20
CAMERA INSTELLINGEN
ONDERWERP PROGRAMMA’S
Via de Onderwerpsprogramma’s optimaliseert u de camera-instellingen voor specifieke opname-situ-
aties. U kiest deze progarmma’s met de Mode toets (p. 18). Een pijltje geeft de gekozen instelling
aan. Deze instelling blijft gehandhaafd tot u deze wijzigt of tot de camera wordt uitgeschakeld.
Close-up – Deze instelling wordt gebruikt voor close-up opna-
men, tussen 25 en 80 cm, gemeten vanaf de lens. Voor het
bepalen van de compositie dient gebruik te worden gemaakt
van de LCD monitor, inplaats van de zoeker. Houd de display
toets ingedrukt voor het activeren van de monitor. Bij de
Close-up instelling is de flitser uitgeschakeld. Dit betekent dat
bij weinig omgevingslicht een waarschuwing voor bewegings-
onscherpte kan verschijnen.
Landschap / Nachtscene – Optimaliseert de camera voor
scherpe en kleurrijke landschap-opnamen, zowel overdag als
in de schemering.. De flitser wordt hierbij uitgeschakeld. Is er
weinig licht dan kan een waarschuwing voor bewegingson-
scherpte verschijnen. Hoe minder omgevingslicht er is, hoe
langer de sluitertijd zal zijn. Het gebruik van een statief wordt
dan aanbevolen.
Nachtportret – voor portretten met subtiele nachtscenes. De
camera instellingen worden zodanig geregeld dat er een juiste
balans ontstaat tussen de geflitste voorgrond en voldoende
doortekening in de achtergrond. De rode-ogen reductie functie
wordt standaard ingeschakeld (p. 19). Vraag personen om niet
te bewegen na de flits, de sluiter kan immers langer open blij-
ven om ook de achtergrond goed weer te geven. Let er op dat
de persoon op de voorgrond wel binnen het flitsbereik valt
(0.8 – 3.0m (in de groothoek-stand), 0.8 – 2.0m (in de tele-
stand).
WAARSCHUWING TEGEN BEWEGINGSONSCHERPTE
Wordt een sluitertijd ingesteld die te lang is om de
camera veilig uit de hand te kunnen gebruiken, dan
zal het rode lampje naast de zoeker gaan knip-
peren. Dit is een waarschuwing dat onscherpte kan
ontstaan door beweging van de camera of het
onderwerp. Het gevaar op bewegingsonscherpte is
groter met het objectief in de tele-stand dan in de
groothoek-stand.
Hoewel deze waarschuwing verschijnt, kan toch gewoon een opname worden gemaakt. Wel is het
raadzaam om de camera op een statief te plaatsen (of eventueel op een stevige ondergrond).Is de
flitser uitgeschakeld en het onderwerp valt binnen het flitsbereik, dan zou u kunnen overwegen om
toch de flitser te gebruiken (p. 19). Het waarschuwingssignaal verschijnt alleen wanneer de flitser is
uitgeschakeld (p. 19), en in de Landschap- en Close-up stand.