Scherpstelsignaal
26
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Scherpstelsignalen
Speciale scherpstelsituaties
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aan-
gegeven met het groene lampje naast de zoeker en het scherpstelsignaal op de monitor. Er kan altijd
een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie
kan de scherpstelvergrendeling (blz. 25) of de vaste afstandsinstelling (blz. 50) worden gebruikt om
scherp te stellen op een ander onderwerp op dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Het onderwerp in het
AF-veld heeft een te
laag contrast
Het onderwerp is te
donker
Het onderwerp is
opgebouwd uit brede
verticale lijnen
Onderwerp bevindt
zich bij zeer helder
object of gebied
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal op de monitor
en het signaallampje naast de zoeker branden. De scherp-
stelling is vergrendeld.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal op de
monitor en het signaallampje naast de zoeker knipperen.
In de handmatige opnamestand (blz. 34) kan de scherpstelling op vaste afstanden worden
ingesteld met de optie Focus mode van het menu. Kijk op blz. 50 voor meer informatie over de
scherpstelmogelijkheden, en op blz. 36 voor het gebruik van het menu.
Camera-info