14
elkaar verwijderd te zijn en de ruimte buiten de beugels dient gelijk verdeeld te
zijn over de beide zijden.
• Plaats de beide ophangbeugels (D) over de 2x2 boutjes (B), plaats een ringetje
over elk boutje en schroef ze stevig vast met de 4 moertjes
(ringetje + moertje = C).
• Zie voor de gehele bevestiging de afbeelding.
Voor alle drie typen geldt
• Schroef de beide muur/plafond steunen met de 2 bijgeleverde schroeven (X) en
moeren (Z) losjes tussen de ophangbeugels.
• Borg de muur/plafond steunen d.m.v. de beide kleine schroefjes (Y) (RC: en
moeren (Z)) in de middenpositie.
• Bepaal de plaats voor het apparaat, rekening houdend met alle voorschriften.
Teken de plaats voor de 4 boorgaten af op de wand/het plafond. Zorg ervoor dat
het apparaat volkomen horizontaal hangt!
• Schroef de beide muur/plafond steunen weer los en bevestig ze stevig op de
afgetekende plaats aan de wand/het plafond. Gebruik voor baksteen of beton
keilbouten en laat u voor een andere ondergrond adviseren voor passend
bevestigingsmateriaal.
• Bevestig het apparaat met zijn ophangbeugels nu stevig aan de muur/plafond
steunen d.m.v. de beide schroeven en moeren (X en Z).
• De straalrichting van het apparaat kan worden ingesteld op 3 standen. Verander
uitsluitend van stand als het apparaat volledig is afgekoeld en is ontkoppeld van
de stroomvoorziening! Borg de straalrichting in de gewenste hoek met de beide
kleine schroefjes (Y) en de RC-uitvoeringen met de boutjes, ringetjes en
moertjes (Z).
• Controleer of het apparaat onwrikbaar hangt.
• Laat het apparaat bij voorkeur door een elektricien vast aansluiten op het
elektriciteitsnet en bedien het met een schakelaar. Eventueel kunt u het ook op
een passend stopcontact aansluiten. Let er te allen tijde op dat de elektrokabel
niet heet wordt!
Belangrijk! Bij wandbevestiging kan de straling behalve recht vooruit ook ± 35°
naar beneden en naar boven worden gericht. Naar boven richten heeft uiteraard
geen zin maar is ook ten strengste verboden! De straling kan het plafond
oververhitten met smelten, schroeiplekken of brand tot gevolg. Ook kan er water in
het apparaat achterblijven.
Gebruik
Controleer voor elk gebruik:
- of het apparaat geen tekenen van beschadiging vertoont.
- of het apparaat nog stevig bevestigd zit. Wind en zwaartekracht kunnen de
bevestiging op den duur loswrikken.
- of zich geen voorwerpen, zeilen, parasols enz. binnen de opgegeven
veiligheidsafstand bevinden.