Nog een voorbeeld: de pion staat op 43. U heeft dus al
43 publieksfiches weggespeeld. U beantwoordt de vraag weer goed.
De overige spelers leggen 19 fiches op een fout antwoord. U ontvangt
9.500 euro. De pion gaat door naar 62. De 18 fiches gaan uit het
spel. Let op: de pion passeert weliswaar het vakje 50 maar
de uitbetaling blijft 500 euro per fiche. Pas bij de volgende vraag
verdient de kandidaat 1.000 euro per fiche.
Laatste voorbeeld. De pion staat op 90. De vraag wordt goed
beantwoord. De overige spelers leggen 5 fiches op een verkeerd
antwoord. De kandidaat verdient 50.000 euro. De pion gaat door
naar 95. Er zijn nu nog 5 publieksfiches in het spel.
Twee extra’s om Eén tegen 100 nog spannender te maken:
De Escapes
Niemand kan alles weten. Daarom heeft een kandidaat -net als in de
TV-show- drie keer de mogelijkheid om een escape in te zetten.
Dit meldt hij aan de spelleider vóórdat hij een vraag beantwoordt.
Maar nadat het onderwerp en de vraag zijn voorgelezen. Hij geeft
het kaartje aan de spelleider en deze legt het op het vakje op het
speelbord.
Met een escape koop je het juiste antwoord. Het kost een deel van
het tot dan toe verdiende geld. De overige spelers moeten de vraag
echter wel beantwoorden. De publieksfiches die door hen op
het verkeerde antwoord (letter) zijn gelegd, worden wel
weggespeeld en de pion wordt dus ook verzet. De kandidaat kan in
een ronde, waarin hij een escape gebruikt, niets verdienen; sterker
nog, in zo’n ronde raakt hij geld kwijt. Dit moet hij teruggeven aan
de spelleider.
De 1e escape kost 25% van het geld, dat hij tot dan toe
had verdiend.
De 2e escape kost 50% van het geld, dat hij tot dan
had verdiend.
De 3e escape kost maar liefst 75% van het geld, dat hij tot
dan toe had verdiend.