NEDERLANDS
23
CASSETTE-MODE
________________________________________________________________________
Opname van de tuner, een CD of een externe
programmabron
1 Cassette zonder wisbeveiliging in het cassettevak leggen en de gewenste
positie met »F. FWD. ıı« of »REW. ľľ « zoeken.
2 Gewenste signaalbron vanwaar u wilt opnemen met »SOURCE« aan de
stereo-installatie selecteren.
3 Start de opname met »REC. ● «.
– De toets »PLAY
ı
« klikt automatisch vast.
Aanwijzing:
Bij opnames van de CD start automatisch de weergave van de titel of van het
muziekprogramma van de CD.
4 Opname met »STOP/EJECT ■/
ə
« voortijdig beëindigen.
Aanwijzingen:
Op opname-pauze met »PAUSE II« schakelen.
Opname met »PAUSE II« voortzetten.
De stereo-installatie schakelt aan het einde van de cassette automatisch op
stop.
Sneller vooruit-/terugspoelen van de cassette
1 Uit stop »F. FWD. ıı« of »REW. ľľ « aan de stereo-installatie
drukken.
– »F. FWD. ıı« spoelt naar het einde van de band, »REW. ľľ « spoelt
naar het begin van de band.
2 Op de gewenste plaats »STOP/EJECT ■/
ə
« aan de stereo-installatie
indrukken.