42
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplich-
te gebruik van de veiligheidsgordels
(en de inzittenden erop attent te
maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt.
De gordelband mag
nooit gedraaid zijn. Het
diagonale gordelgedeelte
moet via het midden van de
schouder schuin over de borst
liggen. Het horizontale gordelge-
deelte moet over het bekken (fig.
56) en niet over de buik liggen.
Draag geen voorwerpen (sie-
raden, gespen, enz.) die een goed
aansluiten van de gordel op het
lichaam verhinderen.
Het is streng verboden
onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordel-
spanners te demonteren of open
te maken. Werkzaamheden aan
de veiligheidsgordels en gordel-
spanners moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd perso-
neel. Wendt u altijd tot de
Lancia-dealer.
Als de gordel aan een
zware belasting wordt
blootgesteld (bijvoorbeeld
tijdens een ongeval), dan moet de
gordel samen met de verankerin-
gen, bevestigingspunten en de
gordelspanners worden vervan-
gen. De gordel kan verzwakt zijn,
ook als de schade niet zichtbaar
is.
fig. 56
L0B0190b
Voor maximale veilig-
heid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de
leuning aan gaan zitten en de
gordel goed laten aansluiten op
borst en bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor als achterin de auto!
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig let-
sel of dodelijke afloop bij een
ongeval.