21
WEERGAVEWAARDES
Weergave Tekens Bereik Trappen
PULSE (bpm) XXX 40 - 240 1
CAL (kcal) XXX 1 - 999 1
STEIGUNG / INCLINE (%) XX 0 - 12 1
TIME (min:sec) XX:XX 00:01 - 99:00 00:01
DISTANCE (km) XX.X 00.1 - 99.0 0.1
DISTANCE (mile) XX.X 00.1 - 99.0 0.1
SPEED (km/h) XX.X 01.0 - 16.0 0.1
SPEED (mph) XX.X 00.6 - 10.0 0.1
1 Trainingsinstellingen
Instellen van de snelheid
Met de SPEED toets (+) wordt de snelheid tijdens de training
met 0,1 km (mph) verhoogd.
Met de SPEED toets (-) wordt de snelheid tijdens de training met
0,1 km (mph) verminderd.
Langer indrukken van de toets resulteert in een automatische
waardedoorloop.
Instellen van de hellingshoek
Met de STEIGERUNG INCLINE toets (+) wordt de hellingshoek
met 1% verhoogd.
Met de STEIGERUNG INCLINE toets (-) wordt de hellingshoek
met 1% verlaagd.
Langer indrukken van de toets resulteert in een automatische
waardedoorloop.
Uit veiligheidsoverwegingen kan de hellingshoek uitsluitend
manueel ingesteld worden. Uitzondering hierop vormen de drie
volgende programma's: P4, P5, = hellingprogramma's en P8 =
H-SI (hartslagcontroleprogramma) door snelheid en hellings-
hoek. Het is mogelijk de hellingshoek ook in de stopmodus in te
stellen.
Maar de hellingshoek kan tijdens het programmeren niet inge-
steld worden.
Programmakeuze
Tijdens de stopmodus kunt u met de PROGRAM toets een pro-
gramma kiezen.
Scanfunctie
De scanfunctie geeft u de mogelijkheid de waardes voor calo-
rieën of polsslag afwisselend weer te laten geven.
Na de start worden de waardes voor calorieën of polsslag in
het CAL/PULSE veld automatisch afwisselend getoond. Of calo-
rieën of polsslag weergegeven wordt, kunt u zien aan het
PULSE LED of de CAL LED. Na kortstondig bedienen van de
SCAN toets wisselt het veld van calorieën naar polsslag of
omgekeerd. De gekozen weergave blijft in het veld staan.
Nogmaals indrukken van de SCAN toets resulteert in een nieu-
we wisseling van de weergave. Langer indrukken van de SCAN
toets resulteert weer in een automatische wisseling.
Cool down functie
Als u uw training met de COOL DOWN functie wilt onderbre-
ken, druk dan op de COOL DOWN toets, ook als u zich mid-
den in een programma bevindt. Als de COOL DOWN toets
ingedrukt wordt, wordt het lopende programma automatisch
onderbroken en het apparaat gaat direct naar het cool down
programma, dat vier minuten duurt. In de eerste twee minuten
wordt de snelheid en de hellingshoek met 50% verlaagd (uit-
gaand van uw laatste displaywaardes). In de laatste twee minu-
ten wordt de snelheid nogmaals met 50% verlaagd en de hel-
lingshoek naar 0% verlaagd. Daarna stopt de band en wordt
het trainingsprogramma beëindigd.
Recovery functie
Als tijdens de training een polsslagsignaal voorhanden is, kunt
u met deze toets de RECOVERY functie starten. De loopband
wordt stil gezet. De belastingpolsslag wordt gemeten en een
minuut later de herstelpolsslag. Hieruit volgt een conditiecijfer.
Bij gelijke training is de verbetering van dit conditiecijfer een
maatstaf voor de verbetering van uw conditie.
In het TIME veld loopt een 60 seconden durende countdown. In
het DISTANCE veld wordt de belastingpolsslag opgeslagen, in
het SPEED veld wordt de herstelpolsslag weergegeven en in het
STEIGUNG INCLINE veld wordt het conditiecijfer berekend. Na
ca. 16 seconden schakelt de computer in een pauzemodus.
Berekening van het conditiecijfer:
Cijfer = 6 -
(
10 x (P1 – P2)
)
2
P1
P1 = belastingpolsslag, P2 = herstelpolsslag
F 1,0 = uitstekend
F 6,0 = onvoldoende
Stop-pauze-functie
Als u de STOP toets tijdens de training indrukt, wordt het pro-
gramma onderbroken en de pauzemodus geactiveerd. Nadat
de loopband volledig stilstaat, telt het TIME veld van 03.00
terug. Tijdens de pauzemodus functioneren alleen de START en
STOP toetsen.
Als u tijdens de pauzemodus binnen drie minuten de START
toets indrukt, start de loopband weer en gaat de snelheid naar
de waarde van voor de activering van de pauzemodus. De trai-
ningswaardes worden weer opgeteld vanaf het punt van onder-
breking.
Als u tijdens de pauzemodus op de STOP toets drukt, wordt het
programma beëindigd. Als u na drie minuten géén andere toet-
sen indrukt, beëindigt de loopband automatisch het trainings-
programma.
2. Trainingsstatistiek
Als u de training voltooid of beëindigd heeft, toont de computer
16 seconden lang uw trainingsstatistiek. Nadat de loopband
volledig stil staat, worden in de velden de totale tijd, de totale
afstand, het totale aantal calorieën en de gemiddelde snelheid
weergegeven. Vervolgens schakelt de computer in de stopmo-
dus en is gereed voor de volgende training. Indien u de trai-
ningsstatistiek over wilt slaan, op STOP drukken en de weerga-
ve van de statistieken wordt onderbroken.
3. Calorieënberekening
De calorieënberekening is een oriënteringswaarde. Op de bere-
kende waarde kan géén medische aanspraak gemaakt worden.
4. Polsslag ontvangst
De loopband is met een handpolsmeting uitgerust. Om een
goede handpolsmeting te garanderen, dienen beide handsenso-
Functies en bediening van de trainingscomputer TX1
NL