140
141
Problemen oplossen
Werkt de camera niet naar behoren, zet hem dan uit, verwijder en herplaats de batterij, of ontkoppel
de lichtnetadapter en sluit hem weer aan. Zet de camera altijd met de hoofdschakelaar uit, anders kan
de geheugenkaart beschadigd raken en kunnen de camera-instellingen worden teruggezet.
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Knipperende
sluitertijd en/of
diafragma.
Onderwerp of tafereel buiten
belichtingsbereik van de camera.
VERZORGING EN OPSLAG
Lees de informatie goed door, zodat uw camera optimaal kunt gebruiken. Bij een goede verzorging
zult u van deze camera vele jaren plezier beleven.
Camera-onderhoud
• Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken.
• Zet de camera tijdens transport uit.
• Deze camera is niet waterdicht of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de
batterijen of de geheugenkaart, of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade lei-
den.
• Denk er aan het water en op het strand aan dat u de camera niet aan water en zand blootstelt.
Water, zand, stof of zout kan de camera beschadigen.
• Laat de camera niet lang in de zon liggen. Richt het objectief niet rechtstreeks naar de zon; de CCD
kan erdoor beschadigd raken
Reinigen
• Is de camera vuil, veeg hem dan zachtjes schoon met een zachte, schone en droge doek. Komt de
camera in contact met zand, blaas dan eerst de losse deeltjes weg, anders kan vegen of poetsen
tot krassen leiden. Poetsen kan tot krassen leiden.
• Wilt u het oppervlak van het objectief schoonmaken, blaas dan eerst stof of zand weg; is verdere
reiniging nodig, bevochtig dan een met lensreinigingsvloeistof bevochtigde lenstissue of zachte
doek en poets het glas voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit organische oplossingen voor het reinigen van de camera.
• Raak het lensoppervlak nooit met uw vingers aan.
Opslag
• Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde plaats, uit de buurt van stof en chemi-
caliën. Gaat u de camera lange tijd niet gebruiken, bewaar hem dan in een luchtdichte doos met sili-
cagel droogmiddel.
• Verwijder de batterijen en de geheugenkaart uit de camera wanneer u de camera langere tijd niet
gaat gebruiken.
• Bewaar de camera niet in een ruimte waar naftaleen of mottenballen worden gebruikt.
• Tijdens lange opslag is het goed de camera af en toe eens te laten werken. Gaat u hem na lang-
durige opslag weer gebruiken, controleer dan eerst of alles goed functioneert.
Onderwerp of tafereel buiten
belichtingsbereik van de camera.
Pas de belichting aan tot het knipperen
stopt of verander cameragevoeligheid
(blz. 51).
Mapnummer
verschijnt niet.
Bij weergave
verschijnen geen
opnamen.
Map is niet geselecteerd met de
optie View folder in sectie 1 van
het weergavemenu.
Onjuiste belichting
bij zeer lichte of
zeer donkere
onderwerpen.
Pijlen knipperen aan
beide zijde van de
LW-schaal.
Gebruik bij weinig licht de flitser van de
camera. Plaats bij teveel licht een
grijsfilter voor het objectief om het licht
te verminderen.
Anti-Shake-schaal
in de zoeker
knippert.
Anti-Shake werkt
niet.
CCD-storing.
Zet de camera uit en weer aan. Blijft de
Anti-Shake-schaal knipperen, neem dan
contact op met de technische dienst
van Konica Minolta.
Selecteer de map met het menu (blz.
82).