25
N
AGebruik uitsluitend Ori-
ginele GARDENA onder-
delen, omdat anders het juist
functioneren van de installatie
niet gegarandeerd kan worden.
AControleer de netaan-
sluiting van de transfor-
mator en de verbindingskabel
van de pomp regelmatig op
beschadigingen. Stekker en
kabel mogen alleen in perfecte
toestand gebruikt worden.
Bij beschadigingen van de
stroomkabel aan de transfor-
mator of de verbindingskabel
van de pomp de stekker direct
uit het stopcontact halen.
ABeschadigde netaanslui-
tingsnoeren kunnen bij
gekapselde transformatoren
niet verwisseld worden.
ABeschadigde verbindings-
kabels van de pomp kun-
nen alleen door de GARDENA
Service vervangen worden.
ABij alle werkzaamheden
aan de bloembakbe-
sproeiingsset de stekker van
de transformator uit het stop-
contact halen.
ADe pomp mag uitsluitend
met 14-V-laagspanning in
combinatie met de GARDENA
transformator met timer ge-
bruikt worden.
ABij directe aansluiting
op 230 V bestaat levens-
gevaar!
APomp niet droog laten
lopen.
10. Aanwijzingen voor het juiste gebruik, veiligheidsaanwijzingen
Bij storingen verzoeken wij u
contact op te nemen met uw
GARDENA dealer. U kunt het
defecte apparaat ook voldoende
gefrankeerd met een korte om-
schrijving van de klacht en in ge-
val van garantie compleet met de
garantiebescheiden rechtstreeks
opsturen.
Wij wijzen er nadrukkelijk op,
dat wij op grond van de wet
aansprakelijkheid voor pro-
ducten niet aansprakelijk zijn
voor schade ontstaan door
onze apparaten, indien deze
door onvakkundige reparatie
veroorzaakt zijn, of er bij het
uitwisselen van onderdelen
geen gebruik gemaakt werd
van onze originele GARDENA
onderdelen of door ons vrij-
gegeven onderdelen en de re-
paratie niet door de GARDENA
technische dienst of de be-
voegde vakman uitgevoerd
werd. Ditzelfde geldt voor extra-
onderdelen en accessoires.
Storing Mogelijke oorzaak Opheffen
Pomp loopt niet. Netstekker of stekker van de Netstekker in stopcontact, c.q.
pomp zit niet in het (stop)contact. pompstekker in aansluiting op
transformator steken.
Bodemvochtigheids-/regensensor Wachten tot bodemvochtigheids-/
meldt vocht. c.q. regensensor voldoende op-
gedroogd is.
Er wordt geen water gepompt. Voorraadvat leeg. Voorraadvat met water vullen.
De zeef 0van de pomp is Zeef van de pomp schoonmaken
verstopt. (Hfdst. 8.1).
De bewateringscycli zijn De instelknop 9van de trans- De instelknop op de juiste positie
verkeerd. formator staat tussen 2 program- zetten.
ma’s.
De installatie werkt door na Seriedruppelaars liggen onder De plaats van het voorraadvat
het uitschakelen van de pomp. het waterspiegelniveau van zo kiezen dat het niveau van
het voorraadvat. de waterspiegel onder de serie
druppelaars ligt; ontluchtings-
druppelaar inbouwen.
9. Storingen