104
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
Het noodreservewiel
(indien aanwezig) behoort
bij de auto waarbij het geleverd is.
Gebruik het reservewiel niet bij
andere auto’s. Monteer geen
reservewielen van andere auto’s.
Het noodreservewiel mag alleen in
noodgevallen worden gebruikt.
Het noodreservewiel moet zo kort
mogelijk gebruikt worden en er mag
niet sneller dan 80 km/h mee
worden gereden. Op het
noodreservewiel is een oranje
sticker aangebracht waarop de
belangrijkste waarschuwingen staan
vermeld met betrekking tot het
gebruik van het noodreservewiel.
WAARSCHUWING
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De auto kan zijn uitgerust (optioneel)
met een normaal reservewiel of een
klein noodreservewiel.
Voor bepaalde uitvoeringen/specificaties
is de auto fabrieksmatig uitgevoerd met
4 antidiefstalbouten (een per wiel).
Om de bouten aan te halen moet het
juiste verloopstuk A-afb. 2 worden
gebruikt; steek dit tussen de bout
en de
sleutel, zoals weergegeven in afb. 2.
AANWIJZING U kunt extra bouten en
een speciaal verloopstuk bestellen via
de Ford-dealer onder vermelding van
het referentienummer behorend bij de
set.
Voor het verwisselen van het wiel en
voor het juiste gebruik van de krik en
het noodreservewiel moeten de
onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen.
Deze sticker mag nooit
worden verwijderd of
afgedekt. Op het noodreservewiel
mag nooit een wieldeksel worden
gemonteerd. Op de sticker staan de
volgende aanwijzingen in vier talen
vermeld: Waarschuwing!
Alleen voor tijdelijk gebruik! Max.
80 km/h! Vervang zo snel mogelijk
door een normaal wiel. Dek deze
aanwijzingen niet af.
Als u een ander velgtype wilt
monteren (lichtmetalen velgen in
plaats van stalen), moeten tevens
alle wielbouten worden vervangen
door bouten met een lengte die
aangepast is aan het velgtype.
WAARSCHUWING
afb. 2
KA00120m