Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
In dit voorbeeld wordt uitgegaan van de automatische opnamestand. De instructies
voor andere standen zijn gelijk, behalve voor de filmstand. Automatische Selectie
Digitale Onderwerpsprogramma’s is alleen beschikbaar in de automatische opname-
stand.
Plaats het onderwerp ergens in het scherpstelkader. Zorg ervoor dat
het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief
bevindt (blz. 24). Gebruik voor onderwerpen op zeer korte afstand de
macrofunctie (blz. 35).
Eenvoudige opnamehandelingen
Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en de belichting te
vergrendelen. Er verschijnt een kader van een AF-sensor (a) om aan
te geven waarop de camera scherpstelt. De Automatische Selectie
Digitale Onderwerpsprogramma’s bepaalt zelf de juiste belichtings-
methode (zie tegenoverliggende bladzijde).
Het scherpstelsignaal (b) op de monitor bevestigt vergrendeling van
de scherpstelling. Is het scherpstelsignaal rood, dan kon camera het
onderwerp niet lokaliseren. Herhaal voorgaande stappen totdat het
signaal wit is. Als sluitertijd (c) en diafragma (d) in zwart verschijnen is
de belichting vergrendeld.
a b
c d
U kunt het opgenomen beeld meteen bekijken door na de opna-
me de ontspanknop ingedrukt te houden. U kunt ook gebruik
maken van de directe weergavefunctie (blz. 89).
Camera-info
Het toegangslampje knippert om aan te geven dat de
beeldinformatie naar de geheugenkaart of het interne
geheugen wordt weggeschreven. Verwijder of plaats
nooit een kaart als er nog informatie wordt wegge-
schreven.
22
B
ASISTECHNIEK OPNAME
Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s
De Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s kiest voor de belichtingsregeling tussen
het automatische belichtingsprogramma en een van de vijf onderwerpsprogramma’s. De digitale
onderwerpsprogramma’s stemmen de camera-instellingen automatisch optimaal af op opnameom-
standigheden en onderwerp. De Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s is alleen
beschikbaar in de automatische opnamestand en kan worden uitgeschakeld in het menu van de auto-
matische opnamestand. Over de onderwerpsprogramma’s zelf leest u
meer op blz. 29.
Een rij met grijze symbolen bovenaan de monitor geeft aan dat de
Automatische Onderwerpsselectie actief is. Plaats het onderwerp in
het scherpstelkader; de procedure is dezelfde als de basis-opname-
handelingen die op blz. 22 worden beschreven.
Druk de ontspanknop half in. Het AF-systeem zal het onderwerp loka-
liseren en de automatische digitale onderwerpsselectie zal een onder-
werpsprogramma kiezen. Verschijnt er geen aanduiding, dan is het
standaard belichtingsprogramma actief. Druk de ontspanknop geheel
in om de foto te maken. Houd de camera stabiel wanneer de stand
voor zonsondergang is gekozen, want er kunnen lange sluitertijden
worden gebruikt.
Programma-automatiek (aanduidingen Digitale Onderwerpsprogramma’s verdwijnen)
Portret
Sport/Actie
Landschap
Zonsondergang
23