200
Programmeren stil-alarmnummers
Elke alarmlus heeft een eigen geheugen voor het stil-alarm-
nummer dat ingeval van alarm gekozen moet worden.
U kunt twee nummers programmeren.
Let op! U moet eerst het eerste stil-alarmnummer programmeren
voordat u het tweede stil-alarmnummer kunt programmeren.
Als u beide alarmlussen aan dezelfde alarmfunctie hebt
gekoppeld, zullen in een alarmsituatie alle geprogrammeerde
alarmnummers worden gekozen. In welke volgorde de num-
mers worden gekozen is per situatie verschillend.
Het 24-uurs alarm dat reageert op het openen respectievelijk
sluiten van de alarmlus, maakt gebruik van het (de) stil-
alarmnummer(s) behorend bij de alarmlus waaraan deze
functie is gekoppeld.
Het 24-uurs alarm dat reageert op het uitblijven van een
toestelactiviteit (hoorn opnemen), maakt naar uw keuze
gebruik van de functies van alarmlus 1 of 2.
U kunt de betreffende alarmlus dan niet meer gebruiken.
U kunt de stil-alarmnummers uitsluitend programmeren
vanaf toestel 11, dus met toegangscode 99 . Daarna
volgt de functiecode van de stil-alarmnummers. Deze functie-
code bestaat uit vier cijfers. Vervolgens voert u het stil-alarm-
nummer in. U sluit af met /.
Dit zijn de functiecodes van de stil-alarmnummers.
Stil-alarmnummer 1 voor alarmlus 1: 7510.
Stil-alarmnummer 2 voor alarmlus 1: 7520.
Stil-alarmnummer 1 voor alarmlus 2: 7610.
Stil-alarmnummer 2 voor alarmlus 2: 7620.
Als u wilt dat het geprogrammeerde nummer na het program
-
meren niet meteen gebeld wordt, laat u 0 staan. U hoort na
het programmeren een acceptatietoon en u legt op. Als u wilt
dat het nummer na het programmeren direct gebeld wordt,
verandert u 0 in 1. Na het programmeren legt u niet op.
Pin