aanwijzingen bij de installatie
aanwijzingen bij de installatie
Uw radiobesturingssysteem moet in ieder geval op de juiste manier in het model worden ingebouwd. Hier volgen een aantal
tips om uw GRAUPNER-uitrusting in te bouwen:
1. Wikkel de ontvanger in schuimrubber van minimaal 6 mm dikte; maak het schuimrubber vast met een elastiekje, om de
ontvanger te beschermen tegen trillingen, een crash of een harde landing.
2. De ontvangerantenne moet vast in het model zijn ingebouwd, zodat deze zich niet om de propeller of een
roer kan wikkelen. Strek de ontvangstantenne echter nooit in een exact rechte lijn uit, maar leg deze bij een
vliegtuigmodel, b.v. boven het hoogteroer, op het uiteinde ca. 10 … 15 cm om in een L-vorm voor een
optimale ontvangst. Wanneer dit niet mogelijk is, moet u al in de romp de antennekabel een kort stuk, b.v. in
de buurt van de ontvanger, in een S-vorm neerleggen.
3. Alle schakelaars moeten zo zijn ingebouwd, dat ze niet in de straal van de uitlaat liggen en niet beïnvloed worden door
trillingen. Het knopje van de schakelaar moet vrij toegankelijk zijn.
4. Monteer de servo’s op rubber tulen met de messing holnieten, om ze tegen trillingen te beschermen. Trek de
bevestigingsschroeven niet te hard aan, anders verliezen de tulen hun effect. Op de afbeelding rechts ziet u, hoe een servo
gemonteerd dient te worden. de messing holniet wordt vanaf de onderkant in de rubbertule geschoven. Wanneer de
schroeven op de juiste manier zijn aangetrokken, biedt deze bevestiging veiligheid en bescherming tegen trillingen.
5. De servohevels moeten over hun totale uitslag vrij kunnen bewegen. Let erop, dat stuurstangen e.d. de uitslag van de
servo niet kunnen hinderen. Let er ook op, dat de uitslag van de servo in geen geval mechanisch wordt begrensd.
Verander de mechanische aansturing in dit geval door de aansluitingen van de stuurstangen te veranderen of verklein als
alternatief de servo-uitslag resp. pas in het menu “servo-instelling” de optie “uitslagbegrenzing” toe.
De volgorde, waarin de servo’s moeten worden aangesloten, hangt van het modeltype af. Let op de aansluitschema’s op de
bladzijden 37 en 43.
Let ook op de veiligheidsaanwijzingen op de bladzijden 4 … 6.
servobevestiging
bevestigingsflens
schroef
rubber tule
messing holniet
Om ongecontroleerde bewegingen van de aan de ontvanger aangesloten servo’s te vermijden,
bij het inschakelen
eerst de zender,
dan de ontvanger aanzetten
en bij het stoppen
eerst de ontvanger,
dan de zender uitzetten.
Let er bij het programmeren van de zender in ieder geval op, dat elektromotoren niet onbedoeld kunnen gaan draaien of een
met een automatische starter uitgeruste verbrandingsmotor niet per ongeluk start. Maak voor de veiligheid de vliegaccu los
resp. onderbreek de brandstoftoevoer.
reikwijdte-test:
Vóór ieder gebruik moet de correcte functie van alle stuurfuncties worden getest en een reikwijdtetest op de grond met
ingeschroefde en uitgetrokken zenderantenne worden uitgevoerd. Een eventueel aanwezige motor aanzetten, om de
storingsgevoeligheid te testen.