657421
26
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/32
Pagina verder
Forerunner
®
735XT
Gebruikershandleiding
April 2016 190-02058-35_0A
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
, het Garmin logo, ANT+
®
, Auto Lap
®
, Auto Pause
®
, Edge
®
, Forerunner
®
, VIRB
®
en Virtual Partner
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Connect IQ
, Garmin Connect
, Garmin Express
, HRM-Run
, HRM-Tri
,
HRM-Swim
, tempe
, Varia
, Varia Vision
en Vector
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet
worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android
is een handelsmerk van Google Inc. Apple
®
en Mac
®
zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het
woordmerk en de logo's van Bluetooth
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen.
The Cooper Institute
®
, en alle gerelateerde handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Shimano
®
en Di2
zijn handelsmerken van Shimano,
Inc. Geavanceerde hartslaganalyse door Firstbeat. Training Stress Score
, Intensity Factor
en Normalized Power
zijn handelsmerken van Peaksware, LLC.
Windows
®
is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en merknamen zijn
het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product bevat mogelijk een bibliotheek (Kiss FFT) waarvoor een licentie is verkregen van Mark Borgerding onder de 3-Clause BSD-licentie
http://opensource.org/licenses/BSD-3-Clause.
Dit product is ANT+
®
gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
M/N: A02924
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................... 1
Knoppen..................................................................................... 1
De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen................ 1
Het menu openen.................................................................. 1
Pictogrammen........................................................................ 1
Training........................................................................... 1
Hardlopen................................................................................... 1
Multisportactiviteiten................................................................... 1
Triatlontraining....................................................................... 1
Hartslag tijdens het zwemmen....................................................2
Zwemmen in het zwembad.................................................... 2
Zwemmen in open water........................................................2
Zwemtermen............................................................................... 2
Binnenactiviteiten........................................................................2
Workouts.....................................................................................2
Een workout via internet volgen............................................. 2
Een workout beginnen........................................................... 2
De trainingsagenda................................................................ 2
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken.................... 3
Intervalworkouts..................................................................... 3
Een intervalworkout maken............................................... 3
Een intervalworkout starten...............................................3
Een workout stoppen........................................................ 3
Een workout annuleren..................................................... 3
Gebruik van Virtual Partner®................................................. 3
Een trainingsdoel instellen..................................................... 3
Een trainingsdoel annuleren............................................. 3
Racen tegen een eerder voltooide activiteit........................... 3
Persoonlijke records.............................................................. 4
Uw persoonlijke records weergeven................................. 4
Een persoonlijk record herstellen...................................... 4
Een persoonlijk record verwijderen................................... 4
Alle persoonlijke records verwijderen................................4
Hartslagmeetfuncties..................................................... 4
De hartslagwidget gebruiken...................................................... 4
Het toestel en de hartslagmeter dragen................................ 4
De polshartslagmeter uitschakelen........................................ 4
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens........................... 4
Uw hartslagzones instellen......................................................... 4
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel................. 5
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin® toestellen............. 5
Hardloopdynamiek...................................................................... 5
Trainen met hardloopdynamiek............................................. 5
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens..................... 6
Gegevens over grondcontacttijd-balans........................... 6
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens............. 6
Fysiologische metingen.............................................................. 6
Over VO2 max. indicaties...................................................... 7
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven........... 7
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven..................... 7
Voorspelde racetijden weergeven......................................... 7
Hersteladvies......................................................................... 7
Hersteladvies inschakelen................................................ 7
Herstelhartslag....................................................................... 7
Uw stressscore weergeven.................................................... 8
Prestatieconditie.................................................................... 8
Uw prestatieconditie weergeven....................................... 8
Lactaatdrempel...................................................................... 8
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te
bepalen............................................................................. 8
Uw FTP-waarde schatten...................................................... 8
Een FTP-test uitvoeren..................................................... 9
Activiteiten volgen......................................................... 9
Activiteiten volgen inschakelen
................................................... 9
De bewegingswaarschuwing gebruiken..................................... 9
Slaap bijhouden.......................................................................... 9
Automatisch doel........................................................................ 9
Minuten intensieve training......................................................... 9
Minuten intensieve training opbouwen.................................. 9
Slimme functies............................................................ 10
Uw smartphone koppelen......................................................... 10
Telefoonmeldingen.............................................................. 10
Bluetooth meldingen inschakelen................................... 10
Meldingen weergeven..................................................... 10
Meldingen beheren......................................................... 10
Audiowaarschuwingen afspelen tijdens het hardlopen........ 10
De muziekbedieningsknoppen gebruiken............................ 10
Een kwijtgeraakte smartphone terugvinden......................... 10
Widgets..................................................................................... 10
De widgets gebruiken.......................................................... 11
Over My Day........................................................................ 11
Bluetooth bedieningswidget................................................. 11
De weerwidget bekijken....................................................... 11
VIRB afstandsbediening...................................................... 11
Een VIRB actiecamera bedienen.................................... 11
De modus Niet storen gebruiken.............................................. 11
Bluetooth connected functies................................................... 11
Connectiewaarschuwing inschakelen op uw smartphone... 11
Bluetooth technologie uitschakelen..................................... 11
Connect IQ™ functies...............................................................11
Connect IQ functies downloaden......................................... 11
Connect IQ functies downloaden via uw computer......... 12
Geschiedenis................................................................ 12
Geschiedenis weergeven......................................................... 12
Tijd in elke hartslagzone weergeven................................... 12
Gegevenstotalen weergeven.................................................... 12
Geschiedenis verwijderen.........................................................12
Gegevensbeheer...................................................................... 12
Bestanden verwijderen........................................................ 12
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 12
Gegevens naar uw Garmin Connect account verzenden......... 12
Garmin Connect........................................................................12
Navigatie....................................................................... 13
De kaart toevoegen.................................................................. 13
Kaartfuncties............................................................................. 13
Uw locatie markeren................................................................. 13
Een locatie bewerken...........................................................13
Een locatie verwijderen........................................................ 13
Uw huidige hoogte en coördinaten weergeven.................... 13
Naar een opgeslagen locatie navigeren................................... 13
Terug naar startlocatie navigeren............................................. 13
Koersen.................................................................................... 13
Een koers van internet volgen............................................. 14
Koersgegevens weergeven................................................. 14
Een koers verwijderen......................................................... 14
Stoppen met navigeren............................................................ 14
ANT+ sensors............................................................... 14
ANT+ sensors koppelen........................................................... 14
Voetsensor................................................................................14
Hardlopen met een voetsensor............................................ 14
Kalibratie van de voetsensor............................................... 14
Trainen met vermogensmeters................................................. 14
Uw vermogenszones instellen............................................. 14
Gebruik van Shimano® Di2™ shifters...................................... 15
Omgevingsbewustzijn............................................................... 15
Compatibele hartslagmeters..................................................... 15
HRM-Swim accessoire.........................................................15
De hartslagmeter passend maken.................................. 15
Inhoudsopgave i
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 15
Tips voor het gebruik van het HRM-Swim accessoire.... 15
Onderhoud van de hartslagmeter................................... 15
HRM-Tri accessoire............................................................. 15
Zwemmen in een zwembad............................................ 15
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 15
Gegevensopslag............................................................. 16
HRM-Run accessoire........................................................... 16
De hartslagmeter aanbrengen........................................ 16
Onderhoud van de hartslagmeter........................................ 16
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens......................... 16
Uw toestel aanpassen.................................................. 16
Uw gebruikersprofiel instellen................................................... 16
Activiteitenprofielen...................................................................16
Een aangepast activiteitenprofiel maken............................. 17
Uw activiteitenprofiel wijzigen.............................................. 17
Activiteitinstellingen.................................................................. 17
Gegevensschermen aanpassen.......................................... 17
Waarschuwingen................................................................. 17
Bereikwaarschuwingen instellen..................................... 17
Een terugkerende waarschuwing instellen..................... 17
Looppauze-waarschuwingen instellen............................ 17
Een waarschuwing wijzigen............................................ 17
Auto Pause® gebruiken....................................................... 17
Hardlopen met de metronoom............................................. 18
Ronden op afstand markeren.............................................. 18
De rondewaarschuwing wijzigen..........................................18
Auto Scroll gebruiken........................................................... 18
De GPS-instelling wijzigen................................................... 18
De UltraTrac modus gebruiken....................................... 18
Time-outinstellingen voor de spaarstand............................. 18
Instellingen voor activiteiten volgen.......................................... 18
Systeeminstellingen.................................................................. 18
De taal van het toestel wijzigen........................................... 18
Tijdinstellingen..................................................................... 19
Tijdzones......................................................................... 19
De tijd handmatig instellen.............................................. 19
Het alarm instellen............................................................... 19
Een alarm verwijderen.................................................... 19
Schermverlichtingsinstellingen.............................................19
De toestelgeluiden instellen................................................. 19
De maateenheden wijzigen................................................. 19
Indelingsinstellingen.............................................................19
Instellingen voor gegevens vastleggen................................ 19
Toestelinformatie......................................................... 19
Het toestel opladen................................................................... 19
Specificaties..............................................................................19
Forerunner specificaties.......................................................19
HRM-Swim specificaties en HRM-Tri specificaties.............. 20
HRM-Run specificaties........................................................ 20
Toestelonderhoud..................................................................... 20
Het toestel schoonmaken.................................................... 20
Door de gebruiker vervangbare batterijen........................... 20
De batterij van de hartslagmeter vervangen................... 20
Problemen oplossen.................................................... 20
Ondersteuning en updates....................................................... 20
Meer informatie......................................................................... 20
Satellietsignalen ontvangen...................................................... 21
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren............................ 21
Het toestel herstellen................................................................ 21
Gebruikersgegevens wissen.....................................................21
Alle standaardinstellingen herstellen........................................ 21
Toestelgegevens weergeven.................................................... 21
De software bijwerken.............................................................. 21
Levensduur van de batterijen maximaliseren........................... 21
Mijn dagelijkse stappentelling wordt niet weergegeven
............ 21
Mijn toestel speelt geen tonen af in koude
weersomstandigheden............................................................. 21
Appendix....................................................................... 21
Gegevensvelden....................................................................... 21
Softwarelicentieovereenkomst.................................................. 24
3-Clause BSD-licentie...............................................................24
Fitnessdoelstellingen................................................................ 24
Hartslagzones........................................................................... 25
Berekeningen van hartslagzones............................................. 25
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 25
FTP-waarden............................................................................ 25
Index.............................................................................. 26
ii Inhoudsopgave
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt.
Knoppen
À
Houd deze knop ingedrukt om het toestel in of uit te
schakelen.
Selecteer om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Á
Selecteer deze knop om de timer te starten of te
stoppen.
Selecteer deze knop om een optie te kiezen of een
bericht te bevestigen.
Â
Selecteer deze knop als u een nieuwe ronde wilt
markeren.
Selecteer deze knop om terug te keren naar het vorige
scherm.
Ã
Selecteer deze knop om door de widgets, gegevens-
schermen, opties en instellingen te bladeren.
Selecteer > om een activiteitenprofiel te
selecteren.
Selecteer > om het menu te openen.
Houd ingedrukt om het menu met opties te openen.
De toestelknoppen vergrendelen en ontgrendelen
U kunt de toestelknoppen vergrendelen om te voorkomen dat de
knoppen tijdens een activiteit of in de horlogemodus per ongeluk
worden ingedrukt.
1
Houd ingedrukt.
2
Selecteer Vergrendel toestel.
3
Houd ingedrukt om de toestelknoppen te ontgrendelen.
Het menu openen
1
Selecteer .
2
Selecteer .
Pictogrammen
Een knipperend pictogram geeft aan dat het toestel een signaal
zoekt. Een niet-knipperend pictogram geeft aan dat het signaal
is gevonden of de sensor is verbonden.
GPS-status
Status Bluetooth
®
technologie
Status hartslagmeter
Status voetsensor
LiveTrack status
Status snelheid- en cadanssensor
Status Varia
fietsverlichting
Status Varia fietsradar
Varia Vision
status
tempe
sensorstatus
VIRB
®
camerastatus
Forerunner alarmstatus
Vermogensstatus
Training
Hardlopen
De eerste fitnessactiviteit die u op uw toestel opslaat kan een
hardloopsessie, een rit of een andere buitenactiviteit zijn.
Mogelijk moet het toestel eerst worden opgeladen (Het toestel
opladen, pagina 19) voordat u aan de activiteit begint.
1
Selecteer en vervolgens een activiteitenprofiel.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Ga hardlopen.
5
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u om de
timer te stoppen.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Hervat om de timer weer te starten.
Selecteer Sla op om uw hardloopsessie op te slaan en de
timer opnieuw in te stellen. U kunt de hardloopsessie
selecteren om een samenvatting te bekijken.
Selecteer Gooi weg > Ja om de hardloopsessie te
verwijderen.
Multisportactiviteiten
Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van
gecombineerde sporten kunnen de aangepaste
multisportprofielen gebruiken (Een aangepast activiteitenprofiel
maken, pagina 17). Wanneer u een multisportprofiel instelt,
kunt u schakelen tussen sportmodi en nog steeds uw totale tijd
voor alle sporten weergeven. U kunt bijvoorbeeld overschakelen
van fietsmodus naar hardloopmodus en de totale tijd voor
fietsen en hardlopen gedurende de gehele workout weergeven.
Triatlontraining
Als u deelneemt aan een triatlon, kunt u het
triatlonactiviteitenprofiel gebruiken om snel over te schakelen op
Inleiding 1
een ander sportsegment, de tijd op te nemen en de activiteit op
te slaan.
1
Selecteer > > Triatlon.
2
Selecteer om de timer te starten.
3
Selecteer aan het begin en eind van elke overgang.
De overgangsfunctie kan in- of uitgeschakeld worden voor
het triatlonactiviteitenprofiel.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Hartslag tijdens het zwemmen
OPMERKING: Hartslag aan de pols is niet beschikbaar tijdens
het zwemmen.
Met het HRM-Tri
accessoire en het HRM-Swim
accessoire
worden uw hartslaggegevens tijdens het zwemmen
geregistreerd en opgeslagen. Als de hartslagmeter onder water
is, worden de hartslaggegevens niet weergegeven op
compatibele Forerunner toestellen.
U moet een activiteit met tijdmeting starten op uw gekoppelde
Forerunner toestel om opgeslagen hartslaggegevens later te
kunnen bekijken. Tijdens rustpauzes uit het water stuurt de
hartslagmeter uw hartslaggegevens naar uw Forerunner toestel.
Uw Forerunner toestel downloadt opgeslagen hartslaggegevens
automatisch wanneer u uw activiteit met tijdmeting opslaat.
Tijdens het downloaden van gegevens moet uw hartslagmeter
uit het water, actief en binnen bereik van het toestel (3 m) zijn. U
kunt uw hartslaggegevens later bekijken in de geschiedenis van
uw toestel en via uw Garmin Connect
account.
Zwemmen in het zwembad
1
Selecteer > > Zwembad.
2
Selecteer de grootte van uw bad of voer een aangepaste
grootte in.
3
Selecteer om de timer te starten.
De geschiedenis wordt alleen vastgelegd als de timer is
gestart.
4
Start de activiteit.
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen
vast.
5
Selecteer of om extra gegevenspagina's weer te geven
(optioneel).
6
Als u rust, selecteer dan om de timer te pauzeren.
7
Selecteer om de timer opnieuw te starten.
8
Selecteer > Sla op nadat u de activiteit hebt voltooid.
Zwemmen in open water
U kunt het toestel gebruiken voor zwemmen in open water. U
kunt uw zwemgegevens vastleggen, inclusief afstand, tempo en
aantal slagen. U kunt gegevensschermen toevoegen aan het
standaardactiviteitenprofiel voor zwemmen in open water
(Gegevensschermen aanpassen, pagina 17) of uw eigen
profiel maken (Een aangepast activiteitenprofiel maken,
pagina 17).
1
Selecteer Menu > > Open water.
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
Dit kan enkele minuten duren.
De satellietbalken worden groen als het toestel gereed is.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Zwemtermen
Baan: Eén keer de lengte van het zwembad.
Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe
interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Elke keer dat uw arm waaraan het toestel is
bevestigd een volledige cyclus voltooid, wordt er een slag
geteld.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte
plus het aantal slagen voor die baan. Bijvoorbeeld 30
seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op.
Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij
golf, een lage score is beter dan een hoge.
Binnenactiviteiten
Het Forerunner toestel kan worden gebruikt voor training
binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op
een hometrainer.
Bij binnenactiviteiten wordt GPS uitgeschakeld. Als hardlopen of
wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden snelheid, afstand
en cadans berekend met behulp van de versnellingsmeter in het
toestel. De versnellingsmeter voert automatisch een kalibratie
uit. De nauwkeurigheid van de snelheid-, afstand- en
cadansgegevens verbetert na een aantal hardloopsessies of
wandelingen in de buitenlucht met behulp van GPS.
Workouts
U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke
workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden en
calorieën. U kunt workouts maken met Garmin Connect of een
trainingsplan selecteren met ingebouwde workouts van Garmin
Connect en deze overzetten naar uw toestel.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U
kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan in het toestel.
Een workout via internet volgen
Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect,
moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 12).
1
Verbind het toestel met uw computer.
2
Ga naar www.garminconnect.com.
3
Maak een workout en sla deze op.
4
Selecteer Verzend naar toestel en volg de instructies op het
scherm.
5
Koppel het toestel los.
Een workout beginnen
Voordat u een workout kunt beginnen, moet u een workout
downloaden van uw Garmin Connect account.
1
Selecteer Menu > Training > Mijn workouts.
2
Selecteer een workout.
3
Selecteer Start workout.
4
Selecteer om de workout te starten.
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende
stappen van de workout, het doel (indien ingesteld) en de
huidige workoutgegevens weer.
De trainingsagenda
De trainingsagenda op uw toestel is een uitbreiding van de
trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt ingesteld in
Garmin Connect. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de
Garmin Connect agenda kunt u ze naar uw toestel verzenden.
Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden,
worden in de trainingsagenda op datum weergegeven. Als u een
dag selecteert in de trainingsagenda, kunt u de workout
weergeven of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op
uw toestel, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u
geplande workouts verzendt vanaf Garmin Connect, wordt de
bestaande trainingsagenda overschreven.
2 Training
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden en gebruiken,
moet u beschikken over een Garmin Connect account (Garmin
Connect, pagina 12).
U kunt door uw Garmin Connect account bladeren om een
trainingsplan te zoeken of workouts te plannen en deze naar uw
toestel te sturen.
1
Verbind het toestel met uw computer.
2
Selecteer en plan een trainingsplan in uw Garmin Connect
account.
3
Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
4
Selecteer en volg de instructies op het scherm.
Intervalworkouts
U kunt intervalworkouts maken op basis van afstand of tijd. Het
toestel slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u een
nieuwe intervalworkout maakt. U kunt een interval met een open
einde gebruiken voor het vastleggen van uw workoutgegevens
wanneer u een bekende afstand aflegt. Als u selecteert,
neemt het toestel een interval op en last het daarna een
rustinterval in.
Een intervalworkout maken
1
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Wijzig > Interval
> Type.
2
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
TIP: U kunt een interval met een open einde maken door het
type in te stellen op Open.
3
Selecteer Tijdsduur, voer een afstands- of tijdsinterval in
voor de workout en selecteer .
4
Selecteer Rust > Type.
5
Selecteer Afstand, Tijd of Open.
6
Voer indien nodig een waarde in voor de afstand of tijd van
het rustinterval en selecteer .
7
Selecteer een of meer opties:
Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een
open einde toe te voegen aan uw workout.
Een intervalworkout starten
1
Selecteer Menu > Training > Intervallen > Start workout.
2
Selecteer .
3
Als uw intervalworkout een warming-up heeft, selecteert u
om aan het eerste interval te beginnen.
4
Volg de instructies op het scherm.
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, verschijnt er een
bericht.
Een workout stoppen
U kunt op elk moment selecteren om een workoutstap te
beëindigen.
U kunt op elk moment selecteren om de timer te stoppen.
Een workout annuleren
1
Houd tijdens de workout ingedrukt.
2
Selecteer Annuleer workout > Ja.
Gebruik van Virtual Partner
®
Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het
bereiken van uw trainingsdoelen. U kunt de Virtual Partner
instellen op een doelsnelheid en doeltempo voor uw trainingen
(hardlopen, fietsen, andere activiteit).
OPMERKING: Virtual Partner is niet beschikbaar in de
zwemmodus.
1
Selecteer een activiteitenprofiel.
2
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Gegevensschermen > Virtual Partner > Status > Aan.
3
Selecteer Stel tempo in of Stel snelheid in.
U kunt tempo of snelheid instellen als uw indeling
(Indelingsinstellingen, pagina 19).
4
Voer een waarde in.
5
Selecteer om de timer te starten.
6
Selecteer of tijdens uw activiteit om het Virtual Partner
scherm weer te geven en te zien wie er aan kop ligt.
Een trainingsdoel instellen
De functie Trainingsdoel werkt samen met de functie Virtual
Partner, zodat u een trainingsdoel kunt instellen voor afstand,
afstand en tijd, afstand en tempo of afstand en snelheid. U kunt
deze functie gebruiken in combinatie met de activiteitenprofielen
voor hardlopen, fietsen of andere individuele sport (behalve
zwemmen). Tijdens uw trainingsactiviteit geeft het toestel u real-
time feedback over hoe ver u bent gevorderd met het bereiken
van uw trainingsdoel.
1
Selecteer Menu > Training > Stel een doel in.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Alleen afstand om een vooraf ingestelde
afstand te selecteren of voer een aangepaste afstand in.
Selecteer Afstand en tijd om een afstands- en tijdsdoel te
selecteren.
U kunt het tijdsdoel invoeren, voorspelling gebruiken (op
basis van uw geschat VO2 max.) of uw persoonlijke
recordtijd gebruiken.
Selecteer Afstand en tempo of Afstand en snelheid om
uw afstands- en tempodoel of uw afstands- en
snelheidsdoel in te stellen.
In het trainingsdoelscherm wordt uw geschatte finishtijd
weergegeven. De geschatte finishtijd is gebaseerd op uw
huidige prestaties en de resterende tijd.
3
Selecteer om de timer te starten.
4
Selecteer zo nodig of om het scherm weer te geven.
5
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Nadat u bent gefinisht, kunt u op het overzichtsscherm dat
wordt weergegeven zien of u uw trainingsdoel al dan niet
hebt gehaald.
Een trainingsdoel annuleren
1
Selecteer tijdens de activiteit om het doelscherm weer te
geven.
2
Houd ingedrukt.
3
Selecteer Annuleer doel > Ja.
Racen tegen een eerder voltooide activiteit
U kunt racen tegen een eerder vastgelegde of gedownloade
activiteit. U kunt deze functie gebruiken in combinatie met de
activiteitenprofielen voor hardlopen, fietsen of andere individuele
sport (behalve zwemmen). Deze functie werkt samen met de
functie Virtual Partner, zodat u tijdens de activiteit kunt zien hoe
ver u voor of achter ligt.
1
Selecteer Menu > Training > Race een activiteit.
Training 3
2
Selecteer een optie:
Selecteer Uit geschiedenis om een eerder op uw toestel
geregistreerde activiteit te selecteren.
Selecteer Gedownload om een activiteit te selecteren die
u via uw Garmin Connect account hebt gedownload.
3
Selecteer de activiteit.
In het Virtual Partner scherm wordt uw geschatte finishtijd
weergegeven.
4
Selecteer om de timer te starten.
5
Selecteer > Sla op nadat u uw activiteit hebt voltooid.
Op het overzichtsscherm dat wordt weergegeven kunt u uw
finishtijd vergelijken met de finishtijd van de eerder
vastgelegde of gedownloade activiteit.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een activiteit worden op het toestel
eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die u
tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Tot de persoonlijke
records behoren uw snelste tijd over verschillende
standaardloopafstanden, alsmede de langste hardloopsessie of
rit.
Uw persoonlijke records weergeven
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record.
4
Selecteer Bekijk record.
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record om te herstellen.
4
Selecteer Vorige > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Een persoonlijk record verwijderen
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een record om te verwijderen.
4
Selecteer Wis record > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
Alle persoonlijke records verwijderen
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Records.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer Wis alle records > Ja.
Alleen de records voor die sport worden verwijderd.
Hartslagmeetfuncties
Dit Forerunner toestel heeft een polshartslagmeter en is ook
compatibel met ANT+
®
borsthartslagmeters. In de hartslagwidget
kunt u hartslaggegevens weergeven. Als de gegevens van
zowel de polshartslag als de ANT+ hartslag beschikbaar zijn,
gebruikt uw toestel de ANT+ hartslaggegevens. U hebt een
hartslagmeter nodig om de functies in deze sectie te kunnen
gebruiken.
De hartslagwidget gebruiken
De widget geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm),
de hartslag in rust gedurende de dag en een grafiek van uw
hartslag weer.
1
Selecteer in het scherm met de tijd van de dag.
2
Selecteer om de gemiddelde waarden van uw hartslag in
rust in de afgelopen 7 dagen weer te geven.
Het toestel en de hartslagmeter dragen
Draag het Forerunner toestel om uw pols, boven uw
polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar
niet te strak, en mag tijdens het hardlopen of trainen niet van
zijn plaats raken.
Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel
niet wordt beschadigd.
Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 4 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
De polshartslagmeter uitschakelen
De standaard hartslaginstelling voor de Forerunner is
Automatisch. Het toestel gebruikt automatisch de
polshartslagmeter, tenzij het toestel is gekoppeld met een
hartslagmeteraccessoire.
Selecteer Menu > Instellingen > Hartslagmeter > Uit.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
OPMERKING: U kunt ook proberen om het toestel hoger om
uw onderarm te dragen of om uw andere arm.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en
meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Uw hartslagzones instellen
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen
om uw standaard hartslagzones te bepalen. U kunt handmatig
waarden voor de hartslag invoeren en het bereik voor elke zone
4 Hartslagmeetfuncties
instellen. Het toestel ondersteunt afzonderlijke hartslagzones
voor hardlopen, fietsen en zwemmen.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Gebruikersprofiel >
Hartslag.
2
Selecteer Max. HS en voer uw maximale hartslag in.
3
Selecteer LDHS en voer uw lactaatdrempelhartslag in.
4
Selecteer Rust HS en geef uw hartslag in rust op.
5
Selecteer Zones > Op basis van.
6
Selecteer een optie:
Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per
minuut weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage
van uw maximale hartslag weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % HSR om de zones als een percentage van
uw hartslagreserve weer te geven en te wijzigen
(maximale hartslag min hartslag in rust).
Selecteer %LDHS om de zones als een percentage van
uw lactaatdrempelhartslag weer te geven en te wijzigen.
7
Selecteer Voeg sporthartslag toe om verschillende zones
voor elke sport toe te voegen.
8
Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke
hartslagzone.
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel
Met de standaardinstellingen kan het toestel uw maximale
hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als een
percentage van uw maximale hartslag.
Controleer of uw gebruikersprofielinstellingen correct zijn (Uw
gebruikersprofiel instellen, pagina 16).
Ga vaak hardlopen met de hartslagmeter rond de borst of
pols.
Probeer een aantal van de hartslagtrainingsplannen die
beschikbaar zijn in uw Garmin Connect account.
Bekijk uw hartslagtrends en -tijden in zones via uw Garmin
Connect account.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin
®
toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw Forerunner
toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt
bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge
®
toestel tijdens het fietsen, of naar een VIRB actiecamera.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
1
Selecteer om de hartslagwidget te bekijken.
2
Houd ingedrukt.
3
Selecteer Deel hartslag.
Het Forerunner toestel begint uw hartslaggegevens te
verzenden en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen de hartslagpagina bekijken
terwijl u hartslaggegevens verzendt.
4
Koppel uw Forerunner toestel met uw Garmin ANT+
compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
TIP: Selecteer een willekeurige knop en selecteer Ja om het
verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
Hardloopdynamiek
U kunt uw compatibele Forerunner toestel gekoppeld met het
HRM-Run
accessoire of HRM-Tri accessoire gebruiken voor
real-time feedback over uw hardloopvorm. Als de hartslagmeter
bij uw Forerunner toestel is meegeleverd, zijn de toestellen al
gekoppeld.
De hartslagmeter heeft een versnellingsmeter in de module die
bewegingen van het bovenlichaam meet voor het berekenen
van hardloopgegevens.
OPMERKING: Het HRM-Run accessoire en het HRM-Tri
accessoire zijn compatibel met verschillende ANT+
fitnessproducten en kunnen, indien gekoppeld,
hartslaggegevens weergeven. De functies voor
hardloopdynamiek zijn alleen beschikbaar op bepaalde Garmin
toestellen.
Cadans: Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totale
aantal stappen wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscillatie: Verticale oscillatie is de op-en-
neerbeweging tijdens het hardlopen. Hiermee wordt de
verticale beweging van uw bovenlichaam weergegeven,
gemeten in centimeters voor iedere stap.
Grondcontacttijd: Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor
iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is met de
grond. De tijd wordt gemeten in milliseconden.
OPMERKING: Grondcontacttijd is niet beschikbaar wanneer
u wandelt.
Grondcontacttijd-balans: Grondcontacttijd-balans geeft de
links/rechts-balans van uw grondcontacttijd weer tijdens het
hardlopen. Deze balans wordt weergegeven als percentage.
Bijvoorbeeld 53,2 met een pijl naar links of naar rechts.
Staplengte: Staplengte is de afstand tussen de plekken waar u
uw ene voet en uw andere voet neerzet. Deze lengte wordt
gemeten in meters.
Verticale ratio: Verticale ratio is de verhouding tussen verticale
oscillatie en staplengte. Deze balans wordt weergegeven als
percentage. Een lagere ratio duidt meestal op een betere
hardloopconditie.
Trainen met hardloopdynamiek
Voordat u hardloopdynamiek kunt bekijken, moet u het
HRM-Run of HRM-Tri accessoire omdoen en koppelen met uw
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14).
Als de hartslagmeter is meegeleverd met uw Forerunner, zijn de
toestellen al gekoppeld en kan de Forerunner uw
hardloopdynamiek weergeven.
1
Selecteer en vervolgens een hardloopactiviteitenprofiel.
2
Selecteer .
3
Ga hardlopen.
4
Blader naar de schermen met de hardloopdynamiek om uw
meetgegevens te bekijken.
Hartslagmeetfuncties 5
5
Houd zo nodig uw vinger op om de weergave van
hardloopdynamiekgegevens te bewerken.
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens
De hardloopdynamiekschermen tonen een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt de cadans, verticale oscillatie,
grondcontacttijd, grondcontacttijd-balans of verticale ratio weergeven als de primaire meetwaarde. De kleurenbalk zet uw
hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens van andere hardlopers. De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje zones kenmerken de
onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse zones kenmerken de meer ervaren of
snellere hardlopers. Ervaren hardlopers hebben over het algemeen een kortere grondcontacttijd, lagere verticale oscillatie, een
lagere verticale ratio en een hogere cadans dan minder ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets
lagere cadans, langere passen en een iets hogere verticale oscillatie. Verticale ratio wordt berekend door uw verticale oscillatie te
delen door uw staplengte. Deze verhoudt zich niet tot uw lengte.
OPMERKING: De kleurenbalk voor de grondcontacttijd-balans is anders (Gegevens over grondcontacttijd-balans, pagina 6).
Ga naar www.garmin.com voor meer informatie over hardloopdynamiek. Voor aanvullende inzichten en interpretaties van
hardloopdynamiekgegevens kunt u toonaangevende hardlooppublicaties en -websites raadplegen.
Kleurzone Percentiel in zone Cadansbereik Bereik verticale oscillatie Verticale ratio Bereik grondcontacttijd
Paars >95 >183 spm <6,4 cm <6,1% <218 ms
Blauw 70–95 174-183 spm 6,4-8,1 cm 6,1-7,4% 218-248 ms
Groen 30–69 164-173 spm 8,2-9,7 cm 7,5-8,6% 249-277 ms
Oranje 5–29 153-163 spm 9,8-11,5 cm 8,7-10,1% 278-308 ms
Rood <5 <153 spm >11,5 cm >10,1% >308 ms
Gegevens over grondcontacttijd-balans
De grondcontacttijd-balans meet uw hardloopsymmetrie en wordt vermeld als een percentage van uw totale grondcontacttijd. 51,3%
met een naar links wijzende pijl geeft bijvoorbeeld aan dat de linkervoet van hardloper langer contact heeft met de grond. Als beide
aantallen op uw gegevensscherm worden weergegeven, bijvoorbeeld 48–52, verwijst 48% naar uw linkervoet en 52% naar uw
rechtervoet.
Kleurzone Rood Oranje Groen Oranje Rood
Symmetrie Slecht Redelijk Goed Redelijk Slecht
Percentage van andere hardlopers 5% 25% 40% 25% 5%
Grondcontacttijd-balans >52,2% L 50,8-52,2% L 50,7% L–50,7% R 50,8-52,2% R >52,2% R
Tijdens het ontwikkelen en testen van de hardloopdynamiek vond het Garmin team bij bepaalde hardlopers een verband tussen
blessures en een hogere onbalans. Voor de meeste hardlopers wijkt de grondcontacttijd-balans verder af van 50–50 wanneer ze
heuvel op of heuvel af lopen. De meeste hardlooptrainers zijn het erover eens dat symmetrie bij het hardlopen gewenst is. De beste
hardlopers hebben vaak een snelle en evenwichtige stap.
U kunt de kleurenbalk of het gegevensveld bekijken tijdens het hardlopen of na afloop het overzicht in uw Garmin Connect account
bekijken. Net als de andere hardloopdynamiekgegevens is de grondcontacttijd-balans een kwantitatieve meetwaarde die u meer
informatie verschaft over uw hardloopconditie.
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens
Als de hardloopdynamiekgegevens niet worden weergegeven,
kunt u deze tips proberen.
Zorg ervoor dat u beschikt over het HRM-Run accessoire.
Accessoires met hardloopdynamiek herkent u aan voorop
de module.
Koppel het HRM-Run accessoire nogmaals met uw
Forerunner toestel volgens de instructies.
Als de hardloopdynamiekgegevens in nullen worden
weergegeven, controleer dan of de hartslagmeter op de juiste
manier wordt gedragen.
OPMERKING: De grondcontacttijd en balans worden alleen
weergegeven tijdens het hardlopen. Deze worden niet
berekend als u wandelt.
Fysiologische metingen
Voor deze fysiologische metingen is hartslag aan de pols of een
compatibele hartslagmeter vereist. De metingen zijn schattingen
die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en
hardloopprestaties te volgen en te analyseren. Deze waarden
worden geleverd en ondersteund door Firstbeat.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk
onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten voltooien zodat het
toestel uw prestaties leert begrijpen.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in
milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo
lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning.
Voorspelde hardlooptijden: Uw toestel gebruikt uw geschat
VO2 max. en informatie uit publicaties om uw hardlooptijden
te voorspellen op basis van uw huidige conditie. Deze
voorspelling gaat er ook van uit dat u de juiste training voor
de race hebt voltooid.
Hersteladvies: Hersteladvies geeft aan hoeveel tijd u nodig
hebt om volledig te herstellen en te kunnen beginnen aan uw
volgende hardlooptraining.
Stressscore: Stressscore vereist een hartslagmeter rond de
borst. Stressscore meet uw hartslagwisselingen terwijl u 3
minuten stilstaat. Het geeft uw algehele stressniveau aan. De
schaal loopt van 1 tot 100 en een lagere score geeft een
lager stressniveau aan.
Prestatieconditie: Uw prestatieconditie is een real-time
conditiemeting die wordt vastgelegd na 6 tot 20 minuten van
activiteit. De meting kan worden toegevoegd als een
gegevensveld, zodat u uw prestatieconditie tijdens de rest
van uw activiteit kunt bekijken. Bij het meten van uw
prestatieconditie wordt uw real-time conditie vergeleken met
uw gemiddelde fitnessniveau.
Lactaatdrempel: Lactaatdrempel vereist een hartslagmeter
rond de borst. Uw lactaatdrempel is het punt waarop uw
6 Hartslagmeetfuncties
spieren snel vermoeid beginnen te raken. Uw toestel meet
uw lactaatdrempelniveau op basis van hartslag en tempo.
Over VO2 max. indicaties
VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u
kunt verbruiken per minuut, per kilo lichaamsgewicht tijdens
maximale inspanning. In eenvoudige bewoordingen: VO2 max.
is een indicatie van atletische prestaties, die meegroeit met uw
fitnessniveau. U kunt uw Garmin toestel gekoppeld met een
compatibele hartslagmeter gebruiken voor weergave van uw
VO2 max. indicatie voor hardlopen.
Uw geschat VO2 max. wordt als getal en positie weergegeven
op de kleurenbalk.
Paars Voortreffelijk
Blauw Uitstekend
Groen Goed
Oranje Redelijk
Rood Slecht
Gegevens over en analyse van VO2 max. worden geleverd met
toestemming van The Cooper Institute
®
. Raadpleeg de appendix
(Standaardwaarden VO2 Max., pagina 25), en ga naar
www.CooperInstitute.org voor meer informatie.
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven
Voor deze functie is een hartslagmeter vereist.
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina 16) en maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen,
pagina 4)) in voor de meest nauwkeurige schattingen. In eerste
instantie lijken de schattingen mogelijk onnauwkeurig. U moet
het toestel een aantal keer gebruiken zodat het uw
hardloopprestaties leert begrijpen.
1
Ga ten minste 10 minuten buiten hardlopen.
2
Selecteer na het hardlopen Sla op.
3
Selecteer Menu > Mijn statistieken > VO2 max..
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven
Om uw geschat VO2 max. te kunnen weergeven, hebt u een
compatibele hartslagmeter en een vermogensmeter nodig. De
vermogensmeter moet zijn gekoppeld met uw Forerunner
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14). Stel uw
gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina 16) en
maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen, pagina 4) in
voor de meest nauwkeurige schattingen.
OPMERKING: In eerste instantie lijken de schattingen mogelijk
onnauwkeurig. U moet het toestel een paar keer gebruiken
zodat het uw fietsprestaties leert begrijpen.
1
Fiets ten minste 20 minuten buiten met constante, hoge
inspanning.
2
Selecteer Sla op nadat u uw fietssessie hebt voltooid.
3
Selecteer Menu > Mijn statistieken > VO2 max. > Fietsen.
Tips voor VO2 max.-indicaties voor fietsen
Als uw rit een langdurige, tamelijk grote inspanning vergt en
hartslag en vermogen niet sterk variëren, kan de VO2 max.-
waarde nauwkeuriger worden berekend.
Controleer vóór uw rit of uw toestel, hartslagmeter en
vermogensmeter goed werken, zijn gekoppeld en zijn
voorzien van een opgeladen batterij.
Houd uw hartslag gedurende uw rit van 20 minuten op meer
dan 70% van uw maximale hartslag.
Houd gedurende uw rit van 20 minuten uw
uitgangsvermogen tamelijk constant.
Vermijd heuvelachtig terrein.
Rij niet in peloton als er veel wordt gewaaierd.
Voorspelde racetijden weergeven
Voor deze functie is een hartslagmeter vereist.
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina 16) en maximale hartslag in (Uw hartslagzones
instellen, pagina 4) voor de meest nauwkeurige schattingen. Uw
toestel gebruikt uw geschat VO2 max. (Over VO2 max.
indicaties, pagina 7) en informatie uit publicaties om uw
racetijden te voorspellen op basis van uw huidige conditie. Deze
voorspelling gaat er ook van uit dat u de juiste training voor de
race hebt voltooid.
OPMERKING: In eerste instantie lijken de voorspellingen
mogelijk onnauwkeurig. U moet het toestel een aantal keer
gebruiken zodat het uw hardloopprestaties leert begrijpen.
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Raceprognose.
U ontvangt voorspelde racetijden voor 5 km, 10 km, halve
marathon en marathon.
Hersteladvies
U kunt uw Garmin toestel met een hartslagmeter gebruiken om
de tijd weer te geven die resteert voordat u volledig bent
hersteld en klaar bent voor uw volgende intensieve workout.
Hersteltijd: De hersteltijd verschijnt direct na afloop van een
activiteit. De tijd loopt af naar het optimale moment voor een
nieuwe intensieve workout.
Hersteladvies inschakelen
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina 16) en maximale hartslag in (Uw hartslagzones
instellen, pagina 4) voor de meest nauwkeurige schattingen.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Hersteladvies >
Status > Aan.
2
Ga hardlopen.
3
Selecteer na het hardlopen Sla op.
De hersteltijd wordt weergegeven. De maximale tijd is 4
dagen.
Herstelhartslag
Als u traint met een hartslagmeter, kunt u na elke activiteit uw
herstelhartslag controleren. Uw herstelhartslag is het verschil
tussen uw hartslag tijdens de training en uw hartslag twee
minuten na het einde van de training. Voorbeeld: Na een
normale training stopt u de timer. Uw hartslag is 140 bpm. Na
twee minuten rust of coolingdown is uw hartslag 90 bpm. Uw
herstelhartslag is dan 50 bpm (140 min 90). Onderzoek heeft
uitgewezen dat er een verband is tussen herstelhartslag en
hartconditie. In het algemeen geldt dat hoe hoger de
herstelhartslagwaarde is, hoe gezonder het hart.
TIP: De beste resultaten worden verkregen wanneer u
gedurende twee minuten stopt met bewegen, terwijl het toestel
uw herstelhartslagwaarde berekent. Nadat deze waarde wordt
Hartslagmeetfuncties 7
weergegeven, kunt u de activiteitgegevens opslaan of
verwijderen.
Uw stressscore weergeven
Voordat u uw stressscore kunt weergeven, moet u een
hartslagmeter rond de borst doen en deze koppelen met uw
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14).
De stressscore is het resultaat van een test van drie minuten die
wordt uitgevoerd als u stil staat en waarbij het Forerunner
toestel de hartslagwisselingen analyseert om uw algemene
stressniveau te bepalen. Training, slaap, voeding en algemene
stress beïnvloeden allemaal de prestaties van een hardloper. De
stressscore wordt aangegeven op een schaal van 1 tot 100,
waarbij 1 staat voor bijzonder weinig stress en 100 voor
bijzonder veel stress. Als u uw stressscore weet, kunt u beter
beslissen of uw lichaam klaar is voor een zware hardlooptraining
of yogasessie.
TIP: Garmin raadt u aan uw stresscore elke dag om ongeveer
dezelfde tijd en onder dezelfde omstandigheden te meten.
1
Selecteer Apps > Stressscore > Meet.
2
Sta stil en rust 3 minuten.
Prestatieconditie
Zodra u een activiteit, zoals hardlopen of fietsen, hebt voltooid,
analyseert de functie Prestatieconditie uw tempo, hartslag en uw
hartslagwisselingen om een real-time meting uit te voeren van
uw prestatieniveau in vergelijking met uw gemiddelde
fitnessniveau. Prestatieconditiewaarden liggen tussen -20 en
+20. Na de eerste 6 tot 20 minuten van uw activiteit, wordt de
score van uw prestatieconditie op uw toestel weergegeven. Een
score van +5 betekent bijvoorbeeld dat u fit en uitgerust bent en
dat u de activiteit moet kunnen doorstaan. U kunt de
prestatieconditie als een gegevensveld toevoegen aan een van
uw trainingsschermen om uw prestaties tijdens de activiteit in de
gaten te houden. De prestatieconditie kan ook een indicator van
het vermoeidheidsniveau zijn, vooral aan het einde van een
lange hardloopsessies of fietsritten.
OPMERKING: Het toestel vereist een aantal hardloopsessies of
fietsritten met een hartslagmeter om een nauwkeurig geschat
VO2 max. te verkrijgen en informatie te verzamelen over uw
hardloop- of fietsprestaties (Over VO2 max. indicaties,
pagina 7).
Uw prestatieconditie weergeven
1
Voeg Prestatieconditie toe aan een gegevensscherm
(Gegevensschermen aanpassen, pagina 17).
2
Ga hardlopen.
Na 6 tot 20 minuten wordt uw prestatieconditie weergegeven.
3
Blader naar het gegevensscherm om uw prestatieconditie
tijdens de volledige hardloopsessie te bekijken.
Lactaatdrempel
De lactaatdrempel is de trainingsintensiteit waarbij lactaat
(melkzuur) zich begint op te hopen in de bloedbaan. Voor
hardlopen is de lactaatdrempel een indicatie voor het
inspannings- of temponiveau. Wanneer een hardloper deze
drempel overschrijdt, begint de vermoeidheid sneller toe te
nemen. Bij ervaren hardlopers ligt deze drempel op ongeveer
90% van de maximale hartslag en op het tempo tussen een race
van 10 kilometer en een halve marathon. Bij minder ervaren
hardlopers ligt de lactaatdrempel vaak ver onder 90% van de
maximale hartslag. Kennis van uw lactaatdrempel kan u helpen
te bepalen hoe hard u moet trainen of wanneer u tijdens een
wedstrijd een beetje extra moet geven.
Als u de waarde voor uw lactaatdrempelhartslag al kent, kunt u
deze invoeren in uw gebruikersprofielinstellingen (Uw
hartslagzones instellen, pagina 4).
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te
bepalen
Voordat u de begeleide test kunt uitvoeren, moet u een
hartslagmeter rond de borst doen en deze koppelen met uw
toestel (ANT+ sensors koppelen, pagina 14). U moet ook een
geschat VO2 max. van een vorige hardloopsessie hebben (Over
VO2 max. indicaties, pagina 7).
TIP: Dit toestel vereist enkele hardloopsessies met een
hartslagmeter om een nauwkeurig geschat VO2 max. te
verkrijgen. Het toestel detecteert automatisch uw lactaatdrempel
tijdens hardloopsessies met hoge inspanning met een
hartslagmeter rond de borst.
1
Selecteer een hardloopprofiel voor buiten.
U hebt GPS nodig om de test uit te voeren.
2
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Lactaatdrempel >
Doe test.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Accepteer om de nieuwe lactaatdrempel op te
slaan.
Selecteer Weiger om uw huidige lactaatdrempel te
behouden.
Uw FTP-waarde schatten
Voordat u een schatting van uw functionele drempelvermogen
(FTP) kunt verkrijgen, moet u een hartslagmeter om de borst en
een vermogensmeter met uw toestel koppelen (ANT+ sensors
koppelen, pagina 14) en moet u uw geschat VO2 max. voor
fietsen verkrijgen (Over VO2 max. indicaties, pagina 7).
Het toestel gebruikt informatie van uw gebruikersprofiel uit de
basisinstellingen en uw geschat VO2 max. om uw functionele
drempelvermogen (FTP) te schatten.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Functioneel
drempelverm. (FTP) > Autodetectie > Aan.
Uw geschatte FTP-waarde wordt weergegeven als een
waarde gemeten in watt per kilogram, uw geleverde
vermogen in watt en een positie op de kleurenbalk.
8 Hartslagmeetfuncties
3
Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet
ondersteboven zit.
De verbinding tussen de lus
Á
en haak
Â
dient zich aan uw
rechterzijde te bevinden.
4
Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak
van de band in de lus.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet
omvouwt.
Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er
gegevens verzonden.
Gegevensopslag
Op de hartslagmeter kunnen maximaal 20 uur aan gegevens
voor één activiteit worden opgeslagen. Als het geheugen van de
hartslagmeter vol is, worden de oudste gegevens overschreven.
Als u een activiteit met tijdmeting start op uw gekoppelde
Forerunner toestel, registreert de hartslagmeter uw
hartslaggegevens ook als u uw toestel moet afdoen.
Bijvoorbeeld tijdens fitnessactiviteiten of teamsporten waarbij
geen horloges kunnen worden gedragen, worden uw
hartslaggegevens dan toch geregistreerd. De hartslagmeter
stuurt de opgeslagen hartslaggegevens automatisch naar uw
Forerunner toestel, wanneer u de activiteit opslaat. Tijdens het
uploaden van gegevens moet uw hartslagmeter actief zijn en
zich binnen bereik (3 m) van het toestel bevinden.
HRM-Run accessoire
De hartslagmeter aanbrengen
U dient de hartslagmeter direct op uw huid te dragen, net onder
uw borstbeen. De hartslagmeter dient strak genoeg te zitten om
tijdens de activiteit op zijn plek te blijven.
1
Gebruik zo nodig de verlengband om de hartslagmeter te
bevestigen.
2
Bevochtig de elektroden
À
aan de achterzijde van de
hartslagmeter om een sterke verbinding tussen uw borst en
de zender tot stand te brengen.
3
Zorg dat het Garmin logo op de hartslagmeter niet
ondersteboven zit.
De verbinding tussen de lus
Á
en haak
Â
dient zich aan uw
rechterzijde te bevinden.
4
Wikkel de hartslagmeter om uw borstkas en steek de haak
van de band in de lus.
OPMERKING: Zorg ervoor dat het onderhoudslabel niet
omvouwt.
Nadat u de hartslagmeter omdoet, is deze actief en worden er
gegevens verzonden.
Onderhoud van de hartslagmeter
LET OP
Opbouw van zweet en zout op de band kan het vermogen van
de hartslagmeter om nauwkeurige gegevens te rapporteren
negatief beïnvloeden.
Spoel de hartslagmeter na elk gebruik af.
Was de hartslagmeter steeds na zeven keer gebruik of één
keer zwemmen met de hand, met een klein beetje zacht
wasmiddel, zoals een vaatwasmiddel.
OPMERKING: Als u te veel wasmiddel gebruikt, kan de
hartslagmeter beschadigd raken.
Stop de hartslagmeter niet in een wasmachine of droger.
Laat de hartslagmeter hangend of plat drogen.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Bevochtig de elektroden en de contactoppervlakken (indien
van toepassing).
Trek de band strakker aan om uw borst.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit.
Volg de instructies voor onderhoud (Onderhoud van de
hartslagmeter, pagina 16).
Draag een katoenen shirt of maak beide zijden van de band
goed nat.
Synthetische materialen die langs de hartslagmeter wrijven of
er tegen aan slaan, kunnen statische elektriciteit veroorzaken
die de hartslagsignalen beïnvloedt.
Blijf uit de buurt van bronnen die interferentie met de
hartslagmeter kunnen veroorzaken.
Bronnen van interferentie zijn bijvoorbeeld sterke
elektromagnetische velden, draadloze sensors van 2,4 GHz,
hoogspanningsleidingen, elektrische motoren, ovens,
magnetrons, draadloze telefoons van 2,4 GHz en draadloze
LAN-toegangspunten.
Uw toestel aanpassen
Uw gebruikersprofiel instellen
U kunt uw instellingen voor geslacht, geboortejaar, lengte,
gewicht en hartslagzone bijwerken. Het toestel gebruikt deze
informatie om nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen.
1
Selecteer Menu > Mijn statistieken > Gebruikersprofiel.
2
Selecteer een optie.
Activiteitenprofielen
Een activiteitenprofiel is een verzameling instellingen waarmee
u het gebruiksgemak van het toestel kunt optimaliseren. Als u
het toestel gebruikt bij het wandelen zijn de instellingen en
gegevensschermen bijvoorbeeld anders dan wanneer u het
toestel gebruikt bij het fietsen.
Als u een profiel gebruikt en u instellingen zoals
gegevensvelden of waarschuwingen wijzigt, worden die
wijzigingen automatisch in het profiel opgeslagen.
16 Uw toestel aanpassen
Een aangepast activiteitenprofiel maken
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteitenprofielen >
Voeg nieuw toe.
2
Selecteer een sport.
3
Selecteer een accentkleur.
4
Selecteer een profielnaam of voer een aangepaste naam in.
Identieke profielnamen zijn voorzien van een nummer.
Voorbeeld: Hardlopen(2).
5
Selecteer een optie:
Selecteer Gebruik standaard om uw aangepaste profiel
te maken op basis van de standaardinstellingen.
Selecteer een kopie van een bestaand profiel om uw
aangepaste profiel te maken op basis van een van uw
opgeslagen profielen.
OPMERKING: Als u een aangepast multisportprofiel maakt,
kunt u twee of meer profielen selecteren, inclusief
overgangen.
6
Selecteer indien nodig een optie:
Selecteer Ja om de GPS in te schakelen tijdens uw
activiteit.
Selecteer Nee om de GPS uit te schakelen tijdens uw
activiteit.
7
Selecteer een optie:
Selecteer Wijzig instellingen om specifieke
profielinstellingen aan te passen.
Selecteer OK om het aangepaste profiel op te slaan en te
gebruiken.
Uw activiteitenprofiel wijzigen
Het toestel heeft standaard activiteitenprofielen. U kunt elk van
de opgeslagen activiteitenprofielen wijzigen.
TIP: Het standaard activiteitenprofiel gebruikt een specifieke
accentkleur voor elke sport.
1
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
Activiteitinstellingen
Met de volgende instellingen kunt u uw toestel aanpassen aan
uw trainingsbehoeften. U kunt bijvoorbeeld gegevensschermen
aanpassen en waarschuwingen en trainingsfuncties
inschakelen.
Gegevensschermen aanpassen
U kunt gegevensschermen aanpassen aan uw trainingsdoelen
of optionele accessoires. U kunt bijvoorbeeld op een van de
gegevensschermen uw rondetempo of hartslagzone laten
weergeven.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Gegevensschermen.
2
Selecteer een scherm.
Sommige schermen kunnen alleen worden in- en
uitgeschakeld.
3
Wijzig zo nodig het aantal gegevensvelden.
4
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen gebruiken om te trainen op
doelstellingen die zijn gebaseerd op hartslag, tempo, tijd,
afstand, cadans en calorieën en om tijdintervallen voor
hardlopen/wandelen in te stellen.
Bereikwaarschuwingen instellen
Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer het
toestel een waarde meet die boven of onder een opgegeven
waardenbereik ligt. Als het toestel bijvoorbeeld is voorzien van
een optionele hartslagmeter, kunt u het toestel waarschuwingen
laten geven als uw hartslag onder zone 2 of boven zone 5 komt
(Uw hartslagzones instellen, pagina 4).
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen > Voeg
nieuw toe.
2
Selecteer het type waarschuwing.
Afhankelijk van uw accessoires en het activiteitenprofiel,
kunnen de waarschuwingen gegevens bevatten voor
hartslag, tempo, snelheid en cadans.
3
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
4
Selecteer een zone of voer een waarde in voor elke
waarschuwing.
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. Het toestel laat ook een pieptoon
horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen > Voeg
nieuw toe.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Aangepast, selecteer een bericht en selecteer
een type waarschuwing.
Selecteer Tijd, Afstand of Calorieën.
3
Voer een waarde in.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook
een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Looppauze-waarschuwingen instellen
In bepaalde hardloopprogramma's worden regelmatige
looppauzes ingelast. Tijdens een lange training kan het toestel u
bijvoorbeeld waarschuwen om na vier minuten hardlopen steeds
één minuut gewoon te lopen. U kunt de functie Auto Lap
®
gebruiken wanneer u gebruikmaakt van de waarschuwing voor
hardlopen/gewoon lopen.
OPMERKING: Looppauzewaarschuwingen zijn alleen
beschikbaar voor hardloopprofielen.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen > Ren/
Loop > Status > Aan.
2
Voer een tijd in voor het hardloop-interval.
3
Voer een tijd in voor het loop-interval.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. Het toestel geeft ook
een pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Een waarschuwing wijzigen
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Alarmen.
2
Selecteer een waarschuwing.
3
Wijzig de waarden of instellingen van de waarschuwing.
Auto Pause
®
gebruiken
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw tempo of snelheid onder de opgegeven waarde
komt. Dit is handig als er verkeerslichten of andere plaatsen
voorkomen in uw activiteit waar u uw snelheid moet verlagen of
moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Auto Pause.
Uw toestel aanpassen 17
2
Selecteer een optie:
Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
Selecteer Aangepast om de timer automatisch te
pauzeren wanneer uw tempo of snelheid onder een
bepaalde waarde komt.
Hardlopen met de metronoom
De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen
die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een
snellere, tragere of meer consistente cadans.
OPMERKING: De metronoom is niet beschikbaar voor fiets- of
zwemprofielen.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Metronoom >
Status > Aan.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Tikken per minuut om een waarde in te voeren
op basis van de cadans die u wilt aanhouden.
Selecteer Waarschuwingsfrequentie om de frequentie
van de tikken aan te passen.
Selecteer Geluiden om de tonen van de metronoom aan
te passen.
3
Selecteer zo nodig Bekijk om de metronoomtonen te
beluisteren voordat u gaat hardlopen.
4
Selecteer om terug te keren naar het timerscherm.
5
Selecteer om de timer te starten.
6
Ga hardlopen.
De metronoom wordt automatisch gestart.
7
Selecteer tijdens het hardlopen om het metronoomscherm
weer te geven.
8
Houd zo nodig ingedrukt om de metronoominstellingen te
wijzigen.
Ronden op afstand markeren
Met de functie Auto Lap kunt u een ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een
hardloopsessie wilt vergelijken (bijvoorbeeld telkens na 1 mijl of
5 km).
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Ronden >
Automatische afstand.
2
Selecteer een afstand.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
U kunt indien nodig de gegevensschermen aanpassen en extra
rondegegevens laten weergeven.
De rondewaarschuwing wijzigen
U kunt enkele gegevensvelden wijzigen die worden
weergegeven in de rondewaarschuwing.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Ronden >
Rondewaarschuwing.
2
Selecteer een gegevensveld om het te wijzigen.
3
Selecteer Bekijk (optioneel).
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle schermen met trainingsgegevens terwijl de
timer loopt.
1
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > Auto Scroll.
2
Selecteer een weergavesnelheid.
De GPS-instelling wijzigen
Het toestel gebruikt standaard GPS om satellieten te zoeken.
Om de prestaties in moeilijke omgevingen te verbeteren en de
GPS-positiebepaling te versnellen, kunt u GPS en GLONASS
inschakelen. Door GPS en GLONASS te gebruiken, wordt de
gebruiksduur van de batterij korter dan wanneer alleen GPS
wordt gebruikt.
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > GPS > GPS +
GLONASS.
De UltraTrac modus gebruiken
Voordat u de UltraTrac modus gebruikt, moet u een paar keer
buiten hardlopen in de normale GPS-modus om het toestel te
kalibreren.
U kunt de UltraTrac modus gebruiken bij langdurige activiteiten.
UltraTrac modus is een GPS-instelling die GPS zo nu en dan
uitschakelt om de batterij te sparen. Als GPS is uitgeschakeld,
gebruikt het toestel de versnellingsmeter om snelheid en afstand
te berekenen. In UltraTrac modus zijn afstands- en
snelheidsmeting en spoorgegevens minder nauwkeurig. De
nauwkeurigheid van de gegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies in de buitenlucht in GPS-modus.
Selecteer Menu > Activiteitinstellingen > GPS > UltraTrac.
TIP: Bij langdurige activiteiten moet u andere mogelijkheden
overwegen om de batterij te sparen (Levensduur van de
batterijen maximaliseren, pagina 21).
Time-outinstellingen voor de spaarstand
De time-outinstellingen bepalen hoe lang uw toestel in de
trainingsmodus blijft wanneer u bijvoorbeeld wacht op de start
van een wedstrijd. Selecteer Menu > Activiteitinstellingen >
Time-out spaarstand.
Normaal: Hiermee stelt u in dat het toestel na 5 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus.
Verlengd: Hiermee stelt u in dat het toestel na 25 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus. De verlengde modus kan de batterijduur
tussen het opladen verkorten.
Instellingen voor activiteiten volgen
Selecteer Menu > Instellingen > Activiteiten volgen.
Status: Schakelt de functie Activiteiten volgen in.
Bewegingsmeld.: Geeft een bericht en bewegingsbalk weer op
het scherm met de tijd van de dag. Het toestel geeft ook een
pieptoon of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (De
toestelgeluiden instellen, pagina 19).
Systeeminstellingen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem.
Taalinstellingen (De taal van het toestel wijzigen,
pagina 18)
Tijdinstellingen (Tijdinstellingen, pagina 19)
Schermverlichtingsinstellingen
(Schermverlichtingsinstellingen, pagina 19)
Geluidsinstellingen (De toestelgeluiden instellen,
pagina 19)
Eenheden (De maateenheden wijzigen, pagina 19)
Indelingsinstellingen (Indelingsinstellingen, pagina 19)
Instellingen voor gegevensopslag (Instellingen voor
gegevens vastleggen, pagina 19)
De taal van het toestel wijzigen
Selecteer Menu > Instellingen > Systeem > Taal voor
tekst.
18 Uw toestel aanpassen
Balans grondcontacttijd: De links/rechts-balans van uw
grondcontacttijd tijdens het hardlopen.
Balans ronde grondcontacttijd: De gemiddelde
grondcontacttijd-balans voor de huidige ronde.
Banen: Het aantal volledige banen dat gedurende de huidige
activiteit is afgelegd.
Cadans: Hardlopen. Het aantal stappen per minuut (rechts en
links).
Cadans: Fietsen. Het aantal omwentelingen van de pedaalarm.
Voor weergave van deze gegevens moet uw toestel zijn
aangesloten op een cadansaccessoire.
Cadans laatste ronde: Hardlopen. De gemiddelde cadans van
de laatste voltooide ronde.
Cadans laatste ronde: Fietsen. De gemiddelde cadans van de
laatste voltooide ronde.
Cal.: De hoeveelheid calorieën die u hebt verbrand.
Di2 batterij: De resterende batterijspanning van een Di2 sensor.
Effectiviteit van draaimoment: Meting van de pedaalslagen-
efficiëntie van een gebruiker.
Gem. %HSR: Het gemiddelde percentage van de
hartslagreserve (maximale hartslag minus rusthartslag) voor
de huidige activiteit.
Gem. vermogensfase rechts: De gemiddelde
vermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige
activiteit.
Gem. verticale oscillatie: De gemiddelde verticale oscillatie
voor de huidige activiteit.
Gemiddelde balans: De gemiddelde vermogensbalans links/
rechts voor de huidige activiteit.
Gemiddelde balans 10 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (10 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
Gemiddelde balans 30 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (30 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
Gemiddelde balans 3 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (drie seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
Gemiddelde cadans: Hardlopen. De gemiddelde cadans voor
de huidige activiteit.
Gemiddelde cadans: Fietsen. De gemiddelde cadans voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde grondcontacttijd: Gemiddelde grondcontacttijd
voor de huidige activiteit.
Gemiddelde hartslag: De gemiddelde hartslag voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde HS %Max.: Het gemiddelde percentage van de
maximale hartslag voor de huidige activiteit.
Gemiddelde PMO: De gemiddelde pedaalmidden-offset voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde PVF links: De gemiddelde
piekvermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde PVF rechts: De gemiddelde
piekvermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde rondetijd: De gemiddelde rondetijd voor de
huidige activiteit.
Gemiddelde slagafstand: De gemiddelde afstand die u per
slag hebt afgelegd tijdens de huidige activiteit.
Gemiddelde slagen/baan: Het gemiddelde aantal slagen per
baan gedurende de huidige activiteit.
Gemiddelde slagsnelheid: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens de huidige activiteit.
Gemiddelde snelheid: De gemiddelde snelheid voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde staplengte: De gemiddelde staplengte voor de
huidige sessie.
Gemiddelde SWOLF: De gemiddelde swolf-score voor de
huidige activiteit. Uw swolf-score is de som van de tijd voor
één baan en het aantal slagen voor die baan (Zwemtermen,
pagina 2). Bij zwemmen in open water wordt de swolfscore
berekend over 25 meter.
Gemiddelde vermogensfase: De gemiddelde
vermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige
activiteit.
Gemiddelde verticale ratio: De gemiddelde verhouding tussen
verticale oscillatie en staplengte voor de huidige sessie.
Gemiddeld tempo: Het gemiddelde tempo van de huidige
activiteit.
Gemiddeld vermogen: Het gemiddelde uitgangsvermogen voor
de huidige activiteit.
Gemiddeld vermogen 10 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (10 seconden) van het uitgangsvermogen.
Gemiddeld vermogen 30 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (30 seconden) van het uitgangsvermogen.
Gemiddeld vermogen 3 seconden: Het voortschrijdend
gemiddelde (drie seconden) van het uitgangsvermogen.
Grondcontacttijd: De hoeveelheid tijd voor iedere stap tijdens
het hardlopen waarbij er contact is met de grond, gemeten in
milliseconden. Grondcontacttijd wordt niet berekend als u
wandelt.
Hartslagvelden: Uw aantal hartslagen per minuut. Uw toestel
moet zijn aangesloten op een compatibele hartslagmeter.
Herhaal: De timer voor het laatste interval plus de huidige
rustpauze (zwemmen in zwembad).
Hoogte: De hoogte van uw huidige locatie boven of onder
zeeniveau.
HS %Max.: Het percentage van maximale hartslag.
HS-zone: Uw huidige hartslagbereik (1 tot 5). De
standaardzones zijn gebaseerd op uw gebruikersprofiel en
de maximale hartslag (220 min uw leeftijd).
Intensity Factor: De Intensity Factor
voor de huidige activiteit.
Intervalafstand: De afstand die u hebt afgelegd voor het
huidige interval.
Intervalbanen: Het aantal volledige banen dat tijdens het
huidige interval is afgelegd.
Interval gemiddelde %hartslagreserve: Het gemiddelde
percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor het huidige zweminterval.
Interval gemiddelde %maximum: Het gemiddelde percentage
van de maximale hartslag voor het huidige zweminterval.
Interval gemiddelde hartslag: De gemiddelde hartslag voor het
huidige zweminterval.
Interval maximum %hartslagreserve: Het gemiddelde
percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor het huidige zweminterval.
Interval maximum %maximum: Het gemiddelde percentage
van de maximale hartslag voor het huidige zweminterval.
Interval maximum hartslag: De maximale hartslag voor het
huidige zweminterval.
Interval slagsnelheid: Het gemiddelde aantal slagen per
minuut (spm) tijdens het huidige interval.
Intervaltempo: Het gemiddelde tempo van het huidige interval.
Intervaltijd: De stopwatchtijd voor het huidige interval.
22 Appendix
Hartslagzones
Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire
kracht te meten en te verbeteren en om hun fitheid te
verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan
hartslagen per minuut. De vijf algemeen geaccepteerde
hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van
oplopende intensiteit. Over het algemeen worden hartslagzones
berekend op basis van de percentages van uw maximale
hartslag.
Berekeningen van hartslagzones
Zone % van
maximale
hartslag
Waargenomen
inspanning
Voordelen
1 50–60% Ontspannen,
comfortabel tempo,
regelmatige ademhaling
Aerobische training
voor beginners,
verlaagt het stressni-
veau
2 60–70% Comfortabel tempo, iets
diepere ademhaling,
gesprek voeren is
mogelijk
Standaardcardiovas-
culaire training; korte
herstelperiode
Zone % van
maximale
hartslag
Waargenomen
inspanning
Voordelen
3 70–80% Gematigd tempo,
gesprek voeren iets
lastiger
Verbeterde aerobische
capaciteit, optimale
cardiovasculaire
training
4 80–90% Hoog tempo en
enigszins oncomfortabel;
zware ademhaling
Verbeterde anaerobi-
sche capaciteit en
drempel, hogere
snelheid
5 90–100% Sprinttempo, kan niet
lang worden
volgehouden;
ademhaling zwaar
Anaerobisch en
musculair uithoudings-
vermogen; meer
kracht
Standaardwaarden VO2 Max.
In deze tabellen vindt u de gestandaardiseerde classificaties van het geschat VO2 max. op basis van leeftijd en geslacht.
Mannen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 55,4 54 52,5 48,9 45,7 42,1
Uitstekend 80 51,1 48,3 46,4 43,4 39,5 36,7
Goed 60 45,4 44 42,4 39,2 35,5 32,3
Redelijk 40 41,7 40,5 38,5 35,6 32,3 29,4
Slecht 0–40 <41,7 <40,5 <38,5 <35,6 <32,3 <29,4
Vrouwen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortreffelijk 95 49,6 47,4 45,3 41,1 37,8 36,7
Uitstekend 80 43,9 42,4 39,7 36,7 33 30,9
Goed 60 39,5 37,8 36,3 33 30 28,1
Redelijk 40 36,1 34,4 33 30,1 27,5 25,9
Slecht 0–40 <36,1 <34,4 <33 <30,1 <27,5 <25,9
Gegevens afgedrukt met toestemming van The Cooper Institute. Ga voor meer informatie naar www.CooperInstitute.org.
FTP-waarden
Deze tabellen bevatten classificaties voor geschat functioneel
drempelvermogen (FTP) op basis van geslacht.
Mannen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 5,05 en meer
Uitstekend Tussen 3,93 en 5,04
Goed Tussen 2,79 en 3,92
Redelijk Tussen 2,23 en 2,78
Ongetraind Minder dan 2,23
Vrouwen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 4,30 en meer
Uitstekend Tussen 3,33 en 4,29
Goed Tussen 2,36 en 3,32
Redelijk Tussen 1,90 en 2,35
Ongetraind Minder dan 1,90
FTP-waarden zijn gebaseerd op onderzoek verricht door Hunter
Allen en Andrew Coggan, PhD, Training and Racing with a
Power Meter (Boulder, CO: VeloPress, 2010).
Appendix 25
www.garmin.com/support
1800 235 822 +43 (0) 820 220230
+ 32 2 672 52 54 0800 770 4960
1-866-429-9296
+385 1 5508 272
+385 1 5508 271
+420 221 985466
+420 221 985465
+ 45 4810 5050
+ 358 9 6937 9758 + 331 55 69 33 99
+ 39 02 36 699699 (+52) 001-855-792-7671
0800 427 652 0800 0233937
+47 815 69 555
00800 4412 454
+44 2380 662 915
+35 1214 447 460 +386 4 27 92 500
0861 GARMIN (427 646)
+27 (0)11 251 9800
+34 93 275 44 97
+ 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2
0808 238 0000
+44 870 850 1242
+49 (0) 89 858364880
zum Ortstarif - Mobilfunk
kann abweichen
913-397-8200
1-800-800-1020
© 2016 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
26

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Garmin Forerunner 735XT bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Garmin Forerunner 735XT in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,46 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Garmin Forerunner 735XT

Garmin Forerunner 735XT Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 34 pagina's

Garmin Forerunner 735XT Gebruiksaanwijzing - English - 30 pagina's

Garmin Forerunner 735XT Gebruiksaanwijzing - Français - 34 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info