programmeervoorbeeld: F3A-model
F3A-modellen horen tot de categorie van motoraangedreven vleugelmodellen. Ze worden door een
verbrandingsmotor of een electromotor aangedreven. Modellen met een electromotor zijn niet alleen toegestaan
in de internationale kunstvluchtklasse F3A, maar ook in de electrokunstvluchtklasse F5A.
De principiële opmerkingen en aanwijzingen aangaande de mechanische inbouw van een
radiobesturingsinstallatie, die al bij het eerste programmeervoorbeeld op bladzijde 92 werden genoemd, gelden
natuurlijk ook voor F3A-modellen en hoeven daarom hier niet nog eens vermeld te worden.
Correct gebouwde F3A-modellen hebben een verregaand neutraal vlieggedrag. In het ideale geval reageren ze
heel goedmoedig maar exact op stuurbewegingen, zonder dat de verschillende vlieg-assen elkaar wederzijds
beïnvloeden.
De F3A-modellen worden via rolroeren, hoogteroer en richtingsroer gestuurd. In de regel wordt elk rolroer
bediend via een eigen servo. Daarbij komt nog de regeling van het vermogen van de motor (gasfunctie) en in
veel gevallen nog een intrekbaar landingsgestel. De bezetting van de kanalen 1 tot 5 is dus niet verschillend van
de eerder beschreven vleugelmodellen:
De extra functie “intrekbaar landingsgestel” is bedoeld voor één van de kanalen 6 tot 9. Het beste kunt u het
landingsgestel via één van de 2-weg-schakelaars bedienen. Bovendien kan – indien nodig – nog een
sproeiernaaldverstelling voor de carburateur worden ingebouwd. Daarvoor gebruikt u het beste een
schuifregelaar op de zender, die één van de nog ongebruikte kanalen bedient.
speciale functie
speciale functie
sproeiernaalverstelling
intrekbaar landingsgestel
rolroerservo rechts
richtingsroer
hoogteroerservo
rolroerservo of QR-servo links
motordrossel resp. regelaar bij e-aandrijving
Bij het bezetten van extra kanalen aan de zender is het raadzaam, er op te letten, dat de nodige
bedieningselementen goed te bereiken zijn, omdat men tijdens het vliegen - met name bij wedstrijden – “niet zo
veel tijd heeft” om de stuurknuppels los te laten.
programmering
Omdat de principes van de zender al uitvoerig op de bladzijden 92 e.v. beschreven werden, geven we hier alleen
F3A-specifieke tips weer.
In het menu …
“servo-instelling” (bladzijde 54)
worden de instellingen voor de servo’s ingevoerd. Het is het beste, om met minstens 100% stuuruitslag te
werken, omdat de stuurnauwkeurigheid duidelijk beter wordt, wanneer een grotere servo-uitslag wordt gekozen.
Hiermee moet al rekening worden gehouden bij de bouw van het model en de vormgeving van de
roeraansturingen. Test de draairichting van de servo’s. Het middenpunt van de servo’s moet mechanisch in orde
zijn. Eventuele correcties kunnen via de software in de 3
e
kolom tijdens de eerste testvluchten worden
doorgevoerd.
Via het menu …
“basis-instellingen model” (bladzijde 38)
wordt dan de stationairtrimming bij kanaal 1 geactiveerd (normaal gesproken naar achteren, volgas naar voren).
De digitale trimming heeft dan alleen effect in de richting stationair. De “afschakeltrimming” maakt het u
mogelijk, om met een eenvoudige toets-“klik” direct van de motor “UIT” weer naar de laatst ingestelde
stationairpositie terug te keren.
De overige instellingen laten we zoals in de afbeelding getoond.