16
2 = Wijzig Nivo
Hiermee kan het type gebruiker worden geselecteerd. Er kan uit 4 typen gebruikers worden
gekozen:
0 = Schoonmaker Kan alleen het systeem in- en uitschakelen.
1 = Gebruiker Kan alledaagse taken uitvoeren, maar kan geen fouten resetten.
2 = Manager Als Gebruiker, maar kan fouten resetten.
3 = Master Als Manager, maar kan gebruikerscodes veranderen.
3 = Blokken
Als de blokkenkeuze is ingeschakeld, kunnen de blokken waartoe de gebruiker toegang heeft,
worden gewijzigd. De cijfers die op het display worden weergegeven, geven de blokken aan
waartoe de gebruiker toegang heeft. Druk op de gewenste cijfertoets om het blok in- of uit te
schakelen.
4 = Wijzig Naam
Hiermee kunt u een label van zes tekens aan de gebruiker toewijzen om de identificatie tijdens
de weergave van het gebeurtenislogboek te vergemakkelijken.
5 = RF keyfob
Hiermee kan een draadloze keyfob aan de gebruiker worden toegewezen. Het serienummer van
de fob wordt op de onderste rij weergegeven. Als een nieuwe fob moet worden toegewezen,
moet deze als volgt worden ‘geleerd’:
1. Druk op de stertoets * om het leerproces te starten.
2. Druk op de keyfob op een toets. Op het display wordt aangegeven of de bewerking
is geslaagd.
Als een keyfob moet worden verwijderd, drukt u terwijl het serienummer wordt weergegeven
op de toets B< om het serienummer te verwijderen en drukt u vervolgens op ent.
6 = Max kaart (alleen Mk7 Keyprox/MAX
3
-eenheden)
OPMERKING: voor het programmeren van prox-tags op een 6160 keyprox gebruikt
u menu 5 = RF Keyfob, maar in plaats van stap 1en 2 biedt u uw tag
aan op het prox-bediendeel.
Met deze optie kan een prox-tag worden ingevoerd of verwijderd. Wanneer u deze optie
opent, wordt het serienummer weergegeven van de tag die op dat moment is geprogrammeerd.
Als u de huidige tag wilt verwijderen, drukt u op de toets B< totdat het serienummer is gewist
en drukt u vervolgens op ent.
Als u een nieuwe tag wilt programmeren, wist u een eventueel huidig serienummer en drukt u
tegelijkertijd op de toetsen 1 en A>. Vervolgens houdt u de nieuwe tag voor het prox-
symbool. Het nieuwe serienummer moet op het scherm worden weergegeven. Druk op de toets
ent om het nieuwe nummer op te slaan.
Als u een MAX
3
wilt programmeren, typt u het nummer in dat op de MAX-tag staat. Druk op
de toets ent om het nieuwe nummer op te slaan en af te sluiten.
7 = Dwang
Wanneer de optie Dwang is ingeschakeld, wordt een geforceerd panieksignaal verzonden naar
een meldkamer wanneer een gebruikerscode, fob of tag wordt gebruikt. Dwangcodes moeten
alleen in levensbedreigende situaties worden gebruikt.