199
9.3.6 Alarmfuncties programmeren en instellen
Om alarmfuncties aan een alarmlus te koppelen gaat u als
volgt te werk:
– alvorens u de alarmfuncties aan een bepaalde alarmlus
kunt koppelen, dient u eerst het stil-alarmnummer te
programmeren (dit is niet van toepassing voor het intern
alarm). U kunt twee nummers programmeren.
–u dient de eigenschappen van de alarmlus(sen) in te
stellen. Deze stap kunt u overslaan indien u de basis-
instellingen wilt gebruiken.
–u koppelt de alarmfunctie aan één of beide alarmlussen.
Ieder van deze stappen is hieronder beschreven.
In het dagelijks gebruik hoeft u dan nog uitsluitend het alarm
in- of uit te schakelen.
Basisinstelling van de alarmfuncties
Door het inschakelen van de basisinstelling wordt een even-
tueel ingeschakeld alarm uitgeschakeld.
De basisinstelling van de alarmfuncties is:
– beide alarmlussen
• uitgeschakeld;
• NC;
• inlooptijd 90 seconden;
• geen alarmfunctie gekoppeld;
• geheugen alarmnummer leeg;
– geheugen ontvangstbevestigingscode leeg.
De basisinstelling kan worden verkregen door na het kiezen
van de toegangscode 99 en de PIN-code tweemaal
700 plus het afsluitteken / te kiezen.
U kiest: 99 700/ {
_
700/ {
_
.
De basisinstelling kan ook voor elke alarmlus afzonderlijk
worden ingeschakeld door de volgende codes te kiezen:
alarmlus 1: 99 730/ {
_
730/ {
_
;
alarmlus 2: 99 740/ {
_
740/ {
_
.
Pin
Pin
Pin
Pin