107
106
Setup-menu
TAAL (LANGUAGE)
U kunt de taal van de menu’s wijzigen. Markeer de huidige taal en
druk op de centrale toets van de stuureenheid om het taalscherm te
openen.
AUDIOSIGNALEN (AUDIO SIGNALS)
Wanneer u de ontspanknop half indrukt klinkt een audiosignaal als
de scherpstelling in orde is. Het audiosignaal kan worden uitge-
schakeld in sectie 1 van het setup-menu (blz. 102).
LCDbrightness –
Data storage
English
Date/Time set –
NTSC
On
Transfer mode
Video output
Audio signals
Language
English
LCDbrightness
Date/Time set
Transfer mode
Video output
Audio signals
Language
Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid om de
menutaal te selecteren.
Druk op de centrale toets van de stuureenheid om de
instelling te voltooien. Druk op de menutoets om het
scherm te sluiten zonder iets te veranderen.
Japanese Español
Chinese
Italiano
Svenska
English
Deutsch
Français
Language
:sel. :enter
DATUM EN TIJD INSTELLEN (DATE/TIME SET)
Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een foto opneemt worden datum en tijd bij
de beeldinformatie opgeslagen; bij weergave worden ze afgebeeld. Ook kunt u datum en tijd oproe-
pen met behulp van de DiMAGE Viewer of DiMAGE Master software.
Na het selecteren van de optie “Date/Time set” in sectie 1 van het setup-menu verschijnt het scherm
voor datum en tijd.
Gebruik de links/rechts-toetsen of het achterste instelwiel
om het onderdeel te selecteren dat u wilt veranderen.
Gebruik de op/neer-toetsen of het voorste instelwiel om het
onderdeel te veranderen.
Druk op de centrale toets om de instelling te voltooien.
2004 . 10 . 23
13 : 14
Date/Time set
:enter:move :sel
YYYY/MM/DD
GEHEUGEN BESTANDSNUMMERS (FILE # MEMORY)
File # memory Off
Std. form
100KM023
–
Folder name
Select folder
New folder
Wanneer het geheugen voor bestandsnummering is geselecteerd
dan krijgt na het aanmaken van een nieuwe map het eerstvolgende
nieuwe bestand een nummer dat 1 hoger is dan het laatst opgesla-
gen bestand. Zo kunt u verschillende mappen aanmaken; de
bestandsnummers blijven in de volgorde van opname. Wordt het
geheugen voor bestandsnummers uitgeschakeld, dan krijgt elke
nieuwe opname een nummer dat 1 hoger is dan het laatst opgesla-
gen nummer in de map.
Is het geheugen voor bestandsnummers actief en wordt de geheugenkaart gewisseld, dan zal het eer-
ste bestand dat op de nieuwe kaart wordt opgeslagen 1 hoger zijn dan het laatste bestand dat op de
vorige kaart werd opgenomen, mits de nieuwe kaart geen beeld met een hoger bestandsnummer
bevat. Is dat laatste het geval, dan zal het bestandsnummer van het nieuwe beeld 1 hoger zijn dan
het hoogste bestandsnummer op de nieuwe kaart.