18
5. Markeer het sensortype en druk op
ENTER. (Indien fietssnelheid en -cadans
in de ANT+-instellingen ingesteld staan
als een gecombineerde sensor, wordt
enkel "FietsSnl/Cad" weergegeven. Als
ze als aparte sensoren zijn ingesteld,
wordt zowel "FietsSnl" als "Fietscadans"
weergegeven.}
6. Indien de gekozen sensor niet compatibel
is met het actieve activiteitsprofiel,
verschijnt er een waarschuwing. De
sensor kan nog steeds geactiveerd
worden, de waarschuwing herinnert
u eraan dat de sensor niet compatibel
is met het momenteel geselecteerde
activiteitstype.
7. Druk op ENTER om de huidige stand van
de sensor om te schakelen (geactiveerd of
gedeactiveerd).
8. Na activering wordt er informatie over de
status van de sensor weergegeven.
Zodra een sensor is geactiveerd, gaat de
Switch op zoek naar de sensor. Zodra de
communicatie met de sensor tot stand is
gekomen wordt een melding weergegeven
die aangeeft dat de sensor gevonden en
verbonden werd.
Statusaanduidingen:
•Verbonden-Switch heeft een verbinding
met de sensor tot stand gebracht.
•Zoeken-Switch is op zoek naar de sensor.
•Standby-De sensor is geactiveerd,
maar is niet compatibel met het huidige
activiteitstype. Wanneer het activiteitstype
wordt gewijzigd naar een type dat
compatibel is met de sensor, gaat de Switch
er automatisch naar op zoek.