42
AUTOMATISCHE OPNAMESTAND
Met de zelfontspanner stelt u het moment van de opname met ongeveer 10 seconden uit, zodat u
zelf op de foto kunt komen. Wordt de transportsstand ingesteld op zelfontspanner, dan verandert de
scherpstelmethode van Subject Tracking AF in enkelvoudige AF met de mogelijkheid
van scherpstelvergrendeling (blz. 51). De zelfontspanner wordt ingesteld in het menu
van de automatische opnamestand (blz. 38) of in de basic-sectie van het menu van
de multifunctionele opnamestand (blz. 56).
Plaats de camera op statief, bepaal de beelduitsnede zodanig dat het onderwerp
binnen het scherpstelkader valt. Druk de ontspanknop half in om belichting en
scherpstelling te vergrendelen (1). Druk de ontspanknop geheel in om het aftellen te
starten. Omdat scherpstelling en belichting worden bepaald bij half indrukken van de
ontspanknop moet u niet voor de camera gaan staan. Controleer altijd de scherp-
stelling met de scherpstelsignalen voordat u het aftellen start
(blz. 51).
Tijdens het aftellen knippert het zelfontspannerlampje voorop de
camera (3); het knipperen gaat vergezeld van een audio-sig-
naal. Een paar seconden voor de opname gaat het lampje snel-
ler knipperen. Vlak voordat de opname wordt gemaakt, brandt
het lampje constant. Wilt u het aftellen stoppen, druk dan op de
op/neertoets van de stuurknop of zet de keuzeknop in een
andere stand. Het audiosignaal kan worden uitgeschakeld in de basis-
sectie van het setup-menu (blz. 96).).
U kunt de zelfontspanner ook gebruiken om bij lange tijdopnamen cameratrilling te vermijden.
Wanneer u vanaf statief fotografeert kunt u opnamen van statische onderwerpen (landschap-
pen, stillevens, macro-opnamen) met de zelfontspanner maken. Omdat er op het moment dat
de opname begint geen contact met de camera is kan de fotograaf zo geen trilling veroorzaken.
Opnametips
1
2
3
Zelfontspanner