers
communiceren met de camera, zodat u de itserfuncties van de camera kunt uitbreiden
met andere itserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een voor deze
camera geschikte externe itser op de itsschoen van de camera. U kunt de itser
ook bevestigen op de bevestigingspunt op de camera met behulp van de itskabel
(optioneel). Raadpleeg hiervoor ook de documentatie die geleverd is bij de externe
itser.
De bovenste limiet van de sluitertijd is 1/200 sec. bij gebruik van een itser.*
* Alleen FL-50R: 1/180 sec.
Beschikbare functies bij gebruik van externe itsers
Optionele
itser
Flitsregeling RG (richtgetal) (ISO100)
RC-
functie
FL-600R
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
RG36 (85mm*
1
) RG20 (24mm*
1
)
D
FL-300R TTL-AUTO, MANUAL RG20 (28mm*
1
)
D
FL-14 TTL-AUTO, AUTO, MANUAL RG14 (28mm*
1
)–
RF-11
TTL-AUTO, MANUAL
RG11
TF-22 RG22
*1 De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (35-mm equivalent).
Flitserfotogra e met draadloze afstandsbediening
U kunt een externe itser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt
over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze itserfotogra e. De
camera kan elk van drie groepen van externe itsers en de interne itser apart
aansturen. Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe itsers
voor meer informatie.
1
Zet de externe itsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst.
Schakel de externe itsers in, druk op de knop MODE en selecteer de RC-stand.
Selecteer een kanaal en groep voor elke externe itser.
2
Selecteer [On] voor [# RC Mode] in X Fotografeermenu 2 (Blz. 75).
Het superbedieningspaneel schakelt over naar de RC- itsstand
U kunt een weergave van het superbedieningspaneel kiezen door herhaaldelijk op
de knop INFO te drukken.
• Selecteer een itsstand (merk op dat rode ogen onderdrukken niet beschikbaar is in
de RC-stand).
126
NL
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
126
NL
12
3
Pas de instellingen voor elke groep aan in het superbedieningspaneel.
250250 F5.6
P
3838
A Mode
TTL
M
Off
+5.0
TTL +3.0
1/8
LO
1
Ch
Flitssterkte
Groep
• Selecteer de itserfunctie
en pas de itssterkte
afzonderlijk aan voor elke
groep. Voor de MANUAL-
functie selecteert u de
itssterkte.
Normale itser/Super
FP- itser
• Selecteer Normaal itsen
of Super FP- itsen.
Communicatie-lichtniveau
• Zet de lichtsterkte van het
communicatiesignaal op
[HI], [MID] of [LO].
Kanaal
• Zet het
communicatiekanaal op
hetzelfde kanaal dat u op
de itser gebruikt.
FlitssterkteFlitsregeling
Pas de instelling aan voor de
itser van de camera.
4
Druk op de itserschakelaar om de interne itser open te klappen.
Nadat u heeft gecontroleerd of de ingebouwde en externe itsers opgeladen zijn,
maakt u een proefopname.
Bedieningsbereik van de
draadloze itser
Plaats de draadloze itsers met de
afstandsbedieningssensor gericht naar de
camera. Op de afbeelding hiernaast wordt
het bereik (bij benadering) weergegeven
waarbinnen de itsers kunnen worden
geplaatst. Het werkelijke bedieningsbereik
varieert afhankelijk van de plaatselijke
omstandigheden.
7m
5m
100°100°
50°
50°
50°
50°
60°
60°
30°
30°
30°
30°
# Let op
Het is aan te bevelen één groep van maximaal drie externe itsers te gebruiken.
• Externe itsers kunnen niet langer dan 4 seconden worden gebruikt voor trage
synchronisatie met tweede sluitergordijn of voor anti-shock-belichtingen.
Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kunnen de stuur itsen van de
camera itser de belichting beïnvloeden (dit effect kan worden beperkt door de intensiteit
van de camera itser te verminderen met bijvoorbeeld een diffuser).
De bovenste limiet van het synchronisatiemoment van de itser is 1/160 sec. wanneer de
itser wordt gebruikt via afstandsbediening.
127
NL
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
127
NL
12
Andere externe itsers
Houd rekening met het volgende wanneer u een itser van een andere fabrikant op de
itserschoen van de camera bevestigt:
Als u een verouderde itser bevestigt die een stroom van meer dan 24 V doorgeeft aan
het contactpunt, zal dit de camera beschadigen.
Als u een itser aansluit op de camera met contactpunten die niet beantwoorden aan de
Olympus-speci caties, kan dit de camera eveneens beschadigen.
Stel de stand Fotograferen in op M, stel de sluitertijd in op een waarde die niet hoger
is dan synchrone itssnelheid, en stel ISO-gevoeligheid in op een andere instelling
dan [AUTO].
• De itsregeling kan alleen worden uitgevoerd door de itser handmatig in te stellen op
de ISO-gevoeligheid en de diafragmawaarde die geselecteerd zijn met de camera. De
helderheid van de itser kan worden geregeld door de ISO-gevoeligheid of het diafragma
aan te passen.
• Gebruik een itser met een verlichtingshoek die geschikt is voor de lens. De
verlichtingshoek wordt meestal uitgedrukt in equivalente brandpuntsafstanden van
een kleinbeeldcamera.
128
NL
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
128
NL
12
Belangrijkste accessoires
Four Thirds-lensadapter (MMF–2/MMF–3)
De camera heeft een Four Thirds-lensadapter nodig om Four Thirds-lenzen te
bevestigen. Bepaalde functies, zoals automatisch scherpstellen, zijn mogelijk niet
beschikbaar.
Afstandsbedieningskabel (RM–UC1)
Wordt gebruikt wanneer een zeer licht beweging van de camera tot onscherpe foto's
kan leiden, bijvoorbeeld bij macro- of tijdopnamen. De afstandsbedieningskabel wordt
bevestigd via de multiconnector van de camera.
Voorzetlenzen
Voorzetlenzen worden op de cameralens bevestigd om snel en eenvoudig over te
schakelen naar sh-eye- of macrofotogra e. Op de website van OLYMPUS vindt
u meer informatie over de lenzen die u kunt gebruiken.
Gebruik de geschikte lenskoppeling voor de stand SCN (f, w of m).
Oogkapje (EP-11)
U kunt deze door een groter oogkapje vervangen.
Verwijderen
129
NL
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
129
NL
12
Cameragreep (ECG-1)
Met de greep kunt u de camera makkelijker stilhouden wanneer een grote lens is
aangebracht. Ook met gemonteerde greep kunt u nog steeds makkelijk de batterij of
de geheugenkaart vervangen.
1
2
De greep
monteren
De onderkant van de greep losmaken
(om de batterij of geheugenkaart te
vervangen)
130
NL
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
130
NL
12
Software
OLYMPUS Viewer
Digitale fotobeheersoftware
Bediening op
afstand
RM-UC1
Afstandskabel
SD/SDHC/
SDXC/Eye-Fi
Geheugenkaart*
3
Verbindingskabel
USB-kabel/
AV-kabel/
HDMI-kabel
Hoes/riem
Schouderriem
Cameratas
Systeemoverzicht
*1 Niet alle lenzen kunnen met adapter worden gebruikt. Meer informatie vindt u op de officiële Olympus-
website. Merk ook op dat de productie van OM-systeemlenzen is stopgezet.
*2 Voor compatibele lenzen raadpleegt u de officiële Olympus-website.
Zoeker
EP-11
Oogkapje
Voeding
BCS-5
Li-ionbatterijlader
BLS-5
Li-ionbatterij
Greep
ECG-1
Cameragreep
131
NL
12
Afzonderlijk verkochte toebehoren
gebruiken
131
NL
12
: E-M10 compatibele producten
Lens
MF-2 *
1
OM-adapter 2
Kijk voor de meest actuele informatie op de Olympus-website.
M.ZUIKO DIGITAL ED 12 mm f2.0
M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8
M.ZUIKO DIGITAL 25 mm f2.8
M.ZUIKO DIGITAL 45 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL ED 60 mm f2.8 Macro
M.ZUIKO DIGITAL ED 75 mm f1.8
M.ZUIKO DIGITAL ED 9-18 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 12-40 mm f2.8 PRO
M.ZUIKO DIGITAL ED 12-50 mm f3.5-6.3 EZ
M.ZUIKO DIGITAL ED 14-42 mm f3.5-6.3 EZ
M.ZUIKO DIGITAL 14-42 mm f3.5-5.6 II R
M.ZUIKO DIGITAL ED 14-150 mm f4.0-5.6
M.ZUIKO DIGITAL ED 40-150 mm f4.0-5.6 R
M.ZUIKO DIGITAL 75-300 mm f4.8-6.7 II
Voorzetlens*
2
FCON-P01
Visoog
WCON-P01
Groothoek
MCON-P01
Macro
MCON-P02
Macro
MMF-2/MMF-3 *
1
Four Thirds-adapter
: In de handel verkrijgbare producten
*3 Gebruik de Eye-Fi-kaart overeenkomstig de wetten en voorschriften van het land waar de camera wordt
gebruikt.
Flitser
STF-22
Dubbele flitserset
FC-1
Macroflitsersturing
FL-600R
Elektronische flitser
FL-14
Elektronische flitser
FL-300R
Elektronische flitser
RF-11*
2
Ringflitser
TF-22 *
2
Dubbele flitser
SRF-11
Ringflitserset
OM-systeemlenzen
Four Thirds-lenzen
132
NL
Informatie
13
13
Fotografeertips en -informatie
De camera schakelt niet in, zelfs niet als batterijen zijn geplaatst
De batterij is niet volledig opgeladen
Laad de batterij op met de oplader.
De batterijen werken tijdelijk niet vanwege een te lage temperatuur
De batterijprestaties dalen bij lage temperaturen. Verwijder de batterij en warm deze op
door hem een tijdje in uw zak te houden.
Er wordt geen opname gemaakt als de ontspanknop wordt ingedrukt
De camera is automatisch uitgeschakeld
De camera wordt automatisch in de sluimerstand geschakeld om de batterij minder te
belasten als er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende de opgegeven tijd.
g [Sleep] (Blz. 92)
Als er gedurende een ingestelde tijd (4 uur) geen handelingen worden uitgevoerd nadat
de camera overgeschakeld is naar de sluimerstand, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld.
De itser wordt opgeladen
Op de monitor knippert het symbool # als de batterij wordt opgeladen. Wacht tot het
knipperen stopt en druk dan op de ontspanknop.
Kan niet scherpstellen
De camera kan niet scherpstellen op onderwerpen die zich te dicht bij de camera
bevinden of die niet geschikt zijn voor automatisch scherpstellen (het AF-
bevestigingsteken knippert op de monitor). Vergroot de afstand tot het onderwerp of
stel scherp op een onderwerp met veel contrast op dezelfde afstand van de camera
als het gewenste onderwerp, kadreer de foto en maak de opname.
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Het kan moeilijk zijn om met autofocus in de volgende situaties scherp te stellen.
AF-teken knippert.
Deze
onderwerpen
worden niet
scherpgesteld.
Object met weinig
contrast
Extreem fel licht in
het midden van het
beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
AF-teken gaat
branden maar het
onderwerp is niet
scherpgesteld.
Onderwerpen
op verschillende
afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp valt
niet binnen het
AF-gebied
Informatie
133
NL
Informatie
13
Ruisonderdrukking is geactiveerd
Met name bij nachtelijke opnamen gebruikt u lange sluitertijden en kan in de opnamen
beeldruis verschijnen. De camera activeert de ruisonderdrukking na het fotograferen
met lange sluitertijden. Tijdens dit proces niet fotograferen. U kunt [Noise Reduct.]
op [Off] zetten.
g [Noise Reduct.] (Blz. 92)
Het aantal AF-kaders is gereduceerd
Het aantal en de grootte van de AF-kaders zijn afhankelijk van de instelling voor
groepsdoelen en de optie die werd geselecteerd voor [Digital Tele-converter] en
[Image Aspect].
De datum en tijd zijn niet ingesteld
De camera wordt gebruikt met de instellingen van het moment van aanschaf
De datum en tijd van de camera is niet ingesteld bij aanschaf. Stel de datum en tijd in
voordat u de camera gebruikt. g “Datum en tijd instellen“ (Blz. 16)
De batterij is uit de camera verwijderd
De datum en tijd worden naar de standaardinstellingen af fabriek hersteld als ongeveer
1 dag geen batterij in de camera zit. Deze instellingen kunnen eerder verloren gaan als
de batterij maar gedurende een korte tijd in de camera heeft gezeten. Controleer, voordat
u belangrijke foto's gaat maken, of de juiste datum en tijd zijn ingesteld.
De ingestelde functies worden weer op de standaard
fabrieksinstellingen gezet
Als u de functieknop verdraait of de camera uitschakelt in een andere fotografeerstand dan
P, A, S of M, worden functies waaraan wijzigingen werden aangebracht, hersteld naar de
standaard fabrieksinstellingen.
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semitegenlicht gemaakt is. Dit wordt
veroorzaakt door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd.
Bedenk zoveel mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt
opgenomen. Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is.
Gebruik een zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet
helpt, gebruikt u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g “Verwisselbare lenzen“ (Blz. 121)
Onbekende heldere puntjes verschijnen op het onderwerp van de
gemaakte foto
Dit kan worden veroorzaakt door vastgeraakte pixel(s) op het beeldopneemelement.
Voer [Pixel Mapping] uit.
Als het probleem niet is opgelost, herhaalt u Pixel Mapping een paar keer.
g “Pixel Mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties“ (Blz. 137)
Functies die niet vanuit menu's geselecteerd kunnen worden
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu's als
de pendelknop gebruikt wordt.
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige stand Fotograferen.
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
Combinatie van [T] en [Noise Reduct.], enz.
134
NL
Informatie
13
Foutcodes
Aanduiding op
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
No Card
U hebt geen kaart in de camera
geplaatst of de kaart wordt niet
herkend.
Plaats de kaart in de camera, of
plaats een andere kaart.
Card Error
Er is een probleem met de kaart.
Plaats de kaart opnieuw in de
camera. Blijft het probleem
bestaan, dan moet u de kaart
formatteren. Als de kaart niet
geformatteerd kan worden, kan
dit niet gebruikt worden.
Write Protect
Opslaan op deze kaart is niet
toegestaan.
De schrijfbeveiliging van de kaart
staat op “LOCK“. Verschuif de
schakelaar. (Blz. 119)
Card Full
De kaart is vol. Er kunnen geen
foto's meer worden genomen
of er kan geen informatie, zoals
printreservering, meer worden
opgeslagen.
Er is geen plaats op de
kaart en printreservering of
nieuwe beelden kunnen niet
opgeslagen worden.
Vervang de kaart door een andere
of wis overbodige beelden.
Breng belangrijke beelden over
naar een computer voordat
u beelden gaat wissen.
Clean the contact area of
the card with a dry cloth.
Clean Card
Format
Card Setup
Set
De kaart kan niet worden
gelezen. De kaart is eventueel
niet geformatteerd.
Selecteer [Clean Card], druk
op Q en schakel de camera uit.
Verwijder de kaart en veeg het
metalen contactvlak met een
zachte, droge doek schoon.
• Selecteer [Format][Yes] en
druk vervolgens op Q om
de kaart te formatteren. Bij
het formatteren worden alle
gegevens op de kaart gewist.
No Picture
Er zijn geen foto's op de kaart
opgeslagen.
De kaart bevat geen foto's.
Foto's opslaan en weergeven.
Picture Error
Er heeft zich een probleem
met de geselecteerde foto
voorgedaan, waardoor dit beeld
met de camera niet kan worden
weergegeven. Of het beeld kan
met deze camera niet worden
weergegeven.
Gebruik de
beeldbewerkingssoftware om het
beeld op een PC te bekijken.
Lukt dat niet, dan is het
beeldbestand beschadigd.
The Image Cannot
Be Edited
Foto's die met een andere
camera zijn genomen kunnen
niet met deze camera bewerkt
worden.
Gebruik beeldbewerkingssoftware
om de foto te bewerken.
135
NL
Informatie
13
Aanduiding op
monitor
Mogelijke oorzaak Oplossing
m
De interne temperatuur van
de camera is toegenomen
ten gevolge van repeterende
opnamen.
Schakel de camera uit en wacht
tot de interne temperatuur
gedaald is.
Internal camera
temperature is too
high. Please wait
for cooling before
camera use.
Wacht even totdat de camera
automatisch wordt uitgeschakeld.
Laat de interne temperatuur van
de camera afkoelen, voordat u de
camera weer in gebruik neemt.
Battery Empty
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op.
No Connection
De camera is niet op de juiste
wijze verbonden met een
computer, printer, HDMI-scherm
of ander apparaat.
Sluit de camera opnieuw aan.
No Paper
De papiervoorraad van de printer
is op.
Leg een nieuwe voorraad papier
in de printer.
No Ink
De inktvoorraad van de printer
is op.
Vervang de inktcassette in de
printer.
Jammed
Het papier in de printer is
vastgelopen.
Haal het papier dat de printer
blokkeert uit de printer.
Settings Changed
De papiercassette van de printer
is verwijderd of de printer werd
bediend, terwijl de instellingen op
de camera gemaakt werden.
Bedien de printer niet, terwijl
u instellingen op de camera
maakt.
Print Error
Er heeft zich een probleem
met de printer en/of de camera
voorgedaan.
Schakel camera en printer
uit. Controleer de printer en
hef eventuele storingen op
voordat u beide apparaten
weer inschakelt.
Cannot Print
Het is mogelijk dat foto's die met
andere camera's gemaakt zijn,
niet vanuit deze camera geprint
kunnen worden.
Gebruik een computer om de
foto's te printen.
The lens is locked.
Please extend the
lens.
De lens van de intrekbare lens
blijft ingeschoven.
Laat de lens naar buiten komen.
(Blz. 14)
Please check the
status of a lens.
Er heeft zich een afwijking
voorgedaan tussen de camera
en de lens.
Schakel de camera uit, controleer
de verbinding met de lens en
schakel de stroomtoevoer weer in.
136
NL
Informatie
13
De camera schoonmaken en opbergen
Reinigen van de camera
Schakel de camera uit en verwijder de batterij alvorens de camera te reinigen.
Camerahuis:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt
u de doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige
doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het
strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor:
Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens:
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje. Wrijf de lens
met een lensreinigingsdoekje voorzichtig schoon.
Opslag
Haal de batterij en de kaart uit de camera als u denkt de camera langere tijd niet te
gebruiken. Berg de camera op op een koele, droge, goed geventileerde plaats.
Plaats van tijd tot tijd de batterijen in de camera en controleer de functies van de camera.
Verwijder stof en andere vreemde voorwerpen van het huis en de achterkappen voor u ze
bevestigt.
Als er geen lens op de camera zit, kunt u het beste de beschermkap op de camera
bevestigen om te voorkomen dat er stof kan binnendringen. Vergeet niet de lenskapjes
vooraan en achteraan terug te zetten voor u de lens opbergt.
Maak de camera na gebruik schoon.
Niet opslaan bij insectenwerende middelen.
Reinigen en controleren van het beeldopneemelement
Deze camera beschikt over een stofreductiefunctie om ervoor te zorgen dat er geen
stof op het beeldopneemelement komt en om stof of vuil van het oppervlak van het
beeldopneemelement te verwijderen met ultrasone trillingen. De stofreductie werkt
als de camera wordt ingeschakeld.
De stofreductiefunctie werkt op hetzelfde moment als Pixel mapping, dat het
beeldopneemelement en het beeldbewerkingscircuit controleert. Omdat de stofreductie
elke keer dat de camera aangezet wordt, geactiveerd wordt, moet de camera rechtop
gehouden worden voor een effectieve stofreductie.
# Let op
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of een met chemicaliën
behandeld reinigingsdoekje.
Berg de camera niet op in ruimtes waar met chemicaliën gewerkt wordt, om de camera te
beschermen tegen roest.
Laat u de camera met een vuile lens liggen, dan kan schimmelvorming op de lens
optreden.
Controleer alle onderdelen van de camera als u hem langere tijd niet heeft gebruikt.
Maak een proefopname om te controleren dat de camera naar behoren werkt, voordat
u belangrijke foto's maakt.
137
NL
Informatie
13
Pixel Mapping – Controleren van de beeldbewerkingsfuncties
Met de functie Pixel Mapping kan de camera het beeldopneemelement en de
beeldbewerkingsfuncties controleren en bijstellen. Als u de monitor hebt gebruikt of
continu foto's hebt gemaakt, wacht dan minstens één minuut voordat u de functie pixel
mapping gebruikt om er zeker van te zijn dat de functie correct werkt.
1
Selecteer [Pixel Mapping] in c Custom Menu (Blz. 97) tabblad k.
2
Druk op I en druk vervolgens op Q.
Tijdens het controleren van de beeldbewerkingfuncties geeft de [Busy]-balk in het
monitorbeeld de voortgang weer. Als het controleren van de beeldbewerkingsfuncties
afgesloten is, verschijnt het menu weer.
# Let op
Als u tijdens het controleren van de beeldbewerkingsfuncties de camera uitschakelt,
begint u opnieuw vanaf stap 1.
138
NL
Informatie
13
Menulijst
*1: Kan worden toegevoegd aan [Myset].
*2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren.
*3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren.
K Shooting Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
W
Card Setup 75
Reset/Myset
D
76
Picture Mode
jNatural
DDD
62
K
Still Picture
YN
DDD
67
Videobeelden
X
Image Aspect 4:3
DDD
54
Digital Tele-converter Uit
DDD
84
X
j/Y
o
DDD
65
Image Stabilizer
Still Picture S-IS AUTO
DDD
60
Videobeelden M-IS On
DDD
Bracketing Uit
DDD
79
AE BKT 3f 1.0 EV
WB BKT
A – B
80
G – M
FL BKT 80
ISO BKT 80
ART BKT 80
HDR
Uit
DDD
81
Multiple Exposure
Frame Uit
DD
82Auto Gain Uit
Overlay Uit
Time Lapse Settings Uit
DD
83
Frame 99
Start Waiting Time 00:00:01
Interval Time 00:00:01
Time Lapse Movie Uit
# RC Mode
Uit
DDD
125
139
NL
Informatie
13
q Playback Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
q
m
Starten
59
BGM Joy
DD
Slide All
DD
Slide Interval 3 sec
D
Movie Interval Short
D
R
On
DD
85
Edit
Sel. Image
RAW Data Edit 85
JPEG Edit 86
R
87
Image Overlay 87
Print Order 116
Reset Protect 87
Connection to Smartphone 107
d Setup-menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
d
X
16
W *
88
i
j ±0, k ±0,
Natural
D
88
Rec View 0,5 sec
DD
88
Wi-Fi Settings
Wi-Fi Connect
Settings
Private
D
107
Private Password
Reset share
Order
Reset Wi-Fi
Settings
c Menu Display
On
D
88
Firmware 88
* Instellingen verschillen afhankelijk van het land waar de camera is gekocht.
140
NL
Informatie
13
c Custom Menu
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
R
AF/MF
AF
ModeAF-
modus
Still Picture S-AF
DDD
89
Videobeelden C-AF
Full-time AF Uit
DDD
AEL/AFL
S-AF mode1
DDD
C-AF mode2
MF mode1
Reset Lens On
DD
BULB/TIME Focusing On
DD
Focus Ring
b
DDD
MF Assist
Magnify Uit
DD
Peaking Uit
DD
P Set Home
o
DD
AF Illuminat. On
DDD
90
I Face Priority
K
DD
AF-meetgebied On
DD
S
Knop/schakelaar
Button
Function
UFunction
AEL/AFL
DD
90
VFunction
Multi-functie
RFunction
RREC
IFunction
#
*
GFunction
j/Y
*
nFunction
P
lFunction
AF stop
Dial
Function
P
Ps/F
DD
A
FNo./F
S
Shutter/F
M Shutter/FNo.
Menu
FG/HI
q
GU/Prev/Next
Dial Direction
Belichting Dial1
DD
Ps Dial1
Mode Dial Function Uit
D
T
Release/j
Rls Priority S Uit
DDD
90
Rls Priority C On
DDD
j L fps
3,5 fps
DDD
j H fps
8 fps
DDD
j + IS Off
On
D
Half Way Rls With IS On
D
Lens I.S. Priority Uit
DDD
Release Lag-Time Normaal
D
* Wanneer [nFunction] is ingesteld op [Direct Function]
141
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
U
Disp/8/PC
HDMI
HDMI Out 1080i
D
91
HDMI Control Uit
D
Video Out
KControl
Settings
iAUTO Live Guide
D
P/A/S/M Live Control
D
ART Art Menu
D
SCN Scene Menu
D
G/Info
Settings
q Info
Image Only, Overall
DDD
LV-Info
Image Only, u, Level
Gauge
DD
G Settings
O, Calendar
DD
Displayed Grid Uit
DD
Picture Mode Settings Alles inschakelen
DD
Histogram
Settings
Highlight 255
D
Shadow 0
Mode Guide On
D
Live View Boost Uit
DDD
Frame Rate Normaal
DDD
Art LV Mode mode1
D
Flicker reduction Auto
D
LV Close Up Mode mode2
D
92
Peaking Settings Wit
DD
Backlit LCD Hold
DDD
Sleep 1 min
DDD
Auto Power Off 4h
DD
8
On
DDD
USB Mode Auto
DD
Multifunctie-instellingen
Color Creator, kISO/
jWB, Magnify, Image
Aspect
D
142
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
V
Exp/p/ISO
EV Step 1/3EV
DDD
92
Noise Reduct. Auto
DDD
Noise Filter Standard
DDD
ISO Auto
DDD
ISO Step 1/3EV
DDD
ISO-Auto Set
High Limit: 1600
Default: 200
DDD
93
ISO-auto P/A/S
DD
Metering
p
DDD
AEL Metering Auto
DDD
BULB/TIME Timer 8 min
DDD
BULB/TIME Monitor -7
DD
Live BULB Uit
DD
Live TIME 0,5 sec
DD
Anti-Shock z
Uit
DDD
Composietinstellingen 1 sec
DD
W
# Custom
# X-Sync.
1/250
DDD
93
# Slow Limit
1/60
DDD
w+F
Uit
DDD
X
K/Color/WB
K Set
K1 YF, K2 YN, K3 XN,
K4 WN
DDD
94
Pixel Count
Xiddle
3200×2400
DDD
Wmall
1280×960
Shading Comp. Uit
DDD
WB Auto A : 0, G : 0
DDD
All >
All Set
DD
All Reset
D
W Keep Warm Color
On
DDD
#+WB
WB AUTO
DD
Color Space sRGB
DDD
Y
Record/Erase
Quick Erase Uit
DDD
95
RAW+JPEG Wissen RAW+JPEG
DDD
File Name Reset
D
Edit Filename Uit
D
Priority Set No
DD
dpi Settings 350dpi
D
Copyright
Settings
Copyright Info. Uit
D
Artist Name
Copyright
Name
143
NL
Informatie
13
Tabblad Functie Standaard *1 *2 *3
g
c
Z
Videobeelden
nMode
P
D
96
Movie R
On
DDD
Movie Effect On
D
Wind Noise Reduction Uit
D
Recording Volume ±0
D
Movie+Photo Mode mode1
D
b
Ingebouwde elektronische zoeker
Stijl voor zoeker Stijl 3
D
96
V Info Settings
u, Waterpas,
Basisinformatie
D
V Displayed Grid
Uit
DDD
EVF Auto Switch On
D
EVF Adjust
EVF Auto
Luminance
On
D
V Half Way Level
On
D
k
K Utility
Pixel-Mapping
97
Exposure
Shift
p
±0
DD
J
5
: Waarschuwingsniveau
±0
D
Level Adjust
D
Touch Screen Settings On
D
Eye-Fi On
D
Elektro-
nische
zoom-
snelheid
Still Picture Normaal
D
Videobeelden Normaal
144
NL
Informatie
13
Speci caties
Camera
Soort camera
Soort camera Digitale camera met verwisselbaar 'Micro Four Thirds'-
standaardlenssysteem
Lens M.Zuiko Digital, Micro Four Thirds-lens
Lensvatting Micro Four Thirds-lensvatting
Equivalente
brandpuntsafstand op een
kleinbeeldcamera (35 mm)
Ca. tweemaal de brandpuntsafstand van de lens
Beeldopneemelement
Soort camera 4/3" Live MOS-sensor
Totaal aantal pixels Ongeveer 17.200.000 pixels
Aantal effectieve pixels Ongeveer 16.050.000 pixels
Schermgrootte 17,3 mm (H) × 13,0 mm (V)
Aspect ratio 1,33 (4:3)
Zoeker
Type Elektronische zoeker met oogsensor
Aantal pixels 1.440.000 pixels
Vergroting 100%
Oogpunt Ca. 20.0 mm (–1 m
-1
)
Live bekijken
Sensor Gebruikt Live MOS-sensor
Beeldhoek 100%
Monitor
Soort camera 3.0-inch TFT kleuren-LCD, Vari-angle, touchscreen
Totaal aantal pixels Ongeveer 1.040.000 punten (breedte-hoogteverhouding 3 : 2)
Sluiter
Soort camera Automatische spleetsluiter
Sluiter 1/4000 - 60 sec., bulbfotogra e, tijdfotogra e
Autofocus
Soort camera Hi-Speed Imager AF
Scherpstellingspunten 81 punten
Selectie van
scherpstelpunt
Auto, Optioneel
Belichtingsregeling
Lichtmeetsysteem TTL-lichtmeetsysteem (imager-lichtmeting)
Digitale ESP-meting/Lichtmeting met nadruk op het centrum/Spotmeting
Meetbereik EV 0 - 20 (komt overeen met M.ZUIKO DIGITAL 17 mm f2.8, ISO100)
Fotofuncties
A: iAUTO/P: Program AE (Programma-aanpassing mogelijk)/
A: Diafragmavoorkeuze AE/S: Sluitertijdvoorkeuze AE/M: Handmatig/
J: PHOTO STORY/ART: Kunst lter/SCN: Scene/n: Film
ISO-gevoeligheid LOW, 200 - 25600 (1/3, 1 EV stap)
Belichtingscorrectie ±5 EV (1/3, 1/2, 1 EV stap)
Witbalans
Soort camera Beeldopneemelement
Functie-instelling Auto/Vooraf ingestelde WB (7 instellingen)/Voorkeursinstelling WB/WB
met één knop
145
NL
Informatie
13
Opname
Geheugen SD, SDHC, SDXC en Eye-Fi
UHS-I-compatibel
Opslagsysteem Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for
Camera File system (DCF)), RAW-gegevens, MP-indeling
Compatibel met de
normen
Exif 2.3, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III,
PictBridge
Geluid bij stilstaande
beelden
Wave-indeling
Videobeelden MPEG-4 AVC/H.264/Motion JPEG
Audio Stereo, PCM 48 kHz
Weergave
Weergaveformaat Enkelbeeldweergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave/
Kalenderweergave
Aandrijving
Sluiterfunctie Enkelbeeldopnamen/Repeterende opnamen/Zelfontspanner
Repeterende opnamen
Tot 8 fps (T)
Zelfontspanner Vertragingstijd: 12 sec./2 sec./Aangepast
Energiebesparende
functie
Schakelen naar slaapstand: 1 minuut, uitschakelen: 4 uur
(Deze functie kan worden aangepast.)
Flitser
Gidsnummer 5,8 (ISO100•m) (8,2 (ISO200•m))
Flitshoek Dekt de beeldhoek van een 14 mm lens (28 mm in een
kleinbeeldcamera)
Flitsregeling TTL-AUTO (TTL-voor itsfunctie)/MANUAL
Synchronisatiesnelheid 1/250 sec. of trager
Draadloos LAN
Compatibele standaard IEEE 802.11b/g/n
Externe connector
Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/HDMI-microconnector (type D)
Netvoeding
Batterij Li-ionbatterij ×1
Afmetingen/gewicht
Afmetingen 119,1 mm (B) × 82,3 mm (H) × 45,9 mm (D)
(niet gemeten over uitstekende delen)
Gewicht Ca. 396 g (met batterij en kaart)
Bedrijfsvoorwaarden
Temperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens bedrijf) / –20 °C - 60 °C (tijdens opslag)
Luchtvochtigheid 30% - 90% (tijdens bedrijf)/10% - 90% (tijdens opslag)
HDMI, het HDMI-logo en High-De nition
Multimedia Interface zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van HDMI
Licensing LLC.
146
NL
Informatie
13
Lithium-ionbatterij
MODELNR. BLS-5
Soort camera Herlaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning DC 7,2 V
Nominale capaciteit 1150 mAh
Aantal keren laden en ontladen Ca. 500 keer (afhankelijk van de gebruiksomstandigheden)
Omgevingstemperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens laden)
Afmetingen Ca. 35,5 mm (B) × 12,8 mm (H) × 55 mm (D)
Gewicht Ca. 44 g
Lithium-ionoplader
MODELNR. BCS-5
Nominale ingangsspanning AC 100 V - 240 V (50/60 Hz)
Nominaal uitgangsvermogen DC 8,35 V, 400 mA
Laadtijd Ca 3 uur 30 minuten (kamertemperatuur)
Omgevingstemperatuur 0 °C - 40 °C (tijdens bedrijf)/
–20 °C - 60 °C (tijdens opslag)
Afmetingen Ca. 62 mm (B) × 38 mm (H) × 83 mm (D)
Gewicht (zonder AC-kabel) Ca. 70 g
De AC-kabel die bij dit apparaat is geleverd, mag alleen met dit apparaat worden gebruikt
en niet met andere apparaten. Gebruik geen kabels van andere apparaten met dit
apparaat.
WIJZIGINGEN IN TECHNISCHE GEGEVENS ZIJN VOORBEHOUDEN ZONDER
VOORAFGAANDE KENNISGEVING OF VERPLICHTING VAN DE ZIJDE VAN DE
FABRIKANT.
147
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
14
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
ATTENTIE
GEVAAR VOOR
ELEKTRISCHE SCHOK
NIET OPENEN
LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD
WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN
WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN
ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Een driehoek met daarin een uitroepteken vestigt uw aandacht op belangrijke
aanwijzingen in de bij deze camera geleverde documentatie ten aanzien van
de bediening en het onderhoud ervan.
GEVAAR
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat ernstige letsels of de dood tot gevolg hebben.
WAAR-
SCHUWING
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat letsels of de dood tot gevolg hebben.
ATTENTIE
Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool
verstrekte informatie, dan kan dat lichte persoonlijke letsels, schade aan
apparatuur, of het verlies van waardevolle gegevens tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
STEL DE CAMERA, OM GEVAAR VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN, NOOIT BLOOT AAN WATER, GEBRUIK DE CAMERA OOK NIET IN
OMGEVINGEN MET ZEER HOGE VOCHTIGHEID EN DEMONTEER HEM NIET.
Algemene
voorzorgsmaatregelen
Lees alle gebruiksaanwijzingen
Lees, voordat u het apparaat gaat gebruiken,
alle gebruiksaanwijzingen. Bewaar alle
gebruiksaanwijzingen en documentatie om deze
later nog eens te kunnen raadplegen.
ReinigenTrek voordat u het apparaat
gaat reinigen altijd eerst de stekker uit het
stopcontact. Gebruik uitsluitend een vochtige
doek om het apparaat te reinigen. Gebruik nooit
vloeibare of aërosole reinigingsmiddelen, of welk
soort organische oplosmiddel dan ook, om het
apparaat te reinigen.
Accessoires — Gebruik voor uw veiligheid
en om beschadigingen aan dit product te
voorkomen, uitsluitend de door Olympus
aanbevolen accessoires.
Water en vocht – Voor de
voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van
weerbestendig uitgevoerde producten raadpleegt
u de desbetreffende paragrafen over de
weerbestendigheid.
Plaats van opstelling — Bevestig het
product op een statief, standaard of beugel om
beschadigingen te voorkomen.
Elektrische voedingsbron – Sluit de
camera uitsluitend aan op de in de technische
gegevens beschreven elektrische voedingsbron.
Vreemde voorwerpen — Steek om
persoonlijk letsel te voorkomen, nooit een
metalen voorwerp in de camera.
Hitte — Gebruik of berg de camera nooit op in
de buurt van een warmtebron zoals een radiator,
verwarmingsrooster, kachel of enig ander
apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met
inbegrip van stereo-versterkers.
Voorzorgsmaatregelen bij de
omgang met het product
WAARSCHUWING
Gebruik de camera niet in de buurt van
brandbare of explosieve gassen.
Gebruik de itser en LED nooit bij
personen (zuigelingen, kleine kinderen
enz.) die zich dichtbij bevinden.
U moet zich minimaal op 1 m afstand
van de gezichten van de te fotograferen
personen bevinden. Het te dicht bij de ogen
van de te fotograferen personen itsen kan
tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken.
148
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Houd de camera uit de buurt van kleine
kinderen, zuigelingen en huisdieren.
Gebruik en berg de camera altijd op
buiten het bereik van kleine kinderen en
zuigelingen omdat anders de volgende
gevaarlijke situaties kunnen ontstaan die
ernstig letsel kunnen veroorzaken:
Verward raken in de riem van de camera,
wat verstikking tot gevolg kan hebben.
Per ongeluk inslikken van de batterijen,
kaarten of andere kleine onderdelen.
Per ongeluk ontsteken van de itser
terwijl ze in de itser kijken of vlak voor
de ogen van andere kinderen.
Per ongeluk een letsel oplopen door
bewegende delen van de camera.
Kijk met de camera niet recht in de zon
of in het licht van sterke lichtbronnen.
Gebruik en berg de camera niet op in
stof ge of vochtige ruimten.
Dek de itser, op het moment dat die
ontsteekt, niet af met uw hand.
LET OP
Bespeurt u in de buurt van de camera
ongewone geuren, vreemde geluiden of
rook, gebruik de camera dan onmiddellijk
niet meer.
Haal de batterijen nooit met blote handen uit
de camera omdat u zich dan kunt branden.
Gebruik de camera niet met natte handen.
Laat de camera nooit achter op plaatsen
waar deze aan extreem hoge temperaturen
kan worden blootgesteld.
Doet u dat toch, dan kan daardoor de
kwaliteit van bepaalde onderdelen achteruit
gaan en in sommige gevallen zelfs brand
worden veroorzaakt.
Behandel de camera met zorg om te
voorkomen dat u verbrandingen oploopt.
Omdat de camera metalen onderdelen
bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u
zich branden. Let daarom op het volgende:
Gebruikt u de camera lang achtereen,
dan kan deze heet worden. Hanteert u de
camera in deze toestand, dan kan dat een
verbranding veroorzaken.
Op plaatsen waar extreem lage
temperaturen kunnen optreden, kan de
temperatuur van het camerahuis lager
worden dan de omgevingstemperatuur.
Draag waar mogelijk handschoenen als u
de camera bij lage temperaturen hanteert.
Wees voorzichtig met de camerariem.
Let op de camerariem terwijl u de camera
met u meedraagt. De riem kan achter een
vreemd voorwerp blijven haken en zo
ernstige schade veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen bij de
omgang met batterijen
Volg onderstaande belangrijke richtlijnen op om te
voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit
raken, ontbranden, exploderen of elektrische
schokken of verbrandingen veroorzaken.
GEVAAR
De camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Laad de
batterij op met het voorgeschreven oplader.
Gebruik geen andere laders.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi
ze ook niet in het vuur.
Tref voorzorgsmaatregelen bij het vervoeren
of opbergen van batterijen om te voorkomen
dat ze in aanraking komen met metalen
objecten, zoals sieraden, pennen, paperclips,
enzovoort.
Bewaar batterijen nooit op een plaats waar
ze zullen blootstaan aan felle zon of aan
hoge temperaturen, zoals in een warme
wagen, nabij een warmtebron enz.
Volg altijd alle aanwijzingen met betrekking tot
het gebruik van batterijen zorgvuldig op, om te
voorkomen dat de batterijen gaan lekken of de
contacten ervan beschadigd raken. Probeer
nooit batterijen uit elkaar te halen of op een
of andere manier aan te passen, bijvoorbeeld
door er aan te solderen, enzovoort.
Is batterijvloeistof in uw ogen terecht
gekomen, spoel uw ogen dan onmiddellijk
overvloedig met schoon, stromend water en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
Berg batterijen altijd op buiten het bereik van
kleine kinderen. Heeft een kind per ongeluk
een batterij doorgeslikt, raadpleeg dan
onmiddellijk een arts.
WAARSCHUWING
Houd batterijen altijd droog.
Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan
lekken, oververhit raken, brand veroorzaken
of exploderen, uitsluitend het voor dit product
aanbevolen type batterijen.
Plaats de batterijen voorzichtig, zoals beschreven
in de gebruiksaanwijzing, in de camera.
Indien de oplaadbare batterijen niet binnen
de vastgestelde tijd opgeladen zijn, laad de
batterijen dan niet verder op en gebruik ze
niet meer.
Gebruik geen batterij die gebarsten of
gebroken is.
Is een batterij gaan lekken, verkleurd of
vervormd, of gedraagt de batterij zich op
een of andere manier afwijkend, gebruik de
camera dan niet meer.
Als er batterijvloeistof op uw kleding terecht
is gekomen, trek het kledingstuk dan uit en
spoel het onmiddellijk met schoon, stromend,
koud water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts wanneer de vloeistof met uw huid in
aanraking is gekomen.
Stel batterijen nooit bloot aan zware
schokken of ononderbroken trillingen.
149
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
LET OP
Controleer de batterij voor het opladen altijd
op lekkage, verkleuringen, vervormingen of
andere afwijkingen.
Tijdens langdurig gebruik kunnen de
batterijen heet worden. Verwijder de batterij
nooit onmiddellijk na gebruik van de camera
om kleine brandwonden te voorkomen.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet
te gebruiken, haal de batterij er dan uit.
Deze camera gebruikt een door Olympus
voorgeschreven lithium-ionbatterij. Gebruik
geen ander type batterij. Lees de handleiding
voor de batterij zorgvuldig door voor een
veilig en juist gebruik.
Er kan een storing in het contact optreden
als de polen van de batterij nat of vettig zijn.
Droog de batterij voor gebruik goed met een
droge doek.
Laad de batterij altijd op als deze voor het
eerst wordt gebruikt of als deze langere tijd
niet gebruikt is.
Probeer de camera en de reservebatterij
zo warm mogelijk te houden, indien de
camera wordt gebruikt met batterijvoeding
bij een lage temperatuur. Het is mogelijk
dat een batterij die is leeggeraakt bij lage
temperaturen, weer herstelt als deze de
kamertemperatuur aanneemt.
Het aantal foto's dat u kunt maken, is
afhankelijk van de lichtomstandigheden of
van de batterij.
Schaf voldoende reservebatterijen aan,
voordat u een lange reis maakt, met name
als u naar het buitenland gaat. Het is mogelijk
dat het aanbevolen type batterij in het
buitenland niet verkrijgbaar is.
Wanneer de camera gedurende lange tijd
niet zal worden gebruikt, dient u deze op een
koele plaats op te bergen.
Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden
om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien.
Zorg er bij de afvoer van lege batterijen voor,
dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de
plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht.
Voorzorgsmaatregelen voor lader
GEVAAR
Voorkom dat de lader nat wordt, en raak
de lader niet aan wanneer u nat bent of
natte handen hebt.
Hierdoor kan de lader beschadigd raken of
u kunt een elektrische schok krijgen.
Gebruik de lader niet wanneer hij bedekt
is met een stuk stof of iets gelijkaardig.
De daaruit voortvloeiende opwarming kan
leiden tot vervorming van de behuizing,
oververhitting of brand.
Tracht de lader niet uit elkaar te halen of
te wijzigen.
Dit kan een elektrische schok of andere
letsels veroorzaken.
Zorg ervoor dat u de lader gebruikt met de
gespeci ceerde elektrische spanning.
Wanneer u de lader gebruikt met een
stroombron die niet dezelfde spanning heeft
als de vermelde spanning, kan er brand
ontstaan, kunnen bezittingen beschadigd
raken, kan er hitte of rook ontstaan, kan
er zich een elektrische schok voordoen of
kunnen brandwonden veroorzaakt worden.
Als u vaststelt dat de oplader rook,
warmte, een ongewoon geluid of een
ongewone geur afgeeft, dient u het gebruik
onmiddellijk te stoppen en de stekker
uit het stopcontact te halen, waarna u
contact opneemt met een geautoriseerde
distributeur of servicedienst.
WAARSCHUWING
Houd de stekker steeds goed vast
wanneer u die uit het stopcontact haalt.
Doet u dat niet, dan kan dat leiden tot brand
of een elektrische schok.
LET OP
Wanneer u de lader schoonmaakt, moet u
de stekker altijd uit het stopcontact halen.
Maakt u de lader schoon zonder de stekker
uit het stopcontact te halen, dan kan dat
leiden tot een elektrische schok of andere
letsels.
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van de draadloze LAN-functie
WAARSCHUWING
Schakel de camera uit in ziekenhuizen
en op andere locaties waar medische
apparatuur aanwezig is.
De radiogolven van de camera kunnen
medische apparatuur negatief beïnvloeden,
waardoor deze apparatuur mogelijk niet
goed meer werkt en ongelukken kunnen
worden veroorzaakt.
Schakel de camera uit wanneer u zich in
een vliegtuig bevindt.
Het gebruik van draadloze apparaten in
vliegtuigen kan de veilige werking van het
vliegtuig belemmeren.
Let op de werkomgeving
Om de uiterst precieze technologie in dit
product te beschermen, mag u de camera
nooit achterlaten op de volgende plaatsen,
ongeacht of u de camera op die plaatsen
gebruikt of bewaart:
Plaatsen waar de temperatuur en/of
vochtigheid hoog zijn of onderworpen zijn aan
extreme schommelingen. In direct zonlicht, op
het strand, in een afgesloten wagen of nabij
andere warmtebronnen (kachel, radiator,
enz.) of een luchtbevochtiger.
In omgevingen met veel zand of stof.
In de buurt van brandbare of explosieve
voorwerpen.
Op natte plaatsen, zoals een badkamer
of in de regen. Wanneer producten
met weerbestendig ontwerp worden
gebruikt, dient u ook de bijbehorende
handleidingen te raadplegen.
Op plaatsen die blootstaan aan sterke
trillingen.
Laat de camera nooit vallen en stel hem nooit
bloot aan zware schokken of trillingen.
150
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Als de camera op een statief bevestigd is,
stelt u de positie van de camera met de
statiefkop in. Verdraai de camera niet.
Richt de camera niet te lang op de zon.
Daardoor kan de lens of het sluitergordijn
beschadigd raken, kunnen kleurvervalsing of
nevenbeelden op het beeldopneemelement
optreden en kan zelfs brand ontstaan.
Laat de elektrische contacten van de camera en
verwisselbare lenzen ongemoeid. Denk eraan
het kapje erop te doen als u de lens verwijdert.
Haal de batterijen uit de camera als u denkt
de camera langere tijd achtereen niet te
gebruiken. Kies een koele, droge opbergplaats
om condensatie of schimmelvorming in de
camera te voorkomen. Is de camera langere
tijd opgeborgen geweest, dan schakelt u deze
in en controleert u de juiste werking door de
ontspanknop in te drukken.
De camera kan een storing vertonen als deze
wordt gebruikt op een plaats die blootstaat
aan een magnetisch/elektromagnetisch veld,
radiogolven of hoogspanning, bijvoorbeeld nabij
een televisietoestel, magnetron, videogame,
luidsprekers, grote monitor, tv/radiomast of
zendmasten. In dergelijke gevallen schakelt u
de camera uit en weer aan voor u hem gebruikt.
Houd altijd rekening met de beperkingen voor
de gebruiksomgeving, die beschreven zijn in
de handleiding van de camera.
Raak het beeldopneemelement van de
camera niet aan en wrijf er niet over.
Stel de interne onderdelen van de camera
niet bloot aan direct zonlicht via het
ooggedeelte van de lens. Hierdoor kan
de elektronische zoeker achteruitgaan of
beschadigd raken.
Monitor
Het display aan de achterzijde van de camera is
een LCD-monitor.
In het onwaarschijnlijke geval dat de monitor
breekt, mag u de vloeibare kristallen niet in
uw mond steken. Materiaal dat zich vasthecht
op uw handen, voeten of kleding moet
onmiddellijk worden afgespoeld.
Langs de onder- en bovenrand van het
monitorbeeld kan een heldere band
verschijnen, maar dat wijst niet op een defect.
Kijkt u met de camera schuin naar een
object, dan kunnen de contouren van het
beeld er op de monitor gerafeld uitzien, maar
dat wijst niet op een defect. Met de camera
in de stand Weergeven is dit verschijnsel
minder opvallend.
Op plaatsen waar lage temperaturen kunnen
optreden kan het enkele momenten duren
voordat de monitor oplicht of kunnen tijdelijke
kleurverschuivingen optreden.
Gebruikt u de camera op extreem koude
plaatsen, dan is het goed om de camera
tussen de opnamen op een warme plaats op
te bergen. Een monitor die slecht presteert
als gevolg van lage temperaturen herstelt
zich weer zodra de temperatuur weer
normale waarden aanneemt.
De monitor is gemaakt met hoge-
precisietechnologie. Er kunnen echter zwarte
of lichte punten op de monitor verschijnen.
Als gevolg van de karakteristieke
eigenschappen van de monitor of van de hoek
waaronder u het beeld op de monitor bekijkt, zijn
deze punten niet gelijk in kleur en helderheid. Dit
is echter normaal en betekent geen storing.
Lens
Niet onderdompelen in water of nat laten worden.
Niet laten vallen of geweld op de lens uitoefenen.
Houd het beweegbare deel van de lens niet vast.
Raak het lensoppervlak niet direct aan.
Raak de contactpunten niet direct aan.
Niet blootstellen aan abrupte
temperatuurwijzigingen.
Wettelijke en andere bepalingen
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat, of van aanspraken
van derden, die voortvloeien uit ondeskundig
gebruik van dit apparaat.
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg ten aanzien van mogelijke kosten
of van winstverwachtingen door rechtmatig
gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit
het verloren gaan van beeldgegevens.
Beperkte aansprakelijkheid
Olympus geeft geen enkele garantie of
waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend
aanvaard, ten aanzien van of met betrekking
tot de inhoud van dit geschreven materiaal of
van de software en kan in geen enkel opzicht
aansprakelijk worden gesteld voor enige
stilzwijgende waarborg met betrekking tot de
verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige
speci ek doel of voor enige directe, indirecte,
zwaarwegende, bijkomstige of andere schade
(met inbegrip van en niet beperkt tot schade
door derving van inkomsten of verlies van
zakelijke winsten, onderbreking van zakelijke
activiteiten en verlies van zakelijke informatie)
die voortvloeien uit het gebruik van of niet
kunnen gebruiken van het geschreven materiaal
of van de software of van de apparatuur.
Sommige landen accepteren een dergelijke
uitsluiting of beperking op de aansprakelijkheid
voor directe of indirecte schade niet, zodat de
hierboven opgesomde beperkingen mogelijk op
uw situatie niet van toepassing zijn.
Olympus behoudt zich alle rechten van deze
handleiding voor.
151
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Waarschuwing
Fotograferen of gebruik van materiaal waarop het
auteursrecht van toepassing is kan schending
van het auteursrecht betekenen. Olympus
aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor
ongeautoriseerd fotograferen, voor het gebruik
van de apparatuur of voor handelingen die in
strijd zijn met de rechten van belanghebbenden.
Betreffende het copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets van dit
geschreven materiaal of van deze software
mag zonder vooraf verkregen schriftelijke
toestemming van Olympus op geen enkele wijze
of langs welke elektronische of mechanische
weg dan ook, met inbegrip van fotokopiëren,
het langs elektronische weg vastleggen
en het gebruik van informatieopslag en
informatiezoeksystemen, worden gebruikt
of gereproduceerd. Olympus aanvaardt
geen enkele aansprakelijkheid voor de in
deze handleiding of in de software besloten
informatie, of voor schade die kan voortvloeien
uit het gebruik van de in deze handleiding of
in de software besloten informatie. Olympus
behoudt zich het recht voor de uitvoering en de
inhoud van deze handleiding te wijzigen zonder
voorafgaande kennisgeving of enige verplichting.
FCC-voorschriften
Dit apparaat werd getest en voldoet aan de
eisen voor digitale apparatuur van klasse
B conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen.
Deze beperkingen zijn opgesteld om redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke
interferentie bij een residentiële installatie. Dit
apparaat produceert, gebruikt en straalt mogelijk
radiofrequentie-energie uit. Indien het apparaat
niet wordt geïnstalleerd en gebruikt volgens de
instructies, kan dit storende effecten veroorzaken
voor radiocommunicatie. Er wordt echter
geen enkele garantie gegeven dat er bij een
bepaalde installatie geen storingen optreden.
Als dit apparaat radio- en televisieontvangst
hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door
het apparaat uit en weer in te schakelen, wordt
de gebruiker geadviseerd te trachten de storing
op te heffen door een of meer van de volgende
maatregelen te treffen:
Richt de ontvangstantenne anders of
verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en
ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact
van een andere groep dan die waarop de
ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg voor hulp de dealer of een
ervaren radio / televisie-technicus.
Voor het aansluiten van de camera op een
computer mag uitsluitend de door OLYMPUS
bij de camera geleverde USB-kabel worden
gebruikt.
FCC-voorschriften
Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de partij
verantwoordelijk voor naleving niet uitdrukkelijk
toestemming heeft verleend, kunnen het recht
van de gebruiker om dit apparaat te bedienen
ongeldig maken.
Deze zender mag niet worden geplaatst in de
buurt van of bediend in combinatie met een
andere antenne of zender.
Dit apparaat voldoet aan de limieten voor
blootstelling aan straling van FCC/IC voor
een omgeving die niet onder controle is en
voldoet aan de richtlijnen van FCC inzake
blootstelling aan radiofrequentie (RF) in Bijlage
C tot OET65 en RSS-102 van de regels van
IC inzake blootstelling aan radiofrequentie
(RF). Dit apparaat bevat zeer lage niveaus van
RF-energie die zullen voldoen zonder de SAR
(speci c absorption ratio) te testen.
Gebruik uitsluitend een
toepassingsgerichte oplaadbare
batterij en batterijlader
We adviseren u om uitsluitend de originele
toepassingsgerichte oplaadbare batterijen en
batterijlader van Olympus bij deze camera te
gebruiken.
Het gebruik van niet-originele oplaadbare
batterijen en/of batterijlader kan brand of
persoonlijk letsel veroorzaken als gevolg van
lekken, verhitting, ontbranding of beschadiging
van de batterij. Olympus stelt zich niet
aansprakelijk voor ongelukken of beschadigingen
die voortkomen uit het gebruik van batterijen
en/of batterijlader die geen origineel Olympus-
accessoire zijn.
152
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika
Voor klanten in de VS
Conformiteitsverklaring
Modelnummer : E-M10
Handelsnaam : OLYMPUS
Verantwoordelijke partij :
Adres : 3500 Corporate Parkway, P. O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, VS
Telefoonnummer : 484-896-5000
Getest op naleving van FCC-normen
VOOR THUIS- OF KANTOORGEBRUIK
Dit apparaat is conform Deel 15 van de FCC-richtlijnen en de door Industry Canada vrijgestelde RSS-
norm(en). Bediening is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden:
(1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
(2) Dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, inclusief storing die onbedoelde bediening
kan veroorzaken.
Voor klanten in Canada
Dit digitale apparaat van klasse B voldoet aan Canadian ICES-003. CAN ICES-3(B)
OLYMPUS WERELDWIJDE BEPERKTE GARANTIE - BEELDAPPARATUUR
Olympus garandeert dat de bijgeleverde
Olympus®-beeldapparatuur en Olympus®-
accessoires (individueel een "product" genoemd
en samen de "producten") vrij zijn van defecten
bij normaal gebruik voor een periode van een (1)
jaar vanaf de datum van aankoop.
Als een product defect zou raken binnen de
garantieperiode van een jaar, dient de klant
het defecte product in te leveren bij een
servicedienst van Olympus in overeenstemming
met de hieronder beschreven procedure (zie
"WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE
BENODIGD IS").
Olympus zal naar eigen goeddunken het defecte
product herstellen, vervangen of aanpassen,
gesteld dat het onderzoek gevoerd door
Olympus uitwijst dat (a) het defect zich heeft
voorgedaan bij een normaal en correct gebruik
en (b) het product nog wordt gedekt door de
beperkte garantie.
Herstelling, vervanging of aanpassing van
defecte producten is de enige verplichting van
Olympus en de enige oplossing voor de klant
binnen deze garantie.
De klant is aansprakelijk en betaalt voor
de verzending van de producten naar de
servicedienst van Olympus.
Olympus kan niet verplicht worden om preventief
onderhoud, noch installatie, verwijdering of
gewoon onderhoud uit te voeren.
Olympus behoudt zich het recht voor om (i)
herstelde en/of geschikte gebruikte onderdelen
(die voldoen aan de kwaliteitseisen van
Olympus) te gebruiken voor reparaties binnen
de garantie of enige andere reparaties en (ii)
eventuele interne of externe veranderingen door
te voeren aan het ontwerp en/of de functies van
de producten zonder hiervoor aansprakelijk te
kunnen worden gesteld.
ZAKEN DIE NIET DOOR DEZE BEPERKTE
GARANTIE WORDEN GEDEKT
Volgende zaken worden niet door deze beperkte
garantie of op enige andere manier door
Olympus gedekt, expliciet, impliciet of statutair:
(a) producten en accessoires die niet door
Olympus werden geproduceerd en/of
niet de 'OLYMPUS'-merknaam dragen
(de garantiedekking voor apparaten en
accessoires van andere fabrikanten, die
door Olympus kunnen worden verdeeld,
valt onder de verantwoordelijkheid van
de fabrikanten van deze producten en
accessoires in overeenstemming met de
voorwaarden en duur van de garanties van
deze fabrikanten);
(b) producten die uit elkaar werden gehaald,
werden hersteld, werden gewijzigd of
aangepast door andere personen dan
geautoriseerd servicepersoneel van
Olympus, tenzij deze herstellingen door
anderen werden uitgevoerd na schriftelijke
toestemming van Olympus;
(c) defecten of schade aan de producten ten
gevolge van slijtage, verkeerd gebruik,
misbruik, nalatigheid, zand, vloeistoffen,
schokken, verkeerde bewaring, niet
uitvoeren van gepland onderhoud,
batterijlekken, gebruik van accessoires of
verbruiksgoederen van andere producenten
dan 'OLYMPUS', of gebruik van de
producten in combinatie met apparaten die
niet compatibel zijn;
(d) softwareprogramma's;
(e) verbruiksgoederen (met inbegrip van maar
niet beperkt tot lampen, inkt, papier, lms,
afdrukken, negatieven, kabels en batterijen);
en/of
(f) Producten die geen geldig geplaatst en
geregistreerd Olympus-serienummer hebben,
tenzij het om een model gaat waarop Olympus
geen serienummers plaatst en registreert.
153
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
MET UITZONDERING VAN DE HIERBOVEN
VERMELDE BEPERKTE GARANTIE
GEEFT OLYMPUS GEEN ENKELE
ANDERE GARANTIE OF WAARBORG
MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN,
ZOWEL DIRECT ALS INDIRECT, EXPLICIET
OF IMPLICIET, OF TEN GEVOLGE VAN
EEN OF ANDERE WET, VOORSCHRIFT,
COMMERCIEEL GEBRUIK OF ANDERSZINS,
INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT
ELKE GARANTIE INZAKE GESCHIKTHEID,
DUURZAAMHEID, ONTWERP, WERKING OF
TOESTAND VAN DE PRODUCTEN (OF DELEN
ERVAN) OF DE VERKOOPBAARHEID VAN
DE PRODUCTEN OF HUN GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD DOEL, OF MET
BETREKKING TOT DE INBREUK OP EEN
PATENT, AUTEURSRECHT OF ANDER
EIGENDOMSRECHT DAT HIERIN WORDT
GEBRUIKT OF IS INBEGREPEN.
ALS BEPAALDE IMPLICIETE GARANTIES
GELDEN TEN GEVOLGE VAN EEN BEPAALDE
WETGEVING, WORDEN DEZE QUA DUUR
BEPERKT TOT DE DUUR VAN DE BEPERKTE
GARANTIE.
HET IS MOGELIJK DAT SOMMIGE
STATEN EEN VERWERPING VAN
AANSPRAKELIJKHEID OF EEN BEPERKING
VAN DE GARANTIES EN/OF EEN BEPERKING
INZAKE AANSPRAKELIJKHEID NIET
ERKENNEN. IN VOORKOMEND GEVAL ZIJN
DE BOVENSTAANDE VERWERPINGEN VAN
AANSPRAKELIJKHEID EN UITSLUITINGEN
MOGELIJK NIET VAN TOEPASSING.
HET IS BOVENDIEN MOGELIJK DAT DE
GEBRUIKER BEROEP KAN DOEN OP
ANDERE EN/OF BIJKOMENDE RECHTEN
EN MIDDELEN DIE VARIËREN VAN STAAT
TOT STAAT.
DE KLANT ERKENT EN GAAT ERMEE
AKKOORD DAT OLYMPUS NIET
AANSPRAKELIJK KAN WORDEN GESTELD
VOOR EVENTUELE SCHADE DIE DE
GEBRUIKER OPLOOPT TEN GEVOLGE
VAN EEN VERTRAAGDE LEVERING, FALEN
VAN HET PRODUCT, HET ONTWERP, DE
SELECTIE OF DE PRODUCTIE VAN HET
PRODUCT, BEELD- OF GEGEVENSVERLIES
OF BESCHADIGING, OF TEN GEVOLGE
VAN ENIGE ANDERE OORZAAK, OM
HET EVEN OF ER AANSPRAKELIJKHEID
WORDT AANGEHAALD TEN GEVOLGE VAN
CONTRACTBREUK, ONGELDIGHEID (MET
INBEGRIP VAN NALATIGHEID EN STRIKTE
PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID) OF
ANDERS. OLYMPUS KAN IN GEEN GEVAL
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ENIGE INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLG-
OF SPECIALE SCHADE (MET INBEGRIP VAN
MAAR NIET BEPERKT TOT WINSTDERVING
OF VERLIES VAN GEBRUIK), LOSSTAAND
VAN HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN NIET OP
DE HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN
DE MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES
OF DERGELIJKE SCHADE.
Garanties en waarborgen die door om het even
welke persoon werden gegeven, met inbegrip van
maar niet beperkt tot dealers, vertegenwoordigers,
verkopers of agenten van Olympus, die niet
overeenstemmen of in tegenstrijd zijn met de
bepalingen van deze beperkte garantie, zijn niet
bindend voor Olympus tenzij deze schriftelijk
werden opgesteld en goedgekeurd door een
gemachtigde vertegenwoordiger van Olympus.
Deze beperkte garantie is de volledige en
exclusieve garantieverklaring waartoe Olympus
zich verbindt met betrekking tot de producten en
zal alle voorafgaande en gelijktijdige mondelinge of
schriftelijke overeenkomsten, akkoorden, voorstellen
en communicaties inzake dit onderwerp vervangen.
Deze beperkte garantie geldt uitsluitend voor
de oorspronkelijke klant en kan niet worden
overgedragen of doorverwezen.
WAT U MOET DOEN WANNEER SERVICE
BENODIGD IS
De gebruiker moet eventuele beeld- of
andere opgeslagen gegevens op het product
overdragen naar een ander beeld- of
gegevensopslagmedium en/of eventuele lms
verwijderen uit het product vooraleer dit naar
Olympus te verzenden voor service.
OLYMPUS IS IN GEEN GEVAL
VERANTWOORDELIJK VOOR HET OPSLAAN,
BEWAREN OF ONDERHOUDEN VAN
EVENTUELE BEELD- OF ANDERE GEGEVENS
OPGESLAGEN OP EEN PRODUCT DAT
WERD ONTVANGEN VOOR SERVICE OF
OP EEN FILM DIE IS ACHTERGEBLEVEN IN
EEN PRODUCT DAT WERD ONTVANGEN
VOOR SERVICE, NOCH KAN OLYMPUS
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ENIGE SCHADE IN HET GEVAL VAN BEELD-
OF GEGEVENSVERLIES TIJDENS DE SERVICE
(INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT
DIRECTE, INDIRECTE, TOEVALLIGE, GEVOLG-
OF SPECIALE SCHADE, WINSTDERVING OF
VERLIES VAN GEBRUIK), LOSSTAAND VAN
HET FEIT OF OLYMPUS AL DAN NIET OP DE
HOOGTE IS OF ZOU MOETEN ZIJN VAN DE
MOGELIJKHEID TOT DERGELIJK VERLIES OF
DERGELIJKE SCHADE.
Verpak het product zorgvuldig en gebruik
hiervoor voldoende opvulling om schade tijdens
de verzending te vermijden, en bezorg het
product aan de geautoriseerde Olympus-dealer
die u het product heeft verkocht of verzend het
product gefrankeerd en verzekerd naar een van
de servicediensten van Olympus.
Wanneer u producten terugzendt voor service,
moet het pakket de volgende zaken bevatten:
1 De originele bon met de datum en plaats van
aankoop.
2 Een kopie van deze beperkte garantie
waarop het serienummer staat vermeld
dat overeenstemt met het serienummer op
het product (tenzij het om een model gaat
waarop Olympus geen serienummers plaatst
en registreert).
154
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
3 Een gedetailleerde omschrijving van het
probleem.
4 Voorbeeldafdrukken, negatieven, digitale
afdrukken (of bestanden op een schijf) indien
beschikbaar en indien deze verband houden
met het probleem.
Wanneer de service voltooid is, wordt het
product gefrankeerd naar u teruggestuurd.
WAARHEEN KUNT U HET PRODUCT
VERZENDEN VOOR SERVICE
Zie 'WERELDWIJDE GARANTIE' voor de
dichtstbijzijnde servicedienst.
INTERNATIONALE GARANTIESERVICE
Een internationale garantieservice is beschikbaar
onder deze garantie.
Voor klanten in Europa
Het waarmerk "CE" garandeert
dat dit product voldoet aan de
richtlijnen van de EU (Europese
Unie) wat betreft veiligheid,
gezondheid, milieubehoud en
persoonlijke veiligheid van de
gebruiker. Apparaten met het
keurmerk 'CE' zijn bedoeld voor
de Europese markt.
Hierbij verklaren Olympus
Imaging Corp. en Olympus
Europa SE & Co. KG dat deze
E-M10 beantwoordt aan de
essentiële vereisten en andere
relevante bepalingen van richtlijn
1999/5/EG.
Meer informatie vindt u op http://
www.olympus-europa.com/
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer WEEE Annex IV]
geeft aan dat oude elektrische en
elektronische apparatuur apart
wordt ingezameld in landen die
zijn aangesloten bij de EU.
Gooi uw oude apparatuur niet bij
het huisvuil.
Volg de in uw land geldende
afvalrichtlijnen wanneer u dit
product weggooit.
Dit symbool [een doorgekruiste
rolcontainer volgens Richtlijn
2006/66/EG bijlage II] geeft aan
dat in de EU-landen afgedankte
batterijen apart moeten worden
ingezameld.
Gooi oude batterijen niet bij het
huisvuil.
Volg de in uw land geldende
afvalrichtlijnen wanneer u oude
batterijen weggooit.
Waarborgbepalingen
1
Indien dit product tijdens de geldende
nationale garantieperiode gebreken vertoont,
hoewel het op de juiste wijze is gebruikt (in
overeenstemming met de meegeleverde
documentatie Voorzichtig gebruik en de
gebruiksaanwijzingen), en als het werd
aangeschaft bij een geautoriseerde
Olympusdealer binnen het zakengebied van
Olympus Europa SE & Co. KG zoals bepaald
op de website: http://www.olympus.com,
wordt dit product gerepareerd of, naar de
keuze van Olympus, kosteloos vervangen.
Voor aanspraak op deze garantie dient
de klant, vóór het einde van de geldende
nationale garantieperiode, het product
binnen te brengen bij de dealer waar het
product werd aangeschaft of bij iedere
andere servicedienst van Olympus binnen
het zakengebied van Olympus Europa SE
& Co. KG zoals bepaald op de website:
http://www.olympus.com. Tijdens de
wereldwijde garantieperiode van één jaar kan
de klant het product terugbrengen naar iedere
servicedienst van Olympus. Let erop dat niet
in alle landen een dergelijke servicedienst van
Olympus gevestigd is.
2 De klant dient het product op eigen risico
naar de dealer of de geautoriseerde
servicedienst van Olympus te brengen en
draagt zelf de kosten die ontstaan bij het
transport van het product.
Garantiebepalingen
1 “OLYMPUS IMAGING CORP.“ verleent
een wereldwijde garantie van 1 jaar.
Deze wereldwijde garantie moet worden
aangeboden bij een geautoriseerde
servicedienst van Olympus voordat een
herstelling onder deze garantievoorwaarden
kan worden uitgevoerd. Deze garantie is
enkel geldig als het Garantiecerti caat en
het aankoopbewijs worden aangeboden aan
de servicedienst van Olympus. Merk op dat
deze garantie een aanvulling vormt op en
geen invloed heeft op de hierboven vermelde
wettelijke rechten van de klant.
2 Deze garantie dekt niets van het volgende
en de klant zal de reparatiekosten moeten
betalen, zelfs voor defecten die zich hebben
voorgedaan tijdens de hierboven vermelde
garantieperiode.
(a) Elk gebrek dat optreedt wegens
onoordeelkundig gebruik (zoals
handelingen die niet worden genoemd in
Voorzichtig gebruik of andere delen van
de gebruiksaanwijzing, etc.)
(b) Elk gebrek dat optreedt wegens een
reparatie, wijziging, reiniging, etc. die
niet is uitgevoerd door Olympus of
een geautoriseerde servicedienst van
Olympus.
155
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
(c) Gebreken of beschadigingen die ontstaan
bij het transporteren, door vallen, stoten,
etc. na aankoop van het product.
(d) Gebreken of beschadigingen die
ontstaan door een brand, aardbeving,
overstroming, blikseminslag, andere
natuurrampen, milieuvervuiling en
onregelmatige spanningsbronnen.
(e) Elk gebrek dat optreedt wegens
onzorgvuldige of ongeschikte opslag
(zoals opbergen op een plaats die is
blootgesteld aan hoge temperaturen
en relatieve vochtigheid, nabij
insectenwerende middelen zoals
naftaleen of schadelijke stoffen, etc.),
ondeskundig onderhoud, etc.
(f) Elk gebrek dat optreedt wegens lege
batterijen, etc.
(g) Elk gebrek dat ontstaat doordat zand,
modder, etc. in de behuizing van het
product is gekomen.
(h) Indien de garantieverklaring niet wordt
meegeleverd met het product.
(i) Indien de garantieverklaring op een
of andere wijze gewijzigd wordt met
betrekking tot het jaar, de maand en de
datum van aankoop, de naam van de
klant, de naam van de dealer, en het
serienummer.
(j) Indien geen bewijs van aankoop bij deze
garantieverklaring gevoegd wordt.
3 Deze garantie is alleen van toepassing op het
product; de garantie is niet van toepassing op
eventuele accessoires, zoals de hoes, riem,
lensdop en batterijen.
4 De enige aansprakelijkheid van Olympus
onder deze garantie blijft beperkt tot de
reparatie of vervanging van het product.
Iedere verplichting onder de garantie
voor verlies of beschadiging, indirect of
voortvloeiend, op enigerlei wijze opgelopen
door de klant vanwege een gebrek in het
product, en met name alle soorten verlies of
schade veroorzaakt in lenzen, fotorolletjes,
andere uitrusting of toebehoren dat bij het
product hoort of ieder soort verlies dat het
resultaat is van een vertraagde reparatie
of gegevensverlies, is uitgesloten. Deze
bepalingen hebben geen invloed op de
wettelijke dwingende regelgeving.
Opmerkingen met betrekking
tot het onderhoud onder
garantie
1 Deze garantie geldt uitsluitend, indien de
garantieverklaring naar behoren is uitgevoerd
door Olympus of een geautoriseerde dealer
of indien andere documenten voldoende
bewijskrachtig zijn. Controleer daarom
of uw naam, de naam van de dealer, het
serienummer en het jaar, de maand en datum
van aankoop volledig zijn ingevuld, of dat de
originele factuur of de bon (met vermelding
van de naam van de dealer, de datum van
aankoop en het producttype) aan deze
garantieverklaring is toegevoegd. Olympus
behoudt zich het recht voor om kosteloze
dienstverlening te weigeren, indien noch de
garantieverklaring volledig is ingevuld, noch
het bovengenoemde document toegevoegd
is of indien de informatie die daar in staat
onvolledig of niet leesbaar is.
2 Omdat deze garantieverklaring niet opnieuw
wordt uitgereikt, dient u ze op een veilige
plaats te bewaren.
Raadpleeg de lijst op de website:
http://www.olympus.com voor het
geautoriseerde, internationale
servicenetwerk van Olympus.
Voor klanten in Thailand
Deze telecommunicatieapparatuur voldoet aan
de technische NTC-vereiste.
Voor klanten in Mexico
De bediening van dit apparaat is afhankelijk van
de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat of toestel veroorzaakt mogelijk
schadelijke interferentie en (2) dit apparaat of
toestel moet alle interferenties aanvaarden,
ook interferenties die een ongewenste werking
kunnen veroorzaken.
Voor klanten in Singapore
156
NL
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
14
Handelsmerken
Microsoft en Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Macintosh is een handelsmerk van Apple Inc.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van
SD-3C, LLC.
Eye-Fi is een handelsmerk
van Eye-Fi, Inc.
De functie 'Shadow
Adjustment Technology' bevat
gepatenteerde technologieën
van Apical Limited.
Micro Four Thirds, Four
Thirds en de Micro Four
Thirds- en Four Thirds-logo's
zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van OLYMPUS IMAGING
Corporation in Japan, de Verenigde Staten,
de lidstaten van de Europese Unie en
andere landen.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk
van Wi-Fi Alliance.
Het Wi-Fi CERTIFIED-
logo is een
certi ceringskeurmerk
van de Wi-Fi Alliance.
De in deze handleiding
genoemde normen voor camera
bestandssystemen zijn de door de Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association (JEITA) opgestelde
"Design Rule for Camera File System/
DCF"-normen.
Alle andere genoemde bedrijfs- en
productnamen zijn gedeponeerde
handelsmerken en/of handelsmerken
van de betreffende rechthebbenden.
THIS PRODUCT IS LICENSED UNDER THE
AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE FOR THE
PERSONAL AND NONCOMMERCIAL USE
OF A CONSUMER TO (i) ENCODE VIDEO IN
COMPLIANCE WITH THE AVC STANDARD ('AVC
VIDEO') AND/OR (ii) DECODE AVC VIDEO THAT
WAS ENCODED BY A CONSUMER ENGAGED
IN A PERSONAL AND NON-COMMERCIAL
ACTIVITY AND/OR WAS OBTAINED FROM
A VIDEO PROVIDER LICENSED TO PROVIDE
AVC VIDEO. NO LICENSE IS GRANTED
OR SHALL BE IMPLIED FOR ANY OTHER
USE. ADDITIONAL INFORMATION MAY
BE OBTAINED FROM MPEG LA, L.L.C.
SEE HTTP://WWW.MPEGLA.COM
De software in deze camera kan software
van derden bevatten. Software van derden is
onderhevig aan de algemene voorwaarden,
opgelegd door de eigenaars of licentienemers
van de betreffende software, waaronder deze
software aan u wordt verstrekt.
Deze voorwaarden en andere
softwarebepalingen van derden, indien van
toepassing, vindt u terug in het PDF-bestand met
de softwareverklaring die opgeslagen is op de
meegeleverde cd-rom of op
http://www.olympus.co.jp/en/support/imsg/
digicamera/download/notice/notice.cfm
157
NL
Index
Symbolen
# RC Mode .......................................125
W (taalkeuze) .................................88
c Menu Display ..................................88
P Set Home .....................................89
I Face Priority .............................52, 90
j H fps..............................................90
j L fps ..............................................90
j + IS Off ..........................................90
G/Info Settings ..................................91
K Control Settings .............................91
# Slow Limit........................................93
# X-Sync. ...........................................93
w+F .................................................93
#+WB .................................................94
8 Warning Level .............................97
I/H (Underwater wide/underwater
macro) ...........................................100
G (Indexweergave) ......................32, 56
U (Gezoomd weergeven) .............33, 56
n (Filmstand) .....................................43
n Mode ..............................................96
D (Wissen van een enkel beeld).........34
v (Fotoselectie) .................................34
0 (Beelden beveiligen) ..............33, 58
P (AF-gebied) ..................................51
W Keep Warm Color .........................94
R (Beeld draaien) ..............................85
K Set ................................................94
8 (Piepgeluid)....................................92
R (Audio-opname) ...............................58
i (Helderheid van de monitor
aanpassen) ......................................88
m (Diapresentatie) ............................59
A
A (Diafragmavoorkeuzestand) ............40
Aanraakscherminstellingen .................97
AEL/AFL ........................................89, 97
AEL Metering .......................................93
AF-stand ........................................ 72, 89
AF Illuminat..........................................90
All > ...............................................94
Anti-Shock z .....................................93
ART (Kunst lterstand) .........................49
Art Fade ...............................................44
Art LV Mode .........................................91
Aspect..................................................54
B
Backlit LCD ..........................................92
Beeldeffecten .................................62, 77
Beeldoverlapping ................................. 87
Beeldstabilisator ..................................60
Beeldverhouding..................................54
Bracketing............................................79
BULB/TIME Focusing ..........................89
BULB/TIME Monitor.............................93
BULB/TIME Timer ................................93
BULB ...................................................42
Button Function ...................................90
C
Card Setup ..........................................75
Color Space .........................................94
Composietinstell. .................................93
Copyrightinstell. ................................... 95
D
Datum/tijdinstelling X .........................16
Dial Function........................................90
Digital Tele-converter ...................84, 100
Displayed Grid .....................................91
dpi Settings ..........................................95
Draairichting ........................................90
158
NL
E
Edit Filename.......................................95
Elektronische zoomsnelheid ................97
EV Step ...............................................92
Exposure Shift .....................................97
Eye-Fi ..................................................97
F
File Name ............................................95
Filmweergave ......................................57
Firmware ..............................................88
Flicker reduction ..................................91
Focus Ring ..........................................89
Full-time AF .........................................89
H
Half Way Rls With IS ...........................90
HDMI ...................................................91
HDR ..................................................... 81
Histograminstell. .................................. 91
I
A (iAuto mode) ..................17, 21, 26
INFO-knop ...............................38, 51, 55
ISO-Auto .............................................. 93
ISO-Auto Set .......................................93
ISO ................................................73, 92
ISO Step ..............................................92
J
JPEG Edit ............................................86
L
Lens I.S. Priority ..................................90
Level Adjust .........................................97
Lichtmeting ..........................................71
Live BULB............................................93
Live Control .........................................31
Livegids .......................................29, 100
LIVE TIME ...........................................42
Live TIME ............................................93
Live View Boost ...................................91
LV-superbedieningspaneel ................103
M
M (Handmatig fotograferen) ................42
Meervoudige belichting a .................82
MF .......................................................99
MF Assist .......................................89, 98
Mode Dial Function..............................90
Mode Guide .........................................91
Movie+Photo Mode .............................96
Movie R .........................................73, 96
Movie Teleconverter ............................44
MTP ................................................... 113
Multi Echo ............................................44
Multifunctie ..................................23, 100
N
Noise Filter ..........................................92
Noise Reduct. ......................................92
O
One Shot Echo ....................................44
P
P (Programma fotograferen) ...............39
Peaking Settings..................................92
Picture Mode Settings .........................91
Pixel Count ..........................................94
Pixel Mapping ....................................137
Print (Afdrukken)................................ 114
Printreservering < ............................ 116
Priority Set ...........................................95
Q
Quick Erase .........................................95
R
RAW+JPEG Erase ..............................95
RAW Data Edit ....................................85
Recording Volume ...............................96
Rec View .............................................88
Regelen van de itssterkte w ............70
Regeling van licht- en
schaduwpartijen ..............................50
Release Lag-Time ...............................90
Reset/Myset.........................................76
159
NL
Reset Lens ..........................................89
Reset Protect .......................................87
Rls Priority C ........................................90
Rls Priority S ........................................90
Rotate .................................................. 58
S
S (Sluitertijdvoorkeuze) .......................41
Selectie wissen ....................................34
Shading Comp. ....................................94
Sleep .............................................15, 92
Storage .............................................. 113
Superbedieningspaneel ....................... 24
T
Time Lapse-opties ...............................83
U
USB Mode ...........................................92
V
Video Out .............................................91
W
WB ................................................. 63, 94
Wi-Fi-instellingen ............................... 107
Wind Noise Reduction .........................96
Z
Zoomkader-AF.....................................53
WC267101
http://www.olympus.com/
© 2014
OLYMPUS EUROPA SE & CO. KG
Vestiging: Consumer Product Division
Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland
Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61
Afleveradres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland
Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland
Europese Technische klantendienst:
Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.com
of bel ons GRATIS NUMMER*: 00800 – 67 10 83 00
voor Oostenrijk, België, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg,
Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Rusland, Spanje, Zweden, Zwitserland,
VerenigdKoninkrijk.
* Sommige (mobiele) telefoonservices / -providers geven geen toegang of hebben een
extra voorvoegsel voor +800 nummers nodig.
Voor alle Europese landen die niet vermeld werden en als u ons niet kunt bereiken op de
hierboven vermelde nummers, a.u.b. gebruik maken van de volgende
BETALENDE NUMMERS: + 49 40 – 237 73 899.
143

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Olympus-E-M10
6
  • Mijn nauwelijks gebruikte pancake is al drie keer opgestuurd naar Olympus; iedere keer rond de € 150,-- Even werkt het objectief om daarna weer een zwart beeld te geven met "controleer status objectief" en je kunt niets meer met de camera. Een nieuw exemplaar aanschaffen is de oplossing met het risico dat je met het zelfde euvel komt te zitten Geantwoord op 18-9-2020 om 23:27

    Waardeer dit antwoord (33) Misbruik melden
  • Ik heb hetzelfde voor. Blijkbaar een software error bij deze lens. Repareren kost teveel. Een nwe kopen is geen oplossing. In feite moet olympus met een oplossing komen of de gedupeerden vergoeden. Geantwoord op 10-8-2023 om 00:11

    Waardeer dit antwoord (5) Misbruik melden
  • Ik kan niet meer fotograferen met mijn Olympus E-M10. Door de zoeker en op het digitale scherm blijft het zwart.
    In de handleiding kan ik het niet vinden en ik heb de instellingen al gereset en dat veranderde ook niets.
    Wie kan mij helpen zodat ik weer foto's kan maken s.v.p.? Gesteld op 31-7-2019 om 17:43

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Ik heb ondertussen het antwoord gevonden op mijn vraag dat ik geen beeld had. Het lag aan mijn lens die er niet helemaal goed opzat en nu doet alles het weer. Ook heb ik op YouTube een filmpje gevonden waar je veel tips kan krijgen voor deze camera. Zie: Klik op deze LINK


      Geantwoord op 1-8-2019 om 01:03

      Waardeer dit antwoord (12) Misbruik melden
  • Hoi, ik heb hetzelfde probleem. Hoe heb je dit precies opgelost? Geantwoord op 29-6-2021 om 14:25

    Waardeer dit antwoord (61) Misbruik melden
  • Wat een geweldig advies. Mijn probleem is nu ook opgelost.....

    theo wijnen Geantwoord op 18-1-2023 om 20:29

    Waardeer dit antwoord (1) Misbruik melden
  • Wanneer ik die camera aanzet in de stand auto, verschijnt een menu die krijg ik niet weg en na enkele seconden gaat de camera uit.
    Wat te Doen? Gesteld op 29-10-2016 om 10:03

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • de camera liep na de eerste 10 foto's vast. Ik heb de camera uitgezet. Hierna krijg ik m niet meer aan de praat! Kent iemand dit probleem? En is er een oplossing voor? Gesteld op 10-4-2015 om 23:00

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Olympus E-M10 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Olympus E-M10 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 5,82 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Olympus E-M10

Olympus E-M10 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 160 pagina's

Olympus E-M10 Gebruiksaanwijzing - English - 161 pagina's

Olympus E-M10 Gebruiksaanwijzing - Français - 160 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info