28
NL
Gebruiksinstructie:
De verzonken multi-instelbare sproeier mag
binnen een bewateringsleiding niet met
andere sproeiers worden gecombineerd.
Als de reikwijdte van de sproeier verandert,
veranderen ook de drukverhoudingen in de
bewateringsleiding en zodoende zou ook de
reikwijdte van de andere sproeiers veranderen.
➔Alleen via van elkaar gescheiden,
afzonderlijke bewateringsleidingen
besproeien, niet in serie schakelen
met andere sproeiers.
Bij sterke drukschommelingen in de waterlei-
ding kunnen de ingestelde reikwijdtes variëren.
Hydrofoorpompen (met drukketel) voor de
watervoorziening van de sproeier zijn niet
aan te bevelen, omdat deze door de in- en
uitschakeldruk drukschommelingen veroor-
zaken.
Zand en andere schurende stoffen in het
water leiden tot een snellere slijtage en
prestatiemindering.
v Bij zandhoudend water een centraal filter
(bijv. GARDENA centraal filter art. 1510)
gebruiken.
Niet met een verticuteermachine of gazon-
beluchter over de horizontaal met de aarde
geïnstalleerde sproeier rijden.
3. Functie
Met de GARDENA verzonken multi-instelbare sproeier kunnen
individuele tuincontouren besproeid worden. Daarbij draait de
waterstraal langzaam in het rond tot de sectoraanslagen en
weer terug en verandert daarbij de besproeiingsafstand naar
gelang de geprogrammeerde contour. Het bedieningspaneel is
bestemd voor de programmering van de beregeningscontouren.
1
Menutoets: Keuze tussen programmeermodus (set) en
bedrijfsmodus (Auto).
2
„+”-toets: vergroot de besproeiingsafstand.
3
„
-
”-toets: verkleint de besproeiingsafstand.
4
OK-toets: slaat de ingestelde besproeiingsafstand op.
5
Set-LED: toont de programmeermodus.
6
Auto-LED: toont de automatisch bedrijfmodus.
De LED knippert iedere 10 seconden.
4. Ingebruikname
Juiste standplaats:
A Cirkelbesproeiing:
●
De sproeier moet bij de cirkelbesproeiing indien mogelijk in het
midden van het besproeiingsvlak worden geplaatst zodat invloe-
den van buitenaf zoals bijvoorbeeld wind een geringe invloed
op de besproeiingsafstand hebben.
B Sectorbesproeiing:
●
De sproeier moet bij sectorbesproeiing helemaal aan de rand
van het besproeiingsvlak worden geplaatst. (bijv. huishoek).
●
De sproeier moet op een plaats in de besproeiingssector wor-
den geplaatst van waaruit het gehele tuinoppervlak kan worden
besproeid. De maximale reikwijdte bedraagt 9 m (bij 2 bar stro-
mingsdruk op de sproeier).
●
De sproeier moet op een plaats geïnstalleerd worden waar het
gehele jaar de zon kan schijnen zodat er voldoende licht op de
zonnecel valt.
Bedieningspaneel:
Juiste standplaats van de
verzonken multi-instelbare
sproeier kiezen:
2 4 3
1 6 5