7-13
7
Onderhoud
Koelvloeistof
De koelvloeistof moet worden ver-
verst volgens de intervallen van het
onderhoudsschema.
Versnellingsbakolie (indien
van toepassing)
Controleer de versnellingsbakolie
volgens het onderhoudsschema.
Double clutch transmissie
vloeistof
(indien van toepassing)
Controleer de Double clutch-trans-
missie vloeistof volgens het onder-
houdsschema.
Automatische-
transmissievloeistof
(indien van toepassing)
Het vloeistofniveau moet in het
"HOT" bereik van de peilstok zijn,
nadat de motor en aandrijving op
werktemperatuur is. Controleer het
niveau met draaiende motor en de
aandrijving in neutraal, met de par-
keerrem correct toegepast op een
vlakke ondergrond.
Informatie
Automatische-transmissievloeistof is
in eerste instantie rood van kleur.
Door het rijden wordt de automatis-
che-transmissievloeistof donkerder.
Dit is normaal en de verkleuring is
geen reden om de vloeistof te vervan-
gen.
Het gebruik van andere dan de
voorgeschreven vloeistof kan
storingen en defecten in de trans-
missie veroorzaken. Gebruik al-
leen de voorgeschreven automa-
tische-transmissievloeistof (Zie
"Aanbevolen smeer middelen en
hoeveelheden" in hoofdstuk 8.).
Remleidingen en -slangen
Controleer visueel op juiste bevestig-
ing, schaaf plekken, scheurtjes, ver-
oudering en lekkage. Vervang ver-
ouderde of beschadigde onderdelen
direct.
Remvloeistof
Controleer het vloeistofniveau in het
remvloeistofreservoir. Het vloeistof-
niveau dient zich tussen de merk-
tekens MIN en MAX aan de zijkant
van het reservoir te bevinden.
Gebruik uitsluitend de voorgesch-
reven hydraulische remvloeistof
(DOT3 of DOT4).
Parkeerrem
Controleer het parkeerremsysteem
inclusief het parkeerremhendel en
de kabels.
i
AANWIJZING