(dit is niet mogelijk bij onderhoudsvrije accu’s).
Plaats de dopjes pas weer na het laden.
Aan de hand van het soortelijk gewicht van het
akkuzuur kan worden afgeleid of een akku volledig
geladen is of niet. Met behulp van een soortelijk
gewichtmeter is het soortelijk gewicht te bepalen.
Lege akku: s.g.=1,13 kg/dm3
Voll akku: s.g.=1,28 kg/dm3
BELANGRIJK: Electrolyte vloeistof uit de accu
veroorzaakt corrosie. Vermijd contact van de
vloeistof met de huid en met de auto.
4. Reinig zowel de aansluitingen als de polen. Dit kan
met een staalborstel of met schuurpapier.
5. Sluit eerst de plus-klem van de lader (rood) aan
op de plus-pool (+) van de akku. Sluit daarna
de min-klem van de lader (zwart) aan op de
min-pool (-) van de akku.
Sluit vervolgens de netstekker van de lader aan op
het stopcontact. Zorg ervoor dat de klemmen van
het laadtoestel stevig op de akku zijn aangesloten.
6. Voer de volgende stappen uit met behulp van de
informatie die de laadcontroledisplay u verschaft.
7. INBEDRIJFSTELLING VAN DE
AKKULADER
Op de voorzijde van de akkulader bevinden zich drie
gekleurde LED’s. Tijdens de gehele laadprocedure geven
de gekleurde LED’s de toestand van de akkulader aan.
RODE LED LICHT OP
De rode LED geeft aan, dat de akkulader op de juiste
manier is aangesloten op de akkupolen. Het opladen
kan nu beginnen door aansluiting van de akkulader op
het lichtnet . Tijdens de gehele laadprocedure blijft de
rode LED branden.
BELANGRIJK: Wanneer de rode LED na aansluiting
aan de akkupolen van de akkuklemmen niet brandt,
dient de zekering te worden gecontroleerd (zie ver-
wisseling van de zekering) of beveiligingsschakelaar
ingedrukt te worden.
GELE LED LICHT OP
De gele LED geeft aan dat de op het lichtnet aangeslo-
ten akkulader nu de akku oplaadt.Gedurende de gehe-
le laadprocedure blijft de gele LED branden.
BELANGRIJK: Wanneer de gele LED na aansluiting
op het lichtnet niet brand, dient het functioneren van
het stopconstact gecontroleerd te worden. Gaat de
gele LED tijdens de laadprocedure uit, dan werd de
stroomkring door het beschermingssysteem van de
transformator tegen overbelasting onderbroken. Ver-
wijder de stekker uit het stopconstact, en na een
wachttijd van c.a. 10 minuten (afkoelpauze) kan de
stekker weer in het stopcontact worden gestoken.
GROENE LED LICHT OP
De laadprocedure is beeindigd. Nadat de akku volledig
is opgeladen begint de groene LED op te lichten. Daar-
bij zal de lichtintensiteit van de LED van zwak oplich-
tend tot sterk oplichtend continue veranderen.
Zwakke lichtintensiteit:
Laadprocedure bijna beeindigd.
Sterke lichtintensiteit:
Laadprocedure beeindigd.
De laadprocedure wordt niet afgebroken.
Dus houdt het laadproces in de gaten. Aan
de hand van de LED’s kan de situatie
bepaald worden.
Na het laden stopt het laadtoestel niet
automatisch, daarom moet het worden
afgezet en losgekoppeld van de akku.
Trek eerst de netstekker uit het stopkon-
takt. Koppel vervolgens eerst de min-klem
los en daarna de plus-klem.
8. ONDERHOUD
Bij onderhoud en schoonmaak van de
akkulader altijd de netstekker uit het stop-
contact halen. Gebruik nooit water of
andere vloeistoffen bij het schoonmaken
van het apparaat. Houd het snoer en uw
akkulader schoon.
U kunt de levensduur van uw akku aanzienlijk verlen-
gen als u de volgende raadgevingen opvolgt:
-Controleer elke maand het vloeistofniveau van de
akku en vul deze zonodig bij met gedestilleerd water;
-Reinig de polen van uw akku regelmatig om aanslag te
voorkomen. Voorzie de polen van een laagje vaseline;
-Als u uw voertuig weinig gebruikt, zal de akku zich
ontladen. Laadt daarom uw akku regelmatig bij tot
de maximale kapaciteit. Hiermee kunt u een sto-
ring voorkomen.
ZEKERING
Wanneer er contact is tussen de accuklemmen of bij
het aansluiten van de accuklemmen aan de verkeerde
accupolen, zal het laden onderbroken worden door
een smeltzekering.
Doorgebrande zekeringen moeten vervangen worden
volgens de instructies “verwisselen van de zekering”.
VERWISSELEN VAN DE ZEKERING
Voor het verwisselen van de zekering eerst de stekker
uit het stopcontact halen en daarna de akkuklemmen
Ferm ________ ##
le). Ne jamais utiliser de l’eau ou d’aut-
res liquides pour le nettoyage de l’appa-
reil. Maintenir propres le câble et votre
chargeur de batteries. Certains produits
de nettoyage et dissolvants (essence,
diluant) peuvent attaquer ou dissoudre
les parties en matière synthétique. Ces
produits contiennent e.a. du benzène,
du trychloréthylène, du chlorure et de
l’ammoniaque.
Vous pourrez allonger considérablement la durée de
vie de votre batterie, en suivant les conseils suivants:
-Contrôler tous les mois le niveau du liquide de bat-
terie et au besoin, rajuster celui-ci à l’aide d’eau
distillée.
-Nettoyer régulièrement les pôles de votre batte-
rie pour éviter qu’ils ne s’entartrent. Appliquer
une fine couche de vaseline sur les pôles.
-Lorsque votre véhicule est peu utilisé, votre batte-
rie se déchargera. C’est pourquoi il est conseillé
de recharger régulièrement la batterie jusqu’à la
capacité maximale. Ainsi vous pourrez éviter une
panne.
12. PANNES
Dans le cas où le chargeur de batteries ne fonctionne-
rait pas convenablement, cela pourrait avoir les causes
suivantes:
-Les bornes sont mal ajustées.
Contrôler que chaque borne soit bien connectée sur le
pôle correspondant.
-Le disjoncteur de protection est en arrêt.
Lorsque vous avez tout contrôlé et que le chargeur de
batteries ne fonctionne toujours pas de manière con-
venable, présenter alors votre chargeur de batteries à
votre représentant Ferm pour une réparation.
13. ACCESSOIRES ET PIÈCES
LES ACCESSOIRES SUIVANTS FONT PAR-
TIE DE LA LIVRAISON :
-Mode d’emploi;
-Bornes de batterie.
Par l’intermédiaire de votre distributeur Ferm vous
pouvez commander des pièces gardées en stock. Pour
la commande de pièces vous pouvez vous servir des
numéros indiqués sur la liste des pièces. Tous les piè-
ces sans numéro de commande ne sont pas en stock.