157
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
ATTENTIE
Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR staat, ook bij uitgezette motor de
airbags geactiveerd kunnen worden als de auto wordt aangereden door een andere
auto. Ook bij een stilstaande auto mogen dus absoluut geen kinderen op de
voorstoel zitten. Als de contactsleutel echter in stand STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel beveiligingssysteem (airbag of gordelspanners) geactiveerd; als
een systeem niet in werking treedt, betekent dit niet dat het systeem niet goed
werkt.
ATTENTIE
De airbag voor treedt in werking als de botsing zwaarder is dan een botsing waarbij
alleen de gordelspanners worden geactiveerd. Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
ATTENTIE
ATTENTIE
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje F(met de
sleutelschakelaar voor uitschakeling van de airbag voor aan passagierszijde in stand
ON) enkele seconden knipperen, om u eraan te herinneren dat de airbag aan
passagierszijde bij een botsing wordt geactiveerd. Hierna moet het lampje doven.
ATTENTIE
De airbag is geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling. De
inzittenden worden uitsluitend door de veiligheidsgordels beschermd bij frontale
botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aanrijdingen en als de auto over de kop
slaat. De gordels moeten dus altijd gedragen worden.
De stoelen mogen niet met water of stoom onder druk worden gereinigd (met de
hand of in een automatische stoelenreiniger).
ATTENTIE
Haak geen harde voorwerpen aan de kledinghaakjes en aan de steunhandgrepen.