WAARSCHUWING
Voor het transport c.q. het opbergen (binnen), de motor van de machine laten
afkoelen, om brandgevaar te vermijden. Bij verplaatsing van de machine
gedurende werkzaamheden, ook over korte afstanden de motor uitschakelen.
• De grondboormachine alleen aan de handgrepen dragen. Niet met het motorhuis in
aanraking komen (verbrandingsgevaar)
• Bij transport in een voertuig de grondboormachine goed opbergen. .
• Bij het transport de brandstoftank (12) altijd geheel leeg maken.
5.1 Opslag
Opslag van de grondboormachine gedurende meer dan een maand:
Smeer, stof en vuilresten grondig van de motor verwijderen.
Het luchtfilter schoonmaken en bij sterke vervuiling c.q. beschadiging vervangen.
Cilinder ribben goed schoonmaken.
De grondboormachine veilig in een voor kinderen niet toegankelijke ruimte opslaan. De
grondboormachine niet buiten laten staan c.q. opslaan.
Brandstoftank en de carburateur leegmaken.
Aandrijfmechanisme olie verwisselen.
6. INGEBRUIKNAME
LET OP! Leest u zorgvuldig de gebruiksaanwijzing door (zie veiligheidsvoorschriften).
Niet alleen werken, in noodsituaties moet er iemand in uw omgeving zijn.
Verzeker u zelf, dat zich in het werkbereik (minimale afstand 30 meter) van de
grondboormachine geen kinderen of andere personen aanwezig zijn. Let op
dieren.
Controleer op de te boren plaats of er geen kabels of leidingen aanwezig zijn.
Controleer de functies en de bedrijfsveiligheid van de grondboormachine. Houdt bij
het werken met de grondboormachine beide handgrepen stevig vast.
Zorg voor een stabiele standplaats ook gedurende het boren.
Buig niet te ver naar voren gedurende het boren.
Zorg voor een probleemloze vrijloop (onbelast draaien) van de machine. De boor
mag ook bij een warme motor in de vrijloop niet rond draaien. Schakel de motor
meteen uit als u duidelijke veranderingen aan de motor constateert.
De gebruikte en warmgelopen grondboor niet op droog gras leggen of op brandbare
voorwerpen (Brandgevaar!)
Boor het gat in verschillende etappes om tussendoor de grond af te kunnen voeren.
De grondboor loodrecht in de grond boren. Niet schuin boren! Dek de geboorde
gaten altijd af om verwondinggevaar te voorkomen.
Gebruik de grondboormachine alleen waarvoor hij gemaakt is, het boren in de grond.
WAARSCHUWING
Bij alle werkzaamheden aan de grondboormachine altijd de motor uitschakelen,
bougie verwijderen en handschoenen dragen. De grondboormachine mag pas
gestart worden nadat alles weer compleet in elkaar is gezet en extra gecontroleerd.