41
In de stand voor continu-opnamen worden er achtereen opnamen gemaakt zolang de ontspanknop
ingedrukt wordt gehouden. De continu-stand werkt als de motordrive van een conventionele fotoca-
mera. Het aantal opnamen dat u achtereen kunt opnemen en het haalbare tempo zijn afhankelijk van
de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte. De maximale opnamesnelheid is 1,2 beeld per
seconde met de sluiter FX aan (blz. 101), of 1,5 beeld per seconde als die uit staat. De continu-stand
stelt u in via het menu voor de automatische opnamestand en in de basic-sectie van het menu van
de multifunctionele opnamestand (blz. 56).
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en ingedrukt wordt gehouden, begint de
camera opnamen te maken; hij gaat door totdat het maximale aantal opnamen is
bereikt of totdat de ontspanknop wordt losgelaten. Deze stand werkt niet in de super-
fijn stand (blz. 46), er wordt dan maar één beeld opgenomen. De ingebouwde flitser
kan worden gebruikt, maar de camera wacht steeds met de vol-
gende opname totdat de flitser opgeladen is.
Bepaal de beeldcompositie als beschreven bij de basis-
technieken (blz. 26). Druk de ontspanknop half in om de scherp-
stelling op het onderwerp te vergrendelen en de belichting voor
de serie vast te stellen. Druk de ontspanknop geheel in om de
serie te starten en houd hem ingedrukt (1).
Onderstaand overzicht geeft het maximum aantal opnamen aan dat met verschillende instellingscom-
binaties voor beeldgrootte en -kwaliteit te maken is.
Economy
Standaard
Fijn
2272 X 1704
Beeld-
kwaliteit
Beeld-
grootte
1600 X 1200 1280 X 960 640 X 480
4
8
16
8
16
32
13
26
49
49
91
156
1
Continu transport