Noot:
Omdat er „hoge en lage pols“ mensen zijn, kunnen de indivi-
duele optimale pulszones (aerobe zone, anaërobe zone) in
individuele gevallen verschillen van die van het algemene
publiek (doelpulsdiagram).
In deze gevallen moet de training gebaseerd zijn op indivi-
duele ervaring. Als beginners dit fenomeen tegenkomen,
moet een arts vóór de training worden geraadpleegd om de
geschiktheid voor de training te controleren.
6.4 Training controle
Pulsgestuurde training, die is gebaseerd op de individuele
maximale puls, is het meest zinvol, zowel medisch als in ter-
men van trainingsfysiologie.
Deze regel is van toepassing op zowel beginners, ambitieuze
recreatieve sporters als professionals. Afhankelijk van het trai-
ningsdoel en het prestatieniveau, wordt de training uitgevoerd
met een bepaalde intensiteit van de individuele maximale
puls (uitgedrukt in procentpunten).
Om cardiovasculaire training effectief te ontwerpen volgens
sportmedische criteria, raden we een trainingspuls aan van
70% - 85% van de maximale pols. Let op het volgende doel-
hartslagdiagram.
Meet uw polsslag op de volgende tijden:
1. Voor de training = hartslag in rust
2. 10 minuten na het begin van de training = training / trai-
ningspuls
3. Een minuut na de training = herstelpuls
• Tijdens de eerste paar weken is het raadzaam om met
een hartslag te oefenen aan de ondergrens van de trai-
ningspulszone (ongeveer 70%) of lager.
• Intensief gedurende de volgende 2-4 maanden, de trai-
ning stap voor stap intensiveren totdat u het bovenste
uiteinde van de trainingspulszone bereikt (ongeveer 85%),
maar zonder uzelf te overweldigen.
• Strooi losse eenheden in uw trainingsprogramma in het
lagere aerobe gebied, zelfs als u goed traint, zodat u
voldoende regenereert. „Goede“ training betekent altijd
intelligente training, inclusief regeneratie op het juiste
moment. Anders zal er overtraining optreden, waardoor
uw vorm verslechtert.
• Elke stressvolle trainingssessie in het bovenste polsbereik
van individuele prestaties moet altijd worden gevolgd
door een regeneratieve trainingssessie in het onderste
polsbereik (tot 75% van de maximale pols).
Note:
Because there are persons who have „high“ and „low“
pulses, the individual optimum pulse zones (aerobic zone,
anaerobic zone) may differ from those of the general public
(target pulse diagram).
In these cases, training must be configured according to indi-
vidual experience. If beginners are confronted with this
phenomenon, it is important that a physician be consulted
before starting training, in order to check health capacity for
training.
6.4 Training control
Both medically and in terms of training physiology, pulse-
controlled training makes most sense and is oriented on the
individual maximum pulse.
This rule applies both to beginners, ambitious recreational
athletes and to pros. Depending on the goal of training and
performance status, training is done at a specific intensity of
individual maximum pulse (expressed in percentage points).
In order to effectively configure cardio-circulatory training
according to sports-medical aspects, we recommend a trai-
ning pulse rate of 70 % - 85 % of maximum pulse. Please
refer to the following target pulse diagram.
Measure your pulse rate at the following points in time:
1. Before training = resting pulse
2. 10 minutes after starting training = training / working pulse
3. One minute after training = recovery pulse
During the first weeks, it is recommended that training
be done at a pulse rate at the lower limit of the training
pulse zone (approximately 70 %) or lower.
During the next 2 - 4 months, intensify training stepwise
until you reach the upper end of the training pulse zone
(approximately 85 %), but without overexerting yourself.
If you are in good training condition, disperse easier
units in the lower aerobic range here and there in the
training program. so that you regenerate sufficient-
ly. „Good“ training always means training intelligently,
which includes regeneration at the right time. Otherwise
overtraining results and your form degenerates.
Every loading training unit in the upper pulse range of
individual performance should always be followed in
subsequent training by a regenerative training unit in the
lower pulse range (up to 75 % of the maximum pulse).
19