125
Bij zeer grote contrasten tussen lichte en donkere
partijen is het belichtingsbereik van de film onvol-
doende om zowel in het "licht" als in de "schaduw"
alle helderheidsverschillen te registreren. Het is
aan de fotograaf in welke partijen hij nog tekening
wenst. Iemand kan dan bijv. als zwarte silhouette
(onderbelicht) voor een juist belicht landschap, of
juist belicht voor een "bleke" achtergrond (over-
belicht) staan.
Het meten van "licht" en "schaduw" en een daaruit
voortvloeiend compromis voor de belichting leidt
gewoonlijk tot onbevredigende resultaten omdat
zowel in de lichte als donkere partijen onder-
scheid verloren gaat.
Bewust krapper of ruimer gekozen belichtingen
versterken vaak het karakter van een foto en kun-
nen daarom als beeldvormend middel zinvol wor-
den toegepast.