605359
4
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Sticker met
serienummer
Modelnr. NETL12710.2
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
GEBRUIKSAANWIJZING
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
M
ONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
De hier getoonde sticker(s) met waar-
schuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Bel, wanneer een
sticker ontbreekt of niet leesbaar is,
het nummer op de omslag van deze
handleiding en vraag om een vervan-
gende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Opmerking: de sti-
cker(s) worden niet op ware grootte
weergegeven.
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
2
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de 35
jaar, of personen met bestaande gezondheid-
sproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich ervan te overtuigen dat alle gebruik-
ers van de loopband voldoende op de hoogte
zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbe-
dekking te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 159
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd train-
ingsschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 16). Geen enkel ander ap-
paraat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 26 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN
TE ZETTEN op pagina 18).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de han-
dleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen
de juistheid van de metingen aantasten. De
polssensor dient slechts om een algemene
hartslag te meten, als hulpmiddel bij uw oe-
feningen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
l
oopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
1
9. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de schake-
laar in de uitstand wanneer u de loopband
niet gebruikt. (zie de tekening op pagina 5
voor de locatie van de schakelaar.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 25.) U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Steek geen enkel onderwerp in een opening
van de loopband.
2
3. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vastzitten en verstevig ze indien nodig.
24.
GEVAAR: trek de stekker altijd direct
n
a gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de
loopband, voor het plegen van onderhoud en
voor het afstellen zoals staat beschreven in
deze handleiding. Verwijder nooit de mo-
torkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding moeten uitsluitend worden
uitgevoerd door een erkende onder-
houdsvertegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern-
stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u on-
middellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank udatu hebtgekozen voorde revolutionaire
N
ordicTrack
®
T
14.0 loopband. DezeT14.0 loopband
biedteenreeks aan indrukwekkendefuncties die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leukerte
maken.Alsu geenoefeningen doet, kuntu dezeunieke
l
oopband opvouwen, waardoor dezeminderdande
helftvande ruimteinneemt vanandereloopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
N
oteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
a
angegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Sleutel/Clip
Schakelaar
Loopband
Kussen van het oppervlak
Voetleuning
Bijstelbouten van
de Ruststandrol
Bedieningspaneel
Polssensor
Boekenhouder
GEMONTEERDE
AFMETINGEN:
Hoogte: 183 cm
Breedte: 97 cm
Diepte: 203 cm
Gewicht: 110 kg
6
MONTAGE
G
ebruik de onderstaande tekeningen om te weten hoe u de metalen onderdelen moet monteren. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal achter de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Opmerking: som-
mige kleine onderdelen zijn al vooraf gemonteerd. Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen
e
lektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegele-
verd.
Tussenstuk van de
basisvoet (36)–2
3/8" Sterring
(11)–6
#8 x 1/2" Schroef
(1)–14
#8 x 1" Tekschroef (2)–4
3/8" Moer (10)–4
1/4" Sterring
(12)–2
5/16" Sterring
(9)–10
5/16" x 3/4"
Hechtbout (5)–4
5/16" x 1 1/2"
Hechtbout (4)–6
3/8" x 5 1/2" Hechtbout (7)–2
1/4" x 1/2"
Hechtbout (8)–6
B
3/8" x 2 1/4" Vergrendelbout (6)–1
3/8" x 2" Bout (3)–1
1/4" x 1 3/4"
Hechtbout (91)–2
3/8" x 2 1/4" Hechtbout (31)–2
3/8" x 3" Bout (67)–2
3/8" x 3 3/4" Hechtbout (97)–2
7
2. Maak een Wiel (95) vast aan de Basis (94) met
een 3/8" x 3" Bout (67), twee Tussenstukken
voor het Wiel (96), en een 3/8" Moer (10). Draai
de Moer niet te vast. Het wiel moet vrij kun-
nen draaien.
67
95
2
94
1. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten. Draai de loopband
voorzichtig naar de linkerkant met de hulp van
een tweede persoon. Vouw het Onderstel (55)
gedeeltelijk zodat de loopband stabieler is;
vouw het Onderstel nog niet volledig in.
Zoek de Draad van de Staander (85) die is
gebundeld aan de voorkant van de Basis (94).
Verwijder de verpakking van de Draad van de
Staander. Steek de draad van de Staander in
het uiteinde van de Basis en trek het uit het
aangegeven gat. Gebruik indien nodig de plastic
band om de draad van de Staander uit het gat te
trekken.
Bevestig twee Basisvoeten (92) en twee
Tussenstukken van de Basisvoet (36) aan de
Basis (94) in de weergegeven richtingen met
twee #8 x 1" Tek Schroeven (2).
Bevestig dan twee Basisvoeten (92) met slechts
#8 x 1" Tek Schroeven (2).
Raadpleeg de inzet-tekening. Snijd de plastic
band vlakbij de Draad van de Staander (85).
1
94
2
92
92
2
2
2
92
92
85
Snijden
85
Bandje
Bandje
55
36
36
10
96
96
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder het
verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemon-
teerd. Opmerking: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
s
meermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de ver-
pakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband. Als
e
r zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Voor de montage hebt u de bijgeleverde inbussleutel nodig , uw eigen Phillips schroeven-
draaier , verstelbare moersleutel , punttang , een schaars .
Gat
8
4. Plaats een 3/8" x 5 1/2" Hechtbout (7), 3/8" x 3
3/4" Hechtbout (97), en een 3/8" x 2 1/4"
Hechtbout (31), met drie 3/8" Sterringen (11) in
de Rechter staander (83) in de getoonde lo-
caties.
Houd de Rechter Staander (83) tegen de Basis
(94) vast. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander (85) niet bekneld raakt. Draai de
3/8" x 5 1/2" Hechtbouten (7) en een 3/8" x 3
3/4" Hectbout (97) gedeeltelijk vast tot de kop-
pen van de Hechtbouten de Rechter Staander
raken; draai de bouten nog niet helemaal
vast. Draai dan de 3/8" x 2 1/4" Hechtbout (31)
gedeeltelijk vast.
83
3. Zoek de Rechter Staander (83) die staat
aangegeven met een “Right”-sticker (L of Left
geeft links aan; R of Right geeft rechts aan).
L
aat een tweede persoon de Bovenste Staander
naast de Basis vasthouden (94).
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Rechter Staander (83) stevig rond het
uiteinde van de Draad van de Staander (85)
vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totdat de Draad van de Staander
goed door de Rechter Staander is geleid.
94
Draadband
8
5
83
3
Draad
band
83
85
85
4
85
11
7
97
11
94
31
6. Maak een Wiel (95) vast aan de Basis (94) met
een 3/8" x 3" Bout (67), twee Tussenstukken
voor het Wiel (96), en een 3/8" Moer (10). Draai
de Moer niet te vast. Het wiel moet vrij kun-
nen draaien.
Maak het Basiskap (84) vast aan de Basis (94)
met vier #8 x 1/2" Schroeven (1). Zorg dat u de
schroeven niet te vast draait.
6
9
5. Draai de loopband voorzichtig naar de
rechterkant met de hulp van een tweede per-
soon. Vouw het Onderstel (55) gedeeltelijk
zodat de loopband stabieler is; vouw het
O
nderstel nog niet volledig in.
Plaats een 3/8" x 5 1/2" Hechtbout (7), 3/8" x 3
3/4" Hechtbout (97), en een 3/8" x 2 1/4"
H
echtbout (31), met drie 3/8" Sterringen (11) in
de Linker staander (83) in de getoonde locaties.
Houd de Linker Staander (82) tegen de Basis
(94) vast. Draai de 3/8" x 5 1/2" Hechtbouten (7)
en een 3/8" x 3 3/4" Hectbout (97) vast tot de
koppen van de Hechtbouten de Linker Staander
raken; draai de Hechtbouten nog niet hele-
maal vast. Draai dan de 3/8" x 2 1/4" Hechtbout
(31) gedeeltelijk vast.
5
8
2
7
31
97
11
55
11
84
94
1
1
1
67
95
10
96
96
94
10
7. Bevestig de Dwarsstang van het Onderstel
(109) vast aan het Onderstel (55) met twee 1/4"
x 1 3/4" Hechtbouten (91).
L
eg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (94) plat op de
vloer ligt.
55
109
91
8. Plaats de bedieningspaneelmodule naar bene-
den gericht op een zacht ondervlak om krassen
op het bedieningspaneel te voorkomen.
Zoek de Rechterhandleuning (79). Houd de
Rechter handleuning in de buurt van het
Bedieningspaneel. Steek de draad van het bedi-
eningspaneel door de grote gaten aan de
bovenkant en de onderkant van de Rechter
Handleuning.
Plaats vervolgens de Rechter Handleuning (79)
op het Onderstel van het Bedieningspaneel
(81). Plaats dan een 1/4" x 1/2" Hechtbout (8)
met een 1/4" Sterring (12) in de Rechter
Handleuning. Plaats dan twee 5/16" x 1 1/2"
Hechtbouten (4) met twee 5/16" Sterringen (9)
in de Rechter Handleuning. Zorg dat het draad
van het bedieningspaneel niet wordt
afgekneld. Maak de drie Hechtbouten nog
niet vast.
Maak de Linker Handleuning (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Opmerking: er is geen
draad aan de linkerkant.
79
Bedienings-
paneelmodule
4
8
12
9
81
Draad van het
Bedieningspaneel
8
91
94
7
11
9. Houd het bedieningspaneel met hulp van een
tweede persoon aan de zijkant vast en plaats
het naast de Rechter Staander (83) en de Linker
Staander (niet afgebeeld). Til de Bedienings-
p
aneelmodule niet op via de Rechter
Handleuning (79) of de Linker Handleuning
(niet afgebeeld).
V
erbind de Draad van de Staander (85) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te
draaien en het nog eens te proberen. ALS U DE
VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Verwijder dan de draad-
band uit de Draad van de Staander.
Bedienings-
p
aneelmodule
9
Draad van het
Bedienings-
paneel
Draad
band
85
79
83
85
Draad
van het
Bedien-
ingspa-
neel
10. Schuif een kapje van de Handleuning (77) op
het onderste uiteinde van elke Handleuning (78,
79).
Zet het bedieningspaneel op de Linker en
Rechter Staanders (82, 83). Steek tegelijkertijd
het onderste uiteinde van de Handleuningen
(78, 79) over de beugels op de Staanders. Zorg
ervoor dat de draden niet bekneld raken.
Steek de overmatige draad in de Rechter
Staander.
Plaats dan vier 5/16" x 3/4" Hechtbouten (5) met
vier 5/16" Sterringen (9) in de Staanders (82,
83). Plaats dan twee 5/16" x 1 1/2" Hechtbouten
(4) met twee 5/16" Sterringen (9) in de
Staanders. Maak de Hechtbouten nog niet
vast.
10
5
79
77
77
82
4
9
9
5
78
Bedienings-
paneelmodule
83
Beugel
Beugel
9
9
4
12
12. Zie stappen 4 en 5. Draai alle Hechtbouten
vast (7, 31, 97) die in deze stappen worden ge-
bruikt.
Bevestig de Linker Accessoireshouder (101) en
de Rechter Accessoireshouder (104) aan het
Bedieningspaneel met acht 8" x 1/2" Schroeven
(1).
104
1
1
101
1
1
12
Bedienings-
paneelmodule
11. Plaats twee 1/4" x 1/2" Hechtbouten (8) in het
onderste uiteinde van elke Handleuning (78,
79). Draai alle zestien Hechtbouten (4, 5, 8)
vast.
Schuif de kapjes van de Handleuning (77) tegen
de Staanders (82, 83).
11
79
82
77
83
78
8
8
8
8
77
4
5
5
4
Bedienings-
paneelmodule
13
15. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Opmerking: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de
meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te
stellen (zie paginaʼs 27 en 28).
14. Breng daarna het Onderstel (55) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) in de Dwarsstang van
het Onderstel (109) met een 3/8" x 2" Bout (3)
en een 3/8" Moer (10).
Bevestig de opbergvergrendeling (51) aan de
Basis (94) met een 3/8" x 2 1/4" Vergrendelbout
(6) en een 3/8" Moer (10). Opmerking: het kan
nodig zijn om het Onderstel (55) heen en weer
te schuiven om de Opbergvergrendeling uit te li-
jnen met de Basis.
Breng het Onderstel (55) naar beneden (zie DE
LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK op pagina 25).
3
109
Vergrendelknop
13. Druk de Kap van de Buitenste Linkerstaander
(87) en de Kap van de Binnenste
Linkerstaander (90) rond de Linker Staander
(82). Bevestig de Kappen van de Staanders met
e
en #8 x 1/2" Schroef (1).
Bevestig de Kap van de Buitenste
Rechterstaander (86) en de Kap van de
B
innenste Rechterstaander (88) op dezelfde
manier.
87
1
13
90
86
88
1
82
83
10
55
14
Grote loop
6
10
51
94
14
DE BORSTKAS-POLSSENSOR DRAGEN
De borstkas-polssensor bestaat uit twee delen: de
borstkas-band en de sensor. Steek de flap van de
borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals
a
fgebeeld in de tekening. Druk het uiteinde van de
sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap
moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de
borstkas-polssensor
om uw borstkas en
maak het andere eind
van de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De
borstkas-polssensor moet onder uw kleding gedragen
worden, strak tegen uw huid en hoog onder uw borst-
spieren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de
sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee elektrodes aan de binnenkant
(de elektrodes hebben kleine randjes). Maak beide
elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat
speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de
s
ensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
Droog de borstkas-polssensor goed af na ieder ge-
bruik. De borstkas-polssensor wordt ingeschakeld
wanneer u de elektrodes nat maakt en de borstkas-
polssensor draagt. De borstkas-polssensor gaat uit
wanneer deze wordt afgedaan en de elektrodes ge-
droogd worden. De sensor blijft langer dan nodig
branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen
als de borstkas-polssensor elektrodes niet goed ge-
droogd worden.
Bewaar de borstkas-polssensor op een warme en
droge plaats. Bewaar de borstkas-polssensor niet in
een plastic zak of andere verpakking die vocht kan
vasthouden.
Stel de borstkas-polssensor niet langdurig bloot aan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-polssensor niet te veel.
Maak de borstkas-polssensor schoon met een
zachte doek en een beetje niet agressief schoon-
maakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol
of chemische producten. U kunt de borstkas-band
met de hand wassen en dan laten drogen.
Borstriem
Lipjes
Sensoreenheid
Lipje
Sensor-
eenheid
Gesp
DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN
15
PROBLEMEN OPLOSSEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit
h
oe u de borstkas-polssensor met het bediening-
spaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder gen-
o
emde procedures door wanneer de borstkas-
polssensor niet goed werkt.
Zorg ervoor dat u de borstkas-polssensor goed
draagt zoals hier links is beschreven. Opmerking:
Verplaats de sensor wat naar boven of naar bene-
den wanneer de borstkas-polssensor niet goed
werkt.
Gebruik wat zoute vloeistof zoals speeksel of vloei-
stof voor contact lenzen om de elektrodes van de
sensor nat te maken. Maak de elektrodes opnieuw
wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschij-
nen nadat u begint te transpireren.
Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
d
an een armlengte van het bedieningspaneel be-
vinden.
De borstkas-polssensor is ontwikkeld voor mensen
met een normale hartslag. Problemen met de hart-
slagmeting kunnen een medische oorzaak hebben
zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart-
kloppingen, of aritmie.
De werking van de borstkas-polssensor kan beïn-
vloed worden door magnetische storingen die ver-
oorzaakt worden door hoogspanningsdraden en an-
dere elektromagnetische bronnen. Verplaats de
loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
16
DE REEDS INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een
hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANG-
RIJK: behandel de band of het loopplatform nooit
met siliconen spray of ander middel. Als u dat
doet, zult u de loopband beschadigen.
HOE DE STROOMSNOER IN STOPCONTACT TE
STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een stroomsnoer en een ge-
aarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
stroomsnoer beschadigd is moet u het vervangen
voor een door de fabrikant aanbevolen stroom-
snoer.
Volg deze stappen om de stroomsnoer in stopcon-
tact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het stroomsnoer
in het stopcontact van de loopband.
2. Steek het stroomsnoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
Stopcontact van
de Loopband
Stroomsnoer
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
17
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bediening-
spaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak de
Nederlandse waarschuwingssticker op het bediening-
spaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend en
prettig te oefenen. U kunt wanneer u de handmatige
instelling gebruikt de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door één druk op een toets.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel door-
lopende feedback over uw oefening geven. U kunt
zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de
ingebouwde handgreep met polssensor of door middel
van de optionele borstkas-polssensor.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel vierentwintig
vooraf ingestelde oefeningen- zes afvaloefeningen en
zestien prestatie-oefeningen. Elke vooraf ingestelde
oefening beheert automatisch de snelheid en de
helling van de loopband als het u door een effectieve
oefeningsessie begeleidt. U kunt zelfs een wedstrijd
aangaan tegen andere hardlopers met gebruik van
een wedstrijdtraining-oefening.
Het bedieningspaneel heeft een iFit Live module zodat
de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten
kan worden door middel van een optionele iFit Live
module. Met de iFit-Live modus, kunt u persoonlijke
oefeningen downloaden, eigen oefeningen creëren, uw
oefeningsresultaten bijhouden en toegang krijgen tot
andere functies. Voor aankoop van de iFit Live mod-
ule gaat u naar www.iFit.com of belt u met het tele-
foonnummer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete muziek of audioboek
luisteren door gebruik van het stereo geluidssysteem
van het bedieningspaneel.
Om het apparaat aan te zetten kijkt u op pagina 18.
Voor het gebruik van de handmatige modus, kijkt u
op pagina 18. Voor gebruik van een vooraf in-
gestelde oefening, kijkt u op pagina 20. Voor ge-
bruik van een wedstrijdoefening, kijkt u op pagina
22. Voor gebruik van de informatiemodus, kijkt u op
pagina 24. Voor gebruik van de iFit Live modus,
kijkt u op pagina 24. Voor gebruik van het stere-
ogeluidsysteem, kijkt u op pagina 24.
BELANGRIJK: als er een laagje plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, moet u dat verwijderen. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te
voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de
band wanneer de loopband voor het eerst wordt
gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie
pagina 28).
Audio-
a
ansluiting
BEDIENINGS-
PANEELDIAGRAM
18
HOE HET APPARAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
16). Zoek vervolgens naar
de schakelaar op het onder-
stel van de loopband bij het
stroomsnoer. Zorg dat de
schakelaar in de reset
stand staat.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een de-
mostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt inge-
stoken en de schakelaar in de resetstand is gezet,
gaat de demostand aan. Om de demo-modus uit te
schakelen, houdt u de Stop-knop [STOP] enkele
seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE-
MODUS op pagina 24 om de demo-instelling uit te
schakelen wanneer de displays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes
van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan
de sleutel vastzit en schuif
de klip aan de tailleband
van uw kleding. Plaats de
sleutel in het bedieningspa-
neel. Kort daarna zal de
display oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsitu-
atie kunt u aan de sleutel van het bedieningspa-
neel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot
stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een
paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel
uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de
sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan
de lengte van de clip bij.
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Ontdek
welke meeteenheid is geselecteerd, zie de INFORMA-
TIEMODUS op pagina 24. Voor de eenvoud zijn alle
instructies in deze handleiding in kilometers aan-
gegeven.
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAT AAN TE ZETTEN aan de
l
inkerkant.
2. Selecteer het hoofd-
menu.
Elke keer als u de sleu-
tel invoert, verschijnt het
hoofdmenu. Opmerking:
als u een oefening of de
iFit Live modus heeft geselecteerd, drukt u op de
toets Menu om terug te keren naar het hoofd-
scherm.
3. Start de loopband en stel de snelheid bij.
Om met de loopband te beginnen drukt u op de
toets Start [START], de toets Snelheid [SPEED]
verhogen of op een van de genummerde 1-staps
snelheidtoetsen [1 STEP SPEED]. U kunt ook op
de toets Gaan [GO] op het scherm drukken.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets of de toets
Gaan wordt ingedrukt dan zal de loopband begin-
nen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u. Als
u een oefening doet, kunt u de snelheid van de
loopband naar wens aanpassen door de snelheids-
toename en afname toetsen in te drukken. Steeds
als u een van de toetsen indrukt zal de snelheids-
instelling met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets
ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes
van 0,5 Km/u.
Indien u drukt op een van de genummerde 1 Stap
sneltoetsen, zal de snelheid van de loopband gra-
dueel aangepast worden tot het de gewenste snel-
heidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
Om de loopband opnieuw te starten drukt u op de
toets Start, de toets Snelheid verhogen of op een
van de genummerde 1-staps snelheidtoetsen.
Clip
Sleutel
Resetten
19
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
O
m de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toetsen Helling [INCLINE] verhogen
o
f verlagen, of een van de 1-stap Hellingtoetsen [1
STEP INCLINE] die 0 tot 12 zijn genummerd. Elke
keer dat u op een toets drukt, zal de helling gelei-
delijk aangepast worden tot het de geselecteerde
hellinginstelling bereikt.
5. Selecteer een weergavemodus en controleer de
vooruitgang op het display.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De gekozen weergavemodus zal aangeven
welke informatie wordt weergegeven. Druk her-
haaldelijk op de toets Display [DISPLAY] om de
gewenste weergavemodus te kiezen.
De display zal de volgende oefening-informatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
De verlopen tijd [TIME].
De afstand [DISTANCE] die u hebt gewandeld of
gelopen.
Het aantal bij benadering verbrande calorieën
[CALORIES].
Uw snelheid in minuten per mijl of minuten per
kilometer.
De snelheid [SPEED] van de loopband.
De hellingstand [INCLINE] van de loopband.
Uw hartslag (zie stap 6 op deze pagina). Uw
hartslag kan slechts worden weergegeven als u
de handsensoren of de borstkas-polssensor ge-
bruikt.
Als u oefeningen doet zal de intensiteitsmeter het
geschatte intensiteitsniveau van uw oefening
aangeven.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Opmerking: indien u de handgreep polssensor
en de borstkas-polssensor tegelijkertijd ge-
bruikt, zal het bedieningspaneel uw hartslag
niet nauwkeurig weergeven. Zie pagina 14 voor
meer informatie over de borstkas-polssensor.
Voordat u de
handgreep met
polssensoren
g
ebruikt, ver-
wijdert u het
p
lastic laagje
van de met-
alen contact-
punten. Zorg
er ook voor dat
uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleun-
ing staan en houdt u de metalen contactpunten
ongeveer tien seconden vast beweeg uw han-
den niet. Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal
uw hartslag worden getoond. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de con-
tactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator toont de hoge en lage snelheidsin-
stellingen. Druk herhaaldelijik op de Ventilatortoets
[FAN] om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de
ventilator aan of uit te zetten. Opmerking: als de
ventilator aan staat als de loopband is gestopt, dan
zal de ventilator automatisch na een paar minuten
uitgaan.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets [STOP] en stel de hellingstand van de
loopband in de laagste positie. De helling moet
op de laagste instelling staan als u de loop-
band vouwt in de opslagstand, anders kunt u
de loopband beschadigen. Haal vervolgens de
sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge-
bruiken, zet de schakelaar in de uitstand en neemt
u het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: als
u dit niet doet, kunnen de elektrische onderde-
len van de loopband voortijdig slijten.
Contact-
punten
20
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1
. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Z
ie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Als u de handmatige modus of de iFit- Live modus
heeft geselecteerd, drukt u op de toets Menu
[MENU] om terug te keren naar het hoofdscherm.
Voor het selecteren van
een vooraf ingestelde
oefening drukt u op de
toets iFit Oefening [iFIT
WORKOUTS] op het
scherm. Druk daarna
op de toets Prestatie
[PERFORMANCE] of Gewichtsverlies [WEIGHT
LOSS] op het scherm. U kunt ook drukken op de
toetsen Prestatie [PERFORMANCE WORKOUTS]
of Gewichtsverlies [WEIGHT LOSS WORKOUTS]
op het bedieningspaneel.
Druk op de toets Tijd [TIME] of de toets Afstand
[DISTANCE] om een prestatieoefening te ge-
bruiken. Druk op de toets Calorie [CALORIE] of de
toets Basis [BASIC] om een afvaloefening te ge-
bruiken.
Druk op de toets om de gewenste oefening te se-
lecteren. Als de toets Volgende [NEXT] op het
scherm verschijnt drukt u op de toets om meer oe-
feningen te zien. As u een oefening selecteert, zal
de display de naam, de totale tijd, de maximale
hellinginstelling, de maximale snelheidsinstelling
en een profiel van de snelheidsinstelling van de
oefening weergeven. Opmerking: als u een afs-
tandsoefening heeft geselecteerd, verschijnt de
duur van de oefening niet in het display.
Als u een prestatieoefening selecteert, kunt u de
intensiteit van uw oefening wijzigen. Druk op de
toets Selecteren [SELECT]. Druk vervolgens op de
toets verhogen of verlagen op het scherm om de
intensiteit te wijzigen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start [START] of de toets
S
electeren [SELECT] om met de oefening te be-
ginnen. Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal
d
e loopband zich automatisch aanpassen aan de
eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefen-
ing. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Elke vooraf ingestelde oefening is in onderdelen
ingedeeld. Er is één hellinginstelling en één tempo-
instelling geprogrammeerd voor elk segment.
Opmerking: dezelfde snelheid en/of hellingsin-
stelling kan worden geprogrammeerd voor opeen-
volgende segmenten.
Tijdens de oefen-
ing, wordt uw
profiel weer-
gegeven zodat u
uw vorderingen
kunt volgen. Druk
herhaaldelijk op de
knop Weergave
[DISPLAY] om het profiel te zien. De knipperende
balk van het profiel stelt het huidige oefeningseg-
ment voor. De hoogte van het knipperende seg-
ment geeft de weerstandsinstellingen voor het
huidige segment weer.
Aan het einde van elk segment, is een serie gelu-
iden te horen en begint het volgende segment van
het profiel te knipperen. Als een nieuwe tempo-in-
stelling en/of hellinginstelling is geprogrammeerd
voor het volgende segment, dan zal de nieuwe
tempo- en/of hellinginstelling een paar seconden in
het display knipperen en zal de loopband zich au-
tomatisch aanpassen aan de nieuwe tempo- en
hellinginstelling.
21
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert en het laatste on-
derdeel stopt. De loopband zal vertragen tot deze
h
alt houdt. Sommige oefeningen worden gevolgd
door een afkoelperiode.
Opmerking: het caloriedoel voor elke afvaloe-
fening is een schatting van het aantal calorieën
dat u zult verbranden tijdens de oefening. Het
feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt
af van uw gewicht. Daarnaast heeft een hand-
matige wijziging van de snelheid of de helling
van de loopband tijdens de oefening effect op
het aantal calorieën dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door te drukken
op de toetsen Snelheid [SPEED] en Helling [IN-
CLINE], als het volgende segment van de oe-
fening begint, dan zal de loopband zich au-
tomatisch aanpassen aan de snelheid en hellin-
ginstellingen voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheidstoename. De loopband be-
gint bij ongeveer 2 km/uur te bewegen, Als het vol-
gende onderdeel van de oefening begint, zal de
loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstelling voor dat volgende on-
derdeel.
4. Selecteer een weergavemodus en controleer de
vooruitgang op het display.
Z
ie stap 5 op pagina 19.
W
anneer u een tijdoefening kiest, zal de display
een stopwatch tonen die de resterende tijd van de
oefening aangeeft. Als u een afstandsoefening se-
lecteert, zal de display een piste van een 1/4 mijl
(400 meter) weergeven. Als u een calorieoefening
selecteert, zal de display een vlam weergeven die
25 calorieën vertegenwoordigt.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 19.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 19.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 19.
22
EEN WEDSTRIJDOEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
p
agina 18.
2. Selecteer een wedstrijdoefening.
Als u de handmatige modus of de iFit-Live modus
heeft geselecteerd, drukt u op de toets Menu om
terug te keren naar het hoofdscherm.
Voor het selecteren van
een wedstrijdoefening
drukt u op de toets iFit
Oefening [iFIT WOR-
KOUTS] op het scherm.
Druk daarna op de
toets Wedstrijd [COM-
PETITION] op het scherm. U kunt ook op de toets
Wedstrijdoefeningen [COMPETITION WOR-
KOUTS] op het bedieningspaneel drukken.
Om de race-instellingen te personaliseren drukt u
op de toets Instellingen [SETTINGS]. Selecteer
een maximale helling door te drukken op de toet-
sen verhogen en verlagen. Druk op de toets
Doorgaan [CONTINUE]. Selecteer dan de snelheid
waarmee u begint te lopen in de race door te druk-
ken op de toetsen verhogen en verlagen. Druk op
de toets Doorgaan.
U kunt racen tegen een tegenstander of tegen een
groep van vier tegenstanders.
Als u ervoor kiest om tegen één tegenstander te
strijden drukt u op de toets Hoofd tegen Hoofd
[HEAD TO HEAD]. Selecteer een tegenstander
door op de toetsen Volgende [NEXT] en Terug
[BACK] te drukken. Voor elke tegenstander toont
het scherm het uithoudingsniveau, de gemiddelde
snelheid, de maximale snelheid en het energie-
niveau. Elke tegenstander kan meer dan één keer
in verschillende niveaus, of rangen van moeilijk-
heid verschijnen. De minst uitdagende tegenstan-
der is in laag één en de meest uitdagende tegen-
stander is in laag drie. Druk op de toets Selecteren
[SELECT].
Als u ervoor kiest om tegen een groep te strijden
drukt u op de toets Racen tegen een Groep [RACE
AGAINST A PACK]. Selecteer een moeilijkheids-
graad voor de wedstrijd door te drukken op de toet-
sen verhogen en verlagen. Niveau één is het mak-
k
elijkste niveau en niveau twaalf het moeilijkste.
Druk op de toets Doorgaan.
Selecteer dan de afstand van de race. U kunt meer
afstanden zien door te drukken op de toets
Volgende op het scherm.
3. Begin met de oefening.
Nadat u een afstand heeft geselecteerd, verschij-
nen, READY, SET, GO op het scherm en begint de
race. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Stel de snelheid en de helling van de loopband
naar wens in. Uw tegenstanders zullen hun snel-
heid en tactiek aanpassen op basis van de baan
en de situatie.
De oefening gaat door totdat de wedstrijd is beein-
digd.
4. Selecteer een weergavemodus en controleer de
vooruitgang op het display.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De displayweergave die u selecteert be-
paalt welke oefeninginformatie wordt weergege-
ven. Druk herhaaldelijk op de toets Display [DIS-
PLAY] om de gewenste displayweergave te kie-
zen.
Het scherm kan de volgende oefening-informatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
Een filmpje van een hardloper met het etiket “U”
vertegenwoordigt u. Naarmate u de snelheid van
de loopband verhoogt of verlaagt, zal de hardlo-
per zijn snelheid opvoeren of vertragen.
Filmpjes van andere hardlopers.
Een kaart van het parcours dat u aflegt. De kaart
verschijnt aan de linkerkant van het scherm. De
hardlopers worden vertegenwoordigd door vier-
kantjes op de kaart.
23
Het aantal seconden dat u op de andere renners
voor bent of achter de renner aan kop loopt. De
seconden verschijnen onder de kaart van het
p
arcours. Als u achter de andere hardlopers
loopt loopt, zal de display een negatief aantal
s
econden weergeven.
Uw plaats in de wedstrijd. Uw positie verschijnt in
de kaart van het parcours.
De snelheid [SPEED] van de loopband.
De hellingstand [INCLINE] van de loopband.
Het aantal bij benadering verbrande calorieën
[CALORIES].
De afstand [DISTANCE] die u hebt gewandeld of
gelopen.
De verlopen tijd [TIME].
Uw hartslag. Opmerking: uw hartslag kan slechts
worden weergegeven als u de handsensoren of
de borstkas-polssensor gebruikt (zie stap 6 op
pagina 19).
Een profiel van de hellingsinstellingen van de
race. Het profiel verschijnt onderin het scherm.
De snelheid waarmee uw tegenstanders hun en-
ergie (reg) herwinnen.
Het energiepaneel of aantal dat uw tegen-
standers hebben achtergelaten. Als de hoeveel-
heid energie stijgt, zal de snelheid van de tegen-
s
tanderr afnemen.
De tactieken die uw tegenstanders gebruiken.
Uw tegenstanders gebruiken verschillende tac-
tieken in verschillende situaties. Consulteer een
goede bron om meer over deze tactieken te
leren.
Een statusbalk toont de afstand die u heeft
afgelegd in de race en de afstand die u nog moet
afleggen. De statusbalk zal onderin het scherm
verschijnen.
Uw gemiddelde snelheid.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 19.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 19.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 19.
24
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatiemodus die
d
e totale afstand die de loopband heeft afgelegd en
het totaal aantal uren dat de loopband is gebruikt, bij-
h
oudt. Met de informatiemodus kunt u de afstand
meten in te selecteren kilometers of mijlen en kunt u
de display in of uit demostand zetten. U kunt ook het
contrastniveau van de display aanpassen.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u de
toets Stop [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terug-
plaatst in het bedieningspaneel en daarna de toets
Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is geselec-
teerd, zal de volgende informatie in de display verschij-
nen:
De display toont het totaal
aantal mijlen dat de loop-
band heeft afgelegd en het
totaal aantal uren dat de
loopband is gebruikt.
Het display zal ook de geselecteerde meeteenheid
weergeven. Druk op de toets Snelheidstoename
[SPEED] om de meeteenheid te wijzigen. Om de af-
stand in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
Om de afstand in mijlen te bekijken, selecteert u ENG-
LISH.
Het bedieningspaneel toont een demostand, die ont-
wikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtal-
eerd in een winkel. Terwijl de demo-instelling is aange-
zet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken
wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de
stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst wordt,
en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt.
Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays ver-
licht hoewel de toetsen niet werken. Indien de demo-
modus is aangezet, dan zal het woord ON op het dis-
play verschijnen terwijl de informatiemodus is geselec-
teerd. Om de display demostand aan of uit te zetten,
kunt u op de toets Snelheid afnemen drukken.
Het display zal ook het contrastniveau van het display
weergeven. Druk op de toetsen Helling [INCLINE] ver-
hogen en verlagen om het contrast aan te passen.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
DE IFIT LIVE MODUS GEBRUIKEN
Met de optionele iFit Live module kan uw loopband
c
ommuniceren met uw draadloze netwerk en nieuwe
functies ontgrendelen. Met de iFit-trainingsmodus, kunt
u
bijvoorbeeld persoonlijke oefeningen downloaden,
eigen oefeningen creëren, uw oefeningsresultaten bij-
houden en toegang krijgen tot andere functies. Voor
aankoop van de iFit Live module gaat u naar
www.ifit.com of belt u met het telefoonnummer op
de voorkant van deze handleiding. U dient een iFit
Live-module te hebben om de iFit- Live modus te ge-
bruiken.
Plaats de iFit Live module in het bedieningspaneel om
gebruik te maken van de iFit Live modus. Druk daarna
op de toets iFit Live op het scherm.
Ga naar www.ifit.com voor meer informatie over de iFit
Live-modus. Opmerking: voor gebruik van een iFit Live
module dient u toegang te hebben tot een computer
met een internetverbinding en een USB-poort. U dient
ook uw eigen draadloze netwerk te hebben met een
802.11b router met SSID uitzending ingeschakeld (ver-
borgen netwerken worden niet ondersteund). U heeft
ook een iFit.com lidmaatschap nodig.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de stereo-
luidsprekers van het bedieningspaneel, moet u uw
iPod, MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke
audio-speler op het bedieningspaneel aansluiten. Zoek
het audiosnoer en steek het in de audio-aansluiting
aan de zijkant van het bedieningspaneel. Steek het an-
dere eind in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-
speler of andere persoonlijke audio-speler. Zorg dat
het audiosnoer volledig is aangesloten.
Druk dan op de toets Afspelen [PLAY] op uw MP3-
speler, CD-speler of andere persoonlijke audio-speler.
Pas het volume aan op uw persoonlijke audio-speler of
druk op de toetsen Volume [VOL] omhoog en omlaag
op het bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bediening-
spaneel.
25
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
l
oopband opbergt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
s
troomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u
moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kun-
nen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de op-
slagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
i
n te vouwen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de op-
s
lagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GE-
BRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het onder-
stel van de loopband met uw rechterhand vast.
Trek de vergrendelknop naar rechts en duw het on-
derstel lichtjes naar voren. Draai het onderstel naar
onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het on-
derstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug
recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendelknop
Onderstel
2
26
PROBLEMEN OPLOSSEN
D
e meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande stappen worden opgelost. Zoek het
symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig hebt, raadpleegt
u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het apparaat gaat niet aan
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat het snoer in een goed geaard stopcontact is gestoken (zie pagina 16). Als u
een verlengsnoer nodig hebt, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
snoer dat niet lan-
ger is dan 1,5 meter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het snoer in het stopcontact hebt gestoken.
c. Controleer de schakelaar die zich op het onder-
stel van de loopband bevindt naast het snoer.
Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt,
dan is de schakelaar afgegaan. Om de schake-
laar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten
en drukt u de schakelaar weer in.
PROBLEEM: de stroom gaat uit tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de schakelaar (zie bovenstaande tekening). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat het snoer is aangesloten op het stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Plaats de sleutel terug in het bedieningspaneel.
d. Als de loopband nog steeds niet werkt, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
PROBLEEM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedienings-
paneel haalt
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de
demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, dient u de Stop-toets [STOP]
een aantal seconden ingedrukt te houden. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raad-
pleegt u DE INFORMATIEMODUS op pagina 24 om de demostand uit te zetten.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
trek het STROOMSNOER UIT HET STOPCON-
TACT. Plaats de loopband in de opbergpositie
(raadpleeg DE LOOPBAND OPKLAPPEN op pa-
gina 25). Verwijder de twee #8 x 1 1/2"
Schroeven (52).
Laat dan de loopband zakken (zie DE LOOP-
BAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK op pa-
gina 25).
Doorge
slagen
Resetten
c
52
a
52
27
Verwijder de vier #8 x 1" Schroeven (49) en ver-
wijder voorzichtig de Motorkap (61).
Zoek de Snelheidssensor (44) en de Magneet
(43) aan de linkerkant van de Katrol (42). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3
mm is. Beweeg indien nodig de snelheidssensor
iets via een slotted schroevendraaier. Bevestig
de Motorkap weer (niet afgebeeld) met de vier
#8 x 1" Schroeven (niet afgebeeld) en twee #8 x
1 1/2" Schroeven (niet afgebeeld). Laat de loop-
band een paar minuten draaien om te control-
eren of de snelheid juist wordt afgelezen.
PROBLEEM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
OPLOSSING: a. Druk de toetsen Stop [STOP] en Snelheid [SPEED] vergroten in, plaats de sleutel in het bedi-
eningspaneel en laat de toetsen Stop en Snelheid vergroten dan los. Druk op de toets Stop en
druk dan op de toets verhogen of verlagen. De loopband stijgt automatisch naar het maximale
hellingsniveau en keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw gekalibreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op de toets Stop en druk opnieuw
op de toets Helling vergroten of verkleinen. Als de helling is gekalibreerd, dient u de sleutel uit
het bedieningspaneel te halen.
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt
OPLOSSING: a. Mocht een verlengsnoer nodig zijn, gebruik dan alleen een 3- aansluiting, maat 14 (1 mm
2
)
snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan
de loopband beschadigd raken. Verwijder de
sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOP-
CONTACT. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol een kwartslag naar links met de in-
bussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u
elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Haal dan de
stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
c. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van
deze handleiding.
Boven-
aanzicht
43
44
3 mm
42
Rolbouten van de Ruststandrol
5–7 cm
b
6
1
49
28
PROBLEEM: de loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
OPLOSSING: a. Als de loopband zich niet in het midden be-
g
eeft, dient u eerst de sleutel te verwijderen en
dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
T
E HALEN. Als de loopband naar links is
verschoven, kunt u de inbussleutel gebruiken
om de linker bijstelbout van de ruststandrol een
halve slag naar rechts te draaien; als de loop-
band naar rechts is verschoven kunt u de lin-
ker bijstelbout van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelo-
pen, dient u eerst de sleutel te verwijderen en
dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
TE HALEN. Draai beide bijstelbouten van de
ruststandrol een kwartslag naar rechts met de
inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat
de loopband in het midden zit. Steek dan de
stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en
laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
PROBLEEM: er lopen lijnen over de display van het bedieningspaneel
OPLOSSING: a. Als er lijnen verschijnen in de display van het bedieningspaneel, raadpleegt u de INFORMA-
TIEMODUS op pagina 24 en past u het contrastniveau van de display aan.
a
b
29
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe-
ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening-
informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw
arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul-
taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui-
ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni-
veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart-
slagen voor het verbranden van vet en voor een aero-
bic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na
de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li-
chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw training-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe-
fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe-
veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio-
den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30
minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
d
at u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
30
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. NETL12710.2 R0111A
Zie de GEDETAILLEERDE TEKENING voor verdere raadpleging van deze handleiding om de onderdelen die
h
ieronder opgesomd staan, te kunnen vinden.
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 21 #8 x 1/2" Schroef
24#8 x 1" Tekschroef
313/8" x 2" Bout
465/16" x 1 1/2" Hechtbout
545/16" x 3/4" Hechtbout
613/8" x 2 1/4" Vergrendelbout
723/8" x 5 1/2" Hechtbout
861/4" x 1/2" Hechtbout
9 10 5/16" Sterring
10 8 3/8" Moer
11 6 3/8" Sterring
12 2 1/4" Sterring
13 1 Dwarsstang van de
hartslagsensoren
14 32 #8 x 3/4" Schroef
15 2 1/4" x 1 3/4" Bout
16 2 3/8" x 1 3/4" Bout
17 9 #8 x 1/2" Tussenring Kopschroef
18 10 #12 x 1" Schroef
19 4 Schroef van Loopband Geleider
20 2 Aandrijfmotorbout
21 4 3/8" x 2 1/8" Bout
22 2 3/8" x 1 3/8" Bout
23 4 5/16" x 1 1/4" Bout
24 1 Bout van de Aandrijfrol
25 2 1/4" Platte tussenring
26 2 1/4" Vergrendelingstussenring
27 2 Kooibeugel
28 6 #8 x 3/4" Truss Kopschroef
29 2 3/8" Slotmoer
30 4 5/16" Flensmoer
31 2 3/8" x 2 1/4" Hechtbout
32 1 1/4" Stertussenring
33 2 #8 Stertussenring
34 4 #8 x 1" Truss Kopschroef
35 1 Linker voetleuning
36 2 Tussenstuk van de basisvoet
37 2 Kussen van het oppervlak
38 1 Loopoppervlak
39 2 Riemgeleider
40 1 Kap van de linkervoetleuning
41 1 Kap van de rechtervoetleuning
42 1 Aandrijfrol/katrol
43 1 Magneet
44 1 Snelheidssensor
45 1 Klem van de snelheidssensor
46 1 Motoraandrijfriem
47 1 Aandrijfmotor
48 1 Loopband
49 8 #8 x 1" Schroef
50 1 Rechter voetleuning
51 1 Opbergvergrendeling
52 2 #8 x 1 1/2" Schroef
53 1 Elektrabeugel
54 1 Controller
55 1 Onderstel
56 1 Ruststandrol
57 1 Rechter Onderstelpoot
58 1 Linker Onderstelpoot
59 1 Inbussleutel
60 1 5/32" Inbussleutel
61 1 Motorkap
62 1 Draadbandklem
63 2 Tussenstuk van het Onderstel
van de lift
64 2 Tussenstuk van het Onderstel
65 1 Onderstel van de lift
66 1 Hellingmotor
67 2 3/8" x 3" Bout
68 2 Kapmontage
69 1 Onderpan
70 1 Schakelaar
71 1 Stroomsnoer
72 1 Doorvoerhuls
73 1 Draad van de liftmotor
74 2 Los te maken opbinddraad
75 1 15 1/2" Band
76 7 8" Opbinddraad
77 2 Kap van de handleuning
78 1 Linker handleuning
79 1 Rechter handleuning
80 2 Bedieningspaneelklem
81 1 Onderstel van het bedieningspaneel
82 1 Linker staander
83 1 Rechter staander
84 1 Basiskap
85 1 Draad van de Staander
86 1 Kap van de Buitenste
Rechterstaander
87 1 Kap van de Buitenste
Linkerstaander
88 1 Kap van de Binnenste
Rechterstaander
89 2 Waarschuwingssticker
90 1 Kap van de Binnenste
Linkerstaander
91 2 1/4" x 1 3/4" Hechtbout
92 4 Basisvoet
93 1 Audiosnoer
94 1 Basis
31
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
95 2 Wiel
96 4 Tussenstuk van de Wiel
97 2 3/8" x 3 3/4" Hechtbout
9
8 1 Sleutel/Clip
99 8 Draadband
100 1 Bedieningspaneel
101 1 Linker accessoireshouder
102 1 Basis van het Bedieningspaneel
103 1 Behuizing van de Module
104 1 Rechter Accessoireshouder
105 1 Toegangsdeur
106 1 Polsstang
107 3 Aardingsdraad van de Polssensor
108 1 Borstkas polssensoren
109 1 Dwarsstang van het Onderstel
110 1 Filter
111 1 Filterbeugel
112 1 Isolator van de aandrijfmotor
1
13 2 Bus van de aandrijfmotor
114 1 Ontvanger
115 1 Stroomsnoeradapter
116 1 Waarschuwingsticker
117 1 Borstkasband
118 2 Bus van de hellingmotor
119 2 Kapclip
120 2 M4,2 x 8mm Schroef
121 4 #8 x 3/4" Tekschroef
122 4 Kleine Kussen van het Oppervlak
*–Gebruiksaanwijzing
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
32
GEDETAILLEERDE TEKENING A Modelnr. NETL12710.2 R0111A
76
75
74
68
14
14
14
68
70
61
49
49
119
49
118
66
69
29
29
65
22
22
63
63
16
16
64
64
10
10
62
52
49
52
49
49
49
114
115
71
73
119
119
GEDETAILLEERDE TEKENING B Modelnr. NETL12710.2 R0111A
33
21
10
89
89
85
92
2
7
11
92
97
11
83
21
10
87
86
95
95
96
92
2
2
1
1
1
84
79
81
78
82
85
9
5
9
5
4
4
8
12
4
9
34
80
80
34
11
7
72
17
107
36
36
1
77
77
4
9
8
12
8
8
27
27
11
31
1
88
90
1
92
2
10
94
67
96
96
96
10
67
9
9
31
97
17
34
GEDETAILLEERDE TEKENING C Modelnr. NETL12710.2 R0111A
98
105
13
14
99
14
107
1
1
1
101
14
1
104
14
102
100
14
14
14
103
106
14
14
14
14
14
14
1
107
17
17
93
117
1
08
35
GEDETAILLEERDE TEKENING D Modelnr. NETL12710.2 R0111A
Onderdeel Nr. 310189 R0111A Gedrukt in China © 2011 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
B
ekijkde omslag vandeze handleiding voor het bestellenvan vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gendeinformatie bij de hand hebtwanneeru contact metons opneemt:
het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE-
KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
4

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw NordicTrack T 14.0 - NETL12710.2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van NordicTrack T 14.0 - NETL12710.2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,04 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van NordicTrack T 14.0 - NETL12710.2

NordicTrack T 14.0 - NETL12710.2 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 36 pagina's

NordicTrack T 14.0 - NETL12710.2 Gebruiksaanwijzing - English - 36 pagina's

NordicTrack T 14.0 - NETL12710.2 Gebruiksaanwijzing - Français - 36 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info