76
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
ZEER GEVAARLIJK:
Monteer absoluut geen
kinderzitje achterstevoren
op de voorpassagiersstoel
als de front-airbag aan
passagierszijde is
ingeschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (wordt
opgeblazen), kan dit ernstig letsel
en zelfs de dood tot gevolg hebben.
Schakel altijd de airbag aan
passagierszijde uit wanneer een
kinderzitje op de
voorpassagiersstoel wordt
geplaatst. Bovendien moet de stoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard.
Ook al is het niet wettelijk
verplicht, wij raden u voor een
optimale bescherming van de
(volwassen) inzittenden toch aan
om de airbag meteen weer in te
schakelen zodra er geen kinderen
meer vervoerd worden op de
voorpassagiersstoel.
WAARSCHUWING
FRONT-AIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE, afb. 12
Deze bestaat uit een opblaasbaar
luchtkussen dat in een daarvoor
bestemde ruimte in het midden van het
stuurwiel is geplaatst.
afb. 12
KA00055m
afb. 13
KA00056m
FRONT-AIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE, afb. 13
Deze bestaat uit een opblaasbaar
luchtkussen dat in een daarvoor
bestemde ruimte in het dashboard is
geplaatst. Dit luchtkussen is groter dan
dat aan bestuurderszijde.