14
Menu 26 - Inbraakspoor
Met deze optie kunt u een overzicht weergeven van de meest recente alarmactiveringen.
De optie Inbraakspoor registreert de details van het in- en uitschakelen van het systeem
onmiddellijk vóór en na de activering van het alarm, evenals de eerste vijf gebeurtenissen
die plaatsvinden tijdens de activering van het alarm. Deze informatie wordt door de
inbraakspoorfunctie bewaard tot de volgende keer dat een alarm wordt geactiveerd. Bij het
openen van de optie drukt u op de toetsen A en B om door de zeven inbraakspoormeldingen
te bladeren.
Wanneer u tijdens het bekijken van de optie Inbraakspoor op de toets # drukt, verschijnt
aanvullende informatie over bepaalde gebeurtenissen: bij gebruikersgebeurtenissen
worden het bediendeel, het gebruikersniveau en het huidige blok weergegeven, bij
alarmgebeurtenissen verschijnt de zonebeschrijving als deze is gedefinieerd.
Menu 31 - Looptest
Met dit menu kunt u de zones handmatig testen. Deze functie bevat de volgende
twee subopties:
1 = Test alle zones
Hiermee worden alle overbrugbare zones onmiddellijk in de looptest geplaatst.
2 = Selecteer zones
Hiermee kan de gebruiker specifieke zones voor de test selecteren. Wanneer u de optie
selecteert, wordt de eerste zone weergegeven met het zonenummer en de beschrijving op de
bovenste rij. Op de onderste rij wordt de teststatus weergegeven. Als u op de toets # drukt,
wordt die zone voor de test geselecteerd en wordt het betreffende bericht in de benedenhoek
weergegeven. U kunt elke zone in- en uitschakelen door op de toets # te drukken. Wanneer
alle vereiste zones voor de test zijn geselecteerd, drukt u op de toets ent om de test te starten
of op de toets esc om te annuleren.
Nadat de test is gestart, zullen door activering van een detector tijdens de test de
bediendeelbuzzers twee maal piepen. Ook het zonenummer en de beschrijving worden op het
bediendeel weergegeven. Wanneer meer dan één zone tegelijk wordt geactiveerd, kunt u de
functietoetsen gebruiken om alle actieve zones weer te geven.
OPMERKING: bij draadloze bewegingsdetectors moet u er altijd voor zorgen dat de
detectors die geselecteerd worden, tenminste drie minuten geen beweging
zien voordat u de looptest activeert. Dit is nodig omdat de draadloze
bewegingsdetectors in de slaapstand worden gezet nadat ze zijn geactiveerd
om batterijspanning te besparen bij herhaaldelijke activeringen.
Druk op de toets esc om te looptest te beëindigen. Alle zones waarin de looptest is
uitgevoerd, worden in het gebeurtenislogboek opgenomen.
Menu 32 - Test uitgang
Met deze menuoptie kunt u de sirene en flitser testen. Er zijn twee subopties waarmee u de
sirene of de flitser kunt selecteren. Selecteer het gewenste apparaat en druk op ent. Vervolgens
wordt de status weergegeven van de huidige staat van het apparaat (aan of uit). Wanneer
u op de toets ent drukt, wordt de status voor het testen van het apparaat in- of uitgeschakeld.
Druk op esc om de test te beëindigen.