36
NL
nemen met de serviceafdeling.
GEBRUIK
INSCHAKELEN
Schakel eerst het apparaat in. De AAN/UIT schakelaar voor de
loopband bevindt zich naast de netkabel aan de voorzijde onder
de motorkap. Duw de schakelaar in de “AAN“ positie.
VEILIGHEIDSLEUTEL
Controleer voor elke training het functioneren van de veiligheids-
schakelaar. Bevestig de veiligheidssleutel aan de veiligheidsscha-
kelaar en de kabel aan uw kleding. Is de veiligheidssleutel niet
aan de veiligheidsschakelaar bevestigd, wordt het symbool veilig-
heidssleutel op de computer getoond.
BEGINNEN MET TRAINEN
Voor het opstappen en afstappen altijd de handrails vastpakken.
Ga voor begin van de training op de zijplatformen van de loop-
band staan. Het apparaat nooit aanzetten als u op het loopvlak
staat. Begin uw training met een langzame snelheid en verhoog
dan de snelheid resp. de hellingshoek. Loop zoveel mogelijk in het
midden van het loopvlak.
Houdt uw lichaam en uw hoofd tijdens de training altijd naar voren
gericht. Probeer nooit u op de loopband om te draaien terwijl de
band nog beweegt.
TRAININGSPROGRAMMA‘S
Manueel programma
Nadat het apparaat ingeschakeld en de veiligheidssleutel geplaatst
is, drukt u op de START toets. De loopband wordt na 3 seconden
met 1,0 km/h (0,6 mph) gestart.
U kunt de snelheid of de hellingshoek tijdens de training te allen
tijde verhogen / verlagen. Om de training te beëindigen drukt u
op de STOP toets.
Bij een manuele start van de training worden de velden trai-
ningsafstand en trainingstijd opgeteld. Het manuele programma is
een training zonder tijdlimiet. Het trainingsprogramma kan aan
het einde niet opgeslagen worden.
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de veiligheidssleutel en bevestig de clip aan de kleding
van de gebruiker.
3. Druk op de START toets om met de training te beginnen.
PROGRAMMAKEUZE
De gebruiker heeft de mogelijkheid tussen diverse programma’s te
kiezen.
Volgende programma’s kunnen gekozen worden:
P1 : Hellingshoekprogramma: met 3 verschillende profielen
P2 : Snelheidsprogramma: met 3 verschillende profielen
P3 : Calorieënprogramma
P4 : Afstandprogramma
P5 : HRC Hellingshoekprogramma
P6 : HRC Snelheidsprogramma
Na de keuze van een programma kan de gebruiker programme-
ringen invoeren. De voorgeprogrammeerde waarde knippert en
toont dat u deze kunt bevestigen of wijzigen. Zodra u uw waardes
ingegeven en bevestigd heeft, kunt u met de training op de loop-
band beginnen
P1 : HELLINGSHOEKPROGRAMMA: MET 3 PROFIELEN
U kunt onder „P1: Hellingshoekprogramma“ tussen drie voorge-
programmeerde profielen kiezen. U kunt de snelheid of de hel-
lingshoek tijdens de training te allen tijde verhogen / verlagen. De
tijdprogrammering wordt in het veld teruggeteld en de afgelegde
afstand opgeteld.
1. Schakel het apparaat in.
2. Bevestig de veiligheidssleutel aan de loopband en de clip aan
de kleding van de gebruiker.
3. Het „P1: Hellingshoekprogramma“ met de cursortoetsen kiezen
en met enter bevestigen.
4. Tijdingave bevestigen (Enter) of wijzigen (cursortoetsen).
5. Een profiel kiezen (cursortoetsen) en met Enter bevestigen.
6. Maximale hellingshoek bevestigen (Enter) of wijzigen (cursor-
toetsen).
7. Enter toets indrukken om met de training te beginnen.
8. De training kan te allen tijde met de STOP toets onderbroken
worden, hervatten van de training is binnen 3 minuten moge-
lijk..
P1 : Hellingshoekprofiel 1
P1: Hellingshoekprofiel 2
P1: Hellingshoekprofiel 3
P2 : SNELHEIDSPROGRAMMA: MET 3 PROFIELEN
U kunt onder „P2: Snelheidsprogramma“ tussen drie verschillende
profielen kiezen. U kunt de snelheid of de hellingshoek tijdens de
training te allen tijde verhogen / verlagen. De tijdprogrammering
wordt in het veld teruggeteld en de afgelegde afstand opgeteld.