Nederlands / Blz. 35
Elektrische aansluiting
De voedingsspanning van de detectielusdetector aansluiten via aansluitklem X1 op
de sokkel.
De voedingsspanning bedraagt 230 V wisselspanning, 50 Hz.
Aan de uitgang beschikt de detector over twee potentiaalvrije sluitercontacten met de
volgende functies:
- Relais K1: klem 10. en 11. Kanaal 1, 1. Lus
- Relais K2: klem 7. en 8. Kanaal 2, 2. Lus
Impuls zonder richtinglogica
Als de detector een voertuig op het detectieveld signaleert, dan geeft het relais een
uitgangsimpuls van ca 1,5s.
Aanwezigheid zonder richtinglogica
Als de detector een voertuig op het detectieveld signaleert, dan is het contact
geactiveerd, zolang de lus bediend is.
Impuls met richtinglogica
Als de detector een voertuig op het detectieveld signaleert (kanaal 1) en vervolgens
ook op het detectieveld (kanaal 2), dan geeft het relais K1 een uitgangsimpuls van
ca 1,5s.
Als de detector een voertuig op het detectieveld signaleert (kanaal 2) en vervolgens
ook op het detectieveld (kanaal 1), dan geeft het relais K2 een uitgangsimpuls van
ca 1,5s Dauer.
Aanwezigheid met richtinglogica
Als de detector een voertuig op het detectieveld signaleert (kanaal 1) en vervolgens
ook op het detectieveld (kanaal 2), dan schakelt het relais K1 zo lang als de lus
bediend is.
Als de detector een voertuig op het detectieveld signaleert (kanaal 2) en vervolgens
ook op het detectieveld (kanaal 1), dan schakelt het relais K2 zo lang als de lus
bediend is.
Led-functieaanduiding
Na het inschakelen geeft de groene LED (PWR) aan dat de detector klaar is voor in
bedrijf. De rode LED’s (CH1 en CH 2) knipperen na het inschakelen snel en gaan uit
als de automatische afstemming heeft plaatsgevonden
2. Functiebeschrijving