16
Schoonmaak, onderhoud en service
Zeker wanneer het apparaat buiten hangt is het belangrijk om het regelmatig
schoon te maken. Schoonmaak verlengt de levensduur, bevordert een efficiënte
werking en is een garantievoorwaarde.
Maak het apparaat (afhankelijk van de omgeving) om de 2 à 3 weken schoon; in
een zilte omgeving wekelijks. Zout in de lucht kan op het apparaat inwerken en
roest of verwering van het metaal veroorzaken. Maar ook in een stedelijke
omgeving werkt luchtverontreiniging in op de coatings en andere materialen die
het apparaat moeten beschermen tegen roest en verwering.
Elke 3 maanden dient u een uitgebreide schoonmaak- en inspectiebeurt uit te
voeren.
Houd er evenwel rekening mee dat ondanks regelmatig schoonmaken de inwerking
van het weer, luchtverontreiniging en evt. zout, sigarettenrook, olielampen,
kaarsen, barbecues enz. in de loop der tijd zijn sporen op het apparaat na zal laten.
Let op! Altijd het apparaat uitschakelen, de stekker uit het stopcontact nemen en
het apparaat laten afkoelen (1 uur) voordat u het apparaat schoonmaakt.
Omdat het apparaat IPX4 beschermd is, kan het veilig met (warm) water worden
gereinigd. Gebruik daarbij evenwel geen hogedrukspuit o.i.d., alleen een natte
doek. Wanneer u daarbij een zacht reinigingsmiddel wilt gebruiken dient u de
zeepresten naderhand goed te verwijderen!
Neem het apparaat af met een schone, zachte, niet-pluizende doek of een zachte
borstel. Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen, schuursponsjes of –borstels
en geen chemische reinigingsmiddelen: dat kan het materiaal beschadigen. Gebruik
ook nooit brandbare schoonmaakmiddelen als wasbenzine of spiritus. Houd stekker
en elektrokabel droog.
Vergeet de achterzijde van het apparaat niet te reinigen: ook daar kunnen resten
van insecten, vogelpoep, stof, zout of ander vuil neerslaan!
Controleer het apparaat op vocht en onvolkomenheden voor u het weer in gebruik
neemt. Controleer het apparaat regelmatig, zeker na elke harde wind of
ongebruikelijke gebeurtenis die van invloed kan zijn op het apparaat.
In het apparaat bevinden zich geen delen die onderhoud behoeven of door de
gebruiker vervangen/gerepareerd kunnen worden. Eventuele reparaties moeten
door daarvoor opgeleide specialisten (leverancier of erkend elektricien) worden
uitgevoerd om de veiligheid te waarborgen.
Schade en storingen ten gevolge van zelfuitgevoerde reparaties of wijzigingen in
het apparaat, ongelukken, misbruik, nalatigheid, onjuist/onvoldoende onderhoud en
commercieel gebruik doen de garantie vervallen.