Met de Mode toets selecteert u snel en gemakkelijk de
verschillende flitsfuncties en de onderwerpsprogramma’s. Bij
herhaald indrukken van de Mode toets geven pijltjes steeds de
gekozen instelling aan. Wilt u terug naar een vorige instelling, houd
dan de Mode toets ingedrukt en gebruik de links-toets van de
stuurknop om de instellingen (in omgekeerde volgorde) te kiezen.
Na uitschakelen van de camera keert deze altijd terug naar de
basis-instelling: automatisch, zelfdenkend flitsen. Deze instelling
kan ook direct worden geselecteerd door de Mode toets 2 sec.
ingedrukt te houden.
Vier flitsfuncties zijn beschikbaar: Automatisch, zelfdenkend flitsen /
Idem, met rode-ogen reductie / Invulflitsen / Flitser uitgeschakeld (p.
19). Verder kunnen drie onder-werpsprogramma’s worden gekozen:
Nachtportret / Landschap-nachtscene / Close-up (p. 20). De
Onderwerpsprogramma’s stellen de camera optimaal in voor die
specifieke opname-situatie. Elke flits- en onderwerpsprogramma-
stand heeft twee instelposities: de standaard positie en een voor
gebruik met de zelfontspanner (p. 21), zie onder. De Mode toets
kan niet worden gebruikt bij filmclip opnamen (p. 26).
18
MODE TOETS
CAMERA INSTELLINGEN
MODE toets
Zelfontspanner +Close-up stand
Zelfontspanner +Landschap stand
Zelfontspanner +Flitser uit
Zelfontspanner +Nachtportret
Zelfontspanner +Invulflitsen
Zelfontspanner + Rode-ogen red.
Zelfontspanner + Autom. flitsen
Close-up stand
Landschap / Nachtscene stand
Flitser uitgeschakeld
Nachtportret stand
Invulflitsen
Idem, met rode-ogen reductie
Automatisch, zelfdenkend flitsen
• Wordt de camera automatisch uitgeschakeld (p. 11), dan blijft de gekozen instelling gehandhaafd,
m.u.v. de Nachtportret stand, de Close-up stand en de Zelfontspanner stand.