– NL – Trainings- en bedieningshandleiding
in- en uitschakelen van de netschakelaar teruggezet worden. Ver-
schijnt de foutmelding vervolgens weer, dient u contact op te nemen
met onze serviceafdeling.
USB
De USB bus bevindt zich aan de achterzijde van het console. Via
deze interface is een gegevenswisseling met een PC door middel
van de KETTLER software mogelijk.
GEBRUIK
INSCHAKELEN
Schakel eerst het apparaat in. De aan/uit schakelaar van de loop-
band bevindt zich naast de netkabel aan de voorzijde onder de
motorbekleding. Duw de schakelaar in de “AAN” positie.
VEILIGHEIDSSLEUTEL
Controleer voor elke training het functioneren van de veiligheidss-
leutel. Plaats de veiligheidssleutel in de veiligheidsschakelaar en
bevestig de kabel aan uw kleding. Is de veiligheidssleutel niet ge-
plaatst, wordt er “SAFETY KEY” op de display weergegeven.
OPSTAPPEN OP DE LOOPBAND EN AFSTAPPEN VAN
DE LOOPBAND
Wees voorzichtig als u op de loopband stapt of van de loopband
afstapt. Probeer de greepstangen te gebruiken als u op- of afstapt.
Ga niet op de loopband staan, als u het gebruik van de loopband
voorbereidt. Spreid uw voeten en plaats ze op de beide zijplat-
formen naast het loopvlak. Plaats uw voeten pas op het loopvlak als
deze met een constante snelheid begint te bewegen. Stap voor uw
eigen veiligheid pas op het loopvlak als deze met een snelheid van
hoogstens 2 km/h beweegt.
Houd uw lichaam en uw hoofd tijdens de training altijd naar voren
gericht. Probeer nooit u op de loopband om te draaien terwijl deze
nog in beweging is. Stop de loopband na de training door in-
drukken van de STOP toets. Wacht totdat de band volledig stil-
staat, voordat u probeert van het loopvlak af te stappen.
Als u zich bij een bepaalde snelheid niet op uw gemak voelt, en
niet zeker weet hoe u de loopband moet stoppen, houd u dan aan
de greepstangen vast, neem uw voeten van het loopvlak en zet ze
op de zijplatformen naast het loopvlak. De Zijplatformen zijn een
geschikte plek om uit te rusten eer u de training hervat. Denk er
steeds aan om voor uw eigen veiligheid en comfort met een lage
snelheid te beginnen.
TRAININGSPROGRAMMA’S
MANUELE PROGRAMMA
Nadat het apparaat ingeschakeld is en de veiligheidssleutel ge-
plaatst, eenvoudigweg op de START toets drukken. De loopband
wordt na 3 seconden met 0,8 km/h gestart. U kunt de snelheid of
de hellingshoek tijdens de training te allen tijde verhogen / verla-
gen. Om de training te beëindigen drukt u gewoon op de STOP
toets om de loopband te stoppen.Bij een manuele start van de trai-
ning wordt het veld trainingsafstand/ DISTANCE en trainings-
tijd/TIME opgeteld.
Het manuele programma is een training zonder tijdlimiet. Het trai-
ningsprogramma kan daarna niet opgeslagen worden.
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig de
clip aan uw kleding.
3. Druk op de START toets om de training te starten.
PROGRAMMAKEUZE
De gebruiker heeft de mogelijkheid tussen ALLROUND of PRO-
FESSIONAL programma’s te kiezen.
Het programma ALLROUND heeft de volgende subprogramma’s:
1. User program : 5 gebruiker programma’s
2. Fat Burner : 4 voorprogrammeringen (2 helling, 2 snelheid)
3. Distance program : 4 voorprogrammeringen (4 helling)
4. HRC Incline : 4 HRC voorprogrammeringen (4 polsslagprofie-
len)
5. Fitnesstest 1
Het programma PROFESSIONAL heeft de volgende subprogram-
ma’s:
1. RACE program : wedstrijd met 5 opgeslagen programma’s
(User programma in ALLROUND keuze).
2. Interval program : 4 voorprogrammeringen (2 helling, 2
snelheid)
3. Hill program : 4 voorprogrammeringen (2 helling, 2 snel-
heid)
4. HRC Speed/Incline : 4 HRC voorprogrammeringen (4 polss-
lagprofielen)
5. Fitnesstest 2
Na de keuze van een programma kan de gebruiker programme-
ringen ingeven. De geprogrammeerde waarde knippert en toont
dat u of de knipperende waarde kunt bevestigen of de waarde
kunt wijzigen. Zodra u een waarde ingeeft en bevestigd heeft, kunt
u met de training op de loopband beginnen.
USER PROGRAMMA
De gebruiker heeft de mogelijkheid zijn opgeslagen programma
opnieuw te trainen en opnieuw op te slaan. Voor het opslaan dient
het trainingsprogramma compleet doorlopen te zijn.
U kunt onder ALLROUND in het USER programma tussen persoon
1-5 kiezen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig de
clip aan uw kleding.
3. Het User programma kunt u onder ALLROUND kiezen.
4. Een PERSON (1-5) kan gekozen worden (</>). Druk op de
ENTER toets om te bevestigen.
5. GEWICHTSEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (
▼ ▲).
6. ALTERSEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (
▼ ▲).
7. TIJDPROGRAMMERING bevestigen (enter) of wijzigen (
▼ ▲)
resp. AFSTANDPROGRAMMERING bevestigen (enter) of
wijzigen (▼ ▲)
8. START toets indrukken om met de training te beginnen.
9. Aan het einde kunt u het afgelopen programma opslaan
(toets USER) of met de HOME toets afbreken.
10.PERSON 1-5 kiezen (NAME)
11.Het opslaan kunt u door indrukken van de USER toets bevesti-
gen.
FAT BURNER
Een looptraining met het zwaartepunt bij gewichtsreductie (vetver-
branding). Bij dit programma wordt door tijdprogrammering de
hellingshoek of de snelheid automatisch geregeld.
U kunt onder ALLROUND in het Fat Burner programma tussen vier
voorgeprogrammeerde profielen (twee hellingshoekprofielen en
twee snelheidprofielen) kiezen. U kunt de snelheid of de hellings-
hoek tijdens de training te allen tijde verhogen / verlagen. De voor-
geprogrammeerde tijd wordt in het veld TARGET teruggeteld.
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig de
clip aan uw kleding.
3. Het FAT BURNER programma kunt u onder ALLROUND kie-
zen.
32