21
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
INSTRUMENTEN
SNELHEIDSMETER fig. 22
Geeft de snelheid van de auto aan.
TOERENTELLER fig. 23
Geeft het motortoerental per minuut
aan.
BELANGRIJK De regeleenheid van de
elektronische inspuiting blokkeert tij-
delijk de toevoer van brandstof als de
motor met te hoge toerentallen draait,
waardoor het motorvermogen zal af-
nemen.
Bij stationair draaiende motor kan de
toerenteller onder bepaalde omstan-
digheden een geleidelijke of herhaalde
toerentalstijging aangeven.
Dit is een normaal verschijnsel en kan
optreden als bijvoorbeeld de aircon-
ditioning of de elektroventilateur
wordt ingeschakeld. In deze gevallen
dient een geringe toerentalstijging
voor het behoud van de lading van de
accu.
Het waarschuwingslampje A geeft aan
dat er nog ongeveer 6 liter brandstof
aanwezig is.
Rijd niet met een bijna lege brand-
stoftank: door een onregelmatige
brandstoftoevoer kan de katalysator
beschadigen.
BRANDSTOFMETER fig. 24
De brandstofmeter geeft het aantal li-
ters brandstof aan dat in de tank aan-
wezig is (zie de paragraaf “Tanken”).
fig. 22
L0D0241m
fig. 24
L0D0023m
fig. 23
L0D0242m
fig. 25
L0D0024m