122
ONDERHOUD EN OPSLAG
Reinigen
• Is de camera vuil, reinig hem dan met een zachte, schone en droge doek.
Komt de camera of objectief in contact met zand, blaas de zandkorrels dan
voorzichtig weg - poetsen kan tot krassen leiden.
• Moet het objectief worden gereinigd, blaas dan eerst zand en vuil weg. Poets
daarna indien nog nodig het glas voorzichtig schoon met een lenstissue met
lensreinigingsvloeistof. Maak rustige, draaiende bewegingen, beginnend in het
midden.
• Laat lensreinigingsvloeistof nooit rechtstreeks op het glas van een objectief vallen.
• Raak het inwendige van de camera nooit aan, met name de spiegel en de sluiter.
Stof op de spiegel heeft geen nadelige invloed op de beeldkwaliteit>
• Gebruik nooit spuitbussen met gecomprimeerde lucht om het binnenwerk van de
camera te reinigen; kwetsbare onderdelen kunnen erdoor beschadigd of ontregeld
raken
• Gebruik nooit organische oplosmiddelen om de camera te reinigen.
• Raak het glas van de objectieven nooit met uw vingers aan.
Opslag
Volg onderstaande richtlijnen wanneer u de camera voor langere tijd niet gebruikt:
• Sluit camera en objectieven altijd met de bijbehorende doppen af.
• Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde ruimte, weg van stof en
chemicaliën als mottenballen. Gaat het om een zeer lange periode, bewaar de
camera dan in een luchtdichte bewaardoos met daarin silicagel.
• Maak zo nu en dan een paar loze opnamen om de sluiter in goede conditie te
houden.
• Gaat u de camera na lange tijd van opslag weer gebruiken, controleer dan eerst of
hij goed functioneert.