30
De koelruimte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende vocht op de achterwand
van de koelruimte wordt via de dooiwaterafvoer naar een ver-
dampingsschaal buiten de koelruimte afgevoerd. Het dooiwater
verdampt door de warmte van de compressor - waterdruppels
tegen de achterwand zijn een gevolg van het ontdooiproces en
heel normaal.
W U hoeft er slechts op te letten dat het dooiwater door de
afvoeropening in de achterwand boven de groenteladen
onbelemmerd kan wegstromen.
Het vriesvak*
moet regelmatig met de hand worden ontdooid. Dikkere lagen
ijs en rijp verhogen het energieverbruik!
W Een dunne laag rijp kan vaak met een kunststof schraper
worden weggeschraapt.
W Een dikkere laag rijp of ijs moet ontdooid worden, bij
voorkeur bij een leeg apparaat. Anders de ingevroren levens-
middelen in krantenpapier wikkelen en op een koele plaats
bewaren, totdat het ijs ontdooid is.
W Zet de temperatuurregelaar op de stand "0" of trek de stek-
ker uit het stopcontact.
W Laat de deur open staan, zet evt. een bak met warm, niet
kokend water in het vak.
Voor het ontdooien en verwijderen van
ijs geen elektrische verwarmings- of
stoomreinigingsapparatuur, ontdooi-
sprays, open vlammen of metalen voor-
werpen gebruiken. Gevaar voor verwonding en bescha-
diging!
W Neem het dooiwater met een spons of een doek op, maak
het vak vervolgens schoon en wrijf het droog.
Reinigen
W Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen.
Stekker uit het stopcontact trekken of de voorge-
schakelde zekeringen eruit schroeven resp. laten
aanspringen.
W Binnenruimte en delen van het interieur met lauwwarm water
en een beetje schoonmaakmiddel met de hand reinigen.
Niet met stoomreinigingsapparatuur werken - gevaar voor
verwonding en beschadiging!
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale
allesreiniger. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat
enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhouds-
producten.
W Bij apparaten in rvs-uitvoering* een normaal rvs-schoon-
maakmiddel gebruiken.
- Behandel het apparaat na de reiniging met een rvs-onder-
houdsmiddel (gelijkmatig in de slijprichting) om het de beste
bescherming te geven. Donkere plaatsen op de
rvs-oppervlakte en een intensievere kleur kort na de reini-
gingsbeurt zijn normaal.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcen-
treerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakpro-
ducten of chemische oplosmiddelen die zand, chloride of
zuur bevatten: die beschadigen de oppervlakte en kunnen
corrosie veroorzaken.
- Het typeplaatje op de binnenkant van het apparaat niet be-
schadigen of verwijderen - het is belangrijk voor de techni-
sche dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De
plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de
hand reinigen: ze zijn niet vaatwasmachinebestendig.
W Als u het bovenste deurvak (boter- en kaasvak) wilt verwi-
jderen, dan het vak altijd samen met het deksel* verwijde-
ren! Daarna een zijstuk van het vak voorzichtig naar buiten
duwen totdat de dekselpen vrij komt en het deksel zijwaarts
weggehaald kan worden; daarbij op eventuele lagerbussen*
letten.
W Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
W Reinig de afvoeropening in de achterwand
boven de rechter groentelade regelmatig.
Gebruik indien nodig een spits hul-
pmiddel, bijv. een wattenstaafje.
W Let erop dat er geen schoonmaakwater in
de afvoergoot, ventilatieroosters en elek-tri-
sche onderdelen dringt.
Ontdooien, reinigenVriesvak*
* afhankelijk van model en uitvoering
Vriesvak*
(* indien aanwezig, afhankelijk van model, afb. A)
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur van -18 °C
en lager (vanaf de middelste temperatuurinstelling) diepv-
riesproducten en ingevroren levensmiddelen verscheidene
maanden bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse
levensmiddelen invriezen.
Opmerking: De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een
thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen. Dit
heeft echter bij een gevuld vak weinig invloed op de ingevro-
ren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de ingevroren
levensmiddelen bedraagt hierbij dan het gemiddelde van deze
schommelingen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door
ingevroren worden. Voedingswaarde, vitamines, uiterlijk en
smaak van de levensmiddelen blijven dan het beste bewaard.
Daarom doet u er goed aan bij het invriezen van grotere hoe-
veelheden verse levensmiddelen als volgt te werk te gaan:
W Ca. 4 uur voor het erin leggen
- de temperatuurregelaar op de middelste tot koudste
stand instellen (ca. 6).
Reeds opgeslagen diepvriesproducten krijgen een koudere-
serve.
W Vervolgens de verse levensmiddelen erin leggen. Er kan
max. 2 kg/24 uur worden ingevroren.
De verse levensmiddelen zo goed mogelijk verdeeld op de
bodem van het vak leggen en niet met reeds opgeslagen
diepvriesproducten in contact brengen; ontdooien wordt
hierdoor vermeden.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe in te vriezen levens-
middelen bevroren. Zet de temperatuurregelaar in de
normale stand terug. Het normale koelproces wordt weer
hersteld.
Aanwijzingen voor het bewaren
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen
onmiddellijk in het koude vak worden gelegd.
W Eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur niet opni-
euw invriezen, maar tot een gerecht verwerken.
W Als richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt:
Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden
Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden
Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden
Worst, ham 2 tot 4 maanden
Kant-en-klare gerechten 2 tot 4 maanden
Groente en fruit 6 tot 12 maanden
Kaas, brood, bakproducten 2 tot 6 maanden
Van gistdeeg gebakken gebak 1 tot 5 maanden
Consumptie-ijs 2 tot 3 maanden
Of de bovenste of de onderste waarde geldig is, hangt af
van de kwaliteit van de levensmiddelen, de voorbewerking
voor het invriezen en de kwaliteitseisen van de individue-
le huishouding. Voor wat vettere levensmiddelen gelden
steeds de onderste waarden; vetten worden snel ranzig.
IJsblokjes maken
W IJsblokjeshouder met water vullen.
W IJsblokjeshouder in het apparaat
zetten en laten bevriezen.
W De ijsblokjes komen los uit de hou-
der door deze te buigen, of wanneer
de ijsblokjeshouder korte tijd onder
stromend water wordt gehouden.