182
Woordenlijst
Bijlagen
Proxy: Een server die zich bevindt tussen grote netwerken en lokale netwerken of
computers, gewoonlijk ter beveiliging. Een onderdeel van een firewall.
PTP-IP (Picture Transfer Protocol over Internet Protocol): Een algemeen gebruikte naam
voor het CIPA DC-005-2005 beeldoverdrachtprotocol voor beeldtransmissie via
LAN's. Dit is een uitbreiding van PTP (Picture Transfer Protocol) dat wordt
gebruikt om beelden over te zetten tussen camera's en computers die zijn
aangesloten via een USB-kabel. De WT-4 gebruikt PTP-IP om te communiceren
met hostcomputers.
Sleutelindex: Een getal dat aangeeft welke WEP-sleutel moet worden gebruikt voor
encryptie wanneer er wordt gecommuniceerd via een toegangspunt met meer
dan een WEP-sleutel. Alle apparaten in het netwerk moeten dezelfde sleutelindex
gebruiken.
SS-ID (Service Set ID): Een SS-ID voorkomt interferentie tussen apparaten in
verschillende netwerken door uitsluitend communicatie toe te staan tussen
apparaten die een SS-ID delen. Zie BSS-ID, ESS-ID.
Subnetmasker: Een masker dat een netwerk verdeelt in subnetten.
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol): Een dubbel protocol bestaande
uit een transportprotocol (TCP), dat gegevens in pakketten verdeelt die later
worden samengevoegd, en een netwerkprotocol (IP), dat de verzending van de
pakketten tussen punten in het netwerk afhandelt. Dit protocol kan worden
geïmplementeerd op verschillende platformen, zodat gegevens kunnen worden
verzonden tussen computers met verschillende besturingssystemen.
TKIP (Temporal Key Integrity Protocol): Een coderingsstandaard die dynamische WPA-
PSK-sleutels gebruikt die periodiek veranderen of nadat een bepaalde
hoeveelheid gegevens is verzonden. Daardoor is de veiligheid hoger dan WEP,
dat vaste sleutels gebruikt.
UDP (User Datagram Protocol): Een snel, maar onbetrouwbaar overdrachtsprotocol in
de transportlaag dat het OSI-model gebruikt.
USB (Universal Serial Bus): Een standaard voor verbindingen met randapparaten. USB
ondersteunt gegevensoverdrachtsnelheden van maximaal 480 Mbps (USB 2.0).
Apparaten die zijn aangesloten via USB kunnen worden aangesloten en
verwijderd terwijl de computer aanstaat ('hot plug') en vereisen geen aparte IRQ-
nummers (Interrupt Request), waardoor conflicten met andere apparaten
worden voorkomen.
WAN (Wide Area Network): Een netwerk dat computers of LAN's op locaties op grote
afstand van elkaar verbindt. Internet is een voorbeeld van een WAN.
WEP (Wired Equivalent Privacy): Coderingsmethode waarin de tussen de apparaten
overgedragen gegevens worden gecodeerd met een gedeelde encryptiesleutel
(WEP-sleutel).
WPA-PSK (WiFi Protected Access with Pre-Shared Key): Een type verificatie voor draadloze
netwerken dat gebruik maakt van eerder vastgestelde (pre-shared) TKIP- of AES-
sleutels. Draadloze apparaten die deze vorm van verificatie gebruiken, kunnen
alleen communiceren met apparaten met dezelfde pre-shared sleutel.