657421
27
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/32
Pagina verder
Forerunner
®
735XT
Gebruikershandleiding
April 2016 190-02058-35_0A
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
, het Garmin logo, ANT+
®
, Auto Lap
®
, Auto Pause
®
, Edge
®
, Forerunner
®
, VIRB
®
en Virtual Partner
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Connect IQ
, Garmin Connect
, Garmin Express
, HRM-Run
, HRM-Tri
,
HRM-Swim
, tempe
, Varia
, Varia Vision
en Vector
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet
worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android
is een handelsmerk van Google Inc. Apple
®
en Mac
®
zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het
woordmerk en de logo's van Bluetooth
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen.
The Cooper Institute
®
, en alle gerelateerde handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Shimano
®
en Di2
zijn handelsmerken van Shimano,
Inc. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Training Stress Score
, Intensity Factor
en Normalized Power
zijn handelsmerken van Peaksware, LLC.
Windows
®
is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn
het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product bevat mogelijk een bibliotheek (Kiss FFT) waarvoor een licentie is verkregen van Mark Borgerding onder de 3-Clause BSD-licentie
http://opensource.org/licenses/BSD-3-Clause.
Dit product is ANT+
®
gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: A02924
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................... 1
Knoppen..................................................................................... 1
De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen................ 1
Het menu openen.................................................................. 1
Pictogrammen........................................................................ 1
Training........................................................................... 1
Hardlopen................................................................................... 1
Multisportactiviteiten................................................................... 1
Triatlontraining....................................................................... 1
Hartslag tijdens het zwemmen....................................................2
Zwemmen in het zwembad.................................................... 2
Zwemmen in open water........................................................2
Zwemtermen............................................................................... 2
Binnenactiviteiten........................................................................2
Workouts.....................................................................................2
Een workout via internet volgen............................................. 2
Een workout beginnen........................................................... 2
De trainingsagenda................................................................ 2
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken.................... 3
Intervalworkouts..................................................................... 3
Een intervalworkout maken............................................... 3
Een intervalworkout starten...............................................3
Een workout stoppen........................................................ 3
Een workout annuleren..................................................... 3
Gebruik van Virtual Partner®................................................. 3
Een trainingsdoel instellen..................................................... 3
Een trainingsdoel annuleren............................................. 3
Racen tegen een eerder voltooide activiteit........................... 3
Persoonlijke records.............................................................. 4
Uw persoonlijke records weergeven................................. 4
Een persoonlijk record herstellen...................................... 4
Een persoonlijk record verwijderen................................... 4
Alle persoonlijke records verwijderen................................4
Hartslagmeetfuncties..................................................... 4
De hartslagwidget gebruiken...................................................... 4
Het toestel en de hartslagmeter dragen................................ 4
De polshartslagmeter uitschakelen........................................ 4
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens........................... 4
Uw hartslagzones instellen......................................................... 4
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel................. 5
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin® toestellen............. 5
Hardloopdynamiek...................................................................... 5
Trainen met hardloopdynamiek............................................. 5
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens..................... 6
Gegevens over grondcontacttijd-balans........................... 6
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens............. 6
Fysiologische metingen.............................................................. 6
Over VO2 max. indicaties...................................................... 7
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven........... 7
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven..................... 7
Voorspelde racetijden weergeven......................................... 7
Hersteladvies......................................................................... 7
Hersteladvies inschakelen................................................ 7
Herstelhartslag....................................................................... 7
Uw stressscore weergeven.................................................... 8
Prestatieconditie.................................................................... 8
Uw prestatieconditie weergeven....................................... 8
Lactaatdrempel...................................................................... 8
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te
bepalen............................................................................. 8
Uw FTP-waarde schatten...................................................... 8
Een FTP-test uitvoeren..................................................... 9
Activiteiten volgen......................................................... 9
Activiteiten volgen inschakelen
................................................... 9
De bewegingswaarschuwing gebruiken..................................... 9
Slaap bijhouden.......................................................................... 9
Automatisch doel........................................................................ 9
Minuten intensieve training......................................................... 9
Minuten intensieve training opbouwen.................................. 9
Slimme functies............................................................ 10
Uw smartphone koppelen......................................................... 10
Telefoonmeldingen.............................................................. 10
Bluetooth meldingen inschakelen................................... 10
Meldingen weergeven..................................................... 10
Meldingen beheren......................................................... 10
Audiowaarschuwingen afspelen tijdens het hardlopen........ 10
De muziekbedieningsknoppen gebruiken............................ 10
Een kwijtgeraakte smartphone terugvinden......................... 10
Widgets..................................................................................... 10
De widgets gebruiken.......................................................... 11
Over My Day........................................................................ 11
Bluetooth bedieningswidget................................................. 11
De weerwidget bekijken....................................................... 11
VIRB afstandsbediening...................................................... 11
Een VIRB actiecamera bedienen.................................... 11
De modus Niet storen gebruiken.............................................. 11
Bluetooth connected functies................................................... 11
Connectiewaarschuwing inschakelen op uw smartphone... 11
Bluetooth technologie uitschakelen..................................... 11
Connect IQ™ functies...............................................................11
Connect IQ functies downloaden......................................... 11
Connect IQ functies downloaden via uw computer......... 12
Geschiedenis................................................................ 12
Geschiedenis weergeven......................................................... 12
Tijd in elke hartslagzone weergeven................................... 12
Gegevenstotalen weergeven.................................................... 12
Geschiedenis verwijderen.........................................................12
Gegevensbeheer...................................................................... 12
Bestanden verwijderen........................................................ 12
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 12
Gegevens naar uw Garmin Connect account verzenden......... 12
Garmin Connect........................................................................12
Navigatie....................................................................... 13
De kaart toevoegen.................................................................. 13
Kaartfuncties............................................................................. 13
Uw locatie markeren................................................................. 13
Een locatie bewerken...........................................................13
Een locatie verwijderen........................................................ 13
Uw huidige hoogte en coördinaten weergeven.................... 13
Naar een opgeslagen locatie navigeren................................... 13
Terug naar startlocatie navigeren............................................. 13
Koersen.................................................................................... 13
Een koers van internet volgen............................................. 14
Koersgegevens weergeven................................................. 14
Een koers verwijderen......................................................... 14
Stoppen met navigeren............................................................ 14
ANT+ sensors............................................................... 14
ANT+ sensors koppelen........................................................... 14
Voetsensor................................................................................14
Hardlopen met een voetsensor............................................ 14
Kalibratie van de voetsensor............................................... 14
Trainen met vermogensmeters................................................. 14
Uw vermogenszones instellen............................................. 14
Gebruik van Shimano® Di2™ shifters...................................... 15
Omgevingsbewustzijn............................................................... 15
Compatibele hartslagmeters..................................................... 15
HRM-Swim accessoire.........................................................15
De hartslagmeter passend maken.................................. 15
Inhoudsopgave i
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 15
Tips voor het gebruik van het HRM-Swim accessoire.... 15
Onderhoud van de hartslagmeter................................... 15
HRM-Tri accessoire............................................................. 15
Zwemmen in een zwembad............................................ 15
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 15
Gegevensopslag............................................................. 16
HRM-Run accessoire........................................................... 16
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 16
Onderhoud van de hartslagmeter........................................ 16
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens......................... 16
Uw toestel aanpassen.................................................. 16
Uw gebruikersprofiel instellen................................................... 16
Activiteitenprofielen...................................................................16
Een aangepast activiteitenprofiel maken............................. 17
Uw activiteitenprofiel wijzigen.............................................. 17
Activiteitinstellingen.................................................................. 17
Gegevensschermen aanpassen.......................................... 17
Waarschuwingen................................................................. 17
Bereikwaarschuwingen instellen..................................... 17
Een terugkerende waarschuwing instellen..................... 17
Looppauze-waarschuwingen instellen............................ 17
Een waarschuwing wijzigen............................................ 17
Auto Pause® gebruiken....................................................... 17
Hardlopen met de metronoom............................................. 18
Ronden op afstand markeren.............................................. 18
De rondewaarschuwing wijzigen..........................................18
Auto Scroll gebruiken........................................................... 18
De GPS-instelling wijzigen................................................... 18
De UltraTrac modus gebruiken....................................... 18
Time-outinstellingen voor de spaarstand............................. 18
Instellingen voor activiteiten volgen.......................................... 18
Systeeminstellingen.................................................................. 18
De taal van het toestel wijzigen........................................... 18
Tijdinstellingen..................................................................... 19
Tijdzones......................................................................... 19
De tijd handmatig instellen.............................................. 19
Het alarm instellen............................................................... 19
Een alarm verwijderen.................................................... 19
Schermverlichtingsinstellingen.............................................19
De toestelgeluiden instellen................................................. 19
De maateenheden wijzigen................................................. 19
Indelingsinstellingen.............................................................19
Instellingen voor gegevens vastleggen................................ 19
Toestelinformatie......................................................... 19
Het toestel opladen................................................................... 19
Specificaties..............................................................................19
Forerunner specificaties.......................................................19
HRM-Swim specificaties en HRM-Tri specificaties.............. 20
HRM-Run specificaties........................................................ 20
Toestelonderhoud..................................................................... 20
Het toestel schoonmaken.................................................... 20
Door de gebruiker vervangbare batterijen........................... 20
De batterij van de hartslagmeter vervangen................... 20
Problemen oplossen.................................................... 20
Ondersteuning en updates....................................................... 20
Meer informatie......................................................................... 20
Satellietsignalen ontvangen...................................................... 21
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren............................ 21
Het toestel herstellen................................................................ 21
Gebruikersgegevens wissen.....................................................21
Alle standaardinstellingen herstellen........................................ 21
Toestelgegevens weergeven.................................................... 21
De software bijwerken.............................................................. 21
Levensduur van de batterijen maximaliseren........................... 21
Mijn dagelijkse stappentelling wordt niet weergegeven
............ 21
Mijn toestel speelt geen tonen af in koude
weersomstandigheden............................................................. 21
Appendix....................................................................... 21
Gegevensvelden....................................................................... 21
Softwarelicentieovereenkomst.................................................. 24
3-Clause BSD-licentie...............................................................24
Fitnessdoelstellingen................................................................ 24
Hartslagzones........................................................................... 25
Berekeningen van hartslagzones............................................. 25
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 25
FTP-waarden............................................................................ 25
Index.............................................................................. 26
ii Inhoudsopgave
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt.
Knoppen
À
Houd deze knop ingedrukt om het toestel in of uit te
schakelen.
Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Á
Selecteer deze knop om de timer te starten of te
stoppen.
Selecteer deze knop om een optie te kiezen of een
bericht te bevestigen.
Â
Selecteer deze knop als u een nieuwe ronde wilt
markeren.
Selecteer deze knop om terug te keren naar het vorige
scherm.
Ã
Selecteer deze knop om door de widgets, gegevens-
schermen, opties en instellingen te bladeren.
Selecteer > om een activiteitenprofiel te
selecteren.
Selecteer > om het menu te openen.
Houd ingedrukt om het menu met opties te openen.
De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen
U kunt de toestelknoppen vergrendelen om te voorkomen dat de
knoppen tijdens een activiteit of in de horlogemodus per ongeluk
worden ingedrukt.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Vergrendel toestel.
3
Houd ingedrukt om de toestelknoppen te ontgrendelen.
Het menu openen
1
Selecteer .
2
Selecteer .
Pictogrammen
Een knipperend pictogram geeft aan dat het toestel een signaal
zoekt. Een niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal
is gevonden of de sensor is verbonden.
GPS-status
Status Bluetooth
®
technologie
Status hartslagmeter
Status voetsensor
LiveTrack status
Status snelheid- en cadanssensor
Status Varia
fietsverlichting
Status Varia fietsradar
Varia Vision
status
tempe
sensorstatus
VIRB
®
camerastatus
Forerunner alarmstatus
Vermogensstatus
Training
Hardlopen
De eerste fitnessactiviteit die u op uw toestel opslaat kan een
hardloopsessie, een rit of een andere buitenactiviteit zijn.
Mogelijk moet het toestel eerst worden opgeladen (Het toestel
opladen, pagina 19) voordat u aan de activiteit begint.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Ga hardlopen.
5
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u om de
timer te stoppen.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Hervat om de timer weer te starten.
Selecteer Sla op om uw hardloopsessie op te slaan en de
timer opnieuw in te stellen. U kunt de hardloopsessie
selecteren om een samenvatting te bekijken.
Selecteer Gooi weg > Ja om de hardloopsessie te
verwijderen.
Multisportactiviteiten
Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van
gecombineerde sporten kunnen de aangepaste
multisportprofielen gebruiken (Een aangepast activiteitenprofiel
maken, pagina 17). Wanneer u een multisportprofiel instelt,
kunt u schakelen tussen sportmodi en nog steeds uw totale tijd
voor alle sporten weergeven. U kunt bijvoorbeeld overschakelen
van fietsmodus naar hardloopmodus en de totale tijd voor
fietsen en hardlopen gedurende de gehele workout weergeven.
Triatlontraining
Als u deelneemt aan een triatlon, kunt u het
triatlonactiviteitenprofiel gebruiken om snel over te schakelen op
Inleiding 1
een ander sportsegment, de tijd op te nemen en de activiteit op
te slaan.
1
Selecteer > > Triatlon.
2
Selecteer om de timer te starten.
3
Selecteer aan het begin en eind van elke overgang.
De overgangsfunctie kan in- of uitgeschakeld worden voor
het triatlonactiviteitenprofiel.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Hartslag tijdens het zwemmen
OPMERKING: Hartslag aan de pols is niet beschikbaar tijdens
het zwemmen.
Met het HRM-Tri
accessoire en het HRM-Swim
accessoire
worden uw hartslaggegevens tijdens het zwemmen
geregistreerd en opgeslagen. Als de hartslagmeter onder water
is, worden de hartslaggegevens niet weergegeven op
compatibele Forerunner toestellen.
U moet een activiteit met tijdmeting starten op uw gekoppelde
Forerunner toestel om opgeslagen hartslaggegevens later te
kunnen bekijken. Tijdens rustpauzes uit het water stuurt de
hartslagmeter uw hartslaggegevens naar uw Forerunner toestel.
Uw Forerunner toestel downloadt opgeslagen hartslaggegevens
automatisch wanneer u uw activiteit met tijdmeting opslaat.
Tijdens het downloaden van gegevens moet uw hartslagmeter
uit het water, actief en binnen bereik van het toestel (3 m) zijn. U
kunt uw hartslaggegevens later bekijken in de geschiedenis van
uw toestel en via uw Garmin Connect
account.
Zwemmen in het zwembad
1
Selecteer > > Zwembad.
2
Selecteer de grootte van uw bad of voer een aangepaste
grootte in.
3
Selecteer om de timer te starten.
De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als de timer is
gestart.
4
Start de activiteit.
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen
vast.
5
Selecteer of om extra gegevenspagina's weer te geven
(optioneel).
6
Als u rust, selecteer dan om de timer te pauzeren.
7
Selecteer om de timer opnieuw te starten.
8
Selecteer > Sla op nadat u de activiteit hebt voltooid.
Zwemmen in open water
U kunt het toestel gebruiken voor zwemmen in open water. U
kunt uw zwemgegevens vastleggen, inclusief afstand, tempo en
aantal slagen. U kunt gegevensschermen toevoegen aan het
standaardactiviteitenprofiel voor zwemmen in open water
(Gegevensschermen aanpassen, pagina 17) of uw eigen
profiel maken (Een aangepast activiteitenprofiel maken,
pagina 17).
1
Selecteer Menu > > Open water.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
Dit kan enkele minuten duren.
De satellietbalken worden groen als het toestel gereed is.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Zwemtermen
Baan: Eén keer de lengte van het zwembad.
Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Elke keer dat uw arm waaraan het toestel is
bevestigd een volledige cyclus voltooid, wordt er een slag
geteld.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30
seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op.
Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij
golf, een lage score is beter dan een hoge.
Binnenactiviteiten
Het Forerunner toestel kan worden gebruikt voor training
binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op
een hometrainer.
Bij binnenactiviteiten wordt GPS uitgeschakeld. Als hardlopen of
wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden snelheid, afstand
en cadans berekend met behulp van de versnellingsmeter in het
toestel. De versnellingsmeter voert automatisch een kalibratie
uit. De nauwkeurigheid van de snelheid-, afstand- en
cadansgegevens verbetert na een aantal hardloopsessies of
wandelingen in de buitenlucht met behulp van GPS.
Workouts
U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke
workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en
calorieën. U kunt workouts maken met Garmin Connect of een
trainingsplan selecteren met ingebouwde workouts van Garmin
Connect en deze overzetten naar uw toestel.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U
kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.
Een workout via internet volgen
Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect,
moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 12).
1
Verbind het toestel met uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com.
3
Maak een workout en sla deze op.
4
Selecteer Verzend naar toestel en volg de instructies op het
scherm.
5
Koppel het toestel los.
Een workout beginnen
Voordat u een workout kunt beginnen, moet u een workout
downloaden van uw Garmin Connect account.
1
Selecteer Menu > Training > Mijn workouts.
2
Selecteer een workout.
3
Selecteer Start workout.
4
Selecteer om de workout te starten.
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende
stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de
huidige workoutgegevens weer.
De trainingsagenda
De trainingsagenda op uw toestel is een uitbreiding van de
trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt ingesteld in
Garmin Connect. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de
Garmin Connect agenda kunt u ze naar uw toestel verzenden.
Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden,
worden in de trainingsagenda op datum weergegeven. Als u een
dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout
weergeven of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op
uw toestel, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u
geplande workouts verzendt vanaf Garmin Connect, wordt de
bestaande trainingsagenda overschreven.
2 Training
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden en gebruiken,
moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 12).
U kunt door uw Garmin Connect account bladeren om een
trainingsplan te zoeken of workouts te plannen en deze naar uw
toestel te sturen.
1
Verbind het toestel met uw computer.
2
Selecteer en plan een trainingsplan in uw Garmin Connect
account.
3
Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
4
Selecteer en volg de instructies op het scherm.
Intervalworkouts
U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het
toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een
nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open
einde gebruiken voor het vastleggen van uw workoutgegevens
wanneer u een bekende afstand aflegt. Als u selecteert,
neemt het toestel een interval op en last het daarna een
rustinterval in.
Een intervalworkout maken
1
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Wijzig > Interval
> Type.
2
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open.
3
Selecteer Tijdsduur, voer een afstands- of tijdsinterval in
voor de workout en selecteer .
4
Selecteer Rust > Type.
5
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
6
Voer indien nodig een waarde in voor de afstand of tijd van
het rustinterval en selecteer .
7
Selecteer een of meer opties:
Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Een intervalworkout starten
1
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Start workout.
2
Selecteer .
3
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
om aan het eerste interval te beginnen.
4
Volg de instructies op het scherm.
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, verschijnt er een
bericht.
Een workout stoppen
U kunt op elk moment selecteren om een workoutstap te
beëindigen.
U kunt op elk moment selecteren om de timer te stoppen.
Een workout annuleren
1
Houd tijdens de workout ingedrukt.
2
Selecteer Annuleer workout > Ja.
Gebruik van Virtual Partner
®
Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het
bereiken van uw trainingsdoelen. U kunt de Virtual Partner
instellen op een doelsnelheid en doeltempo voor uw trainingen
(hardlopen, fietsen, andere activiteit).
OPMERKING: Virtual Partner is niet beschikbaar in de
zwemmodus.
1
Selecteer een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Gegevensschermen > Virtual Partner > Status > Aan.
3
Selecteer Stel tempo in of Stel snelheid in.
U kunt tempo of snelheid instellen als uw indeling
(Indelingsinstellingen, pagina 19).
4
Voer een waarde in.
5
Selecteer om de timer te starten.
6
Selecteer of tijdens uw activiteit om het Virtual Partner
scherm weer te geven en te zien wie er aan kop ligt.
Een trainingsdoel instellen
De functie Trainingsdoel werkt samen met de functie Virtual
Partner, zodat u een trainingsdoel kunt instellen voor afstand,
afstand en tijd, afstand en tempo of afstand en snelheid. U kunt
deze functie gebruiken in combinatie met de activiteitenprofielen
voor hardlopen, fietsen of andere individuele sport (behalve
zwemmen). Tijdens uw trainingsactiviteit geeft het toestel u real-
time feedback over hoe ver u bent gevorderd met het bereiken
van uw trainingsdoel.
1
Selecteer Menu > Training > Stel een doel in.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Alleen afstand om een vooraf ingestelde
afstand te selecteren of voer een aangepaste afstand in.
Selecteer Afstand en tijd om een afstands- en tijdsdoel te
selecteren.
U kunt het tijdsdoel invoeren, voorspelling gebruiken (op
basis van uw geschat VO2 max.) of uw persoonlijke
recordtijd gebruiken.
Selecteer Afstand en tempo of Afstand en snelheid om
uw afstands- en tempodoel of uw afstands- en
snelheidsdoel in te stellen.
In het trainingsdoelscherm wordt uw geschatte finishtijd
weergegeven. De geschatte finishtijd is gebaseerd op uw
huidige prestaties en de resterende tijd.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Selecteer zo nodig of om het scherm weer te geven.
5
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Nadat u bent gefinisht, kunt u op het overzichtsscherm dat
wordt weergegeven zien of u uw trainingsdoel al dan niet
hebt gehaald.
Een trainingsdoel annuleren
1
Selecteer tijdens de activiteit om het doelscherm weer te
geven.
2
Houd ingedrukt.
3
Selecteer Annuleer doel > Ja.
Racen tegen een eerder voltooide activiteit
U kunt racen tegen een eerder vastgelegde of gedownloade
activiteit. U kunt deze functie gebruiken in combinatie met de
activiteitenprofielen voor hardlopen, fietsen of andere individuele
sport (behalve zwemmen). Deze functie werkt samen met de
functie Virtual Partner, zodat u tijdens de activiteit kunt zien hoe
ver u voor of achter ligt.
1
Selecteer Menu > Training > Race een activiteit.
Training 3
2
Selecteer een optie:
Selecteer Uit geschiedenis om een eerder op uw toestel
geregistreerde activiteit te selecteren.
Selecteer Gedownload om een activiteit te selecteren die
u via uw Garmin Connect account hebt gedownload.
3
Selecteer de activiteit.
In het Virtual Partner scherm wordt uw geschatte finishtijd
weergegeven.
4
Selecteer om de timer te starten.
5
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Op het overzichtsscherm dat wordt weergegeven kunt u uw
finishtijd vergelijken met de finishtijd van de eerder
vastgelegde of gedownloade activiteit.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een activiteit worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Tot de persoonlijke
records behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, alsmede de langste hardloopsessie of
rit.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record.
4
Selecteer Bekijk record.
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record om te herstellen.
4
Selecteer Vorige > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record om te verwijderen.
4
Selecteer Wis record > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer Wis alle records > Ja.
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.
Hartslagmeetfuncties
Dit Forerunner toestel heeft een polshartslagmeter en is ook
compatibel met ANT+
®
borsthartslagmeters. In de hartslagwidget
kunt u hartslaggegevens weergeven. Als de gegevens van
zowel de polshartslag als de ANT+ hartslag beschikbaar zijn,
gebruikt uw toestel de ANT+ hartslaggegevens. U hebt een
hartslagmeter nodig om de functies in deze sectie te kunnen
gebruiken.
De hartslagwidget gebruiken
De widget geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm),
de hartslag in rust gedurende de dag en een grafiek van uw
hartslag weer.
1
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag.
2
Selecteer om de gemiddelde waarden van uw hartslag in
rust in de afgelopen 7 dagen weer te geven.
Het toestel en de hartslagmeter dragen
Draag het Forerunner toestel om uw pols, boven uw
polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar
niet te strak, en mag tijdens het hardlopen of trainen niet van
zijn plaats raken.
Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel
niet wordt beschadigd.
Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 4 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
De polshartslagmeter uitschakelen
De standaard hartslaginstelling voor de Forerunner is
Automatisch. Het toestel gebruikt automatisch de
polshartslagmeter, tenzij het toestel is gekoppeld met een
hartslagmeteraccessoire.
Selecteer Menu > Instellingen > Hartslagmeter > Uit.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
OPMERKING: U kunt ook proberen om het toestel hoger om
uw onderarm te dragen of om uw andere arm.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en
meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Uw hartslagzones instellen
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen
om uw standaard hartslagzones te bepalen. U kunt handmatig
waarden voor de hartslag invoeren en het bereik voor elke zone
4 Hartslagmeetfuncties
instellen. Het toestel ondersteunt afzonderlijke hartslagzones
voor hardlopen, fietsen en zwemmen.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Gebruikersprofiel >
Hartslag.
2
Selecteer Max. HS en voer uw maximale hartslag in.
3
Selecteer LDHS en voer uw lactaatdrempelhartslag in.
4
Selecteer Rust HS en geef uw hartslag in rust op.
5
Selecteer Zones > Op basis van.
6
Selecteer een optie:
Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per
minuut weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage
van uw maximale hartslag weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % HSR om de zones als een percentage van
uw hartslagreserve weer te geven en te wijzigen
(maximale hartslag min hartslag in rust).
Selecteer %LDHS om de zones als een percentage van
uw lactaatdrempelhartslag weer te geven en te wijzigen.
7
Selecteer Voeg sporthartslag toe om verschillende zones
voor elke sport toe te voegen.
8
Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke
hartslagzone.
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel
Met de standaardinstellingen kan het toestel uw maximale
hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als een
percentage van uw maximale hartslag.
Controleer of uw gebruikersprofielinstellingen correct zijn (Uw
gebruikersprofiel instellen, pagina 16).
Ga vaak hardlopen met de hartslagmeter rond de borst of
pols.
Probeer een aantal van de hartslagtrainingsplannen die
beschikbaar zijn in uw Garmin Connect account.
Bekijk uw hartslagtrends en -tijden in zones via uw Garmin
Connect account.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin
®
toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Forerunner
toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt
bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge
®
toestel tijdens het fietsen, of naar een VIRB actiecamera.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
1
Selecteer om de hartslagwidget te bekijken.
2
Houd ingedrukt.
3
Selecteer Deel hartslag.
Het Forerunner toestel begint uw hartslaggegevens te
verzenden en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen de hartslagpagina bekijken
terwijl u hartslaggegevens verzendt.
4
Koppel uw Forerunner toestel met uw Garmin ANT+
compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
TIP: Selecteer een willekeurige knop en selecteer Ja om het
verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
Hardloopdynamiek
U kunt uw compatibele Forerunner toestel gekoppeld met het
HRM-Run
accessoire of HRM-Tri accessoire gebruiken voor
real-time feedback over uw hardloopvorm. Als de hartslagmeter
bij uw Forerunner toestel is meegeleverd, zijn de toestellen al
gekoppeld.
De hartslagmeter heeft een versnellingsmeter in de module die
bewegingen van het bovenlichaam meet voor het berekenen
van hardloopgegevens.
OPMERKING: Het HRM-Run accessoire en het HRM-Tri
accessoire zijn compatibel met verschillende ANT+
fitnessproducten en kunnen, indien gekoppeld,
hartslaggegevens weergeven. De functies voor
hardloopdynamiek zijn alleen beschikbaar op bepaalde Garmin
toestellen.
Cadans: Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totale
aantal stappen wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscillatie: Verticale oscillatie is de op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. Hiermee wordt de
verticale beweging van uw bovenlichaam weergegeven,
gemeten in centimeters voor iedere stap.
Grondcontacttijd: Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor
iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is met de
grond. De tijd wordt gemeten in milliseconden.
OPMERKING: Grondcontacttijd is niet beschikbaar wanneer
u wandelt.
Grondcontacttijd-balans: Grondcontacttijd-balans geeft de
links/rechts-balans van uw grondcontacttijd weer tijdens het
hardlopen. Deze balans wordt weergegeven als percentage.
Bijvoorbeeld 53,2 met een pijl naar links of naar rechts.
Staplengte: Staplengte is de afstand tussen de plekken waar u
uw ene voet en uw andere voet neerzet. Deze lengte wordt
gemeten in meters.
Verticale ratio: Verticale ratio is de verhouding tussen verticale
oscillatie en staplengte. Deze balans wordt weergegeven als
percentage. Een lagere ratio duidt meestal op een betere
hardloopconditie.
Trainen met hardloopdynamiek
Voordat u hardloopdynamiek kunt bekijken, moet u het
HRM-Run of HRM-Tri accessoire omdoen en koppelen met uw
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14).
Als de hartslagmeter is meegeleverd met uw Forerunner, zijn de
toestellen al gekoppeld en kan de Forerunner uw
hardloopdynamiek weergeven.
1
Selecteer en vervolgens een hardloopactiviteitenprofiel.
2
Selecteer .
3
Ga hardlopen.
4
Blader naar de schermen met de hardloopdynamiek om uw
meetgegevens te bekijken.
Hartslagmeetfuncties 5
5
Houd zo nodig uw vinger op om de weergave van
hardloopdynamiekgegevens te bewerken.
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens
De hardloopdynamiekschermen tonen een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt de cadans, verticale oscillatie,
grondcontacttijd, grondcontacttijd-balans of verticale ratio weergeven als de primaire meetwaarde. De kleurenbalk zet uw
hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens van andere hardlopers. De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de
onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of
snellere hardlopers. Ervaren hardlopers hebben over het algemeen een kortere grondcontacttijd, lagere verticale oscillatie, een
lagere verticale ratio en een hogere cadans dan minder ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets
lagere cadans, langere passen en een iets hogere verticale oscillatie. Verticale ratio wordt berekend door uw verticale oscillatie te
delen door uw staplengte. Deze verhoudt zich niet tot uw lengte.
OPMERKING: De kleurenbalk voor de grondcontacttijd-balans is anders (Gegevens over grondcontacttijd-balans, pagina 6).
Ga naar www.garmin.com voor meer informatie over hardloopdynamiek. Voor aanvullende inzichten en interpretaties van
hardloopdynamiekgegevens kunt u toonaangevende hardlooppublicaties en -websites raadplegen.
Kleurzone Percentiel in zone Cadansbereik Bereik verticale oscillatie Verticale ratio Bereik grondcontacttijd
Paars >95 >183 spm <6,4 cm <6,1% <218 ms
Blauw 70–95 174-183 spm 6,4-8,1 cm 6,1-7,4% 218-248 ms
Groen 30–69 164-173 spm 8,2-9,7 cm 7,5-8,6% 249-277 ms
Oranje 5–29 153-163 spm 9,8-11,5 cm 8,7-10,1% 278-308 ms
Rood <5 <153 spm >11,5 cm >10,1% >308 ms
Gegevens over grondcontacttijd-balans
De grondcontacttijd-balans meet uw hardloopsymmetrie en wordt vermeld als een percentage van uw totale grondcontacttijd. 51,3%
met een naar links wijzende pijl geeft bijvoorbeeld aan dat de linkervoet van hardloper langer contact heeft met de grond. Als beide
aantallen op uw gegevensscherm worden weergegeven, bijvoorbeeld 48–52, verwijst 48% naar uw linkervoet en 52% naar uw
rechtervoet.
Kleurzone Rood Oranje Groen Oranje Rood
Symmetrie Slecht Redelijk Goed Redelijk Slecht
Percentage van andere hardlopers 5% 25% 40% 25% 5%
Grondcontacttijd-balans >52,2% L 50,8-52,2% L 50,7% L–50,7% R 50,8-52,2% R >52,2% R
Tijdens het ontwikkelen en testen van de hardloopdynamiek vond het Garmin team bij bepaalde hardlopers een verband tussen
blessures en een hogere onbalans. Voor de meeste hardlopers wijkt de grondcontacttijd-balans verder af van 50–50 wanneer ze
heuvel op of heuvel af lopen. De meeste hardlooptrainers zijn het erover eens dat symmetrie bij het hardlopen gewenst is. De beste
hardlopers hebben vaak een snelle en evenwichtige stap.
U kunt de kleurenbalk of het gegevensveld bekijken tijdens het hardlopen of na afloop het overzicht in uw Garmin Connect account
bekijken. Net als de andere hardloopdynamiekgegevens is de grondcontacttijd-balans een kwantitatieve meetwaarde die u meer
informatie verschaft over uw hardloopconditie.
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens
Als de hardloopdynamiekgegevens niet worden weergegeven,
kunt u deze tips proberen.
Zorg ervoor dat u beschikt over het HRM-Run accessoire.
Accessoires met hardloopdynamiek herkent u aan voorop
de module.
Koppel het HRM-Run accessoire nogmaals met uw
Forerunner toestel volgens de instructies.
Als de hardloopdynamiekgegevens in nullen worden
weergegeven, controleer dan of de hartslagmeter op de juiste
manier wordt gedragen.
OPMERKING: De grondcontacttijd en balans worden alleen
weergegeven tijdens het hardlopen. Deze worden niet
berekend als u wandelt.
Fysiologische metingen
Voor deze fysiologische metingen is hartslag aan de pols of een
compatibele hartslagmeter vereist. De metingen zijn schattingen
die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en
hardloopprestaties te volgen en te analyseren. Deze waarden
worden geleverd en ondersteund door Firstbeat.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk
onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten voltooien zodat het
toestel uw prestaties leert begrijpen.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in
milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo
lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning.
Voorspelde hardlooptijden: Uw toestel gebruikt uw geschat
VO2 max. en informatie uit publicaties om uw hardlooptijden
te voorspellen op basis van uw huidige conditie. Deze
voorspelling gaat er ook van uit dat u de juiste training voor
de race hebt voltooid.
Hersteladvies: Hersteladvies geeft aan hoeveel tijd u nodig
hebt om volledig te herstellen en te kunnen beginnen aan uw
volgende hardlooptraining.
Stressscore: Stressscore vereist een hartslagmeter rond de
borst. Stressscore meet uw hartslagwisselingen terwijl u 3
minuten stilstaat. Het geeft uw algehele stressniveau aan. De
schaal loopt van 1 tot 100 en een lagere score geeft een
lager stressniveau aan.
Prestatieconditie: Uw prestatieconditie is een real-time
conditiemeting die wordt vastgelegd na 6 tot 20 minuten van
activiteit. De meting kan worden toegevoegd als een
gegevensveld, zodat u uw prestatieconditie tijdens de rest
van uw activiteit kunt bekijken. Bij het meten van uw
prestatieconditie wordt uw real-time conditie vergeleken met
uw gemiddelde fitnessniveau.
Lactaatdrempel: Lactaatdrempel vereist een hartslagmeter
rond de borst. Uw lactaatdrempel is het punt waarop uw
6 Hartslagmeetfuncties
spieren snel vermoeid beginnen te raken. Uw toestel meet
uw lactaatdrempelniveau op basis van hartslag en tempo.
Over VO2 max. indicaties
VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u
kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens
maximale inspanning. In eenvoudige bewoordingen: VO2 max.
is een indicatie van atletische prestaties, die meegroeit met uw
fitnessniveau. U kunt uw Garmin toestel gekoppeld met een
compatibele hartslagmeter gebruiken voor weergave van uw
VO2 max. indicatie voor hardlopen.
Uw geschat VO2 max. wordt als getal en positie weergegeven
op de kleurenbalk.
Paars Voortreffelijk
Blauw Uitstekend
Groen Goed
Oranje Redelijk
Rood Slecht
Gegevens over en analyse van VO2 max. worden geleverd met
toestemming van The Cooper Institute
®
. Raadpleeg de appendix
(Standaardwaarden VO2 Max., pagina 25), en ga naar
www.CooperInstitute.org voor meer informatie.
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven
Voor deze functie is een hartslagmeter vereist.
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina 16) en maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen,
pagina 4)) in voor de meest nauwkeurige schattingen. In eerste
instantie lijken de schattingen mogelijk onnauwkeurig. U moet
het toestel een aantal keer gebruiken zodat het uw
hardloopprestaties leert begrijpen.
1
Ga ten minste 10 minuten buiten hardlopen.
2
Selecteer na het hardlopen Sla op.
3
Selecteer Menu > Mijn statistieken > VO2 max..
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven
Om uw geschat VO2 max. te kunnen weergeven, hebt u een
compatibele hartslagmeter en een vermogensmeter nodig. De
vermogensmeter moet zijn gekoppeld met uw Forerunner
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14). Stel uw
gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina 16) en
maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen, pagina 4) in
voor de meest nauwkeurige schattingen.
OPMERKING: In eerste instantie lijken de schattingen mogelijk
onnauwkeurig. U moet het toestel een paar keer gebruiken
zodat het uw fietsprestaties leert begrijpen.
1
Fiets ten minste 20 minuten buiten met constante, hoge
inspanning.
2
Selecteer Sla op nadat u uw fietssessie hebt voltooid.
3
Selecteer Menu > Mijn statistieken > VO2 max. > Fietsen.
Tips voor VO2 max.-indicaties voor fietsen
Als uw rit een langdurige, tamelijk grote inspanning vergt en
hartslag en vermogen niet sterk variëren, kan de VO2 max.-
waarde nauwkeuriger worden berekend.
Controleer vóór uw rit of uw toestel, hartslagmeter en
vermogensmeter goed werken, zijn gekoppeld en zijn
voorzien van een opgeladen batterij.
Houd uw hartslag gedurende uw rit van 20 minuten op meer
dan 70% van uw maximale hartslag.
Houd gedurende uw rit van 20 minuten uw
uitgangsvermogen tamelijk constant.
Vermijd heuvelachtig terrein.
Rij niet in peloton als er veel wordt gewaaierd.
Voorspelde racetijden weergeven
Voor deze functie is een hartslagmeter vereist.
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina 16) en maximale hartslag in (Uw hartslagzones
instellen, pagina 4) voor de meest nauwkeurige schattingen. Uw
toestel gebruikt uw geschat VO2 max. (Over VO2 max.
indicaties, pagina 7) en informatie uit publicaties om uw
racetijden te voorspellen op basis van uw huidige conditie. Deze
voorspelling gaat er ook van uit dat u de juiste training voor de
race hebt voltooid.
OPMERKING: In eerste instantie lijken de voorspellingen
mogelijk onnauwkeurig. U moet het toestel een aantal keer
gebruiken zodat het uw hardloopprestaties leert begrijpen.
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Raceprognose.
U ontvangt voorspelde racetijden voor 5 km, 10 km, halve
marathon en marathon.
Hersteladvies
U kunt uw Garmin toestel met een hartslagmeter gebruiken om
de tijd weer te geven die resteert voordat u volledig bent
hersteld en klaar bent voor uw volgende intensieve workout.
Hersteltijd: De hersteltijd verschijnt direct na afloop van een
activiteit. De tijd loopt af naar het optimale moment voor een
nieuwe intensieve workout.
Hersteladvies inschakelen
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina 16) en maximale hartslag in (Uw hartslagzones
instellen, pagina 4) voor de meest nauwkeurige schattingen.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Hersteladvies >
Status > Aan.
2
Ga hardlopen.
3
Selecteer na het hardlopen Sla op.
De hersteltijd wordt weergegeven. De maximale tijd is 4
dagen.
Herstelhartslag
Als u traint met een hartslagmeter, kunt u na elke activiteit uw
herstelhartslag controleren. Uw herstelhartslag is het verschil
tussen uw hartslag tijdens de training en uw hartslag twee
minuten na het einde van de training. Voorbeeld: Na een
normale training stopt u de timer. Uw hartslag is 140 bpm. Na
twee minuten rust of coolingdown is uw hartslag 90 bpm. Uw
herstelhartslag is dan 50 bpm (140 min 90). Onderzoek heeft
uitgewezen dat er een verband is tussen herstelhartslag en
hartconditie. In het algemeen geldt dat hoe hoger de
herstelhartslagwaarde is, hoe gezonder het hart.
TIP: De beste resultaten worden verkregen wanneer u
gedurende twee minuten stopt met bewegen, terwijl het toestel
uw herstelhartslagwaarde berekent. Nadat deze waarde wordt
Hartslagmeetfuncties 7
weergegeven, kunt u de activiteitgegevens opslaan of
verwijderen.
Uw stressscore weergeven
Voordat u uw stressscore kunt weergeven, moet u een
hartslagmeter rond de borst doen en deze koppelen met uw
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14).
De stressscore is het resultaat van een test van drie minuten die
wordt uitgevoerd als u stil staat en waarbij het Forerunner
toestel de hartslagwisselingen analyseert om uw algemene
stressniveau te bepalen. Training, slaap, voeding en algemene
stress beïnvloeden allemaal de prestaties van een hardloper. De
stressscore wordt aangegeven op een schaal van 1 tot 100,
waarbij 1 staat voor bijzonder weinig stress en 100 voor
bijzonder veel stress. Als u uw stressscore weet, kunt u beter
beslissen of uw lichaam klaar is voor een zware hardlooptraining
of yogasessie.
TIP: Garmin raadt u aan uw stresscore elke dag om ongeveer
dezelfde tijd en onder dezelfde omstandigheden te meten.
1
Selecteer Apps > Stressscore > Meet.
2
Sta stil en rust 3 minuten.
Prestatieconditie
Zodra u een activiteit, zoals hardlopen of fietsen, hebt voltooid,
analyseert de functie Prestatieconditie uw tempo, hartslag en uw
hartslagwisselingen om een real-time meting uit te voeren van
uw prestatieniveau in vergelijking met uw gemiddelde
fitnessniveau. Prestatieconditiewaarden liggen tussen -20 en
+20. Na de eerste 6 tot 20 minuten van uw activiteit, wordt de
score van uw prestatieconditie op uw toestel weergegeven. Een
score van +5 betekent bijvoorbeeld dat u fit en uitgerust bent en
dat u de activiteit moet kunnen doorstaan. U kunt de
prestatieconditie als een gegevensveld toevoegen aan een van
uw trainingsschermen om uw prestaties tijdens de activiteit in de
gaten te houden. De prestatieconditie kan ook een indicator van
het vermoeidheidsniveau zijn, vooral aan het einde van een
lange hardloopsessies of fietsritten.
OPMERKING: Het toestel vereist een aantal hardloopsessies of
fietsritten met een hartslagmeter om een nauwkeurig geschat
VO2 max. te verkrijgen en informatie te verzamelen over uw
hardloop- of fietsprestaties (Over VO2 max. indicaties,
pagina 7).
Uw prestatieconditie weergeven
1
Voeg Prestatieconditie toe aan een gegevensscherm
(Gegevensschermen aanpassen, pagina 17).
2
Ga hardlopen.
Na 6 tot 20 minuten wordt uw prestatieconditie weergegeven.
3
Blader naar het gegevensscherm om uw prestatieconditie
tijdens de volledige hardloopsessie te bekijken.
Lactaatdrempel
De lactaatdrempel is de trainingsintensiteit waarbij lactaat
(melkzuur) zich begint op te hopen in de bloedbaan. Voor
hardlopen is de lactaatdrempel een indicatie voor het
inspannings- of temponiveau. Wanneer een hardloper deze
drempel overschrijdt, begint de vermoeidheid sneller toe te
nemen. Bij ervaren hardlopers ligt deze drempel op ongeveer
90% van de maximale hartslag en op het tempo tussen een race
van 10 kilometer en een halve marathon. Bij minder ervaren
hardlopers ligt de lactaatdrempel vaak ver onder 90% van de
maximale hartslag. Kennis van uw lactaatdrempel kan u helpen
te bepalen hoe hard u moet trainen of wanneer u tijdens een
wedstrijd een beetje extra moet geven.
Als u de waarde voor uw lactaatdrempelhartslag al kent, kunt u
deze invoeren in uw gebruikersprofielinstellingen (Uw
hartslagzones instellen, pagina 4).
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te
bepalen
Voordat u de begeleide test kunt uitvoeren, moet u een
hartslagmeter rond de borst doen en deze koppelen met uw
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14). U moet ook een
geschat VO2 max. van een vorige hardloopsessie hebben (Over
VO2 max. indicaties, pagina 7).
TIP: Dit toestel vereist enkele hardloopsessies met een
hartslagmeter om een nauwkeurig geschat VO2 max. te
verkrijgen. Het toestel detecteert automatisch uw lactaatdrempel
tijdens hardloopsessies met hoge inspanning met een
hartslagmeter rond de borst.
1
Selecteer een hardloopprofiel voor buiten.
U hebt GPS nodig om de test uit te voeren.
2
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Lactaatdrempel >
Doe test.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Accepteer om de nieuwe lactaatdrempel op te
slaan.
Selecteer Weiger om uw huidige lactaatdrempel te
behouden.
Uw FTP-waarde schatten
Voordat u een schatting van uw functionele drempelvermogen
(FTP) kunt verkrijgen, moet u een hartslagmeter om de borst en
een vermogensmeter met uw toestel koppelen (ANT+ sensors
koppelen, pagina 14) en moet u uw geschat VO2 max. voor
fietsen verkrijgen (Over VO2 max. indicaties, pagina 7).
Het toestel gebruikt informatie van uw gebruikersprofiel uit de
basisinstellingen en uw geschat VO2 max. om uw functionele
drempelvermogen (FTP) te schatten.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Functioneel
drempelverm. (FTP) > Autodetectie > Aan.
Uw geschatte FTP-waarde wordt weergegeven als een
waarde gemeten in watt per kilogram, uw geleverde
vermogen in watt en een positie op de kleurenbalk.
8 Hartslagmeetfuncties
Paars Voortreffelijk
Blauw Uitstekend
Groen Goed
Oranje Redelijk
Rood Ongetraind
Raadpleeg de appendix (FTP-waarden, pagina 25) voor
meer informatie.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Accepteer om de nieuwe FTP-waarde op te
slaan.
Selecteer Weiger om uw huidige FTP-waarde te
behouden.
Een FTP-test uitvoeren
Voordat u een test kunt doen om uw functionele
drempelvermogen (FTP) te bepalen, moet u een hartslagmeter
om de borst en een vermogensmeter met uw toestel koppelen
(ANT+ sensors koppelen, pagina 14) en moet u uw geschat
VO2 max. voor fietsen verkrijgen (Over VO2 max. indicaties,
pagina 7).
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Functioneel
drempelverm. (FTP) > Doe test.
2
Volg de instructies op het scherm.
Zodra u aan de rit begint, geeft het toestel de duur van elke
stap, het doel en de huidige vermogensgegevens weer. Als
de test is voltooid, wordt een bericht weergegeven.
3
Na het voltooien van de begeleide test dient u de cooldown
te voltooien.
Uw FTP-waarde wordt weergegeven als een waarde
gemeten in watt per kilogram, uw geleverde vermogen in watt
en een positie op de kleurenbalk.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Accepteer om de nieuwe FTP-waarde op te
slaan.
Selecteer Weiger om uw huidige FTP-waarde te
behouden.
Activiteiten volgen
Activiteiten volgen inschakelen
De functie voor het volgen van activiteiten houdt uw dagelijkse
stappentelling, stapdoel, afgelegde afstand en verbrande
calorieën bij voor elke vastgelegde dag. Uw verbrande calorieën
omvatten uw gewone stofwisseling plus door activiteiten
verbrande calorieën.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteiten volgen >
Status > Aan.
Uw aantal stappen verschijnt pas wanneer het toestel
satellietsignalen ontvangt en de tijd automatisch instelt. Het
toestel dient mogelijk vrij zicht op de lucht te hebben om
satellietsignalen te kunnen ontvangen.
2
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag om de
widget voor het volgen van activiteiten weer te geven.
Het aantal stappen wordt regelmatig bijgewerkt.
De bewegingswaarschuwing gebruiken
U moet de activiteiten volgen en de bewegingswaarschuwing
inschakelen, voordat u de bewegingswaarschuwing kunt
gebruiken (Activiteiten volgen inschakelen, pagina 9).
Langdurig zitten kan leiden tot ongewenste veranderingen in uw
metabolisme. De bewegingswaarschuwingen sporen u aan om
te blijven bewegen. Na een uur inactiviteit worden Beweeg! en
de rode balk weergegeven. Het toestel laat ook een pieptoon
horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Maak een korte wandeling (minimaal enkele minuten) om de
waarschuwing te verwijderen.
Slaap bijhouden
Het toestel registreert de bewegingen die u maakt in uw slaap.
Slaapstatistieken omvatten het totale aantal uren slaap,
slaapniveaus en perioden van beweging tijdens de slaap. U kunt
uw normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van
uw Garmin Connect account. U kunt uw slaapstatistieken inzien
via uw Garmin Connect account.
Automatisch doel
Uw toestel maakt automatisch een dagelijks stapdoel dat is
gebaseerd op uw voorgaande activiteitenniveaus. Wanneer u
tijdens de dag beweegt, toont het toestel hoe u het aantal
stappen van uw stapdoel nadert
À
.
Als u de functie Automatisch doel niet wilt gebruiken, kunt u een
persoonlijk stapdoel instellen via uw Garmin Connect account.
Minuten intensieve training
Om uw gezondheid te verbeteren, adviseren organisaties als de
U.S. Centers for Disease Control and Prevention, de American
Heart Association
®
en de World Health Organization, ten minste
150 minuten activiteit per week met gemiddelde inspanning,
zoals wandelen met verende tred, of 75 minuten activiteit per
week met intensieve inspanning, zoals hardlopen.
Het toestel registreert de intensiviteit van uw activiteit en de tijd
die u besteedt aan activiteiten van gemiddelde tot hoge
intensiviteit (hartslaggegevens zijn vereist). Om het aantal
minuten dat u per week wilt besteden aan een intensieve
activiteit te behalen, moet u deelnemen aan ten minste 10
opeenvolgende activiteiten van gemiddelde tot hoge intensiviteit.
Het toestel telt het aantal minuten gemiddelde intensiviteit op bij
het aantal minuten hoge intensiviteit. Tijdens het optellen wordt
het totale aantal minuten hoge intensiviteit verdubbeld.
Minuten intensieve training opbouwen
Uw Forerunner toestel berekent het aantal minuten intensieve
training door uw hartslaggegevens tijdens een activiteit te
vergelijken met uw gemiddelde hartslag in rust. Als de hartslag
is uitgeschakeld, berekent het toestel het aantal minuten
gemiddelde inspanning door het aantal stappen per minuut te
analyseren.
Begin een activiteit met tijdmeting voor de meest
nauwkeurige berekening van het aantal minuten intensieve
training.
Activiteiten volgen 9
Sport minimaal 10 minuten bij een gemiddeld of inspannend
intensiteitsniveau.
Slimme functies
Uw smartphone koppelen
Om de installatie te voltooien en alle functies te kunnen
gebruiken moet u uw Forerunner toestel koppelen met een
smartphone.
1
Ga naar www.garmin.com/intosports/apps en download de
Garmin Connect Mobile app op uw smartphone.
2
Selecteer op het Forerunner toestel Menu > Instellingen >
Bluetooth > Koppel mobiel toestel.
3
Open de Garmin Connect Mobile app.
4
Selecteer een optie om uw toestel toe te voegen aan uw
Garmin Connect account:
Als dit het eerste toestel is dat u koppelt met de Garmin
Connect Mobile app, volgt u de instructies op het scherm.
Als u reeds een toestel hebt gekoppeld met de Garmin
Connect Mobile app, selecteert u Garmin toestellen >
in het instellingenmenu en volgt u de instructies op het
scherm.
Telefoonmeldingen
Voor telefoonmeldingen is een compatibele smartphone vereist
die is gekoppeld met het Forerunner toestel. Wanneer uw
telefoon berichten ontvangt, worden meldingen naar uw toestel
verzonden.
Bluetooth meldingen inschakelen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Bluetooth > Smart
Notifications.
2
Selecteer Tijdens activiteit > Meldingen.
3
Selecteer Uit, Toon alleen oproepen of Toon alles.
4
Selecteer Niet tijdens activiteit > Meldingen.
5
Selecteer Uit, Toon alleen oproepen of Toon alles.
OPMERKING: U kunt de geluidssignalen voor meldingen
wijzigen.
Meldingen weergeven
Als een melding op uw Forerunner toestel wordt
weergegeven, selecteert u om de melding te lezen.
Selecteer om de melding te wissen.
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag om al uw
meldingen in de meldingenwidget weer te geven.
Meldingen beheren
U kunt meldingen die op uw Forerunner toestel worden
weergegeven, beheren vanaf uw compatibele smartphone.
Selecteer een optie:
Als u een Apple
®
toestel gebruikt, kunt u via de instellingen
in het meldingencentrum van uw smartphone de items
selecteren die u op het toestel wilt weergeven.
Als u een Android
toestel gebruikt, kunt u de instellingen
in de Garmin Connect Mobile app gebruiken om de items
te selecteren die op het toestel worden weergegeven.
Audiowaarschuwingen afspelen tijdens het hardlopen
Voordat u audiowaarschuwingen kunt instellen, moet u een
smartphone met de Garmin Connect Mobile app koppelen met
uw Forerunner toestel.
U kunt de Garmin Connect Mobile app zodanig instellen dat er
tijdens het hardlopen motiverende statusmeldingen worden
afgespeeld op uw smartphone. Audiowaarschuwingen
vermelden het rondenummer en de rondetijd, het tempo of de
snelheid en hartslaggegevens. Tijdens een audiowaarschuwing
dempt de Garmin Connect Mobile app het geluid van de
primaire audio van de smartphone om de aankondiging af te
spelen. U kunt het volumeniveau aanpassen in de Garmin
Connect Mobile app.
1
Selecteer in de instellingen van de Garmin Connect Mobile
app de optie Garmin toestellen.
2
Selecteer uw toestel.
3
Selecteer zo nodig Toestelinstellingen.
4
Selecteer Audiowaarschuwingen.
De muziekbedieningsknoppen gebruiken
Voor gebruik van de muziekbedieningsknoppen moet een
compatibele smartphone met het toestel zijn gekoppeld.
Houd ingedrukt en selecteer Muziekregelaars.
Een kwijtgeraakte smartphone terugvinden
Met de functie Vind mijn telefoon kunt u een kwijtgeraakte
smartphone terugvinden die is gekoppeld via draadloze
Bluetooth technologie en momenteel binnen bereik is.
1
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag om de
bedieningswidget weer te geven.
2
Selecteer > Vind mijn telefoon.
Het Forerunner toestel begint nu met zoeken naar uw
gekoppelde smartphone. Er worden balken op het
Forerunner toestelscherm weergegeven die de signaalsterkte
van Bluetooth weergeven en uw smartphone geeft een
waarschuwingssignaal.
3
Selecteer om te stoppen met zoeken.
Widgets
Uw toestel wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde widgets die
u direct informatie geven. Voor sommige widgets is een
Bluetooth verbinding met een compatibele smartphone vereist.
Sommige widgets zijn standaard niet zichtbaar. U kunt deze
handmatig toevoegen aan de widgetlijst.
Meldingen: Waarschuwt u bij inkomende oproepen, sms-
berichten, updates van sociale netwerken en meer volgens
de meldingsinstellingen op uw smartphone.
Agenda: Geeft de in uw smartphone agenda geplande
afspraken weer.
Weer: Geeft de huidige temperatuur en weersverwachting weer.
Geeft een dynamisch overzicht van uw activiteiten van
vandaag. Hierin staan uw laatst vastgelegde sport, minuten
intensieve training, stappentelling, verbrande calorieën en
meer.
Activiteiten volgen: Houdt dagelijks het aantal stappen dat u
zet, uw stapdoel, de afgelegde afstand, calorieën en uw
slaapstatistieken bij.
Minuten intensieve training: Houdt de tijd bij die u besteedt
aan activiteiten bij gemiddelde tot intensieve inspanning, het
aantal minuten dat u wekelijks wilt besteden aan intensieve
activiteiten en uw vorderingen om dat doel te halen.
Hartslag: Geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm),
de hartslag in rust gedurende de dag en een grafiek van uw
hartslag weer.
Laatste sport: Geeft een kort overzicht weer van uw laatst
vastgelegde sport en uw totale afstand van die week.
Bedieningselementen: Hiermee kunt u de Bluetooth
connectiviteit en functies als Niet storen, Vind mijn telefoon
en Handmatige synchronisatie in- en uitschakelen.
VIRB bedieningselementen: Hiermee kunt u de camera
bedienen als u een VIRB toestel hebt gekoppeld met uw
Forerunner toestel.
Laatste activiteit: Geeft een kort overzicht weer van uw laatst
vastgelegde activiteit, zoals een hardloop-, fiets- of
zwemsessie.
10 Slimme functies
Calorieën: Geeft uw caloriegegevens weer voor de huidige dag.
De widgets gebruiken
Uw toestel wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde widgets die
u direct informatie geven. Voor sommige widgets is een
Bluetooth verbinding met een compatibele smartphone vereist.
Selecteer of in het scherm met de tijd van de dag.
Beschikbare widgets zijn onder andere hartslag en
activiteiten volgen.
Over My Day
De widget Mijn dag bevat een dagelijks snapshot van uw
activiteiten. Deze dynamische samenvatting wordt gedurende
de dag bijgewerkt. Hierin staan uw laatst vastgelegde sport,
minuten intensieve training van de week, stappentelling,
verbrande calorieën en meer. U kunt selecteren om meer
gegevens weer te geven.
Bluetooth bedieningswidget
Hiermee schakelt u de modus Niet storen in of uit.
Hiermee schakelt u Bluetooth technologie in of uit.
Uw gegevens worden gesynchroniseerd met de Garmin Connect
Mobile app.
Hiermee wordt de functie Vind mijn telefoon geactiveerd. Er wordt
een baken naar uw gekoppelde smartphone gestuurd die zich
binnen het bereik van uw Forerunner toestel bevindt.
De weerwidget bekijken
1
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag om de
weerwidget te bekijken.
2
Selecteer om weergegevens per uur te bekijken.
3
Blader omlaag om weergegevens per dag te bekijken.
VIRB afstandsbediening
Met de VIRB afstandsbediening kunt u uw VIRB actiecamera op
afstand bedienen met uw toestel. Ga naar www.garmin.com
/VIRB om een VIRB actiecamera te kopen.
Een VIRB actiecamera bedienen
Voordat u de VIRB afstandsbediening kunt gebruiken, moet u de
instelling voor de afstandsbediening op uw VIRB camera
inschakelen. Raadpleeg de VIRB serie gebruikershandleiding
voor meer informatie.
1
Schakel uw VIRB camera in.
2
Koppel de VIRB camera met uw Forerunner toestel (ANT+
sensors koppelen, pagina 14).
3
Selecteer op het Forerunner toestel het VIRB accessoire.
Als het VIRB accessoire is gekoppeld, wordt het VIRB
scherm toegevoegd aan de gegevensschermen voor het
actieve profiel.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Timer start/stop om de camera via de timer te
bedienen .
Video-opname wordt automatisch gestart en gestopt via
de timer van het Forerunner toestel.
De modus Niet storen gebruiken
Voordat u de modus Niet storen kunt gebruiken, dient u uw
toestel te koppelen met een smartphone (Uw smartphone
koppelen, pagina 10).
U kunt de modus Niet storen gebruiken om tonen, trilsignalen en
de schermverlichting uit te schakelen voor waarschuwingen en
meldingen. U kunt deze modus bijvoorbeeld gebruiken als u
slaapt of naar een film kijkt.
OPMERKING: U kunt uw normale slaaptijden instellen in de
gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect account.
1
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag om de
bedieningswidget weer te geven.
2
Selecteer > Niet storen > Aan.
U kunt de modus Niet storen uitschakelen in de
bedieningswidget.
3
Selecteer indien nodig Menu > Instellingen > Niet storen >
Slaaptijd > Aan.
Het toestel wordt op uw normale slaaptijden in de modus Niet
storen geschakeld.
Bluetooth connected functies
Het Forerunner toestel beschikt over verschillende Bluetooth
connected functies voor uw compatibele smartphone via de
Garmin Connect Mobile app. Ga voor meer informatie naar
www.garmin.com/intosports/apps.
LiveTrack: Geef uw vrienden en familie de gelegenheid om uw
races en trainingsactiviteiten in real-time te volgen. U kunt
volgers uitnodigen via e-mail of social media, waardoor zij uw
live-gegevens op een Garmin Connect volgpagina kunnen
zien.
Activiteit uploaden: Uw activiteit wordt automatisch naar de
Garmin Connect Mobile app verzonden, zodra u klaar bent
met het vastleggen van de activiteit.
Software-updates: Uw toestel downloadt draadloos de
nieuwste software-update. De volgende keer dat u het toestel
inschakelt, kunt u de software-update installeren aan de hand
van de instructies op het scherm.
Interactie met social media: Hiermee kunt u een update op uw
favoriete sociale media-website plaatsen wanneer u een
activiteit uploadt naar de Garmin Connect Mobile app.
Meldingen: Geeft telefoonmeldingen en berichten weer op uw
Forerunner toestel.
Connectiewaarschuwing inschakelen op uw
smartphone
U kunt instellen dat het Forerunner toestel u waarschuwt
wanneer uw gekoppelde smartphone een verbinding maakt of
deze verbreekt via draadloze Bluetooth technologie.
Selecteer Menu > Instellingen > Bluetooth >
Verbind.melding > Aan.
Bluetooth technologie uitschakelen
Selecteer in het Forerunner startscherm Menu > Instellingen
> Bluetooth > Status > Uit.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor uw mobiele toestel
om draadloze Bluetooth technologie uit te schakelen.
Connect IQ
functies
U kunt aan uw horloge Connect IQ functies toevoegen van
Garmin en andere leveranciers via de Garmin Connect Mobile
app. U kunt uw toestel aanpassen met wijzerplaten,
gegevensvelden, widgets en apps.
Wijzerplaten: Hiermee kunt u de stijl van de klok aanpassen.
Gegevensvelden: Hiermee kunt u nieuwe gegevensvelden
downloaden die sensors, activiteiten en historische gegevens
op andere manieren presenteren. U kunt Connect IQ
gegevensvelden toevoegen aan ingebouwde functies en
pagina's.
Widgets: Hiermee kunt u direct informatie bekijken, zoals
sensorgegevens en meldingen.
Apps: Voegen interactieve functies toe aan uw horloge, zoals
nieuwe soorten buiten- en fitnessactiviteiten.
Connect IQ functies downloaden
Voordat u Connect IQ functies kunt downloaden via de Garmin
Connect Mobile app, moet u uw Forerunner toestel koppelen
met uw smartphone.
Slimme functies 11
1
Selecteer in de instellingen van de Garmin Connect Mobile
app de optie Connect IQ Store.
2
Selecteer zo nodig uw toestel.
3
Selecteer een Connect IQ functie.
4
Volg de instructies op het scherm.
Connect IQ functies downloaden via uw computer
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com.
3
Selecteer in de widget op uw toestel Connect IQ Store.
4
Selecteer een Connect IQ functie.
5
Selecteer Verzend naar toestel en volg de instructies op het
scherm.
Geschiedenis
Tot de geschiedenisgegevens behoren tijd, afstand, calorieën,
gemiddeld tempo of gemiddelde snelheid, rondegegevens, en
optionele ANT+ sensorgegevens.
OPMERKING: Als het geheugen van toestel vol is, worden de
oudste gegevens overschreven.
Geschiedenis weergeven
1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Activiteiten.
2
Selecteer of om uw opgeslagen activiteiten weer te
geven.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Details om aanvullende informatie over de
activiteit weer te geven.
Selecteer Ronden om een ronde te selecteren en extra
informatie weer te geven over elke ronde.
Selecteer Tijd in zone om uw tijd in elke hartslagzone te
bekijken.
Selecteer Wis om de geselecteerde activiteit te
verwijderen.
Tijd in elke hartslagzone weergeven
Voordat u hartslagzonegegevens kunt weergeven, dient u een
activiteit met hartslag te voltooien en deze op te slaan.
Het bekijken van uw tijd in elke hartslagzone kan u helpen bij
het aanpassen van uw trainingsintensiteit.
1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Activiteiten.
2
Selecteer een activiteit.
3
Selecteer Tijd in zone.
Gegevenstotalen weergeven
U kunt gegevens over de totaal afgelegde afstand en totaal
verstreken tijd weergeven die zijn opgeslagen op uw toestel.
1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Totalen.
2
Selecteer zo nodig het activiteittype.
3
Selecteer een optie om uw wekelijkse of maandelijkse totalen
weer te geven.
Geschiedenis verwijderen
1
Selecteer Menu > Geschiedenis > Opties.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Wis alle activiteiten om alle activiteiten uit de
geschiedenis te verwijderen.
Selecteer Herstel totalen om alle totalen voor afstand en
tijd te herstellen.
OPMERKING: Opgenomen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
3
Bevestig uw selectie.
Gegevensbeheer
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
®
95,
98, ME, Windows NT
®
, en Mac
®
OS 10.3 en ouder.
Bestanden verwijderen
LET OP
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
Op Windows-computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
Op Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
Gegevens naar uw Garmin Connect account
verzenden
U kunt al uw activiteitgegevens voor uitgebreide analyse
uploaden naar uw Garmin Connect account. U kunt uw activiteit
in kaart brengen en uw activiteiten delen met vrienden.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com/start.
3
Volg de instructies op het scherm.
Garmin Connect
U kunt contact houden met uw vrienden op Garmin Connect.
Garmin Connect biedt u de hulpmiddelen om te volgen, te
analyseren, te delen en elkaar aan te moedigen. Leg de
prestaties van uw actieve lifestyle vast, zoals hardloopsessies,
wandelingen, fietstochten, zwemsessies, hikes, triatlons en
meer. Meld u aan voor een gratis account op
www.garminconnect.com/start.
Uw activiteiten opslaan: Nadat u een activiteit met uw toestel
hebt voltooid en opgeslagen, kunt u die activiteit uploaden
naar uw Garmin Connect account en zo lang bewaren als u
wilt.
Uw gegevens analyseren: U kunt meer gedetailleerde
informatie over uw activiteit weergeven, zoals tijd, afstand,
hoogte, hartslag, verbrande calorieën, cadans,
hardloopdynamica, een bovenaanzicht van de kaart, tempo-
en snelheidsgrafieken, en instelbare rapporten.
OPMERKING: Voor sommige gegevens hebt u een optioneel
accessoire nodig, zoals een hartslagmeter.
U kunt meer gedetailleerde informatie over uw activiteit
weergeven, zoals tijd, afstand, hoogte, hartslag, verbrande
calorieën, een bovenaanzicht van de kaart, tempo- en
snelheidsgrafieken, en instelbare rapporten.
12 Geschiedenis
OPMERKING: Voor sommige gegevens hebt u een optioneel
accessoire nodig, zoals een hartslagmeter.
Uw training plannen: U kunt een fitnessdoelstelling kiezen en
een van de dagelijkse trainingsplannen laden.
Uw voortgang volgen: U kunt uw dagelijkse aantal stappen
bijhouden, uzelf vergelijken met uw connecties, en uw doelen
behalen.
Uw activiteiten delen: U kunt contact houden met vrienden en
elkaars activiteiten volgen of koppelingen naar uw activiteiten
plaatsen op uw favoriete sociale netwerksites.
Uw instellingen beheren: U kunt uw toestel- en
gebruikersinstellingen aanpassen via uw Garmin Connect
account.
De Connect IQ store gebruiken: U kunt apps, wijzerplaten,
gegevensvelden en widgets downloaden.
Navigatie
Gebruik de GPS-navigatiefuncties op uw toestel om uw route op
een kaart te bekijken, locaties op te slaan en uw weg naar huis
te vinden.
De kaart toevoegen
U kunt de kaart toevoegen aan de opeenvolgende
gegevensschermen van een activiteitenprofiel.
1
Selecteer een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Gegevensschermen > Kaart > Status > Aan.
Kaartfuncties
Als u de timer start en begint te fietsen, ziet u een zwarte lijn op
de kaart die de afgelegde route precies aangeeft.
À
Wijst naar noorden
Á
Uw huidige locatie en koers
Â
Zoomniveau
Uw locatie markeren
Om een locatie te kunnen markeren moet u eerst het
kaartscherm inschakelen voor uw activiteitenprofiel en
satellieten zoeken.
Een locatie is een punt dat u vastlegt en in het toestel opslaat.
Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt terugkeren naar een
bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
1
Ga naar de plaats waar u een locatie wilt markeren.
2
Selecteer om de kaart weer te geven.
3
Houd ingedrukt.
4
Selecteer Sla locatie op.
De locatie wordt met datum en tijd op de kaart weergegeven.
Een locatie bewerken
U kunt de naam van de opgeslagen locatie bewerken.
1
Selecteer Menu > Navigatie > Opgeslagen locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Naam.
4
Bewerk de naam en selecteer .
Een locatie verwijderen
1
Selecteer Menu > Navigatie > Opgeslagen locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Wis > Ja.
Uw huidige hoogte en coördinaten weergeven
TIP: Deze procedure biedt locatiedetails en een andere manier
om uw huidige locatie op te slaan.
1
Selecteer Menu > Navigatie > Waar ben ik?.
Om uw locatiegegevens te kunnen weergeven, moet uw
toestel eerst satellieten zoeken.
2
Selecteer zo nodig Sla locatie op.
Naar een opgeslagen locatie navigeren
Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient uw
toestel satellieten te zoeken.
1
Selecteer Menu > Navigatie > Opgeslagen locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Ga naar.
Het kompas wordt weergegeven. De pijl wijst naar de
opgeslagen locatie.
4
Selecteer om de timer te starten en de activiteit vast te
leggen.
Terug naar startlocatie navigeren
Voordat u terug kunt navigeren naar uw startlocatie, moet u
satellieten zoeken, de timer starten en uw activiteit starten.
U kunt tijdens uw activiteit op elk gewenst moment terugkeren
naar uw startlocatie. Als u bijvoorbeeld hardloopt in een nieuwe
stad en de weg terug naar het vertrekpunt of het hotel niet meer
weet, kunt u terug navigeren naar uw startlocatie. Deze functie
is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Terug naar start.
Het kompas wordt weergegeven.
3
Beweeg naar voren.
De pijl van het kompas wijst naar uw startpunt.
TIP: Voor nauwkeurigere navigatie kunt u uw toestel in de
richting draaien waarin u navigeert.
Koersen
U kunt vanuit uw Garmin Connect een koers verzenden naar uw
toestel. Als de koers op uw toestel is opgeslagen, kunt u deze
daarop volgen.
U kunt bijvoorbeeld een vastgelegde koers volgen omdat de
route u beviel. Of u kunt een fietsvriendelijke route naar uw werk
vastleggen en volgen.
U kunt een vastgelegde koers ook volgen om te proberen
eerdere prestaties op de koers te evenaren of te verbeteren.
Stel bijvoorbeeld dat u de originele koers in 30 minuten hebt
Navigatie 13
voltooid. U kunt dan nu tegen een Virtual Partner racen om te
proberen de koers in minder dan 30 minuten af te leggen.
Een koers van internet volgen
Voordat u een koers kunt downloaden van uw Garmin Connect
account, moet u beschikken over een Garmin Connect account
(Garmin Connect, pagina 12).
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com.
3
Maak een nieuwe koers of kies een bestaande koers.
4
Selecteer Verzend naar toestel.
5
Koppel het toestel los en schakel het in.
6
Selecteer Menu > Navigatie > Koersen.
7
Selecteer een koers.
8
Selecteer Start koers.
9
Selecteer om de timer te starten.
Op de kaart worden boven aan het scherm de koers en
statusinformatie weergegeven.
10
Selecteer zo nodig om meer gegevensschermen weer te
geven.
Koersgegevens weergeven
1
Selecteer Menu > Navigatie > Koersen.
2
Selecteer een koers.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Kaart om de koers op de kaart weer te geven.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de
koers weer te geven.
Selecteer Naam om de naam van de koers weer te geven
en te bewerken.
Een koers verwijderen
1
Selecteer Menu > Navigatie > Koersen.
2
Selecteer een koers.
3
Selecteer Wis > Ja.
Stoppen met navigeren
1
Selecteer tijdens de activiteit om het kompas or de kaart
weer te geven.
2
Houd ingedrukt.
3
Selecteer Navigatie stoppen > Ja.
ANT+ sensors
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ sensors. Ga voor meer informatie over compatibiliteit en
de aanschaf van optionele sensors naar http://buy.garmin.com.
ANT+ sensors koppelen
Koppelen is het maken van een verbinding tussen ANT+
draadloze sensors, bijvoorbeeld het verbinden van een
hartslagmeter met uw Garmin toestel. Wanneer u voor de eerste
keer een ANT+ sensor met uw toestel verbindt, moet u het
toestel en de sensor koppelen. Hierna maakt het toestel
automatisch verbinding met de sensor wanneer u uw activiteit
start en de sensor actief en binnen bereik is.
OPMERKING: Als bij uw toestel een ANT+ sensor is
meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
1
Installeer de sensor of doe de hartslagmeter om.
2
Breng het toestel binnen het bereik van de sensor (op 1 cm
afstand) en wacht tot het toestel en de sensor zijn
verbonden.
Als het toestel de sensor detecteert, wordt een bericht
weergegeven. U kunt een gegevensveld aanpassen om
sensorgegevens weer te geven.
3
Selecteer zo nodig Menu > Instellingen > Sensors en
accessoires om de ANT+ sensors te beheren.
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Hardlopen met een voetsensor
Voordat u gaat hardlopen, moet u de voetsensor koppelen met
uw Forerunner toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14).
U kunt binnen hardlopen met een voetsensor om tempo, afstand
en cadans vast te leggen. U kunt ook buiten hardlopen met een
voetsensor om cadansgegevens vast te leggen aan de hand
van GPS-gegevens voor tempo en afstand.
1
Plaats de voetsensor volgens de instructies van het
accessoire.
2
Selecteer het activiteitenprofiel Hardl.binnen.
3
Ga hardlopen.
Kalibratie van de voetsensor
De voetsensor kalibreert zichzelf. De nauwkeurigheid van de
snelheid- en afstandsgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht met behulp van GPS.
Trainen met vermogensmeters
Ga naar www.garmin.com/intosports voor een lijst met ANT+
sensors die compatibel zijn met uw toestel (zoals het Vector
systeem).
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van uw
vermogensmeter.
Pas uw vermogenszones aan uw doelen en mogelijkheden
aan (Uw vermogenszones instellen, pagina 14).
Gebruik bereikwaarschuwingen om te worden gewaarschuwd
wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt
(Bereikwaarschuwingen instellen, pagina 17).
Pas de vermogensgegevensvelden aan (Gegevensschermen
aanpassen, pagina 17).
Uw vermogenszones instellen
De waarden voor deze zones zijn standaardwaarden en passen
mogelijk niet bij uw persoonlijke vaardigheden. Als u weet wat
uw FTP-waarde (Functional Threshold Power) is, kunt u deze
opgeven zodat de software automatisch uw vermogenszones
kan berekenen. U kunt uw zones handmatig aanpassen op het
toestel of via uw Garmin Connect account.
1
Selecteer in het startscherm Menu > Mijn statistieken >
Gebruikersprofiel > Vermogenszones > Op basis van.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Watt om de zones in watt weer te geven en te
wijzigen.
Selecteer % FTP om de zones als een percentage van uw
functionele drempelvermogen weer te geven en te
wijzigen.
3
Selecteer FTP en voer uw FTP-waarde in.
4
Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke zone.
14 ANT+ sensors
5
Selecteer zo nodig Minimum en voer een minimale
vermogenswaarde in.
Gebruik van Shimano
®
Di2
shifters
Voordat u gebruik kunt maken van Di2 elektronische shifters,
moet u deze koppelen met uw toestel (ANT+ sensors koppelen,
pagina 14). U kunt de optionele Di2 gegevensvelden aanpassen
(Gegevensschermen aanpassen, pagina 17). Het Forerunner
toestel geeft de huidige afstellingswaarde weer als de sensor in
de afstellingsmodus is.
Omgevingsbewustzijn
Uw Forerunner toestel kan worden gebruikt met het Varia Vision
toestel, slimme Varia fietsverlichting en achteruitkijkradar voor
een verbeterd omgevingsbewustzijn. Raadpleeg de handleiding
van het Varia toestel voor meer informatie.
OPMERKING: U moet mogelijk de Forerunner software
bijwerken voordat u Varia toestellen kunt koppelen (De software
bijwerken, pagina 21).
Compatibele hartslagmeters
Dit toestel is compatibel met alle Garmin hartslagmeters. Dit
toestel kan worden geleverd met de volgende hoogwaardige
hartslagmeters.
HRM-Swim accessoire (HRM-Swim accessoire, pagina 15)
HRM-Tri accessoire (HRM-Tri accessoire, pagina 15)
HRM-Run accessoire (HRM-Run accessoire, pagina 16)
HRM-Swim accessoire
De hartslagmeter passend maken
Neem voordat u gaat zwemmen even de tijd om de
hartslagmeter passend te maken. De hartslagmeter moet stevig
genoeg zijn bevestigd om op zijn plaats te blijven zitten bij het
afzetten van de kant in het zwembad.
Kies een verlengband en bevestig deze aan het elastische
uiteinde van de hartslagmeter.
De hartslagmeter wordt geleverd met drie verlengbanden
voor verschillende borstmaten.
TIP: De medium verlengband is geschikt voor de shirts van
vrijwel elke maat (van M tot XL).
Draag de hartslagmeter op de rug om de schuifregelaar
gemakkelijk te kunnen afstellen.
Draag de hartslagmeter op de borst om de schuifregelaar op
de hartslagmeter gemakkelijk te kunnen afstellen.
De hartslagmeter aanbrengen
Zorg dat de hartslagmeter vlak onder uw borstkas zit en direct
contact met de huid maakt.
1
Kies een verlengband om de hartslagmeter passend te
maken.
2
Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet
ondersteboven zit.
De verbinding tussen de haak
À
en lus
Á
dient zich aan uw
rechterzijde te bevinden.
3
Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak
van de band in de lus.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet
omvouwt.
4
Bevestig de hartslagmeter stevig om uw borst, maar niet te
strak.
Als u de hartslagmeter hebt omgedaan, is deze actief en worden
er gegevens opgeslagen en verzonden.
Tips voor het gebruik van het HRM-Swim accessoire
Als de hartslagmeter van uw borst af glijdt wanneer u zich in
het zwembad afzet van de kant, moet u de hartslagmeter en
verlengband steviger bevestigen.
Sta tussen intervallen rechtop, zodat de hartslagmeter boven
water is en u uw hartslaggegevens kunt bekijken.
Onderhoud van de hartslagmeter
LET OP
Opbouw van zweet en zout op de band kan het vermogen van
de hartslagmeter om nauwkeurige gegevens te rapporteren
negatief beïnvloeden.
Spel de hartslagmeter na elk gebruik af.
Was de hartslagmeter steeds na zeven keer gebruik met de
hand, met een klein beetje zacht wasmiddel, zoals een
vaatwasmiddel.
OPMERKING: Als u te veel wasmiddel gebruikt, kan de
hartslagmeter beschadigd raken.
Stop de hartslagmeter niet in een wasmachine of droger.
Laat de hartslagmeter hangend of plat drogen.
HRM-Tri accessoire
In de HRM-Swim sectie van deze handleiding wordt uitgelegd
hoe u uw hartslag kunt opnemen tijdens het zwemmen
(Zwemmen in open water, pagina 2).
Zwemmen in een zwembad
LET OP
Was de hartslagmeter na het zwemmen met de hand schoon
om chloor en andere chemische stoffen te verwijderen.
Langdurige blootstelling aan deze stoffen kan de hartslagmeter
beschadigen.
Het HRM-Tri accessoire is speciaal ontworpen voor zwemmen
in open water, maar kan zo nu en dan ook worden gebruikt voor
zwemmen in een zwembad. Bij zwemmen in een zwembad
dient de hartslagmeter te worden gedragen onder een zwempak
of triatlontop. Anders kan de hartslagmeter van uw borst
afglijden bij afzetten van de kant.
De hartslagmeter aanbrengen
U dient de hartslagmeter direct op uw huid te dragen, net onder
uw borstbeen. De hartslagmeter dient strak genoeg te zitten om
tijdens de activiteit op zijn plek te blijven.
1
Gebruik zo nodig de verlengband om de hartslagmeter te
bevestigen.
2
Bevochtig de elektroden
À
aan de achterzijde van de
hartslagmeter om een sterke verbinding tussen uw borst en
de zender tot stand te brengen.
ANT+ sensors 15
3
Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet
ondersteboven zit.
De verbinding tussen de lus
Á
en haak
Â
dient zich aan uw
rechterzijde te bevinden.
4
Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak
van de band in de lus.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet
omvouwt.
Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er
gegevens verzonden.
Gegevensopslag
Op de hartslagmeter kunnen maximaal 20 uur aan gegevens
voor één activiteit worden opgeslagen. Als het geheugen van de
hartslagmeter vol is, worden de oudste gegevens overschreven.
Als u een activiteit met tijdmeting start op uw gekoppelde
Forerunner toestel, registreert de hartslagmeter uw
hartslaggegevens ook als u uw toestel moet afdoen.
Bijvoorbeeld tijdens fitnessactiviteiten of teamsporten waarbij
geen horloges kunnen worden gedragen, worden uw
hartslaggegevens dan toch geregistreerd. De hartslagmeter
stuurt de opgeslagen hartslaggegevens automatisch naar uw
Forerunner toestel, wanneer u de activiteit opslaat. Tijdens het
uploaden van gegevens moet uw hartslagmeter actief zijn en
zich binnen bereik (3 m) van het toestel bevinden.
HRM-Run accessoire
De hartslagmeter aanbrengen
U dient de hartslagmeter direct op uw huid te dragen, net onder
uw borstbeen. De hartslagmeter dient strak genoeg te zitten om
tijdens de activiteit op zijn plek te blijven.
1
Gebruik zo nodig de verlengband om de hartslagmeter te
bevestigen.
2
Bevochtig de elektroden
À
aan de achterzijde van de
hartslagmeter om een sterke verbinding tussen uw borst en
de zender tot stand te brengen.
3
Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet
ondersteboven zit.
De verbinding tussen de lus
Á
en haak
Â
dient zich aan uw
rechterzijde te bevinden.
4
Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak
van de band in de lus.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet
omvouwt.
Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er
gegevens verzonden.
Onderhoud van de hartslagmeter
LET OP
Opbouw van zweet en zout op de band kan het vermogen van
de hartslagmeter om nauwkeurige gegevens te rapporteren
negatief beïnvloeden.
Spoel de hartslagmeter na elk gebruik af.
Was de hartslagmeter steeds na zeven keer gebruik of één
keer zwemmen met de hand, met een klein beetje zacht
wasmiddel, zoals een vaatwasmiddel.
OPMERKING: Als u te veel wasmiddel gebruikt, kan de
hartslagmeter beschadigd raken.
Stop de hartslagmeter niet in een wasmachine of droger.
Laat de hartslagmeter hangend of plat drogen.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Bevochtig de elektroden en de contactoppervlakken (indien
van toepassing).
Trek de band strakker aan om uw borst.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit.
Volg de instructies voor onderhoud (Onderhoud van de
hartslagmeter, pagina 16).
Draag een katoenen shirt of maak beide zijden van de band
goed nat.
Synthetische materialen die langs de hartslagmeter wrijven of
er tegen aan slaan, kunnen statische elektriciteit veroorzaken
die de hartslagsignalen beïnvloedt.
Blijf uit de buurt van bronnen die interferentie met de
hartslagmeter kunnen veroorzaken.
Bronnen van interferentie zijn bijvoorbeeld sterke
elektromagnetische velden, draadloze sensors van 2,4 GHz,
hoogspanningsleidingen, elektrische motoren, ovens,
magnetrons, draadloze telefoons van 2,4 GHz en draadloze
LAN-toegangspunten.
Uw toestel aanpassen
Uw gebruikersprofiel instellen
U kunt uw instellingen voor geslacht, geboortejaar, lengte,
gewicht en hartslagzone bijwerken. Het toestel gebruikt deze
informatie om nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Gebruikersprofiel.
2
Selecteer een optie.
Activiteitenprofielen
Een activiteitenprofiel is een verzameling instellingen waarmee
u het gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Als u
het toestel gebruikt bij het wandelen zijn de instellingen en
gegevensschermen bijvoorbeeld anders dan wanneer u het
toestel gebruikt bij het fietsen.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals
gegevensvelden of waarschuwingen wijzigt, worden die
wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.
16 Uw toestel aanpassen
Een aangepast activiteitenprofiel maken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteitenprofielen >
Voeg nieuw toe.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een accentkleur.
4
Selecteer een profielnaam of voer een aangepaste naam in.
Identieke profielnamen zijn voorzien van een nummer.
Voorbeeld: Hardlopen(2).
5
Selecteer een optie:
Selecteer Gebruik standaard om uw aangepaste profiel
te maken op basis van de standaardinstellingen.
Selecteer een kopie van een bestaand profiel om uw
aangepaste profiel te maken op basis van een van uw
opgeslagen profielen.
OPMERKING: Als u een aangepast multisportprofiel maakt,
kunt u twee of meer profielen selecteren, inclusief
overgangen.
6
Selecteer indien nodig een optie:
Selecteer Ja om de GPS in te schakelen tijdens uw
activiteit.
Selecteer Nee om de GPS uit te schakelen tijdens uw
activiteit.
7
Selecteer een optie:
Selecteer Wijzig instellingen om specifieke
profielinstellingen aan te passen.
Selecteer OK om het aangepaste profiel op te slaan en te
gebruiken.
Uw activiteitenprofiel wijzigen
Het toestel heeft standaard activiteitenprofielen. U kunt elk van
de opgeslagen activiteitenprofielen wijzigen.
TIP: Het standaard activiteitenprofiel gebruikt een specifieke
accentkleur voor elke sport.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
Activiteitinstellingen
Met de volgende instellingen kunt u uw toestel aanpassen aan
uw trainingsbehoeften. U kunt bijvoorbeeld gegevensschermen
aanpassen en waarschuwingen en trainingsfuncties
inschakelen.
Gegevensschermen aanpassen
U kunt gegevensschermen aanpassen aan uw trainingsdoelen
of optionele accessoires. U kunt bijvoorbeeld op een van de
gegevensschermen uw rondetempo of hartslagzone laten
weergeven.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Gegevensschermen.
2
Selecteer een scherm.
Sommige schermen kunnen alleen worden in- en
uitgeschakeld.
3
Wijzig zo nodig het aantal gegevensvelden.
4
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen gebruiken om te trainen op
doelstellingen die zijn gebaseerd op hartslag, tempo, tijd,
afstand, cadans en calorieën en om tijdintervallen voor
hardlopen/wandelen in te stellen.
Bereikwaarschuwingen instellen
Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het
toestel een waarde meet die boven of onder een opgegeven
waardenbereik ligt. Als het toestel bijvoorbeeld is voorzien van
een optionele hartslagmeter, kunt u het toestel waarschuwingen
laten geven als uw hartslag onder zone 2 of boven zone 5 komt
(Uw hartslagzones instellen, pagina 4).
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen > Voeg
nieuw toe.
2
Selecteer het type waarschuwing.
Afhankelijk van uw accessoires en het activiteitenprofiel,
kunnen de waarschuwingen gegevens bevatten voor
hartslag, tempo, snelheid en cadans.
3
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
4
Selecteer een zone of voer een waarde in voor elke
waarschuwing.
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. Het toestel laat ook een pieptoon
horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen > Voeg
nieuw toe.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Aangepast, selecteer een bericht en selecteer
een type waarschuwing.
Selecteer Tijd, Afstand of Calorieën.
3
Voer een waarde in.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook
een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Looppauze-waarschuwingen instellen
In bepaalde hardloopprogramma's worden regelmatige
looppauzes ingelast. Tijdens een lange training kan het toestel u
bijvoorbeeld waarschuwen om na vier minuten hardlopen steeds
één minuut gewoon te lopen. U kunt de functie Auto Lap
®
gebruiken wanneer u gebruikmaakt van de waarschuwing voor
hardlopen/gewoon lopen.
OPMERKING: Looppauzewaarschuwingen zijn alleen
beschikbaar voor hardloopprofielen.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen > Ren/
Loop > Status > Aan.
2
Voer een tijd in voor het hardloop-interval.
3
Voer een tijd in voor het loop-interval.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook
een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Een waarschuwing wijzigen
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen.
2
Selecteer een waarschuwing.
3
Wijzig de waarden of instellingen van de waarschuwing.
Auto Pause
®
gebruiken
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw tempo of snelheid onder de opgegeven waarde
komt. Dit is handig als er verkeerslichten of andere plaatsen
voorkomen in uw activiteit waar u uw snelheid moet verlagen of
moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Auto Pause.
Uw toestel aanpassen 17
2
Selecteer een optie:
Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
Selecteer Aangepast om de timer automatisch te
pauzeren wanneer uw tempo of snelheid onder een
bepaalde waarde komt.
Hardlopen met de metronoom
De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen
die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een
snellere, tragere of meer consistente cadans.
OPMERKING: De metronoom is niet beschikbaar voor fiets- of
zwemprofielen.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Metronoom >
Status > Aan.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Tikken per minuut om een waarde in te voeren
op basis van de cadans die u wilt aanhouden.
Selecteer Waarschuwingsfrequentie om de frequentie
van de tikken aan te passen.
Selecteer Geluiden om de tonen van de metronoom aan
te passen.
3
Selecteer zo nodig Bekijk om de metronoomtonen te
beluisteren voordat u gaat hardlopen.
4
Selecteer om terug te keren naar het timerscherm.
5
Selecteer om de timer te starten.
6
Ga hardlopen.
De metronoom wordt automatisch gestart.
7
Selecteer tijdens het hardlopen om het metronoomscherm
weer te geven.
8
Houd zo nodig ingedrukt om de metronoominstellingen te
wijzigen.
Ronden op afstand markeren
Met de functie Auto Lap kunt u een ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een
hardloopsessie wilt vergelijken (bijvoorbeeld telkens na 1 mijl of
5 km).
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Ronden >
Automatische afstand.
2
Selecteer een afstand.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
U kunt indien nodig de gegevensschermen aanpassen en extra
rondegegevens laten weergeven.
De rondewaarschuwing wijzigen
U kunt enkele gegevensvelden wijzigen die worden
weergegeven in de rondewaarschuwing.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Ronden >
Rondewaarschuwing.
2
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
3
Selecteer Bekijk (optioneel).
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle schermen met trainingsgegevens terwijl de
timer loopt.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Auto Scroll.
2
Selecteer een weergavesnelheid.
De GPS-instelling wijzigen
Het toestel gebruikt standaard GPS om satellieten te zoeken.
Om de prestaties in moeilijke omgevingen te verbeteren en de
GPS-positiebepaling te versnellen, kunt u GPS en GLONASS
inschakelen. Door GPS en GLONASS te gebruiken, wordt de
gebruiksduur van de batterij korter dan wanneer alleen GPS
wordt gebruikt.
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > GPS > GPS +
GLONASS.
De UltraTrac modus gebruiken
Voordat u de UltraTrac modus gebruikt, moet u een paar keer
buiten hardlopen in de normale GPS-modus om het toestel te
kalibreren.
U kunt de UltraTrac modus gebruiken bij langdurige activiteiten.
UltraTrac modus is een GPS-instelling die GPS zo nu en dan
uitschakelt om de batterij te sparen. Als GPS is uitgeschakeld,
gebruikt het toestel de versnellingsmeter om snelheid en afstand
te berekenen. In UltraTrac modus zijn afstands- en
snelheidsmeting en spoorgegevens minder nauwkeurig. De
nauwkeurigheid van de gegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht in GPS-modus.
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > GPS > UltraTrac.
TIP: Bij langdurige activiteiten moet u andere mogelijkheden
overwegen om de batterij te sparen (Levensduur van de
batterijen maximaliseren, pagina 21).
Time-outinstellingen voor de spaarstand
De time-outinstellingen bepalen hoe lang uw toestel in de
trainingsmodus blijft wanneer u bijvoorbeeld wacht op de start
van een wedstrijd. Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Time-out spaarstand.
Normaal: Hiermee stelt u in dat het toestel na 5 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus.
Verlengd: Hiermee stelt u in dat het toestel na 25 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus. De verlengde modus kan de batterijduur
tussen het opladen verkorten.
Instellingen voor activiteiten volgen
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteiten volgen.
Status: Schakelt de functie Activiteiten volgen in.
Bewegingsmeld.: Geeft een bericht en bewegingsbalk weer op
het scherm met de tijd van de dag. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Systeeminstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem.
Taalinstellingen (De taal van het toestel wijzigen,
pagina 18)
Tijdinstellingen (Tijdinstellingen, pagina 19)
Schermverlichtingsinstellingen
(Schermverlichtingsinstellingen, pagina 19)
Geluidsinstellingen (De toestelgeluiden instellen,
pagina 19)
Eenheden (De maateenheden wijzigen, pagina 19)
Indelingsinstellingen (Indelingsinstellingen, pagina 19)
Instellingen voor gegevensopslag (Instellingen voor
gegevens vastleggen, pagina 19)
De taal van het toestel wijzigen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Taal voor
tekst.
18 Uw toestel aanpassen
Tijdinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Klok.
Wijzerplaat: Hiermee kunt u een ontwerp voor de wijzerplaat
kiezen.
Gebr. profielkleur: Hiermee stelt u in dat de accentkleur voor
het tijdscherm hetzelfde is als de activiteitenprofielkleur.
Achtergrond: Hiermee stelt u de achtergrond kleur in op zwart
of wit.
Tijdweergave: Hier kunt u kiezen om de 12- of 24-uursklok in te
stellen.
Stel automat. in: Hiermee kunt u de tijd handmatig of
automatisch op basis van uw GPS-positie instellen.
Tijdzones
Telkens wanneer u het toestel inschakelt en er naar satellieten
wordt gezocht, worden de tijdzone en het tijdstip automatisch
vastgesteld.
De tijd handmatig instellen
Standaard wordt de tijd automatisch ingesteld wanneer het
toestel satellietsignalen ontvangt.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Klok > Stel
automat. in > Uit.
2
Selecteer Stel tijd in en voer de tijd in.
Het alarm instellen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Alarmen > Voeg nieuw
toe > Status > Aan.
2
Selecteer Tijd en voer een tijd in.
3
Selecteer Geluiden en selecteer een optie.
4
Selecteer Herhaal en selecteer een optie.
Een alarm verwijderen
1
Selecteer Menu > Instellingen > Alarmen.
2
Selecteer een alarm.
3
Selecteer Verwijder > Ja.
Schermverlichtingsinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem >
Schermverlichting.
Toetsen/waarsch.: Hiermee stelt u in dat u de
schermverlichting wordt ingeschakeld voor drukken op
knoppen en alarmen.
Polsbeweging: Hiermee stelt u in dat de schermverlichting
automatisch wordt ingeschakeld als u uw pols richting uw
lichaam draait.
Time-out: Hiermee kunt u de tijdsduur instellen voordat de
schermverlichting wordt uitgeschakeld.
De toestelgeluiden instellen
De toestelgeluiden bestaan uit toetstonen, waarschuwingstonen
en trillingen.
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Geluiden.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand, tempo en snelheid, gewicht,
lengte en temperatuur aanpassen.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Eenheden.
2
Selecteer een type maatsysteem.
3
Selecteer een maateenheid.
Indelingsinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Notatie.
Voorkeur tempo/snelheid: Hiermee stelt u in dat het toestel
snelheid of tempo weergeeft bij hardlopen, fietsen of andere
activiteiten. Deze voorkeursinstelling is van toepassing op
verschillende trainingsopties, geschiedenis en
waarschuwingen.
Begin v/d week: Hiermee stelt u de eerste dag van de week in
voor uw wekelijkse geschiedenis totalen.
Instellingen voor gegevens vastleggen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Gegevensopslag.
Smart: Smart legt belangrijke punten vast waar u van richting
bent veranderd of waarop uw tempo of hartslag is gewijzigd.
De omvang van de activiteitgegevens wordt beperkt,
waardoor u meer activiteiten kunt opslaan in het
toestelgeheugen.
Iedere seconde: Legt elke seconde punten vast. Hiermee
ontstaat een zeer gedetailleerd overzicht van uw activiteit,
maar de omvang van de activiteitgegevens neemt aanzienlijk
toe.
Toestelinformatie
Het toestel opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan grondig te reinigen en af te drogen
voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Raadpleeg de instructies voor reiniging in de appendix.
1
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van de computer.
2
Breng de contactpunten aan de achterzijde van het toestel op
één lijn met de oplaadcontacten en sluit de laadclip
À
aan op
het toestel.
3
Laad het toestel volledig op.
4
Druk op
Á
om de oplader te verwijderen.
Specificaties
Forerunner specificaties
Batterijtype Oplaadbare, ingebouwde lithium-ionbatterij
Levensduur van
batterij, horlogemodus
Tot 9 weken
Tot 8 weken met activiteiten volgen
Tot 4 weken met activiteiten volgen en smart-
phonemeldingen
Tot 11 dagen met activiteiten volgen, smart-
phonemeldingen en hartslagmeting bij de pols
Levensduur van
batterij, activiteiten-
modus
Tot 16 uur in GPS-modus
Tot 14 uur in GPS-modus en hartslagmeter bij
de pols
Tot 10 uur in GPS + GLONASS-modus en bij
de pols
Levensduur van
batterij, UltraTrac
modus
Maximaal 24 uur.
Tot 21 uur met hartslagmeter bij de pols
Waterbestendigheid Zwemmen, 5 ATM*
Bedrijfstemperatuurbe-
reik
Van -20º tot 50ºC (van -4º tot 122ºF)
Toestelinformatie 19
Laadtemperatuurbe-
reik
Van 0º tot 45ºC (van 32º tot 113ºF)
Radiofrequentie/-
protocol
2,4 GHz ANT+ protocol voor draadloze
communicatie
Bluetooth Smart draadloze technologie
*Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal
50 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com
/waterrating.
HRM-Swim specificaties en HRM-Tri specificaties
Batterijtype CR2032 van 3 V, door gebruiker te
vervangen
HRM-Swim batterijduur Tot 18 maanden (ca. 3 uur/week)
HRM-Tri batterijduur Tot 10 maanden bij triatlontraining (ca.
1 uur/dag)
Bedrijfstemperatuurbereik Van -10° tot 50°C (van 14° tot 122°F)
Radiofrequentie/-protocol 2,4 GHz ANT+ protocol voor draadloze
communicatie
Waterbestendigheid Zwemmen, 5 ATM*
*Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal
50 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com
/waterrating.
HRM-Run specificaties
Batterijtype CR2032 van 3 V, door gebruiker te
vervangen
Batterijduur 1 jaar (bij circa 1 uur per dag)
Bedrijfstemperatuurbereik Van -10° tot 50°C (van 14° tot 122°F)
Radiofrequentie/protocol 2,4 GHz ANT+ protocol voor draadloze
communicatie
Waterbestendigheid 5 ATM*
*Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal
50 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com
/waterrating.
Toestelonderhoud
LET OP
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het
product korter meegaat.
Druk niet op de knoppen onder water.
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Het toestel schoonmaken
LET OP
Ook een klein beetje zweet of vocht kan corrosie van de
elektrische contactpunten veroorzaken als het toestel is
aangesloten op een oplader. Corrosie kan opladen en
gegevensoverdracht blokkeren.
1
Veeg het toestel schoon met een doek die is bevochtigd met
een mild schoonmaakmiddel.
2
Veeg de behuizing vervolgens droog.
Laat het toestel na reiniging helemaal drogen.
TIP: Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/fitandcare.
Door de gebruiker vervangbare batterijen
WAARSCHUWING
Gebruik nooit een scherp voorwerp om de batterijen te
verwijderen.
Bewaar een batterij buiten het bereik van kinderen.
Stop batterijen nooit in uw mond. Als u een batterij inslikt, dient
u onmiddellijk contact op te nemen met uw dokter of plaatselijke
toxicologiecentrum.
Vervangbare knoopcelbatterijen kunnen perchloraten bevatten.
Voorzichtigheid is geboden. Zie www.dtsc.ca.gov
/hazardouswaste/perchlorate.
VOORZICHTIG
Neem contact op met uw gemeente voor informatie over het
hergebruik van de batterijen.
De batterij van de hartslagmeter vervangen
1
Verwijder de manchet
À
van de hartslagmetermodule.
2
Gebruik een kleine kruiskopschroevendraaier (00) om de vier
schroeven aan de voorkant van de module te verwijderen.
3
Verwijder de deksel en de batterij.
4
Wacht 30 seconden.
5
Plaats de nieuwe batterij onder de twee plastic lipjes
Á
met
de pluskant naar boven.
OPMERKING: Zorg dat u de afdichtring niet beschadigt of
verliest.
Zorg dat de O-ring rond de buitenkant van de uitstekende
plastic ring blijft zitten.
6
Plaats het deksel en de vier schroeven terug.
Let op dat u het deksel goed om plaatst. De uitstekende
schroef
Â
moet passen in het bijbehorende, uitstekende
schroefgat op het deksel.
OPMERKING: Draai de schroeven niet te strak vast.
7
Plaats de manchet terug.
Nadat u de batterij van de hartslagmeter hebt vervangen, moet
u deze mogelijk opnieuw koppelen met het toestel.
Problemen oplossen
Ondersteuning en updates
Garmin Express
(www.garmin.com/express) biedt u eenvoudig
toegang tot deze services voor Garmin toestellen.
Productregistratie
Producthandleidingen
Software-updates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
Meer informatie
Ga naar www.garmin.com/intosports.
20 Problemen oplossen
Ga naar www.garmin.com/learningcenter.
Ga naar http://buy.garmin.com of neem contact op met uw
Garmin dealer voor informatie over optionele accessoires en
vervangingsonderdelen.
Satellietsignalen ontvangen
Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben
om satellietsignalen te kunnen ontvangen. De tijd en datum
worden automatisch ingesteld op basis van uw GPS-positie.
1
Ga naar buiten naar een open gebied.
De voorzijde van het toestel moet naar de lucht zijn gericht.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat satellietsignalen
worden gevonden.
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren
Synchroniseer het toestel regelmatig met uw Garmin
Connect account:
Verbind uw toestel met een computer via de USB-kabel
en de Garmin Express app.
Synchroniseer uw toestel met de Garmin Connect Mobile
app op uw Bluetooth smartphone.
Na verbinding met uw Garmin Connect account downloadt
het toestel diverse dagen aan satellietgegevens, zodat het
toestel snel satellietsignalen kan vinden.
Ga met uw toestel naar buiten, naar een open plek, ver weg
van hoge gebouwen en bomen.
Blijf enkele minuten stilstaan.
Het toestel herstellen
Als het toestel niet meer reageert, moet u het mogelijk
herstellen.
OPMERKING: Als u het toestel herstelt, kunnen uw gegevens
en/of instellingen worden gewist.
1
Houd 15 seconden ingedrukt.
Het toestel wordt uitgeschakeld.
2
Houd één seconde ingedrukt om het toestel in te
schakelen.
Gebruikersgegevens wissen
U kunt alle fabrieksinstellingen van het toestel herstellen.
OPMERKING: Hierdoor wordt alle door de gebruiker ingevoerde
informatie gewist, maar uw geschiedenis wordt niet verwijderd.
1
Houd ingedrukt en selecteer Ja om het toestel uit te
schakelen.
2
Houd ingedrukt en houd vervolgens ingedrukt om het
toestel in te schakelen.
3
Selecteer Ja.
Alle standaardinstellingen herstellen
OPMERKING: Hiermee worden alle gegevens die u hebt
ingevoerd en uw activiteitgeschiedenis gewist.
U kunt alle fabrieksinstellingen van het toestel herstellen.
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem >
Standaardinstellingen > Ja.
Toestelgegevens weergeven
U kunt de toestel-id, softwareversie, informatie over wet- en
regelgeving en de licentieovereenkomst weergeven.
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Over.
De software bijwerken
Voordat u de toestelsoftware kunt bijwerken, moet u beschikken
over een Garmin Connect account en de Garmin Express
toepassing downloaden.
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
Als er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt Garmin
Express deze naar uw toestel.
2
Volg de instructies op het scherm.
3
Koppel uw toestel niet los van de computer tijdens het
bijwerken.
Levensduur van de batterijen maximaliseren
Verkort de time-out voor de schermverlichting
(Schermverlichtingsinstellingen, pagina 19).
Verkort de time-out voor overschakelen naar horlogemodus
(Time-outinstellingen voor de spaarstand, pagina 18).
Schakel activiteiten volgen uit (Instellingen voor activiteiten
volgen, pagina 18).
Selecteer het Smart registratie-interval (Instellingen voor
gegevens vastleggen, pagina 19).
Schakel GLONASS uit (De GPS-instelling wijzigen,
pagina 18).
Schakel de Bluetooth draadloze functionaliteit uit (Bluetooth
technologie uitschakelen, pagina 11).
Schakel de hartslagmeting bij de pols uit (De
polshartslagmeter uitschakelen, pagina 4).
Mijn dagelijkse stappentelling wordt niet
weergegeven
De dagelijkse stappentelling wordt elke dag om middernacht op
nul gezet.
Als er streepjes verschijnen in plaats van uw stappentelling,
moet u wachten tot uw toestel satellietsignalen ontvangt en
de tijd automatisch instelt.
Mijn toestel speelt geen tonen af in koude
weersomstandigheden
Voor optimale prestaties in koude weersomstandigheden
worden knoptonen en waarschuwingstonen op het toestel
automatisch uitgeschakeld.
Appendix
Gegevensvelden
Voor sommige gegevensvelden hebt u ANT+ accessoires nodig
om de gegevens weer te geven.
% FTP: Het huidige uitgangsvermogen als percentage van het
functionele drempelvermogen (FTP).
%HSR: Het percentage van de hartslagreserve (maximale
hartslag minus rusthartslag).
Achter: De achterste fietsversnelling van een Di2 sensor.
Afstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige
activiteit of het huidige spoor.
Afstand laatste interval: De afstand die u hebt afgelegd voor
het laatste voltooide interval.
Afstand per slag: De afstand die u per slag hebt afgelegd.
Arbeid: De totale verrichte inspanningen (uitgangsvermogen) in
kilojoules.
Balans: De huidige vermogensbalans links/rechts.
Balans gemiddelde grondcontacttijd: De gemiddelde
grondcontacttijd-balans voor de huidige sessie.
Appendix 21
Balans grondcontacttijd: De links/rechts-balans van uw
grondcontacttijd tijdens het hardlopen.
Balans ronde grondcontacttijd: De gemiddelde
grondcontacttijd-balans voor de huidige ronde.
Banen: Het aantal volledige banen dat gedurende de huidige
activiteit is afgelegd.
Cadans: Hardlopen. Het aantal stappen per minuut (rechts en
links).
Cadans: Fietsen. Het aantal omwentelingen van de pedaalarm.
Voor weergave van deze gegevens moet uw toestel zijn
aangesloten op een cadansaccessoire.
Cadans laatste ronde: Hardlopen. De gemiddelde cadans van
de laatste voltooide ronde.
Cadans laatste ronde: Fietsen. De gemiddelde cadans van de
laatste voltooide ronde.
Cal.: De hoeveelheid calorieën die u hebt verbrand.
Di2 batterij: De resterende batterijspanning van een Di2 sensor.
Effectiviteit van draaimoment: Meting van de pedaalslagen-
efficiëntie van een gebruiker.
Gem. %HSR: Het gemiddelde percentage van de
hartslagreserve (maximale hartslag minus rusthartslag) voor
de huidige activiteit.
Gem. vermogensfase rechts: De gemiddelde
vermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige
activiteit.
Gem. verticale oscillatie: De gemiddelde verticale oscillatie
voor de huidige activiteit.
Gemiddelde balans: De gemiddelde vermogensbalans links/
rechts voor de huidige activiteit.
Gemiddelde balans 10 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (10 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
Gemiddelde balans 30 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (30 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
Gemiddelde balans 3 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (drie seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
Gemiddelde cadans: Hardlopen. De gemiddelde cadans voor
de huidige activiteit.
Gemiddelde cadans: Fietsen. De gemiddelde cadans voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde grondcontacttijd: Gemiddelde grondcontacttijd
voor de huidige activiteit.
Gemiddelde hartslag: De gemiddelde hartslag voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde HS %Max.: Het gemiddelde percentage van de
maximale hartslag voor de huidige activiteit.
Gemiddelde PMO: De gemiddelde pedaalmidden-offset voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde PVF links: De gemiddelde
piekvermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde PVF rechts: De gemiddelde
piekvermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde rondetijd: De gemiddelde rondetijd voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde slagafstand: De gemiddelde afstand die u per
slag hebt afgelegd tijdens de huidige activiteit.
Gemiddelde slagen/baan: Het gemiddelde aantal slagen per
baan gedurende de huidige activiteit.
Gemiddelde slagsnelheid: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens de huidige activiteit.
Gemiddelde snelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde staplengte: De gemiddelde staplengte voor de
huidige sessie.
Gemiddelde SWOLF: De gemiddelde swolf-score voor de
huidige activiteit. Uw swolf-score is de som van de tijd voor
één baan en het aantal slagen voor die baan (Zwemtermen,
pagina 2). Bij zwemmen in open water wordt de swolfscore
berekend over 25 meter.
Gemiddelde vermogensfase: De gemiddelde
vermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde verticale ratio: De gemiddelde verhouding tussen
verticale oscillatie en staplengte voor de huidige sessie.
Gemiddeld tempo: Het gemiddelde tempo van de huidige
activiteit.
Gemiddeld vermogen: Het gemiddelde uitgangsvermogen voor
de huidige activiteit.
Gemiddeld vermogen 10 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (10 seconden) van het uitgangsvermogen.
Gemiddeld vermogen 30 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (30 seconden) van het uitgangsvermogen.
Gemiddeld vermogen 3 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (drie seconden) van het uitgangsvermogen.
Grondcontacttijd: De hoeveelheid tijd voor iedere stap tijdens
het hardlopen waarbij er contact is met de grond, gemeten in
milliseconden. Grondcontacttijd wordt niet berekend als u
wandelt.
Hartslagvelden: Uw aantal hartslagen per minuut. Uw toestel
moet zijn aangesloten op een compatibele hartslagmeter.
Herhaal: De timer voor het laatste interval plus de huidige
rustpauze (zwemmen in zwembad).
Hoogte: De hoogte van uw huidige locatie boven of onder
zeeniveau.
HS %Max.: Het percentage van maximale hartslag.
HS-zone: Uw huidige hartslagbereik (1 tot 5). De
standaardzones zijn gebaseerd op uw gebruikersprofiel en
de maximale hartslag (220 min uw leeftijd).
Intensity Factor: De Intensity Factor
voor de huidige activiteit.
Intervalafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor het
huidige interval.
Intervalbanen: Het aantal volledige banen dat tijdens het
huidige interval is afgelegd.
Interval gemiddelde %hartslagreserve: Het gemiddelde
percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor het huidige zweminterval.
Interval gemiddelde %maximum: Het gemiddelde percentage
van de maximale hartslag voor het huidige zweminterval.
Interval gemiddelde hartslag: De gemiddelde hartslag voor het
huidige zweminterval.
Interval maximum %hartslagreserve: Het gemiddelde
percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor het huidige zweminterval.
Interval maximum %maximum: Het gemiddelde percentage
van de maximale hartslag voor het huidige zweminterval.
Interval maximum hartslag: De maximale hartslag voor het
huidige zweminterval.
Interval slagsnelheid: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens het huidige interval.
Intervaltempo: Het gemiddelde tempo van het huidige interval.
Intervaltijd: De stopwatchtijd voor het huidige interval.
22 Appendix
Koers: De richting waarin u zich verplaatst.
Laatste interval SWOLF: De gemiddelde swolf-score voor het
laatste voltooide interval.
Laatste rondeafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de
laatste voltooide ronde.
Laatste ronde Normalized Power: Het gemiddelde Normalized
Power van de laatste voltooide ronde.
Laatste rondesnelheid: De gemiddelde snelheid voor de
laatste voltooide ronde.
Laatste rondetempo: Het gemiddelde tempo van de laatste
voltooide ronde.
Laatste rondetijd: De stopwatchtijd voor de laatste voltooide
ronde.
Max. 24 uur: De maximumtemperatuur gemeten in de
afgelopen 24 uur.
Max. snelheid: De hoogste snelheid voor de huidige activiteit.
Maximum vermogen: Het hoogste uitgangsvermogen voor de
huidige activiteit.
Maximum vermogen ronde: Het hoogste uitgangsvermogen
voor de huidige ronde.
Min. 24 uur: De minimumtemperatuur gemeten in de afgelopen
24 uur.
Nautische afstand: De afstand afgelegd in nautische meters of
nautische voeten.
Nautische snelheid: De huidige snelheid in knopen.
Normalized Power: De Normalized Power
voor de huidige
activiteit.
Normalized Power ronde: Het gemiddelde Normalized Power
van de huidige ronde.
Pedaalsoepelheid: De meting van de krachtverdeling op de
pedalen bij iedere pedaalslag door een gebruiker.
PMO: Pedaalmidden-offset. Pedaalmidden-offset is de locatie
op het pedaaloppervlak waarop u kracht uitoefent.
Prestatieconditie: De score voor de prestatieconditie is een
real-time meting van uw prestatievermogen.
PVF links: De huidige piekvermogensfasehoek voor het
linkerbeen. Piekvermogensfase is het hoekgebied waarover
u het piekgedeelte van de aandrijfkracht uitoefent.
PVF rechts: De huidige piekvermogensfasehoek voor het
rechterbeen. Piekvermogensfase is het hoekgebied waarover
u het piekgedeelte van de aandrijfkracht uitoefent.
Ronde %HSR: Het gemiddelde percentage van de
hartslagreserve (maximale hartslag minus rusthartslag) voor
de huidige ronde.
Rondeafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige
ronde.
Rondebalans: De gemiddelde vermogensbalans links/rechts
voor de huidige ronde.
Rondecadans: Hardlopen. De gemiddelde cadans voor de
huidige ronde.
Rondecadans: Fietsen. De gemiddelde cadans voor de huidige
ronde.
Ronde-grondcontacttijd: Gemiddelde grondcontacttijd voor de
huidige ronde.
Ronde HS: De gemiddelde hartslag voor de huidige ronde.
Ronde-HS %Max.: Het gemiddelde percentage van de
maximale hartslag voor de huidige ronde.
Ronden: Het aantal ronden dat is voltooid voor de huidige
activiteit.
Ronde PMO: De gemiddelde pedaalmidden-offset voor de
huidige ronde.
Ronde PVF links: De gemiddelde piekvermogensfasehoek voor
het linkerbeen voor de huidige ronde.
Ronde PVF rechts: De gemiddelde piekvermogensfasehoek
voor het rechterbeen voor de huidige ronde.
Rondesnelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
ronde.
Ronde staplengte: De gemiddelde staplengte voor de huidige
ronde.
Rondetempo: Het gemiddelde tempo van de huidige ronde.
Rondetijd: De stopwatchtijd voor de huidige ronde.
Ronde vermog.fase rechts: De gemiddelde
vermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige
ronde.
Ronde vermogensfase links: De gemiddelde
vermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige
ronde.
Ronde verticale oscillatie: De gemiddelde verticale oscillatie
voor de huidige ronde.
Ronde verticale ratio: De gemiddelde verhouding tussen
verticale oscillatie en staplengte voor de huidige ronde.
Rust-timer: De timer voor de huidige rustpauze (zwemmen in
zwembad).
Slagen: Het totale aantal slagen voor de huidige activiteit.
Slagen/baan laatste interval: Het gemiddeld aantal slagen per
baan tijdens het laatste voltooide interval.
Slagen laatste baan: Het totale aantal slagen voor de laatste
voltooide baan.
Slagsnelheid: Het aantal slagen per minuut (spm).
Slagsnelheid laatste baan: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens de laatste voltooide baan.
Slagsnelheid laatste interval: Het gemiddelde aantal slagen
per minuut (spm) tijdens het laatste voltooide interval.
Slagtype interval: Het huidige slagtype voor het interval.
Slagtype laatste baan: Het slagtype dat is gebruikt tijdens de
laatste voltooide baan.
Snelheid: De huidige snelheid waarmee u zich verplaatst.
Staplengte: De afstand tussen de plekken waar u uw ene voet
en uw andere voet neerzet, gemeten in meters.
SWOLF interval: De gemiddelde swolf-score voor het huidige
interval.
SWOLF laatste baan: De swolf-score voor de laatste voltooide
baan.
Temperatuur: De temperatuur van de lucht. Uw
lichaamstemperatuur beïnvloedt de temperatuursensor.
Tempo: Het huidige tempo.
Tempo laatste baan: Het gemiddelde tempo van de laatste
voltooide volledige baan.
Tempo laatste interval: Het gemiddelde tempo van het laatste
voltooide interval.
Tijd: De tijd van de dag, op basis van uw huidige locatie en
tijdinstellingen (notatie, tijdzone en zomertijd).
Tijd in zone: De tijd verstreken in elke hartslag- of
vermogenszone.
Tijd laatste interval: De stopwatchtijd van het laatste voltooide
interval.
Tijd staand: De tijd dat u staand op de pedalen hebt getrapt
voor de huidige activiteit.
Tijd staand - ronde: De tijd dat u staand op de pedalen hebt
getrapt voor de huidige ronde.
Tijd zittend: De tijd dat u zittend op de pedalen hebt getrapt
voor de huidige activiteit.
Appendix 23
Tijd zittend - ronde: De tijd dat u zittend op de pedalen hebt
getrapt voor de huidige ronde.
Timer: De stopwatchtijd voor de huidige activiteit.
Training Effect: Huidig effect (1,0 tot 5,0) op uw aerobische
conditie.
Training Stress Score: De Training Stress Score
voor de
huidige activiteit.
Vermogen: Het huidige uitgangsvermogen in watt.
Vermogen in ronde: Het gemiddelde uitgangsvermogen voor
de huidige ronde.
Vermogen laatste ronde: Het gemiddelde uitgangsvermogen
voor de laatste voltooide ronde.
Vermogen per gewicht: Het huidige vermogen gemeten in watt
per kilogram.
Vermogensfase links: De huidige vermogensfasehoek voor het
linkerbeen. Vermogensfase is het pedaalslaggebied waar u
positief vermogen produceert.
Vermogensfase rechts: De huidige vermogensfasehoek voor
het rechterbeen. Vermogensfase is het pedaalslaggebied
waar u positief vermogen produceert.
Vermogenszone: Het huidige uitgangsvermogensbereik (1–7),
gebaseerd op uw FTP of aangepaste instellingen.
Versnellingen: De voorste en achterste fietsversnellingen van
een Di2 sensor.
Versnellingsratio: Het aantal tanden op de voorste en
achterste fietsversnellingen.
Verstreken tijd: De totale verstreken tijd. Als u bijvoorbeeld de
timer start en 10 minuten hardloopt, vervolgens de timer 5
minuten stopt en daarna de timer weer start en 20 minuten
hardloopt, bedraagt de verstreken tijd 35 minuten.
Verticale oscillatie: De op-en-neerbeweging tijdens het
hardlopen. De verticale beweging van uw bovenlichaam,
gemeten in centimeters voor iedere stap.
Verticale verhouding: De verhouding tussen verticale oscillatie
en staplengte.
Voor: De voorste fietsversnelling van een Di2 sensor.
Zon onder: Het tijdstip waarop de zon ondergaat, gebaseerd op
uw GPS-positie.
Zon op: Het tijdstip waarop de zon opkomt, gebaseerd op uw
GPS-positie.
Softwarelicentieovereenkomst
DOOR HET TOESTEL TE GEBRUIKEN VERKLAART U DAT U
DE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DE VOLGENDE
SOFTWARELICENTIEOVEREENKOMST ZULT NALEVEN.
LEES DEZE OVEREENKOMST ZORGVULDIG.
Garmin Ltd. en/of haar dochterondernemingen (“Garmin”) kent u
een beperkte licentie toe om de software die is ingebouwd in dit
toestel (de “software”) in binaire, uitvoerbare vorm te gebruiken
bij het normale gebruik van dit product. De titel,
eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten in en op
de Software blijven in bezit van Garmin en/of haar
dochtermaatschappijen.
U erkent dat de Software het eigendom is van Garmin en/of
haar externe leveranciers en wordt beschermd door de
wetgeving met betrekking tot auteursrechten van de Verenigde
Staten van Amerika en internationale verdragen inzake
auteursrechten. U erkent bovendien dat de structuur, organisatie
en code van de Software, waarvan de broncode niet wordt
verschaft, waardevolle handelsgeheimen van Garmin en/of haar
externe leveranciers zijn en dat de Software in de broncodevorm
een waardevol handelsgeheim van Garmin en/of haar externe
leveranciers blijft. U verklaart dat u de Software of elk deel
daarvan niet zult decompileren, demonteren, wijzigen,
onderwerpen aan reverse assembling of reverse engineering,
herleiden tot door mensen leesbare vorm of afgeleide werken
zult maken op basis van de Software. U verklaart dat u de
software niet zult exporteren of herexporteren naar landen die
de exportwetten van de Verenigde Staten van Amerika of enig
ander toepasselijk land schenden.
3-Clause BSD-licentie
Copyright © 2003-2010, Mark Borgerding
Alle rechten voorbehouden.
Herdistributie en gebruik in broncodevorm en binaire vorm, met
of zonder wijzigingen, is toegestaan, mits aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
Herdistributies van broncode dienen de bovenstaande
copyrightvermelding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer te bevatten.
Herdistributies in binaire vorm dienen de bovenstaande
copyrightvermelding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer te reproduceren in de documentatie
en/of andere bij de distributie geleverde materialen.
De naam van de auteur en de namen van bijdragers mogen
zonder voorafgaande uitdrukkelijke en schriftelijke
toestemming niet worden gebruikt om van deze software
afgeleide producten aan te bevelen of te promoten.
DEZE SOFTWARE WORDT DOOR DE
COPYRIGHTHOUDERS EN BIJDRAGERS VERSTREKT "IN
DE HUIDIGE STAAT" EN EXPLICIETE OF IMPLICIETE
GARANTIES, MET INBEGRIP VAN, DOCH NIET BEPERKT
TOT, IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDEN
AFGEWEZEN. DE COPYRIGHTHOUDER OF DE
BIJGRAGERS ZULLEN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK
KUNNEN WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE OF
INDIRECTE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, BIJZONDERE
SCHADE, SMARTENGELD OF GEVOLGSCHADE (MET
INBEGRIP VAN, DOCH NIET BEPERKT TOT, DE AANSCHAF
VAN VERVANGENDE GOEDEREN OF DIENSTEN, VERLIES
VAN GEBRUIK, GEGEVENSVERLIES, WINSTDERVING OF
BEDRIJFSONDERBREKING), ONGEACHT DE OORZAAK EN
DE RECHTSGROND VOOR AANSPRAKELIJKHEID, HETZIJ
UIT CONTRACTUELE VERPLICHTING, WEGENS RISICO-
AANSPRAKELIJKHEID OF OP GROND VAN
ONRECHTMATIGE DAAD (NALATIGHEID INBEGREPEN), OP
ENIGERLEI WIJZE VOORTVLOEIEND UIT HET GEBRUIK
VAN DEZE SOFTWARE, OOK NIET WANNEER ZIJ VOORAF
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE
HOOGTE ZIJN GESTELD.
Fitnessdoelstellingen
Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en
verbeteren door de onderstaande principes te begrijpen en toe
te passen.
Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw
training.
Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw
cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren.
Als u uw hartslagzones kent, kunt u het risico op blessures
verlagen en voorkomen dat u te zwaar traint.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen
van hartslagzones, pagina 25) gebruiken om de beste
hartslagzone te bepalen voor uw fitheidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent, gebruik dan een van de
rekenmachines die beschikbaar zijn op internet. Bij sommige
sportscholen en gezondheidscentra kunt u een test doen om de
maximale hartslag te meten. De standaard maximale hartslag is
220 min uw leeftijd.
24 Appendix
Hartslagzones
Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire
kracht te meten en te verbeteren en om hun fitheid te
verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan
hartslagen per minuut. De vijf algemeen geaccepteerde
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van
oplopende intensiteit. Over het algemeen worden hartslagzones
berekend op basis van de percentages van uw maximale
hartslag.
Berekeningen van hartslagzones
Zone % van
maximale
hartslag
Waargenomen
inspanning
Voordelen
1 50–60% Ontspannen,
comfortabel tempo,
regelmatige ademhaling
Aerobische training
voor beginners,
verlaagt het stressni-
veau
2 60–70% Comfortabel tempo, iets
diepere ademhaling,
gesprek voeren is
mogelijk
Standaardcardiovas-
culaire training; korte
herstelperiode
Zone % van
maximale
hartslag
Waargenomen
inspanning
Voordelen
3 70–80% Gematigd tempo,
gesprek voeren iets
lastiger
Verbeterde aerobische
capaciteit, optimale
cardiovasculaire
training
4 80–90% Hoog tempo en
enigszins oncomfortabel;
zware ademhaling
Verbeterde anaerobi-
sche capaciteit en
drempel, hogere
snelheid
5 90–100% Sprinttempo, kan niet
lang worden
volgehouden;
ademhaling zwaar
Anaerobisch en
musculair uithoudings-
vermogen; meer
kracht
Standaardwaarden VO2 Max.
In deze tabellen vindt u de gestandaardiseerde classificaties van het geschat VO2 max. op basis van leeftijd en geslacht.
Mannen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 55,4 54 52,5 48,9 45,7 42,1
Uitstekend 80 51,1 48,3 46,4 43,4 39,5 36,7
Goed 60 45,4 44 42,4 39,2 35,5 32,3
Redelijk 40 41,7 40,5 38,5 35,6 32,3 29,4
Slecht 0–40 <41,7 <40,5 <38,5 <35,6 <32,3 <29,4
Vrouwen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 49,6 47,4 45,3 41,1 37,8 36,7
Uitstekend 80 43,9 42,4 39,7 36,7 33 30,9
Goed 60 39,5 37,8 36,3 33 30 28,1
Redelijk 40 36,1 34,4 33 30,1 27,5 25,9
Slecht 0–40 <36,1 <34,4 <33 <30,1 <27,5 <25,9
Gegevens afgedrukt met toestemming van The Cooper Institute. Ga voor meer informatie naar www.CooperInstitute.org.
FTP-waarden
Deze tabellen bevatten classificaties voor geschat functioneel
drempelvermogen (FTP) op basis van geslacht.
Mannen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 5,05 en meer
Uitstekend Tussen 3,93 en 5,04
Goed Tussen 2,79 en 3,92
Redelijk Tussen 2,23 en 2,78
Ongetraind Minder dan 2,23
Vrouwen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 4,30 en meer
Uitstekend Tussen 3,33 en 4,29
Goed Tussen 2,36 en 3,32
Redelijk Tussen 1,90 en 2,35
Ongetraind Minder dan 1,90
FTP-waarden zijn gebaseerd op onderzoek verricht door Hunter
Allen en Andrew Coggan, PhD, Training and Racing with a
Power Meter (Boulder, CO: VeloPress, 2010).
Appendix 25
Index
A
accessoires 14, 20
activiteiten opslaan 1, 2
activiteiten volgen 9, 18
afstand, waarschuwingen 17
agenda 2, 3
alarmen 19
ANT+ sensors 14, 15
koppelen 14
ANT+ sensors koppelen 14
applicaties 11
smartphone 10
Auto Lap 18
Auto Pause 17
Auto Scroll 18
B
banen 2
laden 14
batterij
maximaliseren 11, 18, 21
opladen 19
vervangen 20
Bluetooth technologie 10, 11
C
cadans 5, 6, 17, 18
calorie, waarschuwingen 17
Connect IQ 11, 12
coördinaten 13
D
de batterij vervangen 20
doel 3
doelstellingen 3
F
fietsen 7
G
Garmin Connect 2, 3, 10–12, 14
Garmin Connect Mobile 10
Garmin Express
software bijwerken 20
toestel registreren 20
gebruikersgegevens, verwijderen 12
gebruikersprofiel 16
gegevens
opslaan 12, 16
overbrengen 12
vastleggen 19
gegevensvelden 11, 17, 21
geschiedenis 2, 11, 12, 19
naar de computer verzenden 12
verwijderen 12
GLONASS 18
GPS 1, 18
signaal 21
grondcontacttijd 5, 6
grootte van bad 2
H
hardloopdynamiek 5, 6
hartslag 1, 4, 17
meter 2, 4, 6, 7, 15, 16, 20
sensors koppelen 5
zones 4, 5, 12, 24, 25
herstel 6, 7
het toestel herstellen 21
hoogte 13
horlogemodus 18, 21
I
indoortraining 2, 14
instellingen 17–19, 21
toestel 18, 19
intervallen 2
workouts 3
K
kaarten 13
bijwerken 20
klok 1, 19
knoppen 1, 10, 20
koersen 13, 14
verwijderen 14
koppelen
ANT+ sensors 5
smartphone 10
L
lactaatdrempel 8
locaties 13
bewerken 13
verwijderen 13
loop-intervallen 17
M
maateenheden 19
meldingen 10
menu 1
metronoom 18
minuten intensieve training 9
multisport 1
N
navigatie 13
stoppen 14
O
opladen 19
P
persoonlijke records 4
verwijderen 4
pictogrammen 1
prestatieconditie 6, 8
problemen oplossen 4, 6, 15, 16, 20, 21
productregistratie 20
profielen 16, 17
activiteit 1
gebruiker 16
R
racen 3
ronden 1
S
satellietsignalen 1, 21
scherm 19
schermverlichting 1, 19
slaapmodus 9, 11
slagen 2
smartphone 10, 11
applicaties 10, 11
koppelen 10
snelheid 19
snelheids- en cadanssensors 1
software
bijwerken 20, 21
licentie 21
versie 21
softwarelicentieovereenkomst 24
specificaties 19, 20
staplengte 5, 6
stressscore 6, 8
swolfscore 2
systeeminstellingen 18
T
taal 18
tempo 17, 19
tijd 19
instellingen 19
waarschuwingen 17
tijdzones 19
timer 1, 2, 12
toestel aanpassen 17
toestel registreren 20
toestel schoonmaken 15, 16, 20
toestel-id 21
tonen 18, 19, 21
training 1, 3, 11, 17
plannen 2, 3
triatlontraining 1
trillen 19
U
UltraTrac 18
updates, software 21
USB 21
loskoppelen 12
V
vergrendelen, knoppen 1
vermogen (kracht)
meters 7–9, 14, 25
zones 14
verticale oscillatie 5, 6
verticale ratio 5, 6
verwijderen
alle gebruikersgegevens 12, 21
geschiedenis 12
persoonlijke records 4
VIRB afstandsbediening 11
Virtual Partner 3
VO2 max. 3, 6, 7, 25
voetsensor 1, 14
voorspelde finishtijd 7
W
waarschuwingen 17, 18
weer 11
widgets 4, 10, 11
wijzerplaten 11
workouts 2, 3
laden 2
Z
zones
hartslag 4, 5
tijd 19
voeding 14
zwemmen 2, 15
26 Index
www.garmin.com/support
1800 235 822 +43 (0) 820 220230
+ 32 2 672 52 54 0800 770 4960
1-866-429-9296
+385 1 5508 272
+385 1 5508 271
+420 221 985466
+420 221 985465
+ 45 4810 5050
+ 358 9 6937 9758 + 331 55 69 33 99
+ 39 02 36 699699 (+52) 001-855-792-7671
0800 427 652 0800 0233937
+47 815 69 555
00800 4412 454
+44 2380 662 915
+35 1214 447 460 +386 4 27 92 500
0861 GARMIN (427 646)
+27 (0)11 251 9800
+34 93 275 44 97
+ 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2
0808 238 0000
+44 870 850 1242
+49 (0) 89 858364880
zum Ortstarif - Mobilfunk
kann abweichen
913-397-8200
1-800-800-1020
© 2016 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
27

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Garmin Forerunner 735XT bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Garmin Forerunner 735XT in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,46 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Garmin Forerunner 735XT

Garmin Forerunner 735XT Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 34 pagina's

Garmin Forerunner 735XT Gebruiksaanwijzing - English - 30 pagina's

Garmin Forerunner 735XT Gebruiksaanwijzing - Français - 34 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info