Korte inleiding:
speelbord in het
midden, egel op
egelveld, mand
op veld, fruit aan
de bomen,
egel: 4 vruchten
3 bruggen op het
spelbord
Habermaaß-spel Nr. 4208
Dokter Egel
Een samenwerkingsspel voor 2 – 5 behulpzame kinderen van
4 - 8 jaar,waarbij desondanks een kind kan winnen.
Spelidee: Christoph Rotburg
Illustraties: Petra Probst
Speelduur: ca. 15 minuten
Beste ouders,
bij dit coöperatief spel leren kinderen, dat ze samen in een groep veel meer
kunnen bereiken dan alleen. In plaats van „één tegen allen” luidt hier het
motto: „samen zijn we sterker”! Wie het meest fruit verzamelt wint wel het
spel, maar enkel als alle gezamenlijk de egel vlijtig helpen – in het andere
geval zullen ze met z´n allen verliezen.
Hansje Hazelmuis heeft kou gevat en ligt in bed. Roosje Roodborst heeft
haar vleugel bezeerd en moet het rustig aandoen. Gelukkig komt de goede
Dokter Egel iedere dag op bezoek met hun lievelingskostje: appels en
peren, zodat ze beiden snel weer beter worden. Helpen jullie de egel
daarbij?
Spelinhoud:
1 egel met stekels
18 appels
18 peren
3 bruggen
2 fruitmandjes
1 spelbord
1 dobbelsteen met afbeeldingen
Doel van het spel:
Wie verzamelt het vlijtigst appels en peren bij elkaar? Maar alleen wie ook
wat aan de behulpzame egel afstaat, zodat hij z'n zieke vrienden wat te
eten kan brengen, kan het spel winnen - anders verliest iedereen.
Spelvoorbereiding:
Het spelbord ligt uitgeklapt midden op tafel.
Zet de egel met de stekels op het grote egelveld en elk van de twee fruit-
mandjes naast het hol en het nest van de hazelmuis en het roodborstje.
Van alle 18 peren en appels worden er 16 op iedere overeenkomstige
boom gelegd. De twee appels en twee peren die zijn overgebleven
moeten tussen de stekels van de egel worden gestoken. Dat gaat het best
met het steeltje naar beneden, zodat ze er niet weer uit kunnen vallen.
Tenslotte worden de drie bruggen in de uitsparingen van het spelbord
gestoken en wordt de dobbelsteen klaargelegd.
15
Voici quelques strophes pour consoler les enfants malades :
La recette pour guérir :
Trois jours de pluie,
Trois jours à dormir,
Adieu la maladie.
Petit muscardin au lit cloué,
Le hérisson vient te voir,
Il t’apporte une poire,
Fini de te moucher le nez.
Rouge-gorge, bientôt vole,
Ton ami le hérisson
T’apporte des pommes,
Pour ta guérison.
Informations sur les hérissons :
• Les hérissons sont des insectivores, mais ils se régalent aussi de vers de
terre, d’escargots, de fruits, de noisettes et de champignons.
• Deux fois par an, en mai et en septembre, le hérisson donne naissance à
environ 5 à 7 petits qui sont allaités par la femelle.
• Les hérissons sont actifs la nuit : grâce à leur très bon odorat et à leur
moustache aux poils très sensibles, ils se repèrent facilement dans le
noir.
• S’il se sent menacé, le hérisson se roule en boule, sortant ses piquants
(entre 5.000 et 10.000) . Les plus grands ennemis des hérissons sont :
• les carnassiers (renards, putois, grands ducs) ;
• les voitures (beaucoup de hérissons se font écraser lorsque, le soir, ils
sont à la recherche d’insectes sur les routes où le macadam est encore
chaud) ;
• les limaces empoisonnées qu’ils mangent.
•A l’automne, le hérisson est à la recherche de nourriture afin qu’il puisse
emmagasiner suffisamment de réserves de graisse pour l’hiver. Il hiberne
dans des tas de feuilles sèches, dans les composts ou dans des
branchages où il s’enroule jusqu’au printemps. Si vous avez un jardin, ne
brûlez donc pas tous vos déchets.
• Si vous trouvez un hérisson en hiver, vous pouvez le nourrir avec de la
nourriture pour chat ou de la viande hachée et lui donner de l’eau à boire
(surtout pas de lait). Appelez le refuge pour animaux.
14
