Shutter lock On
0.3s. display
On
Automatic
Auto rotate
AF area setup
Monitor disp.
Rec. display
AS finder disp.
97
96
Custom-menu (Persoonlijke instellingen)
AUTO AF SETUP
Auto AF - de camera maakt zelf de keuze tussen enkelvoudige AF
en continu AF, afhankelijk van de beweging van het onderwerp.
DMF - Directe handmatige scherpstelling (DMF). Nadat het AF-
systeem heeft scherpgesteld verschijnt de aanduiding voor hand-
matige scherpstelling (MF) in de zoeker. De scherpstelling kan ver-
volgens door de fotograaf worden bijgeregeld.
FUNCTIE INSTELWIELEN (CTRL DIAL SET)
De werking van de instelwielen in het volautomatische programma, programma-automatiek en hand-
matige belichtingsregeling (blz. 39) kan in sectie 2 van het custom-menu worden veranderd (blz. 92).
Deze persoonlijke functie heeft twee opties:
De werking van de Auto AF scherpstelstand (blz. 52) kan in sectie 1 van het custom-menu worden
veranderd (blz. 92). Deze persoonlijke functie heeft twee opties:
Met het voorste instelwiel stelt u de sluitertijd in.
Met het achterste instelwiel wijzigt u het diafragma.
SS
F/no.
F/no. SS
Met het voorste instelwiel wijzigt u het diafragma.
Met het achterste instelwiel stelt u de sluitertijd in.
FUNCTIE INSTELWIELEN - BELICHTINGSCORRECTIE
U kunt de belichtingscorrectie toewijzen aan het voorste of achter-
ste instelwiel in sectie 2 van het custom-menu (blz. 92). In de opna-
mestand draait u simpelweg het geselecteerde instelwiel om direct
een belichtingscorrectie in te stellen. De stand van de belichtings-
correctieknop bepaalt of er met 1/2 of 1/3 stops wordt gecorrigeerd.
Meer informatie over belichtingscorrectie op blz. 97.
VERGRENDELING INSTELWIEL (CTRL. DIAL LOCK)
De vergrendeling van de instelwielen kan worden ingesteld in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 92).
Wanneer de vergrendeling actief is, kan de belichting alleen worden veranderd wanneer het AF-
systeem of het belichtingssysteem is geactiveerd met een van de bedieningsorganen van de camera.
Hiermee voorkomt u per ongeluk verstellen van de belichting.
WERKING BELICHTINGSCORRECTIE (EXP. COMP. SET)
De werking van de belichtingscorrectie kan worden ingesteld in sectie 2 van het opnamemenu (blz.
92). Deze persoonlijke functie heeft twee opties:
Ambient & flash - gebruikt u de belichtingscorrectie met flitslicht, dan worden zowel de belichting
voor het omgevingslicht als de flitsdosering gecorrigeerd.
Ambient only - de flitsbelichting wordt niet gecorrigeerd, de gewone belichtingsinstellingen (sluiter-
tijd, diafragma, cameragevoeligheid) wel.
AF-HULPLICHT (AF ILLUMINATOR)
Ctrl dial set
Off
On
Off
Ambient&flash
Exp. comp.
Ctrl dial lock
Exp. comp. set
AF illuminator
SS F/no.
SLUITERVERGRENDELING (SHUTTER LOCK)
Als er geen objectief op de camera zit zorgt de sluitervergrendeling
ervoor dat de sluiter niet kan worden geopend, om te voorkomen
dat er stof op de CCD komt. Zet de sluitervergrendeling uit wanneer
u de camera op een telescoop of microscoop bevestigt. De sluiter-
vergrendeling kan worden aan- en uitgezet in sectie 3 van het
custom-menu (blz. 92).
De ingebouwde flitser wordt gebruikt als AF-hulplicht. Is het te donker om goed te kunnen scherp-
stellen, klap dan de flitser uit. De flitser geeft een paar korte flitsseries om de scherpstelling bij te lich-
ten. Wordt een externe flitser bevestigd, dan wordt die als hulplicht gebruikt. Het AF-hulplicht kan
worden aan- en uitgezet in sectie 2 van het custom-menu (blz. 92).
Het bereik van het AF-hulplicht is circa 1 tot 5 m. Bij continu AF wordt het AF-hulplicht niet gebruikt.
Het AF-hulplicht werkt mogelijk niet bij brandpuntafstanden van 300 mm of langer of met de 3x-1x
Macro Zoom.