21
KOOKTABELLEN
Gerecht Hoeveelheid Vermogen Tijd (min.) Bijzonderheden
aardappels 500 g 800 W 6 - 7 Neem aardappels van gelijke grootte.
andijvie 500 g 800 W 6 - 7
bleekselderij 500 g 800 W 7 - 8 Schil zonodig het onderste deel van de stengels.
Verdelen in stukken van 2,5 cm.
bloemkool 500 g 800 W 7 - 9 Verdelen in roosjes van gelijke grootte.
broccoli 500 g 800 W 7 - 8 Verdelen in roosjes van gelijke grootte.
Chinese kool 500 g 800 W 6 - 8 Snijd de kool in reepjes.
koolrabi 500 g 800 W 7 - 9 Snijd de koolrabi in blokjes.
prei 500 g 800 W 7 - 8 Snijd de prei in stukjes van 2 cm.
rode kool 500 g 800 W 8 - 10 Verwijder de stronk en de nerf. Snijd de kool in reepjes.
Voeg 2 - 4 eetlepels water toe.
snijbonen 500 g 800 W 7 - 8 Voeg 2 eetlepels water toe.
spinazie 500 g 800 W 5 - 7 Meer dan 500 g is te volumineus. Kook in dat geval
in een pan.
spruitjes 500 g 800 W 7 - 8 Voeg 3/4 dl water toe.
witlof 500 g 800 W 7 - 8 Leg de struikjes met de dikke delen naar de buitenkant.
witte kool 500 g 800 W 8 - 9 Gebruik alleen verse kool. Verwijder de nerf. Snijd de
kool in reepjes en voeg 2 - 4 eetlepels water toe.
worteltjes 500 g 800 W 7 - 8 Gebruik alleen jonge worteltjes. Voeg 2 eetlepels water
toe en eventueel een klontje boter.
gepocheerde appel 500 g 800 W 4 - 5 Schil de appels, halveer ze en verwijder het klokhuis.
(6 helften) Leg ze in een cirkel op de schaal. Voeg eventueel
suikerstroop, kaneel en rozijnen toe.
champignons 250 g 800 W 2 - 3 Maak de champignons met een vochtig doekje schoon.
smoren Smoor de champignons eventueel met wat boter en
een fijngesnipperd uitje. Snijd grote champignons in
plakken.
Koken van groente
■ Gebruik indien mogelijk verse groenten.
Als groenten al wat slap zijn geworden
doordat ze te lang gelegen hebben kunt u
ze een poos in koud water leggen, zodat
ze zich weer vol kunnen zuigen.
■ Gebruik voor het koken van groente een
ruime schaal, zodat de schaalbodem
bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
■ Kook groente met aanhangend water,
tenzij de tabel anders aangeeft.
■ Dek de schaal altijd af met een deksel of
magnetronfolie.
■ Voeg geen zout toe. De van nature in de
groente aanwezige zouten geven meestal
voldoende smaak. Indien u toch zout toe
wilt voegen, doe dat dan na het koken.
■ Kook groente zo kort mogelijk. Houd
rekening met het nagaren.
■ Controleer met een satéprikker of vork of
de groente gaar is.