37
NL
ST 7609-68
Training
Persoonlijke trainingsprogrammeringen
Allgemeen
– Zonder aparte programmeringen tellen de waardes in
de diverse functies [TIME, DISTANCE, CALORIES en
PULSE] van >0< omhoog.
– Voor een zinvolle training is het voldoende bij slechts
in één functie [TIME, DISTANCE, CALORIEN of PULSE]
een doelwaarde in te stellen.
– Als een persoonlijke doelwaarde als trainingsprogram-
mering ingesteld wordt, telt de computer vanaf deze
waarde terug. Bij het bereiken van de doelwaarde >
0< hoort u een signaal. Als daarna, zonder program-
mering van een nieuwe doelwaarde, verder getraind
wordt, telt de computer in deze modus weer van >0<
omhoog.
– Eenmaal ingestelde doelwaardes kunnen tijdens de trai-
ning niet gewijzigd worden, uitsluitend als het appa-
raat stil staat.
Doelwaardeprogrammering
Het instellen van de doelwaardes is bij alle functies het-
zelfde: bijv. DISTANCE
1. Druk op de MODE-toets totdat in het veld DISTANCE
het getal knippert en het grote getal in de display staat
(afkorting > DST)
2. Door kort indrukken van de toets SET wordt de waarde
verhoogd. Bijv. DISTANCE in 0,5 km stappen. Als u
de SET-toets ingedrukt houdt vindt er een snellere telling
plaats.
3. Als u de doelwaarde weer wilt verlagen, druk dan kort
op de RESET-toets. Er wordt weer van >0< opgeteld.
Druk nogmaals op de SET-toets tot aan de doelwaarde.
4. Als u de doelwaarde ingesteld heeft, druk dan op de
MODE-toets. De waarde is dan in deze functie opge-
slagen en u gaat naar de volgen functie bijv. CALO-
RIES.
5. Programmeer de waarde indien mogelijk slechts in een
functie, omdat de trainingsdoelen elkaar anders over-
lappen. Bijv. als u het geprogrammeerde tijddoel eer-
der zou bereiken als het voorgeprogrammeerde
afstandsdoel.
6. De voorgeprogrammeerde waardes in de andere func-
ties [TIME, CALORIES of PULSE] worden, als onder 1-4
beschreven, ook met de toetsen SET, RESET en MODE
ingevoerd.
Na het afsluiten van de programmeringen kunt u met
trainen beginnen. Tijdens de training wisselt in de dis-
play de weergave van de diverse functies elke 6 secon-
den. Als u tijdens deze weergave op de MODE-toets
drukt, blijft de gekozen functie in de display in grote
getallen staan. In het kleine veld knippert de functie-
naam bijv. PULSE. Nogmaals indrukken van de MODE-
toets activeert de SCAN-functie > elke 6 seconden weer-
gavewisseling.