23
De 5 bouten (zie afbeelding) losdraaien en vervolgens het invoerhulpstuk
monteren aan de invoertrechter. De 5 bouten bevestigen en goed vastzetten.
UITWERPSCHACHT (2) MONTEREN.
De uitwerpschacht zo positioneren dat de bevestigingsgaten met het wals/rotor
gedeelte overeen komen met de gaten in de uitwerpschacht. Met
behulp van een tweede persoon de invoertrechter met vier bouten,
sluitringen en veerringen vastzetten. Let op! Grijp niet in de messenwals.
Aansluitend alle 4 bouten nogmaals goed natrekken.
Alle boutbevestigingen nogmaals goed nalopen en eventueel natrekken.
14. INGEBRUIKNAME
Voorbereidingen voor gebruik:
Controleer of alle veiligheidskappen aanwezig zijn en functioneel.
Gebruik de hakselaar alleen op een vlakke ondergrond. Gevaar voor omkiepen